RADIO
Uiterlijk en innerlijk van
hef Finsche volk^=
Verblijdende berichten omtrent
de Rijksmiddelen
Eenvoud en zachtheid
Economische beschouwing
PROGRAMMA
Mogen nu accijnsverlagingen worden verwacht?
Nationale zin. Wat is con
currentie? De Zaterdagsche
beurt. Griezelige ervaringen
In een Finsch badhuis.
LANDBöLE, Aug. 1937.
Wanneer ik heel in 't kort zou moeten
vertellen hoe het Finsche volk er over 't
algemeen uitziet, dan zou ik eigenlijk kun
nen volstaan met te zeggen: als een ge
deukt benzineblik waarop de zon schijnt.
Ook zoo vierhoekig en hobbelig, maar al
tijd verlicht door een stralende vriendelijk
heid. Hiermee bedoel ik natuurlijk niets
onaardigs; integendeel. Als men mij in 't
buitenland overal vertelt, dat ik er zoo ty
pisch Hollandsch uitzie, waarmee ze m'n
Edammerkaas-rond gezicht bedoelen, voel
ik me ook niet beleedigd; en zoo hooren
vierkant-uitstekende jukbeenderen, knobbel
neuzen en allerlei onverwachtsche ups and
downs nu eenmaal bij het Finsche gezicht.
Dat is het ras, dat overigens reuze-interes
sant is, omdat het den ras-geleerden nog
niet is gelukt zijn doopvont precies te lich
ten, waarover dus nog de aantrekkelijke
sluier der geheimzinnigheid ligt. Wel is
men het er over eens, dat het geen Indo-
Europeanen zijn, maar Finno-Ugrischen, die
p.1. 2500 jaar vóór Chr. ergens in Rusland
huisden; maar terwijl sommige deskundigen
beweren dat die menschen familie zijn van
de Mongolen, ontkennen andere dat weer,
omdat de Finnen wel leelijk zijn, maar toch
geen scheve oogen hebben.
Finland wordt eindelijk zelfstan
dig.
Hoe het ook zij, toen de Zweedsche koning
Erik in 1157 Finland veroverde, woonden
ze dóór. 650 jaar lang bleef het land in be
zit van de Zweden, die er eerst het Christen
dom brachten en later de Hervorming en
allengs de bevolking een hoogere beschaving
gaven. Maar ook was het een tijd van on
onderbroken oorlogen tusschen de Zweden
en Russen, waardoor het land niet tot bloei
kon komen; bovendien waren de leidende
personen natuurlijk Zweden, waardoor de
Finnen zelf een ondergeschikte rol bleven
spelen.
Toen In 1809 het. den Russen ein
delijk gelukte het land in bezit te
nemen, werd het nog slechter, want
deze probeerden door drastische
maatregelen het heele land te russi-
ficeeren. Het. pleit voor het' sterke
Finsche volkskarakter, dat dit niet
gelukte, maar dat integendeel steeds
krachtiger nationale stroomingen
ontstonden, tot het in 1918 gelukte
zich van Rusland los te scheuren en
een zelfstandige republiek te ves
tigen.
Zweden en Finnen verdragen
elkaar.
Vanaf dien tijd zijn do Finnen met een
sedert eeuwen opgepotte energie aan het
werk geslagen om hun Suomi, waarop ze
allen zoo héél trots zijn, tot den modernsten
en best Reorganiseerden staat van de we
reld te maken. De oude volkstaal, die door
het Zweedsch bijna was verdrongen, werd
in eere hersteld, al bleef het Zweedsch als
tweede officieele taal gelden. Dit is de
Zweedsch-sprekende bevolking wel een
doorn in 't oog, maar ze kunnen niet veel
meer doen dan wat stekelige opmerkingen
maken over dat onmogelijke Finsch, want
daar ze maar 9 pet. van het volk vertegen
woordigen, kunnen ze geen macht meer
uitoefenen. De verhouding tusschen deze
twee groepen wordt door de zachtzinnige
menschen hier vaak als zeer onverdragelijk
geschilderd, maar in werkelijkheid is deze
niet zoo gespannen; er is hier geen sprake
van wederzijdsche haat, verbieden van lie
deren en vergaderingen enz., zooals je dat
b.v. in Tsjecho Slowakije vindt tusschen de
Slaven en Sudeten-Duitschcrs.
