Drie gouden sleutels
Een drijvende gevangenis ging onder
Honderd jaar na het zinken van de „Success
Radioprogramma
Een misdadiflersschip gelicht
Moedige badknecht
38 PETIAN
„u was hier het eerst, zei Vincente beleefd.
De huiveringwekkende sfeer van
een banneiingen-schip dal gedepor
teerden naar hun oord van verla
tenheid placht te vervoeren, werd
opnieuw gewekt toen onlangs de
„Suacess een misdadigers schip
dat '100 jaar geleden nabij de Aus-
hadische kust verging, gelicht werd
D-e huilen en kettingen der ban
nelingen zijn thans als stille getui
gen te bezichtigen van een onmen-
schelijkcn toestand.
Op 5 Maart 1837 vertrok de „Success" uit
een Londensche haven om zijn verre reis
naar Australië te aanvaarden. Huivering
wekkend en afschuwelijk in den waarsten
zin van het woord was de lading die dit
schip voer: menschen, levende rnenschen
mannen in ijzer geklonken en behangen met
kettingen bevolkten het ruim van het buiten
gewoon sterk gebouwde schip. De „Success"
was het deportatie-schip van het Britsche
Rijk en het was het „luxe jacht", dat het
land bevrijdde van die individuen, die we
gens de ergste misdaden voor het gerecht
verschenen waren, die schuldig bevonden
waren aan moord, doodslag of roof. Zoodra
een honderdtal van dergelijke veroordeelden
uit alle deelen van het rijk verzameld waren,
dan werd de „Success" opgetuigd om spoe
dig langs de steenen kaden van de haven te
schuren om haar menschenvracht weg te
voeren.
Storml
Langzaam gleed de Success" op dien 5en
Maart de Theems af, bereikte het Kanaal,
zette koers naar het Zuiden, den Atlanti-
schen Oceaan tegemoet en dagen, weken en
maanden vergingen In steeds gelijke
maat verdween de boeg van het schip in de
golven om even later weer te voorschijn te
komen. Heet en verzengend brandde de zon
loodrecht naar beneden en deed het teer op
het dek zwellen en opbollen tot het barstte.
De gezichten van de scheeps-officieren en
manschappen glommen van het zweet en de
gloeiende tropische adem beroerde de zeilen.
Langzaam en rustig dreef de „Success" haar
verre doel tegemoet en reeds stond een ma
troos in het kraaiennest om uit te zien naar
de kust die zich elk oogenblik vertoonen kon.
Toen plotseling zooals dat in
de Tropen zoo vaak gebeurt, pak
ten groote witte wolkenmassa's
zich samen, werden allengs donker
der en ten slotte heelemaal zwart,
een ver gebrom deed zich hooren en
plotseling brak de storm los. De man
schappen hadden niet eens meer de
gelegenheid de zeilen te bergen, want
reeds fladderden er enkele in stuk
ken. Huizenhooge golven sloegen
over het dek en beukten de zijkan
ten van het schip, verbraken lui
ken en deuren en binnen enkele mi
nuten stroomden duizenden liters
water het ruim van het schip binnen
en vulden den weg naar de gangen
en hutten van de bemanning en of
ficieren.
De vastgeklonken bannelingen in hun cel
len huilden en jammerden, smeekten om
hulp, vloekten en tierden Als een wrak
nog slechts dreef de „Success" verder, niet
langer luisterend naar het stuur. Zoo plotse
ling als de storm was losgebroken, zoo plotse
ling ging hij weer liggen. De stilte en de
rust keerden terug.
Kuchend en uitgeput stond de bemanning
aan de pompen en pompten voor het. behoud
van hun leven vergeefs! Steeds meer
water drong in de lekgeslagen boot en af
schuwwekkend klonk het gejammer van de
veroordeelden uit het ruim van het schip,
waar het water van minuut tot minuut
steeg. Reeds reikte het de mannen in de on
derste cellen tot den hals.
