RADIO
Drie gouden sleutels
Felle brand
te Rotterdam
Nederlandsch stoomschip
in aanvaring
Russen uit de koers
geraakt
Tramtrein ontspoord
KfSERICHTEN^S
PROGRAMMA
27. PETIAN
DOORt
Kosteres ontdekt rooden gloed.-
Houtopslagplaats aangetast.
Gisteravond omstreeks elf uur is brand
ontstaan m een opslagplaats van de triplex
en fineerhouthandel van de firma D P
Brugman in de Nozemanstraat 14a te Rot-
terdam. Door krachtig ingrijpen heeft de
brandweer in een half uur het vuur met
zeven stralen op de waterleiding kunnen
blusachen. De schade is niet aanzienlijk
Omstreeks elf uur hoorde de kos-
nes van de naast de opslagplaats
gelegen Luther-kapel, juist toen zij
zich naar bed wilde begeven, glas
gerinkel. Z1.1 vermoedde, dat er iets
niet in orde was en toen zij aan de
achterzijde poolshoogte ging nemen,
ontdekte zij veel rook en een roo
den gloed. Zij maakte toen direct
alarm.
De opslagplaats, die geheel ingebouwd
tusschen de huizen ligt, kan bereikt wor
den via een betrekkelijk smalle poort, wel
ken eveneens geheel overbouwd is. Aan het
eind van de opslagplaats bevindt zich de
werkplaats, welke broeder uitloopt. Aan de
linkerzijde van het pand ligt de Luther-
kapel, welke ongeveer 400 zitplaatsen heeft
In verband met het feit. dat er in dit lo
kaal vaak vergaderd wordt, is er aan de
achterzijde veel ruimte gelaten waarop
nooduitgangen uitkomen. Hier kon de
brandweer dan ook het vuur gemakkelijk
aantasten, aan den anderen kant was het
vuur ook te bereiken, via een poort, welke
aan de linkerzijde van de opslagplaats toe
gang geeft tot de Ebcnhaëzerschool, een
Christelijke schippersschool.
Omwonenden gewekt.
In den aanvang liet zich de brand zeer
ernstig aanzien. Een verstikkende rook
hing niet alleen in de belendende panden,
maar belemmerde ook het uitzicht in de
Nozemanstraat en zelfs in de Vierambacht-
straat. De omwonenden zijn dan ook, daar
men uitbreiding van den brand vreesde,
gewekt.
De brandweer bestreed met in totaal 7
slangen op de waterleiding het vuur.
Personeel van de afdeeling brandblusch-
middelen heeft met rookmaskers een onder
zoek in het brandende pand ingesteld en
een aanvang gemaakt met het hlusschings-
werk. dat aanvankelijk zeer door den rook
werd bemoeilijkt. De brandweer had. toen
zij het vuur eenmaal aan alle kanten had
ingesloten, de brand spoedig onder de knie.
Na een half uur konden de verschillende
slangenwagens successievelijk inrukken.
De, schade is zeer beperkt gebleven, een
partij fineerhout is verloren gegaan.
De omliggende panden, vooral het boven
huis en de Luthcrkapel, waardoor de slan
gen werden geleid, hebben waterschade op-
gcloopen.
Voor de Portugeesche kust.
Ernstige schade. Geen gevaar
Het radiostation van Casablanca
heeft gisteren noodseinen opgevan
gen van het Nederlandsche stoom
schip „Willemsplein", dat tijdens
mist in aanvaring is gekomen met
het Grieksche stoomschip „Evdokia"
De positie van de „Willemsplein"
was 41 graden 31 min. n.b. en 9 gr.
X 34 min. w.1. Dit is 50 mijl buiten
de Portugeesche kust ten Zuidwes
ten ^-an Oporto.
Van de directie der reederij vernemen wij
nader, dat zij van den kapitein van de
„Willemsplein", den heer R. Schaap, een
telegram heeft ontvangen, waarin hij mede
deelt, dat het schip tijdens mist in den vroe
gen ochtend in aanvaring is gekomen met
het Grieksche stoomschip „Evdokia". De
„Willemsplein" kreeg een gat hoven de wa
terlijn en schade aan de machines. Aange
zien de zee kalm is, bestaat er in het ge
heel geen gevaar. De „Willemsplein" was
Zaterdag in ballast van Rotterdam naar
Lissabon vertrokken. Het schip zal op
eigen kracht de reis daarheen voortzetten
en er repareeren.
