Legervliegtuig verongelukt Ramp met een Koolhoven Geen vleesch- vergiftiging? Drie gouden sleutels Radioprogramma Twee militaire vliegers vinden een gruwelijken dood Relaas van een ooggetuige Hevige aardschokken 475ste STAATSLOTERI. Afwijkende meening van Dr* van Hesteren? DOOR: 21 PETIAN Soesterberg, 11 Augustus 1937. Hedenmiddag (11 Aug.) was ik getuige van een vreesel(jk ongeluk, dat wederom aan twee menschen het leven hegft gekost. Na het treurige ongeluk tijdens het z.g. laplanden, waarbij een der militairen, die be last was met het uitleggen der grondlappen, aangevlogen werd en daardoor een zijner armen zal moeten missen, is hedenmiddag te 16.45 een tweede, nog grooter ongeluk ge beurd. Tijdens een demonstratie voor een groot aantal buitenlandsche padvinders, vlogen de invlieger, n.1. Bouman en de mecanicien Mahn een Koolhoven-toestel voor, de F.K. 52. Na zeer vele mooie stunts wilden de vlie gers eindigen in een z.g. piqué, dat is van zeer groote hoogte, (hier waren de vliegers op 1200 m), in loodrechten toestand omlaag en daarna het toestel dicht boven den grond optrekken. Tjjdens deze piqué brak het hoogteroer af, de stukken vlogen door de lucht. De vliegers trachtten het toestel nog op te trekken, waar in zjj gedeeltelijk slaagden, zoodat zij vermoe delijk wel gemerkt hebben, dat er iets haper de, doch niet precies wisten wat er gaande was. Toen zij dan ook probeerden om op een hoogte van 300 m te cirkelen en te dalen, schoot het toestel pijlsnel omlaag en stortte krakend op den grond, gelukkig midden op de vlieghei, en vloog in brand. Toen naderen mogelijk was, is het lichaam van Bouman het eerst te voorschijn gekomen; het verkoolde overschot van Mahn zat nog tusschen de resten van den dubbel geklapten staart. Het staat vast, dat beiden op slag ge dood zijn. Volgens een der bekende Soesterbergsche vlieges hadden beide vliegers zich nog ge makkelijk met het valscherm, dat ieder bjj zich had, kunnen redden, indien zij slechts even hadden kunnen bevroeden wat de ware oorzaak van de storing was; zij hadden zich dan na het weder gedeeltelijk optrekken op 300 m hoogte van het vliegtuig kunnen los maken. Het staat dan ook vast, dat de vliegers geen begrip van de storing hadden, voordat het te laat was, ofschoon wjj op het vliegveld duidelijk de brokstukken van het hoogteroer konden zien vallen. BESTUURDER ONGEDEERD; TWEEDE INZITTENDE LICHT GEWOND. TOESTEL VER NIELD. Het legervliegtuig 590 uit Soes terberg, bestuurd door den tweeden luitenant Bierema en met sergeant Hoebeé als waarnemer, heeft gis terochtend om kwart over elf bij Wageningen een noodlanding moe ten maken, waarbij het toestel ge heel werd vernield. Luitenant Bie rema bleef ongedeerd, de heer Hoe beé kreeg lichte verwondingen. Luitenant Bierema verklaarde over de oorzaak van het ongeval, dat hij boven den Wageningscheberg zoodanig in den nevel zat, dat hii een noodlanding wilde maken Bij het terrein zoeken bleek vlak boven don grond een nevelwolk te hangen, waar door hij bij het neerkomen met den vleugel don grond raakte. ONZE OOST Aneta meldt uit Bandoeng, dat door de seismografen op den Papandajan en den Mcrapi een zeer zware aardbeving is gere gistreerd. Deze beving ving gisterenochtend te 6,20 uur aan en duurde ongeveer dertien minuten. Op Tjikadjang en Soemedang is deze beving gevoeld. Ook de seismografen te Bandoeng hebben haar geregistreerd. De hoofdrichting was Zuid-Noord. Vermoedelijk ligt het epicentrum hon derden kilometers verwijderd. Ook uit tal van andere plaatsen zijn be richten van gelijken aard ontvangen, o.a. uit Tjilatjap, waar de menschen uit hun woningen en kantoren vluchtten en de kinderen de scholen verlieten. VRIJDAG 13 AUGUSTUS 1937. Hilversum I. