Verbouwing aan de Weststr. gaat door
Vergadering Gemeenteraad
Geen geld disponibel voor een Centraal Dienstgebouw
ook in de naaste toekomst niet
Dr, van der Veerstraat wordt opgeknapt
Dc verbouwing van de kantoren
van den Gemeente-ontvanger en
der Centrale Boekhouding
De uitkeering der ziekenfondsen
Gisteravond heeft de Raad dezer ge
meente de aangekondigde openbare verga
dering in het Raadhuis alhier gehouden.
Deze vergadering stond onder leiding van
den burgemeester, den heer G. Ritrpeester
en werd om precies acht uur door dezen
geopend, Met kennisgeving waren wegens
ziekte afwezig de heeren Meijer (v.d.) en
Kraak (s.d.).
Installatie G. Dol.
Punt 1 van de lijvige agenda was de instal
latie als raadslid van den heer G. Dol (s.d.).
De heer Dol, die de plaats van den heer Van
de Heide zal innemen, legde in handen van den
burgemeester de voorgeschreven belofte af. En
nam vervolgens plaats naast de zittende leden
van de s.d.-fractie.
In tegenstelling met de gewoonte was er dit
maal een aanmerking op de notulen en wel van
den heer Smith (s.d.), die er bezwaar tegen
maakte, dat hem woorden in den mond gelegd
waren, die in feite door wethouder Smits (r.k.)
gezegd waren.
Mededeelingen.
De Voorzitter deed de volgende mede
deelingen:
1. Telegrafische gelukwensch aan Hare
Majesteit de Koningin op 31 Augustus '37.
2. Goedkeuring van den Minister van So
ciale Zaken op het werkverschaffingsobject;
omleggen en verbeteren voetbalterrein H.R.C.
in de arbeidsloonen zal het normale subsidie
worden verleend.
Naar aanleiding van deze laatste mede-
deeling stelde de heer Boogaard (s.d.)
de vraag wanneer de werkzaamheden aan
het H.R.C.-terrein zouden aanvangen. Dit
in verband met de voor de deur staande
competitie.
Hem werd door den Voorzitter medege
deeld, dat het terrein voor de a.s. compe
titie niet meer in orde komt. Dat zal wel
volgend jaar worden.
Ingekomen stukken.
Vastgesteld werden de volgende ingekomen
stukken:
g»
A. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten
op de raadsbesluiten van:
1. 27 Juli 1937, tot het aangaan van geld-
leeningen, 600.000,100.000,en
79.000,—;
2. 10 Augustus 1937, tot het aangaan van
geldleeningen, 202.000,100.000,
150.000,— 350.000,—, 236.000,—, en
250.000,—;
3. 10 Augustus 1937, tot het aangaan van
kasgeldleeningen, 350.000,150.000,
236.000,—.
B. 1. Schrijven van P. van Zandwijk, hou
dende mededeeling, dat hij zijn benoeming
als onderwijzer aan school 4 aanneemt;
2. Schrijven van N. H. Biersteker, houden
de r-ededeeling, dat hij zijn benoeming als
onderwijzer aan school 14 aanneemt;
3. Schrijven van P. de Jong, houdende me
dedeeling, dat hrj zijn benoeming als onder
wijzer aan School 10 aanneemt.
Proces-verbaal van opneming van kas en
boeken van den Gemeente-ontvanger.
Adres van de K.N.A.C., houdende verzoek
de personeele belasting naar den grondslag
„motorrijtuigen" te willen verlagen.
De tabaksven ter op het Nieuwe
Kerkplein.
Ingekomen was ook een adres:
Van den Voorzitter van de afd. Den Hel
der van den Nederlandschen Bond van
Sigarenwinkeliers, met andere stukken,
houdende klacht over het innemen van
standplaats op het Nieuwe Kerkplein door
een venter in tabaksartikelen.
Het was naar aanleiding van dit adres, dat
de heer Bregman (Gem. belang) vroeg, of
eventueel iederen sigarenwinkelier toegestaan
wordt om middels een driewieler op dat plein
met siagren enz. te venten. Zoo neen, dan
wordt in het onderhavige geval de een bevoor
recht boven den ander.