De „Willemsplein" behoort toe aan de
N.V. Scheepvaart Mij. Millingen te Rotter
dam en heeft een bruto inhoud van 5489 ton.
Het schip is in 19J0 gebouwd.
Volgens een bericht uit Lissabon heeft de
Evdokia" eveneens ernstige schade op-
geloopen. Dit schip is thans op weg naar
Leixoes, terwijl de eveneens beschadigde
„Willemsplein" koers zet naar Lissabon.
DE DRIE MUSKETIER
315. DE AANKLACHT VAN ATHOS.
„Buckingham's, Felton's en mijn broers
moordenares!" riep de baron dreigend. „Ik
cisch, dat het gerecht z'n loop vindt! Ik
verklaar, dat ik persoonlijk wraak zal ne
men ingeval het gerecht te zwak zou blij
ken te zijn!"
Na deze woorden ging. Lord Winter naast
d' Artagnan staan en maakte voor een
anderen aanklager plaats. Mylady verborg
het gezicht in haar handen en probeerde
haar verwarde gedachten te ordenen.
„Nu ben ik aan de beurt!" sprak Athos
dof en trilde als een leeuw, die een slang
in de gaten krijgt. „Ik huwde met deze
vrouw, toen ze nog een jong meisje was.
Ik trouwde met haar tegen den wil van
mijn familie. Ik gaf haar mijn vermogen
en mijn naam. Daarna ontdekte ik op een
goeden dag, dat ze gebrandmerkt was. Ze
droeg het teeken van een misdadigster op
de linkerschouder."
„Noem mij den rechter, die dit onteerende
vonnis over mij uitgesproken heeft!" riep
Mylady en sprong van haar stoel op. „Toon
mij den man, die het vonnis destijds vol
trok!"
„Zwijg", sprak de man in de roode man
tel, „ik heb het recht hierop te antwoorden"
310.
NOEM ME DEN RECHTER.
Ook Wilkins gereed om te gaan
zoeken.
De zoekers naar het verdwenen
vliegtuig van Lewanewski hebben
gisteren althans een spoor gekregen
door een mededeeling van Eskimo's
van het Barken-eiland aan de
Noordkust van Alaska, dat zij vo
rige week het geronk van een vlieg
tuig hebben vernomen. Als dit be
richt bevestigd wordt, blijkt eruit,
dat Lewanewski uit zijn koers is
geraakt, want het eiland is 300 km.
uit den koers dien de Russische vlie
gers hadden uitgezet.
Do Russische ambassadeur te Washing
ton deelt mede, dat Sir Hubert Wilkins, de
Noordpoolonderzoeker, zich gereed maakt
naar het vliegveld North Beach op Long
Island te vliegen om deel te nemen aan liet
opsporen van Lewanewski. De Canadeesche
piloot Hèrbert Kenyon zal het toestel be
sturen.
FOTO PRINSELIJK PAAR.
Men verzocht ons mede te deelen, dat de
dd. 12 Aug. in ons blad geplaatste foto van
het Prinselijk Paar, genomen was door den
boffotograaf F. Ziegler te 's-Gravenhage.
Groote materieele schade.
Gisteravond omstreeks half zeven is bij
de brug over het Oranjekanaal te Noord-
Barge, een tramtrein van de eerste Drent-
scho Stoomtram-Maatschappij ontspoord. De
trein bestond uit elf wagons van tien ton en
was geladen met hoogovenslakken, bestemd
voor den nieuwen weg ZweeloKlaziena-
veen. De tweede wagon liep voor den ter
plaatse liggenden wissel uit de rails en de
derde wagon ontspoorde eveneens.
Doordat de koppelingen van de
ontsporende wagons braken, bleven
de locomotief en de andere wagons
in het spoor.
Dé trambaan werd over een af
stand van meer dan honderd me
ter totaal vernield en het verkeer
was dientengevolge geheel geblok
keerd.
Eén pleziertram uit Hoogeveen, die gister
middag een vijftigtal bezoekers naar het die
renpark te Emmen had gebracht, kon door
de ontstane ravage niet terugkeeren. Met
autobussen van de tramwegmaatschappij
werden de passagiers naar Hoogeveen terug
gebracht.
Persoonlijke ongelukken hebben zich bij
de ontsporing niet voorgedaan. De materieele
schade is echter vrij groot.