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00 ARA. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Gramofoonplaten. 11.00 Declamatie. 11.20 Orgelspel. 12.00 Gramofoonplaten. 12.3t Solistenconcert. 2.00 Pianovoordracht. 2.30 Gramofoonplaten. 3.15 Sportreportage en Gramofoonplaten. 4.00 Gramofoonplaten. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Fantasia". 6.00 Orgelspel. 6.30 Politiek Radiojournaal. 50 Gramofoonplaten. 7.05 Journalistieke causerie. 7.25 Gramofoonplaten. 7.30 Berichten V.G.P. 7.35 „Dood en Onsterfelijkheid", causerie. 8.00 Piano en cello. 8.30 „Vrijzinnig Protestantisme in Oxford", causerie. 9.00 Vroolijke voordracht. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwjjding. 11.00 Jazzmuziek (Gramofoonplaten). 11.3012.00 Gramofoonplaten. Hilversum II. Algemeen programma, verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.). 8.30 Gramofoonplaten (om 9.30 gelukwen- schen). 10.30 Morgsndienst. 11.00 Kinderkoor „Melodia". 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonplaten. 12.45 Ensemble van der Horst. 2.30 Christ lectuur. 3.00 Piano en klarinet. 3.45 Gramofoonplaten. 4.00 Zang ?n piano. 5.00 Gramofoonplaten. 5.30 Declamatie en gramofoonplaten. 6.30 „Het rotstuintje", causerie. 7.00 Berichten. 7.15 literair halfuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber. 8.15 Carillonconcert. 9.15 „De paling als wereldreiziger", causerie. r 15 Amsterdams Salonorkest (om 10.00 Be richten ANP). 11.3012.00 Gramofoonplaten. (Niet officieel) 2de klasse, 3de lijst Trekking van Woensdag 11 Augustus 1937 II oog e Prijzen 20.000.— 16249 100.— 12098 12581 Prijzen van 30. 47 205 453 705 968 1015 1746 1802 2194 2361 2454 3054 3392 3481 3495 3620 3805 3850 3934 3961 4407 4663 4703 4871 5005 5126 5526 5587 5948 6049 6129 6637 7480 7801 7831 7938 7978 7981 8475 8775 9129 9130 9157 9188 9357 9386 10066 10382 10395 10886 11572 11900 11944 12426 12529 12796 13311 13403 13424 13475 13580 13656 13777 13802 13842 13966 14187 14261 14493 14932 15883 16648 17293 17551 18203 18205 18684 18750 18980 19078 19259 19614 20450 20854 21232 21513 21712 21920 22047 22125 22144 22179 22600 22660 22704 23499 23910 DE DRIE MUSKETIERS 303. BOODSCHAPPERS. „Mijne Heeren," zei Athos, nadat hii had vastgesteld, dat er in de herberg vijf ka mers vrij waren, „Ga nu naar Uw kamers en laat mij verder alles opknappen. En wan neer jij het papier, dat den ruiter uit den hoed viel, niet hebt verloren. d'Artagnan, geef het mij dan. „Man, nu begrijp ik je", veronderstelde d'Artagnan. „Die naam was immers met haar hand geschreven." „Nu kun je het zeif zien," zei Athos. Athos riep den waard en verzocht hem een kaart van de omgeving te geven, waar in ze zich op dat oogenblik bevonden. Hij bestudeerde haar nauwkeurig en zag di rect, dat er vier wegen van Bethune naar Armentières leidden. Daarna riep hij de bedienden bijeen. Planchet, Grimaud, Mousqueton en Bazin kwamen direct bij hem en ontvingen hun opdracht. Ze moesten zich den volgenden morgen naar Armentières begeven, waarbij ieder nauwkeurig den te volgen weg kreeg uitgestippeld. Bedienden, die zich op pad be geven om inlichtingen in te winnen, baren minder opzien, dan hun meesters. 