Met het oude heeft men voor
goed afgerekend.
Alles in Finland staat in het. teeken van
den nieuwen tijd. Historische gebouwen zijn
er zelden. Antieke geveltjes cn romantische
straatjes vind je er niet. Daarvoor is tè
vaak het land door oorlogvoerende benden
geplunderd. Over alles ligt een gloed van
frissche jonkheid, waarom we van het land
waarschijnlijk nog veel kunnen verwach
ten. Want al heeft men er geen gevoel en
ook geen geduld voor het oude en schoone,
men vindt er toch niet de geestelijke ver
slapping, de zedelijke verwording, waaraan
de moderne wereld zoo dikwijls lijdt. Het
volk is er nog niet blasé: daarvoor staat
het misschien te dicht bij de natuur.
Want niet alleen dat meer dan de
helft der inwoners landbouwers zijn,
maar ook de stadsbewoners kennen
geen grooter vreugde dan 's zomers
een paar maanden op het land te
wonen en daar een eenvoudig leven
te leiden van visschen cn tuinieren,
zonder te talen naar de gemakken
der stad of naar bioscopen en dan
cings.
Ja, eigenlijk past de ongekunstelde, eeu
wig kalme Fin, met zijn kinderlijken aard
en bijna roerende behulpzaamheid, zélf hee-
lemaal niet in zijn moderne schepping.
Dit maakt, dat er ondanks alles in een
stad als Helsingfors toch zoo'n gemoedelijk
ouderwetsche sfeer heerscht, waar je het
jachtige en mondaine van een wereldstad
tevergeefs zoekt.
Dat zijn nog eens winkeliers!
Nooit heeft men als vreemdeling het ge
voel er te worden uitgebuit. Men is er juist
eerder op uit het je zoo goed mogelijk naar
den zin te maken, dan zijn voordeel te zoe
ken. Wanneer b.v. in een winkel niet pre
cies te krijgen is wat je verlangt, dan wordt
Ka de kennismaking met het
Finsche landschap, komt onze ver
slaggeefster, die vanaf Delfzijl in
haar eentje een tocht naar Finland
ondernam, nu in aanraking met
de Finsche bevolking en haar ge
woonten.
Onze schrijfster geeft o.a. leven
dige indrukken van een Finsche
badkuur, waarbij zij zelf als
slachtoffer fungeerde.
nooit getracht je iets anders aan te praten,
maar krijg je den raad, daar of daar eens
te probeeren; ja men wandelt zelfs een
paar straten ver mee, om je den weg te
wijzen naar de zaak van den concurrent.
Ik zou me aan die kuur niet
wagen.
Wél zijn de oude Finsche gebruiken en
gewoonten hier nog in eere. Zoo hoort men
in dit land terstond van de „Sauna" of
volledig „Suomalainen Sauna", wat zooveel
jaar nog gebeurde, maar wel springen de
meesten na afloop van de kokerij, nog jn
het meer, of rollen zich 's wintens door
sneeuw. Zóóveel heil ziet men hier in de
stoombaden dat er een gezegde bestaat:
41s een goed humeur en de Sauna niet
meer helpen, blijft er niets anders over
i dan te sterven." Zonder overdrijving kan
men wel zeggen, dat één dag in de week het
heele Finsche volk schoongewasschen is.
Of wij dat van de Hollanders ook kunnen
zeggen?