Kapitein Neville Saunders die het einde
zag naderen, besloot te trachten de kust te
bereiken maar het was te laat! Drie mijl
van Kaap Obway nabij Melbourne, verhief de
„Success" zich nog eenmaal voor het laatst,
als een getergd dier dat den kop opsteekt
en toen zonk het schip met man en muis
in de diepte
Honderd jaar lang rustte het op den bodem
van den Oceaan op dertig meter diepte. le
deren avond, zooals de kustbewoners wisten
te vertellen, was het gekletter der kettingen
te hooren Honderd jaar, een eeuw lang,
'ag de „Success" in haar graf, maar de ei
ken planken van het schip vergingen niet.
Integendeel, door den invloed van het zoute
water werden ze hard als ijzer. Juist zooais
het gezonken was, vertoonde het schip zTch
voor de oogen van duikers, die af en toe het
reuzengraf der 132 opvarenden opzochten.
Het schip wordt gelicht.
Eenigen tijd geleden hoorde Ka
pitein Mollison van de Amerikaan-
sche vracht-stoomboot „Quackhill",
die in de haven van Melbourne voor
anker lag, toevallig de geschiedenis
van de „Success" en hij vernam dat
het wrak vrijwel onbeschadigd op
den bodem der zee rustte. In Seattle
vertelde hij van zijn ervaringen in
het „Seaman's Church Institute", de
Amerikaansche missie-instelling
voor zeelieden en hij vond een be-'
langstellend gehoor. Het instituut
verschafte hem geld, rustte een ber
gingsschip uit en een eeuw na
haar ondergang kwam de „Success"
uit de diepte te voorschijn.
De scheepsromp werd naar Melbourne
gesleept en volkomen teruggebracht in den
staat waarin het vergaan was. De arbei
ders op de scheepswerf vonden aan boord
nog alles, zooals het in de diepte verdwenen
was! De handboeien, de kettingen waarmee
de gevangenen in hun nauwe cellen (van
1.10 M. in het vierkant!) vastgeklonken wa
ren, de verschillende martelwerktuigen, de
ijzers waarmee zij gebrandmerkt werden, ja
zelfs de met ijzer beslagen kisten met de
scheepspapieren en de lijsten der veroor
deelden en hun strafstaten. -
De cellen der gevangenen.
Onmenschelijk voor tegenwoordige be
grippen was de inrichting van de „Success",
de drijvende folter-gevangenis. In den boeg
lagen de kooien van de manschappen, wel
iswaar kleine maar nochtans vriendelijke
hutten, die eenige vrijheid van beweging
gaven. Maar onder het dek, in twee étages,
voortdurend in duisternis gehuld, lagen de
cellen der veroordeelden. Cel naast cel,
juist zoo groot dat iemand er in geval van
DE DRIE MUSKETIERS
337. IN HANDEN VAN DEN KARDINAAL,
Nog steeds scheen Richelieu na te denken,
terwijl hij het papier spelenderwijze door
zijn vingers liet glijden. Eindelijk keek hij
op en richte z'n adelaarsblik op het eer
lijke, open en verstandige gezicht, dat in
tranneh baadde. Daarop las hij al het lijden
dat deze jonge man had doorgemaakt en
dacht er reeds voor de derde of vierde
keer over na, welke toekomst voor dit kind
van 23 jaar nog open lag en hoeveel de
ijver, de moed en het heldere verstand voor
een meester konden beteekenen, die hein
kon temmen.
Aan den anderen kant hadden de mis
daad van Myladv, haar list en duivelsche
verzinsels hem meer dan eens te denken
gegeven. Hij voelde als 't ware een heime
lijke vreugde over het feit, dat hij zijn ge
vaarlijke medeplichtige zoo zonder meer eij
voor altijd had verloren.