304. DE BEDELAAR. Daarbij kwam dan nog, dat Mylady de heeren kende en de bedienden niet. Deze echter kenden Mylady bijzonder goed. In Armentières zouden de vier bedienden zich weer bij elkaar aansluiten en nadat ze de schuilplaats van Mylady hadden ontdekt, zouden ze er voor hebben te zorgen, dat ze er niet tusschen uit ging. De vierde echter zou direct naar de heeren terugkeeren om hen als wegwijzer te dienen. Toon de bedienen wdren vertrokken, stond Athos op en gespte zijn degen om, wierp zijn cape over de schouders en verliet de herberg Het was ongeveer 10 uur. Tegen dezen tijd treft men meestal niet veel menschen op straat aan in de dorpen. De weinigen, die hij ontmoette, waren allen bijzonder ont daan als ze vernamen wie hij zocht en zij vergenoegden zich ermede, hem met beven- den vinger den weg te wijzen. Athos was bijna op de betreffende piaafs aangeland, zonder dat hij eigenlijk precies wist waar hij toen naar toe moest. Op dat oogenblik ontmoette hij een bedelaar, die door het geluid van zilver zich liet overreden hem den weg te wijzen. ANNA PAULOWNA SUCCES VOOR ANTON BLOK. Bij de gisterenavond te Amsterdam ge houden athletiek-wedstrijden werd onze plaatsgenoot A. A. Blok, lid van D.O.K.E.V. eerste in het nummer 100 meter, C.-klasse Zijn tijd was 11,8 sec. HARENKARSPEL Naar wij uit betrouwe bron vernemen, bestaat er verschil van meening tusschen de beide plaatselijke doktoren over de vreemde en veelvuldige ziektegevallen in onze gemeente. Terwijl Dr. Groenhard als vrijwel vast staand aanneemt, dat vleeschvergiftiging de oorzaak is, schijnt Dr. van Hesteren hier van minder zeker te zijn, gezien het feit, dat een aantal patiënten onder zijn behan deling is, dat niet van het bewuste vleesch heeft gegeten. De heer Wester, veearts te Schagen, verklaarde persoonlijk naar de meening van Dr. van Hesteren over te hellen. WIERINGEN. Overgebracht naar Wie- ringen. Naar ons wordt gemeld, heeft zich bij Dr. Beeker op Wieringen een pa tiënt aangemeld, die de meer ge noemde vergiftigingsverschijnselen vertoonde. Het slachtoffer had in de kermisdagen te Harenkarspel gelo geerd. 2&MARKTBERICHTEN£^ SCHAGEN, 12 Augustus. 12 Paarden f.200—475, 10 veulens f 120 160. 10 geldekoeien magere 120180, 66 idem vette f 200270, 12 kalfkoeien 250— 300, 67 nuchtere kalveren f 814, 40 mage re schapen 2025. 154 vette schapen 2631. 108 Lammeren 1217; 3 bokken en geiten 210; 18 varkens (magere) 3238; 4 idem (vete) per kg. 0.600.62; 79 biggen 1219; konijnen 0.25—1; kippen 0.501; haantjes 0.250.75. AMSTERDAM 11 Aug. 1937. 255 Vette kalveren: le kwal. 6470 en kele hooger; 2e kwal. 5S62; 3e kwal. 48— 56; 50 nuchtere kalveren 814; 157 var kens: vleeschvarkens wegende van 90110 kg. 6970; zware varkens 6869; vette varkens 6768. Overzicht: Vette kalveren, matige aan voer, handel sleepend en nauwelijks prijs houdend. Afloop minder. Nuchtere kalve ren gewone aanvoer, handel vlug, zelfde prijzen als Maandag j.1. varkens weinig aanvoer, geringe handel, prijzen lager. ALKMAAR, 11 Augustus. Aardappelen 1.802.60, aalbessen 1115, andijvie 0.601.10, appelen 35, augurken 210. bloemkool I 918, idem II 57, bie ten 1.80, doperwten 2—8. druiven 1624, groene kool 1.602, kropsla 0.603, kom kommers 1.502. meloenen 4—24.—, peren 3—12, prei 4.20, perziken 3.50—9, postelein 1449 ct., pruimen 78, rabarber 1.80— 2.40. radijs 1.10, roode kool 11.90. selderie 24.10, spinazie 832. snijboonen 26, en kele spercieboonen 1.101.50, dubbele idem 70170. tuinboonen 3070. tomaten 36.50, uien 2.40—3, wortelen 610. NOORDSCHARWOUDE. 