De Burgemeester heeft hierop wel ge
antwoord, ofschoon hij dat eigenlijk niet hoefde.
Want, zoo zeide hij, deze zaak behoort niet tot
de competentie van den Raad en eigenlijk zelfs
niet tot die van het College van B. en W., om
dat het verleenen van ventvergunningen
overgedragen is aan den Commisasris van
Politie. Evenwel ging hij toch verder op
dit „bijzondere geval" in. Het zal wel aan
geen twijfel onderhevig zijn, of de betrok
ken venter berokkent met zijn stalletje schade
aan eenige sigarenwinkeliers. Maar men moet
ook eens letten op den ijver van dezen man,
die steeds op tijd ter plaatse is, ook des mor
gens in de vroegte als de winkels nog niet open
zijn. Nu wordt hem verweten, dat hij „op cre-
diet" levert. Maar, in alle gemoede, welke
winkelier levert er niet op crediet?
Men spreekt ,van het organiseeren van een
„markt". Daar zou alleen sprake van zijn als
er meerdere venters kwamen te staan. Maar
daar is het college absoluut niet voor en dat
zal dan ook niet gebeuren. Het heeft er echter
geen bezwaar tegen als deze man zijn stand
plaatsje behoudt. Met hun adres aan den Mi
nister zullen de sigarenwinkeliers weinig effect
sorteeren, Is voorts de meening van den spre
ker.
De tongen kwamen eerst goed los bij het
Voorstel tot het verleenen van een
crediet voor het verbouwen van de kan
toren van den Gemeente-ontvanger en der
Centrale Boekhouding.
Alle fracties geven hierover hun meening
te kennen. Het was de heer Uithol (nat.
herstel) die de debatten opende. Hij vond
een bedrag van 22.000 „te vertimmeren aan
een oud gebouw", wel wat hoog. Bovendien
gaat zijn sympathie meer uit naar de stichting
van een Centraal Dienstgebouw. Kan het Col
lege binnen afzienbaren tijd niet met een voor
stel dienaangaande komen? zoo vroeg hij.
Verschillende andere sprekers brachten even
eens de kwestie van het Centraal Dienstge
bouw naar voren. Zoo de heer Ran (r.k.). Hij
vroeg den burgemeester op den man af, of deze
van meening was, dat de toestand van het ge
bouw aan den Kanaalweg en van hét Maat
schappelijk Hulpbetoon bestendigd kon blijven?
Zoo neen, kan er misschien dan volgend jaar
een flinke greep in de gemeentekas gedaan
worden om zoo'n Centraal Dienstgebouw te
doen bouwen?
Ook de heer Schoeffelenberger
(opp.) noemde het Centr. Dienstgebouw en
nam tevens het door onze courant in deze ver
dedigde standpunt (zie H. C. van Zaterdag 4
Sept. 1.1.) bij den kop. Hij verwierp dit laatste
op grond van het feit, dat er in totaal een be
drag van 2 ton mee gemoeid zou zijn. (Daarbij
sprak de heer S. ook van een tunnel onder de
spoorlijn). Hij was van meening, dat met de
voorgestelde verbeteringen het gebouw op het
weiland „De Ton" wel op zijn plaats zou zijn.
Mr. Mulder (a.r.) verklaarde eveneens
met de bijlage accoord te gaan, al was het met
schroom. Want zijn hart en dat van zijn mede
fractieleden ging uit naar een Centraalgebouw,
maar daarvoor zou men te diep in de buul
moeten tasten, terwijl er vitalere dingen zijn,
die vóór behooren te gaan.
Namens de s.d. verklaarde de heer Boo
gaard met de bijlage te zullen meegaan. Ook
hjj kon het Centraal Dienstgebouw niet onbe
sproken laten en wel in dien zin, dat, mocht
het er (ooit) komen, dan nader bekeken zou
moeten worden, welke diensten er in zouden
moeten worden ondergebracht.