Langzaam scheurde hij het kostbare docu-
ment, dat d'Artagnan hem had gegeven, in
stukken. „Nu ben ik verloren", dacht d'Ar
tagnan bij zichzelf en maakte een diepe bui
ging voor den kardinaal.
338. EEN AANSTELLING AIS OFFICIER.
De kardinaal trad op de tafel toe en zon
der dat hij ging zitten krabbelde, hij een
paar woorden op een stuk perkament, dat
al bijna voor drie vierde van te voren was
ingevuld. Daarna drukte hij er zijn zegel
onder. „Dat is mijn doodvonnis" dacht d'
Artagnan bij zichzelf. „Hij bespaart me ten
minste een lang verblijf in de Bastille en de
onaangenaamheden van een lang proces. Hij
houdt werkelijk rekening met de betreffende
personen."
„Zie hier!" begon de kardinaal. „Ik heb
je van een document beroofd, jonge man,
maar hierbij geef ik je een ander. Op deze
aanstelling als officier ontbreekt nog
slechts een naam, maar dion kun je zelf in
vullen."
d'Artagnan nam aarzelend het schriftelij
ke stuk in ontvangst en wierp er een blik
op.
Het was een aanstelling als officier bij de
musketiers -
Overweldigd zonk hij op de knieën.
„Eminentie", riep hij uit, „mijn leven be
hoort u. Tot in eeuwigheid kunt u daarover
beschikken. Maar ik verdien die genade
niet, welke u me hier bewijst. Ik heb drie
vrienden, die ze zeer zeker eerder verdie
nen."
nood even in zou kunnen zitten, lagen ze
naast elkaar. Ventilatie ontbrak ten eenen-
male. Eén klein getralied gat in de cel
deur, dat was alles, De onderste cellen
hadden een schuin-oploopende wand ent,^e
ruimte op den grond was zoo groot, dat
twee voeten er ternauwernood»-konden
staan. Op manshoogte bevonden zich in de
muur ingelatenijzeren ringen, waaraan de
gevangene met zijn volle gewicht hing
een marteling die velen tot waanzin
bracht!
Nadat het schip gerepareerd was, koos
het voor het. eerst na honderd jaar
weer zee. En thans bevindt dit martelschip
zich in verschillende Noord Amerikaansche
havens', vaart van de ecne stad naar de
andere en is tegen een bescheiden entree
prijs te bezichtigenvoor menschen die
de gruwelen van een eeuw geleden willen
iecrcn kennen
Bij een golfbreker in zee gegaan
om een li-jarige jongen te red
den.
Maandagmiddag geraakte de 11-jarige F.
S„ bij het zwemmen aan het Kijkduinsehe
strand te ver van de kust af en werd door
de stroom meegesleurd. Toen hij ter hoogte
van golfbreker 27 was, werd hij opgemerkt
door den badknecht C. G„ die zich geen
oogenblik bedacht en den golfbreker opren
de om den drenkeling te hulp te komen.
Het in zee gaan bij een golfbreker is niet
zonder gevaar, daar men door de golven te
gen de harde en scherpe steenen kan wor
den geworpen,,De badknecht kreeg./lan ook
schaafwonden aan de bennen, doch hij liet
zich daardoor niét weerhouden om zijn red
dingspogingen voort te zetten.
Het gelukte hem den jongen een lijn toe
te werpen en hem heelhuids op het droge
te trekken.
De drenkeling bekwam geen letsel en
werd met een particuliere- auto naar zijn
huis te Rijswijk gebracht.
DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1987.
Hilversum I.
AVRO-uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
11.15 Gramofoonmuziek.
10.Tl Omroeporkest en gramofoonmuziek.
12.30 Gramofoonmuziek.
1.15 Kovacs Lajos's orkest en soliste.
2.00 Declamatie.
2.30 Jonny Kroon's Ensemble en soliste
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Gramofoonmuziek.