Finsche vrouw met typische kap.
wil zeggon als „Finsch bad" en niemand
die daar eenmaal in is geweest zal dat ooit
vergeten! Ik had er zelfs in Holland al over
gehoord, waar 't me werd beschreven als
een soort marteldood, waarbij ze je eerst
gaar stoomden en dan met berketakken
„op je bast" sloegen en ik had vastgesteld,
dat je dan natuurlijk „halfgaar" moest zijn
Zóó ZIET EEN FINSCH BADHUISJE ER
UIT! Rechts de hoop steenen, waaruit, bij
verhitting, dikke stoomwolken opstijgen;
links de bundel berkentakken. waarmee
de badgasten bewerkt worden!
voor je er in ging en dat ik me er dus
niet aan zou wagen.
Toen ik echter eenmaal in het land
was, begreep ik al gauw dat zoo'n stoom
bad daar een noodlot is, waaraan niet
valt te ontkomen! Ik besloot, om maar met
een moderne „Sauna" in Helsingfors te be
ginnen, waar ik dan op zekeren dag bin
nenstapte met hetzelfde gevoel waarmee
ik de stoep van mijn tandarts pleeg op te
gaan.
Ik word uitgestoomd...
Ik werd ontvangen door een oude vrouw
met 2% tand, die me vriendelijk toeknikte
en -lachte en aan wie ik toevertrouwde,
dat ik nog een beginneling was ijl het
Finsch baden, 't Bleek echter, dat deze
dame alleen de Finsche tong beheerschte
en van m'n schuchtere bekentenis niets
had verstaan. Enfin, dat had ze al gauw
begrepen, want ik geloof niet, dat ik me
daar van m'n intelligentste zijde heb laten
zien. Ik wist heelemaal niet wat ik moest
doen en keek maar zoo'n beetje schaap
achtig rond.
en geslagen
Uitkleeden, beduidde ze me en toen, in
Eva's costuum, haar volgen naar een ver
trek, waar het ontzaglijk heet was.
In één hoek *stond een- soort
-kookpot, waarin ccn emmer water
werd gegooid, dat meteen als stoom
de lucht in ging. In den anderen
hoek leidde een trapje naar een
soort platformpje en daarheen werd
ik gedirigeerd. Daarboven was het
nog eens zoo heet. Het oude
menschje haalde inmiddels een
boschje berketakken en een emmer
heet water.
De takken en bladeren doopte ze eerst
in bet water én toen begon ze me ijverig te
slaan, zoodat het bloed me weldra in galop
onder m'n vel door vloog en het zweet me
aan alle kanten uitbrak. Ik meende te
stikken en zei, dat 't nu wel genoeg was,
maar ze lachte maar „kylla, kylla" ja,
ja) en gooide nog een emmer water op de
kookpot. „Ja", zei ik, „kylla", hou nu maar
op", maar ze hield niet op tot ik 't plot
seling niet meer uithield, het trapje af
rende, een emmer vol koud water liet loo-
pen en daar in ging staan. Dat gaf op
luchting!
Een harde behandeling.
't Was nu blijkbaar ook voldoende ge
weest, want ik werd meegenomen naar
een volgende kamer, waar ik op een houten
bank moest liggen om te worden gewas-
schen. Met een prop harde vezels werd ik
zoo intensief gemasseerd, dat ik meende
m'n heele huid in den slag te zullen ver
liezen. Door stevig op m'n onderlip te bij
ten. doorstond ik echter de kuur ,tot ze met
haar knokige vingers tusschen m'n teenen
ging kriewelen; toen was ik aan 't eind
van m'n zelfbeheersching en schaterde het
plotseling uit. Lachen werkt aanstekelijk
en dus begon m'n kwelgeest maar mee te
grinneken en aangezien de heele wassching
nog tweemaal werd herhaald en ik steeds
als 't aan m'n teenen toe was, weer begon
te lachen, werd 't nog een vroolijke bewe
ging. Het ergste was nu trouwens voorbij
en nadat er nog een 6-tal emmers water
over me was uitgestort en ik daarna onder
een koude douche was geweest, voelde ik
me eigenlijk geweldig fit en aangenaam
en met een gevoel of ik wel kon zweven,
danste ik de „Sauna" weer uit.