Hij. betwijfelde bfv. of Maatschappelijk Hulp
betoon en dé Centrale Boekhouding samen on
der ëfh dak zouden gebracht kunnen worden.
Voorts verklaarde de heer Van Loo (v.d.)
dat hij met de voorgestelde „opruiming van de
paardenstal" volkomen accoord ging.
Gas- of centrale verwarming?
Nadat de heer FeenstraKuiper Gem.
Belang) zijn tevredenheid betuigd had over de
oplossing, die B. en W. in deze gevonden had
den en die hem vrij gelukkig toescheen, bracht
hij het punt „verwarming" aan de orde. B. en
W. stellen voor om het gebouw met gas te
verwarmen, maar dat is een vrij dure geschie
denis. Spr. voelde meer voor centrale verwar
ming, omdat dit èn wat de aanleg èn wat de
exploitatie betreft, goedkooper is. Hij vroeg het
college of het bereid was centrale verwarming
te laten aanleggen.
Wethouder v. d. Vaart's verdediging.
In zijn antwoord begon wethouder Van der
Vaart (s.d.) te vertellen, dat de kwestie van
het Centraal Dienstgebouw langen tijd een punt
van bespreking in het college van B. en W. is
geweest. Zonder practisch resultaat echter.
Tenslotte is dit voorstel tot verbouwing geko
men, maar dat wil niet zeggen, dat het college
zoo'n Centraalgebouw niet boven alles prefe
reert. Dit voorstel is slechts noode gedaan, om
dat we den toestand van het gebouw aan de
Weststraat onmogelijk kunnen laten voortbe
staan.
B. en W. zien niet, dat ze in 1938 of in
de naaste toekomst met een voorstel tot
het bouwen van een nieuw, groot gebouw
zouden kunnen komen. De finantieele
stand van zaken biedt daarop n.1. geen
uitzicht.
Wat de verwarming aangaat, inderdaad is
gas duurder dan centrale verwarming, al reken
de spr. voor, dat het beeld 300 gunstiger was
dan dat van dr. Feenstra Kuiper. Maar het
College stelt zich op het standpunt, dat het
in het belang van de propaganda voor het gas
verbruik is, als de gemeente voor de verwar
ming van haar eigen gebouwen van gas ge
bruik maakt.
Spr. betoogde, dat hiermede het gasdebiet
vergroot wordt en dat het alleen iets meer
dere, variabele kosten van kolenaankoop met
zich bracht. Op deze wijze worden de baten
van de gasfabriek weer iets grooter, zoodat
de gemeentenaren hier weer van profitee
ren. Overigens moet nog gecalculeerd wor
den tegen welken prijs het gas aan het ge
bouw en later eventueel aan andere gemeen
telijke gebouwen geleverd zal kunnen worden.
Het kan best zijn, dat het 3 cent wordt. In
ieder geval is de proef het nemen waard,
weshalve spr. verzocht de bijlage aan te
nemen.
Wethouder Smits (r.k.) mengde zich
vervolgens in het debat, omdat datgene, wat
de heer Boogaard gezegd had over de even-
tueele bestemming van het Centraal Dienst
gebouw, hem heelemaal niet aanstond. Hij
gaf n.1. als zijn meening ten beste, dat ten
eerste het Centraal Dienstgebouw van groote
beteekenis is en dat het jammer is, dat het
er nog niet kan komen. En ten tweede, dat,
a 1 s het er komt, het een besliste noodzaak
is, dat de dienst van Sociale Zaken en zijn
dépendances er in ondergebracht worden.
„Als je een spijker in het gebouw op den
Kanaalweg slaat dan heb je kans, dat het in
elkaar valt", aldus de heer Smits in zijn wel
zeer pessimistische bui.
Wethouder v. d. Vaart,
die de gasv er warming, verdedigde.
Dr, Feenstra Kuiper zweert bij
centr. verwarming.
Dr. Feenstra Kuiper blijkt niet over
tuigd te zijn door het betoog van den heer
v. d. Vaart. Hij zeide, dat de propaganda voor
het gasverbruik al tamelijk veel gekost heeft.