12 Augustus'. Schotsche muizen 2.60—3.80, grooten 3.10 —3.70, r. duken 3.90—4.30, eigenheimers 2.502.80. bl. dito 2.102.40, drielingen 2. uien 3.10—3.40. drielingen 34.20. gele nep 6.40—7.10, zilveruien 60—90 ct., drielingen 4.304.70, zilvernep 104011.70. 9800 kg. spercieboonen 4.707.20 120 kg. tuinboonen 3.203.30 200 kg. kroten 2.10— 2.20 4700 kg. roode kool 1.—1.30 29600 kg. witte kool 1.101.30; 200 kg. gele kool f 1.50. BROEK OP LANGENDIJK, 12 Aug. Schotsche muizen 2.503.40, grooten 3.60,' R. Duken 4.10, eigenheimers 2.903, bl. dito 2.102.80. drielingen 22.20, uien 44.30, drielingen 3.30. gele nep 6.30, zilverdrielin gen 4.40, zilvernep 11.2012. 1700 kg. spercieboonen 5.806.80; 60 kg. snijboonen 44.90; 600 kg. kroten 2; 54000 kg. roode kool 1—1.60 12000 kg. witte kool 1—1.30 8000 kg. gele kool 1.160 225 st. bloemkool 10.30 dito 2e soort 3.50; '320 sla 0.80—1.30 FEUILLETON. Een maand later trouwden zij in het kleine dorpskerkje van Carioca, Gongaio had de kille marmeren zalen van zijn huis laten aankleeden met meubelen, tapijten en gobelins. Een groot en koel vertrek had hij laten inrichten voor zijn vrouw. In een der hoeken stond een klavier. Uren lang kon Gongaio zitten luisteren, de vinger toppen voor de gesloten oogen, wanneer zij speelde. De volheid van zijn geluk overweldigde hem. „Guido Boto had gelijk", peinsde hij, „ik was voorbestemd om te 4vinnen. Ik ben de gelukkigste man van de wereld." En in een angst, dat zijn geluk te groot zou zijn, sloot hij haar in zijn armen, en droeg haar als een kind over de terrassen en langs de tuinpaden, waar de fonteinen klaterden en de pauwen te pronk stonden in de zon. ..Laat toch", verweerde zij zich lachend, „wat moeten de tuinlieden Van ons denken?" Maar hij kuste haar op den mond en drukte haar vaster aan zich, zonder acht te slaan op de arbeiders, die bescheiden de gazons maaiden, en de dorre bloemen uit de struiken knipten. Hij gevoelde, dat hij het toppunt van zijn leven had bereikt. In zijn veertig jarige lichaam voelde hij nog krachtig de spieren spannen, die eenmaal de balen hadden getorst in de pakhuizen van Kapura. Hij voelde den rustigen, regelmatigen slag van zijn hart en hij wist, dat zijn bloed zuiver stroomde onder de gespannen huid, ondanks de 9'ftige dampen, die stoomden uit de moerassen van de Madeira, die h') achttien jaren lang had ingeademd. Een enkelen avond kwamen er gasten, die bewonderden de zalen en de parken, en zij benijdden I" sluiks de macht van den man. die alle gevaren was te boven ge- Komen, en de schoonheid van Inez, die als een fcccnkoninginnetje heerschte over de slavinnen en de bedienden. Op een avond vertelde zij hem, dat zij een kind verwachtte. Hij sloeg de armen om haar heen, bevend van geluk, maar huiverend van een vagen angst. „Je zult mij niet alleen laten", smeekte hij. Zij glimlachte trotsch, en streek hem over zijn haren. „Neen, domme, gewone man," antwoordde zij, „je zult nog minder alleen zijn, dan je nu bent. Er zal nog een tijd komen, dat je terug verlangt naar je vrijgezellenbestaan". Maar hij ging niet in op haar scherts en kuste haar inniger nog dan anders. Hij was eiken dag vol teederder zor gen. Zijn eigen tuinen leverden geen bloemen, die zoet genoeg geur den; bij korven liet hij ze brengen tot Ver uit den omtrek. En de hoveniers, die de vruchten verbouwen op de hellingen van de Siërra do Carioca, de warmoeziers uit Jardim torsten eiken dag de man den met versche en koele vruchten over den sterken weg, die leidde naar het paleis op den heuvel. Een jaar nadat zij getrouwd waren, werd hun kind