4.50 Voor de kinderen.
5.35 Kovacs Lajos' orkest en soliste.
6.30 Sportpraatje.
7.00 AVRO-Dansorkest.
7.30 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Omroeporkest en solisten.
9.30 Radiotroneel.
10.15' Renóvakwintèt.
11.00 Berichten ANP. Hierna AVRO-Dans.
orkest.
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO,
2.00—12.00NCRV.
8.009.15 en 10.C0 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
11.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Orkest en gramofoonmuziek.
2.00 Handwerkles.
3.00 Gereformeerd Evangelisatiekoor.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Handenarbeid voor de jeugd.
5.15 Gramofocnplaten.
7.15 Gramofoonmuziek.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP. Herh. SOS-Berichten.
8.15 Chr. Muziekvereeniging „Oranje".
9.00 Causerie over de wereldconferentie van
kerken te Edinburg.
9.30 Vervolg concert.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Gramofoonmuziek.
10.4c Gymnastiekles.
11.0012.00 Gramofoonmuz. Hierna Schrift'
lezing.
FEUILLETON.
DOORi
Vincente betastte zich. Zijn linkerarm was verbonden; hij herinner
de zich, dat hij daar was geraakt. Een tweede verband was om zijn
hoofd gewikkeld. Moeilijk strompelde hij naar de anderen.
,,Hé, oude jongen, riep Pepi, „leef je weer? Het had niets te be
teekenen hoor, een schampschot langs je hoofd. Ik denk, dat je van
den schok bewusteloos bent geraakt. Hoe voel je je nu?
„Lekker als kip,antwoordde Vincente, hetgeen niet heelemaal
Vaar was.
Plotseling klonk een gil uit het bosch. Allen wendden verschrikt
hun hoofden naar dien kant. Pepi stapte vooruit en greep naar zijn
revolver.
„Fernam!", riep Inez. „Waar kom jij vandaan?
„Uit het bosch," antwoordde de ander rillend, „er loopt nog één
Van die kerels rond, en die kwam op me af.
„Maar waar ben je dan gisteravond gebleven?"
„Die eene kerel schoot, en toen toen heb ik me dood gehouden..
Anders hadden ze me zeker vermoord.
„Ben je toen het bosch ingeloopen?"
„Ja, wat moest ik anders doen?
„Begreep je niet, wat er hier zou gebeuren?
„Ik kon immers op mijn eentje in den nacht niets uitvoeren.
„En als je nu vanmorgen niet was opgejaagd, had je nog niets
.Jawel, Inez, ik zouIk heb een verschrikkelijken nacht gehad.
„Lafaard," beet Inez hem toe, en draaide hem den rug toe. I oen
stond zij vlak voor Vincente Ribeiro. Een hooge blos steeg naar haar
hangen, zij boog het hoofd, en zei: „Meneer Ribeiro, ik ben u iets
Vincente bloosde evenzeer, en wist niet wat te antwoorden. Het
meisje vervolgde ernstig: „Wie van ons moet nu de sleutels gaan
halen? Moeten wij om het hardts loopen, wie het eerst bij de mijn is?"
„En als u niet was gekomen, danHet meisje rilde.
„Ik heb een voorstel," zei Vincente. „Als we eens samen, als vrien
den en gemeenschappelijke erfgenamen den sleutel gingen zoeken."
Hierin stemde Inez toe. De touwladders werden neergelaten, de
electrische lampen aangestoken en voorgegaan door den tuinman en
den huisknecht daalde het tweetal af in de duistere mijn. Op de aan
gegeven plaats, op het tweede bordes, lag één gouden sleutel.
„Ik begrijp er niets van," zei Inez, „er was toch sprake van twee
sleutels". Zij zochten het geheele bordes af, tusschen de slijmerige
planten, die er woekerden: de tweede sleutel was niet te vinden.
Zij zochten op het eerste bordes evenmin een sleutel. Vincente
haalde de schouders op. „De tweede moeten we zeker aan de Zuid
pool gaan halen," zei hij, „dat zou echt een grapje voor opa Coelho
zijn."