Een ouderwetsche „Sauna" werkt
precies eender, alleen is daar in
plaats van de kookpot een hoop
steencn, die verhit worden en daar
er geen schoorsteen in is, heb je
daar behalve hitte, ook nog een
bijtenden rook te verwerfcen.
Als dót niet meer helpt
Er is geen huis op het Finsche platteland,
waarbij niet zoo'n zwartgerookt badhuisje
staat, waarin iederen Zaterdag wordt ge
stookt en de heele familie,, inclusief het
personeel, jong en oud, een grondig stoom
bad neemt. Wel is waar, tegenwoordig niet
meer allemaal tegelijk, zooals tot voor 20
Het overzicht der rijksmiddelen, dat deze
week is verschenen, toont duidelijk aan, dat
ook bij ons de crisis begint af te nemen.
De opbrengst van de „overige middelen"
was gedurende de maand met fl 43.717.162.-
niet minder dan 1254 milloen boven de ra
ming, waardoor het overschot gedurende de
eerste zeven maanden van 1937 is gestegen
tot ongeveer 37,8 millioen. Neemt men dan
verder in aanmerking, dat in 1936 deze zelf
de middelen in dezelfde periode 4854 milli
oen minder opbrachten, dan zou men bij
na geneigd zijn een zucht van verlichting
te slaken en te concludeeren, dat we er
door zijn. Zoo ver is het nog wel niet, maar
toch, geld is een voornaam ding. Dat wil
zeggen: wanneer men het goed weet te
gebruiken!
Een der merkwaardige verschijnseleo,
die door het jongste overzicht duidelijk
wordt onderstreept, is het feit, dat deze ver
betering van inkomsten niet of nauwelijks
voor rekening komt van de accijnsen. Voor
uitgang van belang is daar niet te consta-
teeren, zoodat de conclusie voor de hand
ligt. dat het verbruik niet is gestegen.
Dit wordt onderstreept door de omzetbe
lasting, waarin evenmin veel verandering
ten goede valt waar te nemen. Wel is ze
ongeveer 8)4 ton hooger dan in Juli verle
den jaar, naast de maand Juni echter is
ze niet onbelangrijk gedaald.
Accijnsen hebben, gelijk de meeste belas
tingen, de eigenschap dat ze, wanneer ze te
hoog worden opgevoerd, het verbruik der
belaste artikelen beginnen te drukken.
Worden ze door een regeering ge
regeld verhoogd, dan zal men zien,
dat het gevolg daarvan eindelijk niet
meer een stijging doch een daling
van de opbrengst oplevert.
Het publiek gaat bezuinigen, het ziet uit
naar surrogaten, kortom laat het te duur
geworden artikel liggen. In den loop van
den tijd hebben zich te dien aanzien soms
frappante staaltjes voorgedaan, die de be
treffende regeeringen noopten ommegaand
de genomen maatregel te corrigeeren.
Of ook wij met onze belaste verbruiksar-
tikelen zoover heen zijn, valt natuurlijk
moeilijk te zeggen. Toch zijn er verschijnse
len, die er op wijzen, dat zulks het geval
zou kunnen zijn. immers, enkele der accijn
zen raken categorieën van don middenstand,
die er bijna spreekwoordelijk slecht aan
toe zijn. We noemen daarbij slechts het ac
cijns op het gedistilleerd en' dat op het ge
slecht, waarmee we te doen krijgen met de
caféhouders en de slagers, twee kringen
van bedrijfsliedcn, waaruit we reeds lang
weinig anders hooren kunnen dan klaaglie
deren.
Nu was tot dusverre het argument van
den minister van financiën, waarmee hij
eventueele accijnsverlagingen de pas afsneed
dat hij „de betreffende bedragen niet kon
Tnissen". Daarmee werd genoegen genomen
en de toestand bleef bij, het oude.