Over de oorzaak van het gebeurde tast men
vooralsnog in het duisler. De machinist van
de tramtrein kon daarover niets zeggen.
„Wie is dat? Wie is deze man!" riep My
lady ontzet en haar haren rezen ten berge,
alsof ze levende wezens waren.
De oogen van allen waren op den onbe
kende gericht. Alleen Athos kende hem.
Maar ook hij keek den man even verbaasd
aan als de anderen. Hij kon onmogelijk be
grijpen wat deze man met dit verschrik
kelijke drama te maken kon hebben, dat
thans ten einde liep.
De vreemdeling echter liep langzaam en
met statigen pas op Mylady toe en toen
hij zoo dicht genaderd was, dat alleen de
tafel hen nog scheidde, trok hij het masker
van zijn gezicht.
Mylady beschouyvde een tijdlang met
steeds groeienden angst het bleeke, van een
zwarte baard en hoofdhaar omringde ge
zicht, waarvan de oogen zich met een ijs-
kouden blik op haar richtten.
„Neen! Neen!", riep ze uit en stond
als versteend. Onwillekeurig trad ze met
onzekeren tred achterwaarts en nu stond
ze met hand en rug tegen de muur geleund.
SCHAGEN, 19 Augustus.
22 Paarden f 150—225. 7 veulens f 120
150. 9 geklekoeieri, magere f 170—200, 70
idem (vette) f 200270, 8 kalfkoeien f200
—280, 7 pinken f 130—150, 3 graskalveren
f 3058, 50 nuchtere kalveren f 918.
40 schapen (magere) f 2125, 177 idem
(vette) f 2633, 53 limmeren f 1014, 2
vette varkens p. Kg. 02 cent; 54 biggen f 12
—20, 65 konijnen f, 0.401.50.
BROEK OP LANGENDIJK. 19 Augustus.
Schotsche muizen 3—3.60, grooton 2.70
2.80. r. rlükcïi 1.802.10, eigenheimers 2.90
3.20, bh dito 2.402.70, uien 2.803.50T
drielingen 33.30, gele nep 5.60 zilvernep
f 14.70.
Spercieboonen f 4.307.80, snijboonen
f 4.80—8.20; roode kool f 11.80, witte kool
f 0.80—1.20, gele kool f 1—2.20,
NGORDSCIIARWOUDE, 19 Augustus.
Schotsche muizen 23.30, grootcn 2.90
3, bl. dito 2.10—2.30, ldriclingen 1.90, uien
2.60—3.50, drielingen 2.403.10, gele npe
4.205.S0. zilveruien 0.601.
zilvernep f 12.6014.80, kroten f 2, ropde
kool f 1—1.50, witte kool f 0.901.20, gele
kool f 1—1.70.
AMSTERDAM, 18 Augustus.
Veemarkt. 245 vette kalveren; le kw.
5866 ct., 2e kw. 5256 ct„ 3e kw. 46
50 ct. per Kg. levend gewicht; 53 nuchtere
kalveren f 814 per stuk 183 varkens:
vleeschvarkens, wegende van 90—110 Kg.
7071 ct., zware varkens 6970 ct., vette
varkens 6869 ct. per Kg. slachtgewicht.
Aangevoerd 3 wagons geslachte runderen
uit Denemarken.
Overzicht: Vette kalveren kalme aanvoer,
handel gedrukt met lagere prijzen, enkele
prima* iets hooger. Nuchtere kalveren ge
wone aanvoer, vlotte handel, constante prij
zen. Varkens weinig aanvoer, handel slee-'
pend, prijzen als Maandag.
VRIJDAG 20 AUGUSTUS 1937. -
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA.
12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00
VARA. 10.40 VPRO. 11.00 VARA.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Gramofoonplaten.
11.00 Declamatie.
11.20 Orgelspel.
12.00 Gramofoonplaten.
12.30 Omroeporkest en gramofoonplaten.
2.30 Voor Tuinliefhebbers.
3.00 Gramofoonplaten.
3.15 AVRO-Dansorkest.
4.00 Gramofoonplaten.
5.00 Kinderuurtje.
5.30 Gramofoonplaten.
6.30 Politiek radiojournaal.
6.50 Gramofoonplaten.
7.05 .Nieuws", causerie.