Ook thans zou die propaganda geld kosten,
omdat de exploitatie met gas duurder zou
zijn. Overigens is het effect van reclame voor
gasverwarming zeer twijfelachtig. Want ver
warmen met gas is een dure kwestie, althans
duurder dan met centrale verwarming en men
zal slechts weinige menschen daarvoor kun
nen overhalen. En wat de ervaring ermee
betreft. WJ, men zie slechts naar het Raad
huis: de verwarming is er duur en ervaring
heeft men er genoeg mee!
Nadat de heeren Ran (r.k.) en Van Loo
(v.d.) nog van hun instemming met het
voorstel van B. en W. blijk gegeven hadden,
waarbij de laatste opmerkte, dat hoe meer
gas er gebruikt zou worden, hoe grooter de
kans was, dat de prijs ervan verlaagd zou
worden, heeft wethouder v. d. Vaart nog
eens de gelegenheid gehad om het standpunt
van B. en W. te verdedigen.
Nadat hij de voordeelen, verbonden aan
gasverwarming opgesomd had, legde hij er
nog eens den nadruk op, dat het verbruik van
gas zooveel mogelijk bevorderd moet worden.
Het debiet is steeds groeiende en aan de
hand van de maandlijsten heeft spr. kunnen
zier, dat wat de gaslevering betreft, onze
gasfabrieek thans reeds tot de meest gun
stige in den lande behoort. De „Stille reserve"
is al rendabel als zonder het verhoogen van
de exploitatiekosten gas geleverd kan wor
den tegen een niet te stijven prijs. Als de ge
meentelijke gebouwen daarvoor gebruikt
kunnen worden, is dat toch zeker een prach
tige instelling. Overigens moet men niet te
pessimistisch zijn over het verbruik van gas
voor verwarming. Spr. kent eenige zaken
lieden, die er gebruik vari maken en met
tevredenheid. Wat de te volgen prijzenpoli
tiek voor het gas betreft zegt spr. voorts
toe, dat er t.z.t. een nadere bespreking aan
gewijd zal worden. Thans vroeg hij den Raad
vertrouwen te stellen in het zakelijk inzicht
van het Bestuur.
Aan dit betoog heeft de Burgemees
ter nog eenige woorden toegevoegd. Hij was
van meening, dat, mocht het Centraal Dienst
gebouw er nog eens komen (door het herstel
len van de diverse gemeentelijke gebouwen
wordt die komst steeds verder verschoven in
de toekomst) er alle gemeente-diensten in
zouden moeten worden opgenomen. Vandaar
dat het zoo'n gróót gebouw moet zijn en er
zooveel geld mee gemoeid is. Dat er helaas
niet is! Met het verbouwen is in ieder geval
minder dan de helft aan kosten gemoeid.
Het voorstel werd daarop z.h.s. aangeno
men.
Bevordering tot adjunct-commies 2e klasse bij
Gemeentewerken en Water en Licht.
Veel stof deed ook het voorstel tot wijziging
van de salarisverordening 1935 en van het
Ambtenarenreglement 1935, opwaaien.
Bij de vaststelling van de salarisverordening
in 1935 heeft de salaris-commissie gezegd, dat
de administratieve werkzaamheden bij de
diensten van Gemeentewerken en Water en
Licht zoo eenvoudig waren, dat ze door
iemand in de functie van klerk moesten wor
den verricht, aldus Dr. Feenstra Kuiper
(Gem.-Belang). Zij waren niet belangrijk ge
noeg bevonden voor een bevordering van de
klerken tot adjunct-commies der 2e klasse.
Daarop antwoordde Wethouder Smits
(r.k.), dat B. en W. en ook het G. O. de betee
kenis van den dienst toegenomen achten. Bo
vendien is destijds bij betrokenen de verwach
ting gewekt, dat zij naar een anderen dienst
overgeplaatst zouden worden. Daar dit prac
tisch gesproken niet plaats kan hebben en de
gewekte verwachtingen dus niet in vervulling
zijn gegaan, is het billijk, dat een voorstel tot
bevordering wordt gedaan.