Feitelijk had hij behooren te zeggen: „ik
„durf het risico van een eventueele accijns-
„verlaglng niet aan", want het staat niet
bij voorbaat vast, dat een lagere opbrengst
daarvan het gevolg moet zijn. De als ge
volg van de accijnsverlaging goedkooper ge
worden verkoopsprijs kan het verbruik zoo
danig stimuleeren, dat de resultaten voor de
staat meevallen.
Intusschen zijn we nu aangeland aan het
gelukkig moment, waarop de inkomsten uit
anderen hoofde bijzonder beginnen mee te
vallen. Zoo alles niet bedriegt zal er dit
jaar niet meer sprake zijn van een tekort
doch van een overschot.
Daarmee schijnt ook het oogen-
blik te zijn gekomen, waarop een
proefneming geoorloofd schijnt ten
aanzien van een accijnsverlaging
voor sommige artikelen.
De billijkheid daarvan is om meer dan
één reden zeer groot.
Om te beginnen behooren de betreffende
middenstandsgroepen, die een zeer groot
deel van den crisisdruk op zich zagen af
gewenteld, zoodra mogelijk eenigszins te
worden ontlast.
Hun behoort, nu dit mogelijk is geworden
wat meer lucht te worden gegeven opdat
ook zij hun aandeel krijgen van de toene
mende welvaart.
Daarnaast is zulk een accijnsverlaging bil
lijk jegens het publiek. Hoewel we ons ge
lukkig weer in een opgaande conjunctuur-
lijn bevinden, is er van hoogere loonen nog
nauwelijks sprake. Wel valt er te dien aan
zien eenige rijzing waar te nemen, doch
deze is nog zeer gering. In het eerste half
jaar van 1937 steeg, volgens het Centr. Bu
reau voor de statistiek het indexcijfer der
contractlooncn van 84 op 85 (1926—1930=
100).
Voor een goed deel mede ten gevolge van
de devaluatie stegen de goederenprijzen niet
onbelangrijk, zoodat het evenwicht tusschen
loonen en kosten van levensonderhoud werd
verbroken. Het rijk, dat door een systeem
van heffingen sterk prijsregelend is gaan
optreden, heeft het in zijn macht om deze
onjuistheid te herstellen door deze heffin
gen, waaronder ook de accijnsen mogen wor
den gerekend, te verlagen. Onder de gege
ven omstandigheden lijkt het alleszins ge
rechtvaardigd om te mogen, verwachten,
dat stappen in deze richting zullen worden
ondernomen.
Ten aanzien van het slagersbedrijf is dit
reeds het geval geweest. De noodtoestand,
welke daar heerschte was voor de overheid
aanleiding de crisisheffing op het rund-
vleesch, die geheel werkte als een tweede
accijns te verlagen van 10% op 5%.
Het is een begin in de goede richting. En
dit begin zou nog beter hebben kunnen zijn,
indien niet het befaamde Landbouwcrisis
fonds zichzelf door allerlei baconmanipula-
ties zwaar in de zorgen had gezet. Op het
oogenblik „laat de financieele toestand van
„dit fonds nog niet toe om verder te gaan"
„Als weer dus", zou men kunnen zeg
gen. Maar het wordt beter. Dat is het
verblijdend bericht van deze week.
En we mogen hopen, dat we, voetje Voor
voetje, straks de weg zullen vinden die voert
uit het crisismoeras, waarin we ons zpo
lang hebben bevonden.
KONDAG at AUGUSTUS 1937.
Hilversum I.
8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5 00 VARA. 6.39
VFRO. 8.0012.00 AVRO.
