Gevechtsactie verplaatst" naar Aragon Drie gouden sleutels SPANJE Bejaarde dame na aan rijding door tram overleden De ronselarij in de Betuwe Duitsch schip schendt Amerikaansche Quarantaine bepaling Radioprogramma Helsche machine in Versailles Priesters getuigen voor den vrede DOOR* PETIAN REGEERINGSTROEPEN BEHALEN SUCCESSEN. Na den val van Santander lieeft het middelpunt van den strijd zich verplaatst naar het Aragoneeschè front. Uit Saragossa wordt gemeld: Het offensief der regeeringstroepen aan het Aragoneesche front is hevig hervat De rechtschen gingen tot tegenaanvallen over De loyale troepen hebben hun front uitee- rekt naar het Noorden en vallen aan in den sector van Huesca bij Caracal en Esaueda Vooral ten Zuiden en Zuidoosten van Sa ragossa is bloedig gestreden. Tijdens een luchtgevecht in Aragon hebben de regeeringsvliegtuigen vijf toestellen van de rechtschen omlaag geschoten. Twee Italiaansche officie ren werden ernstig gewond en ge vangen genomen. Zij deelden mede deel uit te maken van een divisie van dertig jachtvliegtuigen, allen door Italianen bestuurd. De minister van landsverdediging te Va- lencia heeft medegedeeld, dat de regeerings tpoepen aan het Oostelijk front belangrijke stellingen bij Casa Romanicosen Novia del Hiento hebben bezet. Bij Zuera wordt de opmarsch naar het Zuiden voortgezet. Bij 'ioruel moesten de regeeringstroepen even wel voor het hevig vuur van de rechtschèn terugtrekken. Bij Santander rukt de vijand verder naar het Westen op De grotten van Altamira, die bekend zijn 0111n vool'historische teekeningen en schilderingen, hebben niets geleden. De re geeringstroepen hadden deze tot een berg plaats van wapenen en fourage gemaakt en niet den tijd gevonden de voorraden wei? te halen. Het dringendste vraagstuk met welks op lossing de troepen van Franco zich thans bezig houden moeten is dat der voedselvoor ziening van de pas bezette dorpen, waarvan sommige den hongersnood nabij waren. Uit Valladolid en Burgos zijn honderden vracht auto s met levensmiddelen onderweg. Gisteravond omstr. 10 uur is op de Leidsche .Vaart b. d. Schouwtjesbrug te Haarlem een ernstig ongeluk gebeurd, dat aan de zeven tigjarige mevr. F. D. uit Amsterdam het le ven heeft gekost. De dame stond met een vriendin bij de tramhalte aldaar van de tram Zandvoort- Amsterdam te wachten om naar haar wcton- plaats terug te keeren. In verband met as- phalteerwerkzaamheden rijden de trams ter plaatse over een spoor. Mevr. D. heeft daar echter geen erg in ge had, met het gevolg, dat zij door een uit de richting Haarlem komende tram werd aan gereden. Zij viel en kwam onder den motor wagen terecht. Hoewel de wagenvoerder door krachtig remmen de tram vrijwel onmiddel lijk tot stilstand bracht, werd het rechterbeen van de dame verbrijzeld, terwijl zij ook in wendige kneuzingen opliep. In zorgwekken- den toestand is zij naar 't Diaconessen Zie kenhuis vervoerd, waar zij ruim een uur na het ongeluk is overleden. Loos gerucht over één der ge- ronselden. Met groote hardnekkigheid loopt van Zaterdagmorgen af het gerucht door de Be tuwe. dat de voor Spanje geronselde Loek Kalden in Antwerpen aangehouden zou zijn. De meest gangbare lezing is, dat een telegram ingekomen zou zijn, waarin deze aanhouding gemeld werd. Dit bericht heeft zelfs de ouders van het slachtoffer bereikt-en is> in- staat geweest de groote verslagenheid eenigszins te ver drijven. al bestaat nog een onbestemde angst omdat nog steeds geen rechtstreeksch bericht- van de politie ontvangen is. 