Daar is Dr. Feenstra Kuiper het ech
ter niet mee eens. Waarom is er geen 2e
onderzoek ingesteld, zoo vraagt hij, waaruit
blijkt, dat de commissie van 1935 zich vergist
heeft? Op gewekte verwachtingen kan neen
geen bijlage opstellen. Hij stelt voor oiji de
hij lage aan te houden, hangende een tweede
onderzoek. Spr. krijgt steun van den heer
Hoornsman (V.D.), doch een tegenstan
der in den heer Van Zwyndrecht (Chr.-
Hist.), die van meening is, dat de Raad zich
het
het
O.,
in deze te houden heeft aan de meening van
het G.O. Anderen mengen zich in het debat.
De Voorzitter waarschuwt voor
toekennen van een al te groote macht aan
G.O. Het is een beste instelling, dat G
maar de Raadsleden moeten zich niet zonder
meer bij de door dit orgaan verkondigde mee
ningen neerleggen. Ieder moet het recht
houden om zijn meening tegenover die van
G.O. te stellen. Sprekende over de betrekkin
gen, waarover het voorstel gaat, zeide spr.,
dat weliswaar de arbeid daarvan niet is uit
gebreid, maar dat het niet aangaat om
dragers ervan eenvoudig stH te laten staan.
Het ligt niet in de bedoeling om op deze wijze
meerdere bevorderingen te doen plaats heb
ben, maar dit voorstel beoogt niet anders dan
te voldoen aan de billijke levenseischen van
de betrokkenen.
De heer Van Loo (V.D.) stelt zich op het
stand van den heer Feenstra Kuiper. Hij heeft
zich bij dit voorstel neergelegd, maar verder
zal hij toch ook niet gaan. Het G.O. moet niet
anders dan als een commissie van advies be
schouwd worden.
Wethouder Smits (R.-K.) verweet Dr
Feenstra Kuiper, dat deze niet met zijn vraag
zou zijn gekomen als hij ter vergadering van
het G.O. was geweest. Hij betreurt het, dat
over deze futiliteiten in den Raad moet wor
den gesproken, terwijl het G.O. daarvoor toch
is. Gehoord de meening van het G.O. is er alle
aanleiding om het voorstel te aanvaarden.
Het gaat niet aan, menschen in overheids
dienst te nemen en ze geen promotie te geven,
aldus de heer Schoeffelenberger. De
salarissen van den gemeente-ambtenaar zijn
toch al zoo, dat ze er hun gezin nauwelijks
behoorlijk van onderhouden kunnen.
Tegenspraak in het College?'
Dan is het woord aan den man, dit dit debat
ontketend heeft, Dr. Feenstra Kuiper.
Hij citeerde een gedeelte van het verslag van
de Salariscommissie-1935, waaruit duidelijk
blijkt, dat de betrokken functies wel degelijk
onder de loupe waren genomen en dat ze on
belangrijk bevonden waren. Spr. had eenige
tegenspraak in het College opgemerkt. Waar
wethouder Smits medegedeeld had, dat de
functies aan beteekenis hadden gewonnen, was
de burgemeester van oordeel, dat de arbeid
niet uitgebreid was. Waar zulk een tegenge
stelde meening in het College heerscht, is spr.
gesterkt in zijA overtuiging, dat een nieuw
onderzoek ingesteld dient te worden. Z.i. speelt
hier het belang van de ambtenaren de hoofd
rol en niet, dat van de gemeente. Nogmaals
verzocht spr. aanhouding van het voorstel
Hierop heeft de Voorzitter betoogd, dat het
gemeentebelang zeer goed gediend kan zijn
door een ambtenaar te bevorderen. Er is geen
andere plaats voor de betrokkenen en de bil
lijkheid brengt met zich, dat zij bevorderd
worden. In plaats van hen een persoolijke toe
lage toe te kennen, hetwelk niet mogelijk is.