geboren. Het was een meisje; zij noemden het Pepita. Drie dagen nadat het kind ter wereld was gekomen, stierf Inez in de armen van Gongaio. Hij legde behoedzaam haar broze lichaam terecht op het bed, en keek uit het venster. Beneden hem lag Rio schitterend in de tropen zon. Een oogenblik verwaasde het beeld, twee tranen drupten uit zijn ooghoeken, en rolden traag door de groeven op zijn gezicht. Toen perste hij de lippen op elkaar, en ging de kamer uit. De oude Luiz Timote was een uur later bij hem. De beide mannen stonden zwijgend tegenover elkaar, de hoofden omlaag gebogen. „Mijn jongen, mijn jongen," stamelde verslagen Timote. Maar Gongaio schudde mistroostig het hoofd en fluisterde: „Ik weet mijn verlies te dragen." In zijn tuin groef hij zelf het graf voor zijn vrouw; zijn spieren waren machtiger, nu nog, dan die van de tuinlieden. „Hoeveel malen," peinsde hij bitter, „heb ik dit werk gedaan? Hoeveel menschen, vrienden in het gevaar heb ik ter ruste gelegd? De eenige die geen rust krijgt, ben ik." Boven het gaf van Inez liet hij een marmeren koepel bouwen. Een albasten Eros spreidde de vlerken van transperanten steen. Korven bloemen liet hij leegschudden over de treden van het tempeltje. Zijn vrouw sliep onder bloemen- Langzamerhand leefde hij weer in zijn eenzaamheid. Naar het kind keek hij weinig, en soms staarde hij het aan met een vijandigen blik alsof het hem zijn vrouw had afgenomen. Het werd gevoed door een min, en groeide voorspoedig op. Het kreeg in het huis een paar eigen vertrekken, waar haar vader zelden kwam. Een gouvernante, en later ook een gouverneur, zorgden voor haar opvoeding. Hij zat liefst in de kamer, waar Inez voor hem op het klavier had gespeeld; uren lang bleef hij daar, geen acht slaand op de veront ruste bedienden, die klopten op de deur om te waarschuwen, dat het etenstijd was. De meeste tuinlieden had hij ontslagen, zoodat de parken langzaam verwilderen. Mos groeide tusschen de marmeren tegels, waarmee de terrassen waren belegd, en de vergulde zonne wijzer was overgroeid met uitbundig bloeiende klimplanten. Alleen het marmeren liefdestempeltje boven het graf van Inez, prijkte eiken dag met een nieuwen schat van bloemen. Pepita groeide op tot een mooie jonge vrouw. Veel hartelijkheid bestond er niet tusschen haar en haar vader. Soms bekeek hij haar opmerzaam; zij leek op' Inez, maar er was een harde trek in haar gezicht dien hij bij zijn vrouw nooit had gezien. „Die moet ze van mij hebben geërfd," dacht hij, en hij zuchtte. Toen zij zeventien jaar was, had hij al twee gouverneurs weg gejaagd, die verliefd waren geworden op zijn dochter. Zij trok hen aan met haar speelschen en behaagzieken lach, maar als zij lang genoeg met hen had gespeeld en ze had opgezweept tot een razernij van verliefdheid, kwam zij zich koeltjes beklagen bij haar vader, en vertelde hem, dat zij het haar lastig maakten. Gongaio doorzag haar, maar liet het niet blijken. Hij liet de gouverneurs komen, keek hen uit de hoogte aan met zijn koude ooogen, wierp ze een handvol goudstukken toe, en liet door een knecht de deur achter hen dicht gooien. Toen Pepita achttien was, kwam er een jongeman uit Comarido Jpij hem, die de hand van zijn dochter vroeg. „Is Pepita het met je eens?" vroeg Gongalo. De jongeman antwoordde bevestigend. Gongaio stelde nog enkele vragen en gaf zijn toestemming. Pepita moest aan de deur hebben staan luisteren, want een ooqcnblik later kwam zij ongeroepen binnen. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 7