'len einde aan alle onzekerheid een einde te maken, hebben wij ons gewend tot den burgemeester van Buurmaisen, den heer F. W. baron van der Borch tot Verwolde Deze moest ons echter tot zijn spijt mede- deelen. dat hem officieel van een dergelijk telegram niets bekend was. De burgemees ter had het gerucht ook wel gehoord, doch helaas dient het als voorbarig te worden beschouwd. Veroorzaakte brand in vliegtuig- loods. Gisternacht is brand ontstaan in een vliegtuigloods van het particuliere vliegveld van Toussus Paris te Versailles, waar ver scheidene maanden een zeker aantal vlieg tuigen van buitenlandsch merk, die in Le Havre ontscheept waren en toebehoorden aan een Fransche maatschappij, stond op gesteld. De brand is ontstaan in een der twee hangars, die geen dak hebben en waar zich twee eendekkers bevonden. Het eene toestel is volkomen vernield. In het tweede vond men een soort helsche machi ne, bestaande uit een thermosflesch, gevuld met een groene stof en voorzien van een drooge batterij. Het congres te Weenen. Op den laatsten dag van het congres der priesters en oudstrijders te Weenen is een plechtige mis opgedragen in de kathedraal van St. Stefan. Na de godsdienstige plech tigheid hield de directeur generaal van het congres, de Abbe Bergey een toespraak, waarin hij o.m. verklaarde: „Onze geloofs belijdenis luidt: wij gelooven niet, dat het geweld de eenige overheerscher is op deze aarde. Wij gelooven in de woorden van het Evangelie: Ik breng dén vrede." Met typhuspatiënten aan boord, de haven van New York binnen gevaren. Aan boord van het Duitsche r. - J f stoomschip „Hansa", dat de haven van New York is binnengeloopen, werd een geval van typhus ontdekt. Reeds te voren had men ontdekt, dat 28 personen aan boord met he vige koortsen te bed lagen. De Hansa zou hedennacht den te rugreis aanvaarden. Er wordt beweerd, dat de Hansa de voor de haven van New York geldende quaran tainebepalingen heeft geschonden. Men verklaart, dat de Hansa voordeel heeft getrokken van de regeling, waarbij 84 buitenlandsche schepen het voorrecht hebben de quarantaine te mogen passeeren zonder voorafgaand onderzoek, mits de scheepsdok ter er voor in staat, dat. zich aan boord geen lijders van besmettelijke ziekten bevinden. Intrekking der uitzonderingsbe palingen? Deze overtreding kan, naar men zegt,, er toe leiden, dat de uitzonderingsbepalingen voor schepen van alle naties zullen worden DE DRIE MUSKETIERS 334. DE BESCHULDIGING. Richelieu stond tegen den schoorsteen ge leund toen Rochefort d'Artagnan na een oogenblik binnen riep. „Ik heb U gevangen laten nemen," begon de kardinaal, „weet U waarom?" „Neen, Uwe Eminentie, want de eenige zaak waarvoor ik misschien gevangen ge nomen zou kunnen worden, is Uwe Emi nentie nog niet bekend." Richelieu keek den jongeman doordrin gend aan, „Wat wilt U daar mee zeggen?" vroeg hij. „Allereerst zou ik graag weten, waarvan Uwe Eminentie mij beschuldigt." „U wordt 'er van beschuldigd met de vijanden van ons rijk brieven te hebben gewisseld, staatsgeheimen te hebben ver raden en te hebben getracht de plannen van Uwen generaal te doen mislukken." „En wie beschuldigt me hier van? Een gebrandmerkte vrouw, een vrouw, die tegelijkertijd een man in Frankrijk en En geland had, een vrouw, die haar man vergiftigde en getracht heeft ook mij een dergelijk lot te bereiden." „Wat zegt U daar?" vroeg de kardinaal verbaasd. „Waarover spreekt U?" „Over Lady Winter," antwoordde d'Ar tagnan rustig, „wier vele misdaden Uwen, kardinaal misschien niet tyekend waren, toen U haar Uw vertrouwen schonk." 