Inderdaad spreekt het persoonlijk element in
deze een belangrijk woordje mee, maar het
geldt hier óók een gemeentebelang
Aan het slot van de debatten heeft wet
houder v. d. Vaart enkele opmerkingen ge
plaatst. Z.i. betreft het hier een automati
sche bevordering, waaraan geen consequen
ties vast zitten. Óver het algemeen is men ge
neigd een klerk van de C.B. hooger aan te
slaan dan van Gemeentewerken of van Water
en Licht. Dit is onjuist, een klerk is een klerk,
met dezelfde automatische bevordering. Nu
overplaatsing niet mogelijk bleek, komt het
College van B. en W. met het voorstel tot op
heffing van een uitzonderingspositie. Er valt
in deze niets te onderzoeken.
Het voorstel werd daarop aangenomen,
waarbij de heeren Feenstra Kuiper en Breg
man (Gemeentebelang), Hoornsman (V.D.) en
Terra (R.K.) werden geacht te hebben tegen
gestemd.
Voorstel tot het vaststellen van veror
deningen op de heffing en invordering van
schoolgelden voor den Franschen cursus.
Deze bijlage werd z.h.s. aangenomen. Alleen
de R.K. fractie kon er zich niet mee vereeni
gen.
Hamerstukken.
Een aantal voorstellen werden zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aange
nomen. Deze stukken:
Voorstel tot het converteeren van een
geldleening, oorspronkelijk groot 300.000.
Voorstel tot het verleenen van een crediet
voor het inrichten van een lijkenhuisje ten
behoeve van het Verpleeghuis voor ouden van
dagen aan de Kerkgracht.
Voorstel tot het verleenen van een crediet
voor het aanbrengen van verbeteringen in
het Verpleeghuis voor ouden van dagen aan
de Kerkgracht.
Voorstel om machtiging te verleenen tot
het aangaan van overeenkomsten van grens
regeling.
Voorstel tot wijziging van het uitbreidings
plan Huisduinen.
Voorstel tot benoeming van H. J. H. Steen-
meijer als tijdelijk leeraar aan het gem.
lyceum voor het cursusjaar 1937/1938.
Voorstel tot salarisregeling van den con-
cierge-werkmeester der school voor B.L.O.
Voorstel tot verkoop van grond aan C.
Huisken en J. Lugtenburg.
Voorstel tot klasse-indeeling van grond
aan de Rozenstraat.
Voorstel tot het verleenen van een crediet
voor de uitvoering van een werkobject door
jeugdige werkloozen (maken van lighallen in
de Donkere Duinen)verstrekken van een ren
teloos voorschot en verhooging subsidie aan de
plaatselijke vereeniging tot bestrijding der
t.b.c.
Voorstel betreffende het al dan niet combi
neeren van de lessen aan de gymnasiale afdee-
ling en de afd. H.B.S. A van 'het gemeentelijk
lyceum.
Voorstel tot het verleenen van medewerking,
ingevolge art. 72 der L.O.-wet 1920, voor het
aanschaffen van leermiddelen ten behoeve van
de Chr. U.L.O. school aan de Kolensteeg.
Herbenoeming leeraren.
Herbenoemd tot leeraren aan de gem. Han
delsavondschool voor het cursusjaar 1937-'38
werden A. Kramer, J. P. Rebel en A. Treffers.
Idem tot leeraren aan de gem. avondvak*
teekenschool de heeren L. M. F. Ruder en ifi
r. F. Scheltema de Heere.
Benoemd tot tijdelijk leeraar aan het lyceunj
de heer C. P. Koene.
Benoemd tot lid in de Commissie van bij,
stand voor de Financiën, ter voorziening in de
vacature-Van der Heide, de heer Steenlage.
Benoemd tot lid in het Bestuur van het Gem,
Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon, ter
voorziening in de vacature-Van der Heide, de
heer J. H. de N(js.
Het verkeersbord nabij het Anker,
park.
Naar aanleiding van het antwoord van B,
en W. op de vraag van den heer C. B 01
(Chr.-Dem.) over het plaatsen van een ver
keersbord aan de Buitenhaven nabij het An
kerpark (welk antwoord in afwijzenden zin
was( heeft de vragensteller opnieuw de wen-
schelijkheid betoogd van het plaatsen van
zoo'n bord.