7.25 Gramofoonplaten.
7.30 Berichten V.G.P.
7.35 „Levenskracht en stervensmoed", cau
serie.
8.00 Pianovoordracht.
8.30 Literaire causerie.
9.00 VARA-Theaterorkest en solistti.
9.30 „Fantasia" en gramofoonplaten.
10.30 Berichten A.N.P.
10.40 Avondwijding.
11.00 Jazzmuziek (gr.pl.)
11.3012.00 Gramofoonplaten.
Algemeen Programma, verzorgd door den
K.R.O.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonplaten.
12.30 Modern klein-orkest met solist en
mofoonplaten.
2.00 Orgel en zang.
3.00 Gramofoonplaten.
5.00 KRO-orkest. Van 6.00- 6.20 t
tuinbouwpraatje.
7.00 Berichten.
7.15 Luchtvaartpraatje.
7.35 Musica catholica.
8.00 Berichten ANP.
8.15 KRO-orkest.
8.40 Zang en piano.
9.10 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten A.N.P.
10.40 Lily Mathé en haar Zigeunerknapen-
orkest.
11.1512.00 Gramofoonplaten.
FEUILLETON.
Vincente's adem stokte: nu gaat het gebeuren, dacht hij.
Een uur later stond hij weer op het plein vóór de bank. Hij was
te zeer verrast door de mededeelingen van den directeur, die aan al
zijn verwachtingen een einde hadden gemaakt, om er klaar over na
te denken, wat hem nu te doen stond. Werktuigelijk richtte hij zijn
schreden naar het kroegje, waar hij zijn intrek had genomen. Hij
sloop naar zijn kamertje en viel languit neer op zijn bed, doodmoe,
gebroken na al de spanning van de laatste dagen. Hij was de
vertwijfeling nabij. Hoe anders zou zijn terugkomst zijn in Almo-
dorrer dan hij, en alle anderen zich hadden voorgesteld. Wat zouden
de notaris zeggen en de burgemeester en de houthandelaar, die allen
een deel hadden bijgedragen in de reiskosten? Als een geslagen hond
zou hij terugkomen, iedereen zou hem nawijzen met den vinger:
„daar gaat de man, die naar Brazilië vertrok om drie millioen milreis
te halen."
Het bloed steeg hem naar de wangen bij die gedachte, en een
plotselinge woede beving hem: „Die ellendige Coelho's!" dacht hij,
„dat duizendmaal vervloekte ras, dat ons altijd heeft gehaat, en dat
mij nu hierheen heeft gelokt, om mij, beladen met schande, weer
terug te jagen. De lafaards! De valsche rakkers!"
En dan dacht hij aan zijn moeder, die wel zou wachten op een
telegram en die niets zou begrijpen van het uitblijven van alle bericht.
Hij zag haar in zijn gedachten zitten op haar vaste plaatsje in de
tuinkamer met den steenen vloer, luisterend naar elk geluid, dat het
stappen kon zijn van den postbode. De tranen drongen hem in de
oogen.
Op dat oogenblik werd de deur geopend en het gezicht van den
dikken waard stak door de kier. Toen hij Vincente daar met tranen
in de oogen op het bed zag liggen, kwam hij naderbij en vroeg, met
een wereld van deelneming in zijn stem, wat er aan haperde. Had
meneer onaangenaamheden gehad met de dame die hem het naast
aan het hart lag. Wel, Rio de Janeiro was veel jongedames rijk, die
bereid zouden zijn een zoo innemend jongmensch te troosten. Hijzelf,
Pelpon, kende een allerinnemendst meisje en als hij meneer een dienst
kon bewijzen...
Maar Vincente met een moe gebaar van zijn handen, weerde hem
af. Toen maakte de waard zich nog veel ongeruster, hij vreesde, dat
zijn vereerde gast ziek zou worden, en hij smeekte hem, hij bezwoer
hem, zijn gastheer deelgenoot te maken van zijn tegenslag. Misschien
kon hij met zijn zwakke machten eenige hulp bieden en geen moeite
zou hem te veel zijn.