333. GEVANGENE VAN DEN KARDINAAI» „Dat is dus in orde!", antwoordde Roche- fort, „dan kan ik meteen mijn reis ver- volgen." „Wanneer U misschien Mylady wilt ont- moeten, kunt U zich de moeite besparen," zei Athos op ijskouden toon. „U zult haar niet meer ontmoeten." „Zoo, waar is ze dan gebleven?" „Ga met ons mee naar La Rochelle es U zult het hooren." De kardinaal was den koning een eind- weegs tegemoet gereisd en ontmoette hem den volgenden dag in Surgeres. Het weer- zi was zeer hartelijk en men wenschte el kaar geluk met de gebeurtenissen in Ports- mouth. Toen de kardinaal des avonds zijn kwar tier aan de „Port de Pierre" binnenreed, stond d'Artagnan voor de deur. Zelf was hij zonder degen, zijn drie vrienden waren echter van'top tot teen gewapend. Dit keer liep de kardinaal hen met een strengen blijk voorbij, daar hij er immers zeker van was, dat hij de overhand had en wenkte d'Artagnan om hem te volgen. „We zullen zoo lang op je wachten," zei Athos zoo luid, dat de kardinaal het wel hooren moest. Zijne Eminentie fronste het voorhoofd, bleef een oógeriblik staan, zei echter niets en liep weer door. -, c ingetrokken. De leider van het quarantaine- station van den gezondheidsdienst noemde het rapport van den scheepsarts van de „Hansa" de eerste ernstige schending van dezen aard door eenigen scheepsdokter van welke nationaliteit ook begaan en wij zijn vast voornemens, aldus voegde hij hier aan toe, een voorbeeld te stellen. Van nu af aan is hij ongewenscht als dokter op eenig schip, dat draadloos mededeelingen over den gezondheidstoestand aan boord mag ge ven, terwijl de „Hansa" voor onbepaalden tijd geschrapt zal worden van de lijst. De bewering van den arts, dat hij dacht, dat de ziekte veroorzaakt was door vergif tiging met ontsmettingsgas wordt absurd genoemd. DINSDAG 31 AUGUSTUS 1937. Hilversum I. AVRO-uitzending. 1.00 Gelukwensch, Wilhelmus orgelspel. 1.15 Carillonconcert. 8-.30 Zarighulde te' Rotterdam. 9.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Jetty Cantor's ensemble. In de pauze Gramofoonmuziek. 12.00 Kovacs Lajos' orkest en soliste. 12.40 Wij wenschen U... 12.45 Omroeporkest en draaiorgelmuziek. (In de pauze Relais Nirom: Openbaar Gehoor). 2.30 Reportage. 3.00 Orgelconcert en zang. 3.45 Lyra-Trio. 4.30 Kinderkoorzang. 5.00 Kinderhalfuur. 5.30 Kovacs Lajos' orkest en soliste. 6.15 Orgelspel. 6.30 AVRO-Dansorkest. 7.00 Uitzending voor a.s. studenten. 7.10 Pianovoordracht. 7.40 Causerie „Een gelukkige verjaardag", 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Amsteramsche Postharmonie. 8.40 AVRO-Kinderkoor en Harmonie-orkest. 9.15 Carillonconcert. 9.35 Gramofoonplaten. 10.15 Reportage. 11.00 Berichten ANP. Hierna AVRO-Dans orkest. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. KRO-uitzending. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkest (Om 1.00 Relais Nirom: Openbaar Gehoor). 2.00 Vrouwenuur. 3 0 Gramofoonplaten. 4.00 De KRO-Melodisten, en solist (Om 4.45 Gramofoonmuziek) 5.45 Felicitatiebezoek. 6.00 Orgelspel en gramofoonmuziek. 7.00 Berichten! 7.15 Causerie „Op H.M.'s Verjaardag". 7.35 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Carillonconcert. 8.30 Harmoniummuziek (Gr.pl.). 9.15 De KRO-Boys, m.m.v. solisten. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 KRO-Orkest. 11.1512.