„Gaat u dan weer per vliegtuig?" vroeg het meisje.
„Ik voor mij," antwoordde hij ernstig, „vond dat wij beter samen
zouden kunnen gaan. Het spaart kosten, moeite en risico, en het is
gezelliger. Ik stel voor een naamlooze vennootschap op te richten tot
het zoeken van sleutels".
Inez vond dat een goed idee; zij zouden dat nog eens nader be
spreken.
Een uur later voer het gezelschap in het nu volgeladen stoombootje
terug naar Borba. „Wat scheelt u?" vroeg Inez bezorgd aan Vin
cente, die een onnatuurlijke roode kleur had, bent u niet goed?" Hij
glimlachte pijnlijk, .en verzekerde, dat hij zich uitstekend gevoelde.
Maar zij tastte zijn pols, liet die verschrikt los, en riep: „U hebt
hooge koorst! Dadelijk naar den dokter."
En zonder hem tijd te laten voor tegenwerpingen trok zij hem mee
naar den dokter. Die trok een ernstig gezicht en mompelde Latijnsche
spreuken in zijn grooten baard. „Volledige rust," commandeerde hij,
„tenminste twee weken. Vervoer is absoluut uitgesloten."
„Waar is het ziekenhuis?", vroeg Inez.
„Er is hier geen ziekenhuis. Maar hij kan een kamer hier, bij mij
thuis krijgen. Bent u verpleegster?"
„Neen, maar ik kan op hem passen.
En zoo boog Inez Coelho zich gedurende twee weken over het
bed, waar een verzwakte Vincente Ribeiro worstelde met den dood.
I 'U
Toen kwam op een morgen de dokter de kamer binnen, en zei: „ga
nu zelf maar rust nemen. U hebt het noodig. Het gevaar is ge
weken."
Inez wankelde naar haar bed. Zoetjes aan mocht Vincente weer de
buitenlucht in en aan den arm van zijn trouwe verpleegster wandelde
hij door de lanen van Borba.
„Kijk," glimlachte de burgers van die goede stad, „daar gaat dat
verloofde stel weer."
En in hun onschuld spraken zij de waarheid.
IX.
Pepi Exarva was teruggevlogen naar Rio de Janeiro om den
ouden heer Coelho de boodschap te brengen, dat zijn dochter het
goed maakte, en binnenkort weer de terugreis zou aanvaarden. Daar
na stapte hij naar het bureau van zijn vader, en vond hem, met die
meewarige uitdrukking op zijn gezicht, vragende aan een boom van
een kerel: „En mijn jongen, vertel mij nu eens ronduit, hoe je in die
omstandigheden bent geraakt."
Hij trok zich bescheiden terug, en verscheen eerst weer, toen het
geval was afgehandeld.
„En, Pepi, jongen," vroeg de oude heer, „heeft onze vriend Ri
beiro de sleutels gevonden? Is hij op weg, een echte millionnair te
worden?"
„Met of zonder sleutels papa, zal onze jonge vriend Vincente
Ribeiro wel een millionnair worden! Als alle teekenen niet bedriegen,
zal hij den zegen van een millionnair afsmeeken over een huwelijk
met zijn eenige dochter. Waarmee ik maar wou zeggen, dat hij wel
met Inez Coelho zal trouwen."
„Zoo?" zei de oude heer, „ik had me laten vertellen, dat er gen
jongen, Perados met haar was meegegaan."
„Fernam?" vroeg Pepi, die is met mij in het vliegtuig terugge
komen. Hij durft het meisje niet meer in de oogen te zien. Het is
trouwens een lummel. Je moest dien tuinman en dien kok eens over
hem hooren! Er bleef niets van hem over. De kok is trouwens een
held. Hij heeft een krokodil geschoten."
Wordt vervolgd.)