8.55 Gramofoonmuziek,
9.00 Postduivennieuws.
9.05 Tuinbouwpraatje.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.45 Declamatie.
10.00 GramofboonmuzielCi v
10.45 Vervolg declamatie,
11.00 VARA-orkest.
12.00 Orgelconcert.
12.10 Omroeporkest en solist.
2.00 Boekbespreking.
2.30 Haagsch Gemengd Koor „Onder Ona".
3.00 Residentie-orkest en solist.
4.30 Sportreportage uit Kopenhagen.
5.00 Arbeidersmuziekvereeniging „Ons Ge.
noegen" en gramofoonmuziek.
6.00 Sportuitslagen.
6.15 Sportnieuws A.N.P,
6.20 Gramofoonmuziek.
6.30 Causerie „Boogschutters en rozen".
6.40 Causerie over de belangen der Vrijzinnig
Godsdienstigen in de Wieringermeerpol-
ders.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Nederd. Hervormde Kerkdienst.
8.00 Berichten A.N.P. Mededeelingen.
8.15 Residentie-orkest en soliste.
9.15 Radiojournaal.
9.30 Kovacs Lajos' orkest en solisten.
11.00 Berichten A.N.P. Hierna tot 12.0()
AVRO-Dansorkest.
Hilversum II.
8.30 NCRV. 9.30 KRO. 5.00 NCRV. 7.45—
11.00 KRO.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Hoogmis.
11.45 Gramofoonmuziek.
12.15 Concert (Gr.pl.). (Van 1.00—1.20 Boek
bespreking).
2.00 Vragenhalfuur.
2.30 R.K. Harmonie „St. Cecilia" (Om 3.1!?
Toespraak en Gramofoonmuziek.)
4.00 Gramofoonmuziek.
4.30 Voor de zieken.
4.55 Gramofoonmuziek.
5.05 Gereformeerde Kerkdienst,
6.45 Christ. Gemengde Zangvereeniging
„Looft den Heer" en Gramofoonmuziek.
7.15 Gramofoonmuziek.
7.50 Causerie „De liturgie en het huisgezin",.
8.10 Berichten A.N.P. Mededeelingen.
8.25 Gramofoonmuziek.
8.30 De KRO-M'elodisten.
8.45 Rediotooneel.
9.00 KRO-orkest.
9.30 Radiotooneel.
9.40 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten A.N.P..
10.40—11.00 Epiloog.
MAANDAG 23 AUGUSTUS 1937.
Hilversum I.
Algemeen Programma, verzorgd door de
AVRO.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
11.30 Jetty Cantor's Ensemble.
I.15 Kovacs Lajos' orkest, en soliste.
2.00 Piano-voordracht.
2.30 Omroeporkest en solisten.
4.30 Disco-causerie.
5.30 Kovacs Lajos' orkest en soliste.
6.30 AVRO-Dansorkest.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.30 Cello-voordracht.
8.00 Berichten A.N.P., hierna mededeelingen,
8.15 Gramofoonplaten.
9.00 Omroeporkest.
9.40 Reportage.
10.00 Orgelconcert.
10.15 Renova-kwintet.
II.00 Berichten A.N.P., hierna tot 12.00
AVRO-Dansorkest.
Hilversum n.
NCRV-Uitzending.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
(Gr.pl.).
8.30 Gramofoonmuziek.
9.30 Gelukwenschen.
9.45 Gramofoonplaten.
10.30 Morgendienst.
11.00 Christ. lectuur.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Amsterdams Salonorkest en gramo-
foonmuziek.
2.00 Gramofoonplaten.
2.15 Bas-bariton en piano.
3.00 Wenken voor de keuken.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbelezing.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.30 „Quintolia" en gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Gramofoonmuziek.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten A.N.P., herhaling SOS-Be-
richten.
8.15 Charlois' Cristeljjk Mannenkoor.
9.15 „De redders aan Neerlands kust", cau
serie.
9.35 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten A.N.P.
10.05 Pianovoordracht.
10.45 Gymnastiekles,
11.00—12.00 Gramofoonmuziek. Schriftlezing.