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. 36. „Het zou haast onridderlijk zijn", dacht hij, „haar vóór te zijn bij de verovering van de sleutels. Veel mooier zou het zijn geweest, samen te trekken naar de oerwouden van de Amazone en als eerlijke kameraden met den buit terug te komen". Maar zij had hem nauwelijks aangekeken. Luchtigjes had zij besloten, het avontuur te ■wagen. Welnu, hij ging het ook nog wagen. De kansen stonden één tegen tien ,maar zij waren er. Dus vooruit! De auto van zijn gastheer ■wachtte voor de deur. Zij raasden door de verlaten straten van Rio de Janeiro, gierend op het asfalt in de korte bochten. Na een kwartier lijden waren zij aan de haven. De chauffeur hield het portier open en bracht de bagage naar een motorboot, die klaar lag. Pepi Exarva inspecteerde nauwkeurig alles en stapte toen met Vincente aan boord. De motor roffelde en de vlugge boot scheerde met geheven boeg over het water. Een kwartier varen bracht hen bij het vlieg kamp, waar een ranke tweedekker wiegelde op de deining van de haai van Botasogo. Een paar monteurs stonden op de drijvers en de vleugels. Exarva bekeek met deskundige blik alles, stelde nog eenige vragen aan de mechaniciens en heesch zich toen op zijn zitplaats. Vincente, met de onhandige beweging van een, die nog nooit in een open vliegtuig heeft gezeten, liet zich vallen op de achterbank. De schroef draaide onwillig enkele malen rond, sprong nog eens terug; ineens klonk een donderende roffel door de ochtend lucht. Vijf minuten lang duurde dat, toen gaf de piloot een teeken, het geknetter van den motor steeg tot een machtig geluid, een orkaan blies het water achter het vliegtuig weg, de golven spatten tot schuim uiteen voor de drijvers en plotseling zag Vincente de aaide onder 't vliegtuig wegvallen. Zij vlogen. Snel schroefde de niac' ine zich in de hoogte, schuins links onder zich zag Vincente de baai \an Rio de Janeiro: de oude stad bijeengedrongen langs den waterkant, toen, in den prillen ochtend de witte huizen van ComaTido, Villa Isabei en Pocho. Op duizend meter hoogte zweefde het vliegtuig boven de Araucaria-bosschen van den staat Sao-Paulo. Met wel behagen snoof Vincente de frissche lucht in die langs zijn gelaat stormde. Dit was reizen! Ingepakt in leeren gewaden lag hij als een echte millionnair achterover in zijn zitplaats, trotsch op de idee, dat de beste piloot van het westelijke halfrond, daar voor hem de zes honderd paardekrachten leidde, die hen met een vaart van twee honderd kilometer per uur voorttrokken naar het meer van San Lorengo, dat daar moest wachten niet ver van de Boliviaansche grens. Geen gevoel van onzekerheid of onveiligheid bekroop hem, zóó effen en geleidelijk spoedde de machine zich voort over de ijle luchtgolven, die toch zoo vast als een rots dit stalen gevaarte met de twee mannen torsten. Rio Preto lag onder hen. Midden op den dag zagen zij de breede vloeden van den Parana. Een plaatsje aan den rechteroever dook op, waar zij laag overheen vlogen. Vincente keek op zijn kaart: dit moet zeker Kapura zijn. Een meisje wuifde met een rooden zakdoek; vroolijk wuifde hij terug. Alles was licht dien dag en jong, en opgewekt en sterk. Dit was dus het avontuur! Welnu, dan was het avontuur pas het ware leven! Zoo te vliegen over al de stadjes verspreid over de rijke landen van Brazilië, te wuiven tegen de fleurige meisjes daar benee, met de gedachte: later kom ik je wel eens opzoeken, maar nu niet, nog