Vincente, gevierd door zooveel hulpvaardigheid, vertelde het ge-
heele verloop van de geschiedenis aan den dikken Pelpon, die met
toenemende belangstelling luisterde. Hij bekeek nauwkeurig de kaart,
waarop de ligging van de mijn was aangegeven en ging in zijn ijver
zelfs zoover, dat hij een ouden vetten schoolatlas haalde, om die te
vergelijken met het honderd jaar oude document. „Dus hier moet het
zijn,' zei hij, en zijn zwarte nagel drukte een groef in het blad van
den atlas. Zijn gezicht was op dat oogenblik dicht bij dat van Vin
cente, die er een seconde lang een zóó weerzinwekkende uitdrukking
op las, dat het hem bijna speet den man in zijn vertrouwen te hebben
genomen. Hij maakte een eind aan het gesprek en stak zijn papieren
weer in zijn zak. Toen ging hij overleggen, wat hem te doen stond.
Zeker was, dat hij niet ineens bij de pakken moest gaan neerzitten.
Hij moest al het mogelijke doen, om zich in het bezit te stellen van
zijn rechtmatig bezit. Plotseling schoot een lichtstraal door zijn brein.
Natuurlijk moest hij zich wenden tot het Portugeesche consulaat.
Resoluut sprong hij op van zijn bed en stormde door de gelagkamer
de straat op. De waard vroeg hem nog, wat hij ging doen, maar hij
beantwoordde die vraag niet. In de dichtst bijzijnde telefooncel zocht
hij het adres van het consulaat, vijf minuten later was hij met de
tram daarheen onderweg. Het consulaat was gevestigd in een oud
heerenhuis in het centrum van de stad. In een half-donkere kamer,
die door een toonbank in tweeën was verdeeld, vond hij een slape
rige man, die hem gemelijk vroeg wat hij wenschte.
Vincente begon zijn verhaal te vertellen, maar toen hij halverwege
was, voelde hij, dat de man ternauwernood luisterde. Hij bekortte
toen het vervolg, maar nog vóór hij was geëindigd, zei de man
hoofdschuddend: „Wij kunnen u niet helpen, meneer, wij behartigen
hier alleen de handelsbelangen."
„Maar waar kan ik het dan probeeren?", vroeg Vincente wan
hopig.
„Probeert u het eens bij de kanselarij van de legatie".
Vincente vroeg hem het adres; de legatie was gevestigd in een
van de voorsteden. Na een half uur trammen had Vincente de legatie
bereikt. Een lakei deed de deur open. Vincente vroeg of hij iemand
van de kanserlarij kon spreken. Dit bleek niet mogelijk te zijn; het
heele personeel was met vacantie en zou eerst over veertien dagen
terug zijn.
Ontmoedigd keerde Vincente naar de stad terug; hij was ten einde
raad. Hij kende niemand in deze wereldstad; als zijn eigen land-
genooten al niet bereid waren hem te helpen, hoe zou hij dan eenige
medewerking kunnen verwachten van totaal onbekenden?
„Neen, zei hij somber bij zichzelf, „het is mislukt. Het was ook te
fantastisch om waar te zijn. Wij zijn er allen als kinderen ingevlogen.
Die oude man was waarschijnlijk kindsch toen hij die briefjes ver
zond. De brandkasten in de bank zijn natuurlijk leeg, Misschien ligt
er in de beide andere kasten nog een briefje met een zedepreek. Laat
die juffrouw Coelho maar naar de Madeira reizen; ik trek mij uit de
zaak terug." Hij overlegde, dat het eerste, wat hem nu te doen stond,
was, een brief naar zijn moeder te schrijven. Opdat die niet langer
in ongerustheid zou zitten dan strikt noodig was. Hij ging terug naar
zijn logement, vroeg pen en inkt, en stelde zijn moeder met den ge-
heelen gang van zaken op de hoogte. Toen hij dit alles op schrift
stelde, sloeg een nieuwe golf van teleurstelling over hem heen; de
droom was zoo mooi geweest. Hij had zoo graag zijn arme oude
moeder die haar leven lang had geploeterd voor hem en zijn broers
en zuster een onbezorgden ouden dag bezorgd. Maar een nieuwe
moeilijkheid deed zich voor bij het schrijven van den brief. Hij moest
terug naar Portugal. Hij durfde niet vragen, hem het geld voor de
terugreis te zeniden; hij wist hoeveel moeite het had gekost het be
drag voor de heenreis bij elkaar te krijgen. Dus schreef hij luchtigjes
dat hij van plan was, de terugreis zelf te verdienen. Het was gemak
kelijk genoeg hier een baantje te krijgen. Hij zag dan meteen nog
iets van het land.
(Wordt vervolgd.)