niet! Eerst nog vooruit, andere bosschen over, andere akkers, nieuwe stroomen, steden met andere namen, andere wuivende meisjes tegemoet. Om vier uur in den middag lag bij een effen vlak een meer als een blauwe spiegel te blikkeren in het zonlicht! „Het meer van San Lorengo", dacht Vincente, en de naam gaf hem een schok. Een kwartier later stoof het water op voor de drijvers en nog een kwartier later klauterden de mechaniciens, onder toezicht van den onvermoeibaren Pepi over de vleugels. Om zes uur zaten zij in het restaurant achter een hartig maal en een flesch wijn. s Avonds vond Vincente gelegenheid zijn geheele geschiedenis te vertellen aan Exarva, die er met aandacht naar luisterde. „Wel was zijn eenige commentaar, ,,je moogt blij zijn, dat je mijn vader tegen het lijf bent geioopen: hij is een van de braafste mannen, die je in Brazilië of op den ganschen aardbol zoudt kunnen vinden." Vincente dacht bij zichzelf, dat vader en zoon niet voor elkaar onderdeden. Den volgendenochtend vroeg, stegen zij weer op en weldra volgden zij de Madeira, die in trage bochten door het eindelooze oerwoud slingerde. Een smalle streep van het water was te zien, maar de oevers waren geheel overgroeid met dicht geboomte. Na tien uren vliegens kwamen zij op de plek, waar de Theodore samen vloeit met de Madeira. Even te noorden hiervan moest de oude mijn zijn. Onder hen, op de rivier zagen zij een passagiersschip drijven. „Stel je voor", dacht Vincente, wiens spanning toenam, naarmate hij het doel van de reis naderde, „stel je voor, dat Inez Coelho o.p dat schip zit. Dan wordt het met recht een spannende wedstrijd." Hij kon weinig vermoeden, dat inderdaad zijn mededingster met dat schip naar de plaats van bestemming stevende. Hij verwachtte, dat de machine nu zou dalen, maar tot zijn groote ongerustheid bleef de piloot op dezelfde hoogte doorvliegen. Het klamme zweet brak Vincente uit. Zou de man de goede plaats zijn vergeten, of zouzou hij met zijn vader een afspraak hebben, om hem op een of andere wijze te bedriegen? Hier ging zijn laatste kans; zijn mededingster, hij wist het nu zeker ging rustig en zeker van haar zaak per schip naar haar bestemming: hij werd met een snelheid van tweehonderd kilometer per uur verder gesleurd naar het noorden, machteloos om zich ertegen te verzetten. In zijn opwinding boog hij zich voorover en tikte den piloot op den schouder. Die schudde ongeduldig met het hoofd en wees met zijn hand eerst naar voren, toen omlaag. Vincente begreep er niets van, moedeloos liet hij zich neerzinken op zijn zetel. Het noodlot moet zijn loop hebben, dacht hij. Maar plotseling voelde hij, dat het vliegtuig daalde. Hij keek omlaag, en zag een plaatsje aan de rivier: Borba. Een oogen blik later dreven zij op de Madeira. „Ge dacht zeker, dat ik er met je vandoor wou? vroeg de piloot lachend. Vincente knikte beschaamd. „Ik kon daar niet dalen man, tusschen al die boomen en modder- banken. Ik voelde er niets voor, op het laatste moment mijn nek te breken. Ik dacht wel, dat ik hier open water zou vinden, en besloot daarom, nog even door te gaan. Als het niet was gelukt, zou ik zijn teruggevlogen en het toch hebben geprobeerd. Waarschijnlijk zou er dan nu een krokodillenmajna zijn, die tegen haar kindertjes zei: „Niet zoo schrokken jongens. Eerst je bordje behoorlijk leeg eten, dan krijgen jullie den tweeden. Pietje, verslik je niet in die rib!" Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 3