Ofschoon B. en W. er niet enthousiast oven
zijn, zullen zij deze aangelegeneid nog eens
bekijken.
De kwestie Van der Veerstraat In
Julianadorp.
De heer Van der Veer (a.-r.) stelde de
oude kwestie van de Jb. v. d. Veerstraat te
Julianadorp aan de orde. Hij verweet het Col
lege van B. en W., dat dit bij de behandeling
van de begrooting toegezegd had deze zaak
nader te onderzoeken en dan coulant af te
doen. In deze is de heer Van der Veer echter
teleurgesteld. De zaak is zoo, dat genoemde
straat er bijzonder slecht uitziet. Nu is het
College niet bereid deze straat te laten op
knappen, omdat zij in bezit is van den heen
Kuit te Julianadorp. Neem de straat dan van
den eigenaar over is er toen gezegd. De pol
dér noch de gemeente is daartoe bereid, alvo,
rens de straat door Kuit is opgeknapt. Da
grief van den heer v. d. Veer is nu, dat an
dere straten in zijn dorp, eveneens in parti
culier bezit, wel door gemeentezorg zijn op,
geknapt, alfeen de Jb. v. d. Veerstraat niet.
In de verzoeken tot verbetering van genoem
de straten, welke van „Julianadorp Vooruit"
zijn uitgegaan, werd steeds de Jb. v. d. Veer,
straat niet genoemd. Ook bij ene andere ge
legenheid was gebleken, dat de persoon, die
namens „Julianadorp Vooruit" schreef, niet
sympathiek tegenover Kuit stond. Thans
vroeg de heer v. d. Veer het College: Heeft
U reeds onderzocht wat de aanleiding tot deze
handelwijze is geweest? Zoo niet, bent U dan
alsnog bereid dit te laten onderzoeken?
Wethouder Van der Vaart (s.d.) heeft
daarop o.m. geantwoord, dat de Raad met
zijn beslissing inzake het verbeteren van de
andere straten eigenlijk te ver gegaan was.
Dat wil niet zeggen, dat dezelfde fout thans
weer gemaakt moet worden. Integendeel.
Kuit zai als eigenaar den weg zelf moeten
onderhouden.
Er ontspon zich een discussie over deze
aangelegenheid, waarbij de heer v. d. Veer
steun kreeg van de heeren Terra (r.k.) en
Hoornsman (v.d.). Het plan werd geopperd
om. met Kuit te gaan praten, waarbij de bur
gemeester opmerkte, dat hij wel bereid was
mede te werken als de eigenaar meer dan
75.wilde offeren.
Tenslotte heeft burgemeester Ritmeester
den heer Van der Veer de garantie gegeven,
dat de Jb. v. d. Veerstraat in orde gebracht
zal worden. Maar niet, dat dit door de ge
meente betaald zal worden!
Naar aanleiding van de ter inzage gelegde
opgaaf van de namen, enz. der verpleegden
in het Marine Hospitaal over het 2de kwar
taal' 1937, heeft de heer Boogaard (s.d.),
de volgende aangelegenheid naar voren ge
bracht. Er is een gezinshoofd met een ver
dienste van ongeveer 16 gulden in de week,
die ettelijke dagen langer in het Hospitaal
moest blijven dan het aantal dagen dat dooc
de verzekering in maximum vergoed wordt.
De man moest voor die meerdere dagen 1.50
per dag betalen, had ze niet, en kwam bij
Maatsch. Hulpbetoon terecht. Deze betaalde
en nu moet de man zooveel maal 1.50 aan
M. H. terug betalen. De vraag van den heer
Boogaard was nu, of, ter voorkoming van
deze schulden aan M.H., betrokkenen behan
deld konden worden op basis van de vorige
verordening, welke te dien aanzien de moge
lijkheid openliet voor armlastigen e.d., om
het minimum-tarief van 25 cent per dag te
betalen.
Daar de oude verordening geheel vervallen
is, aldus wethouder Smits (r.k.), is dit niet
mogelijk. Echter M. H. kan soepel zijn in
het terug vorderen van het voorgeschoten
liggeld. Als dat noodig mocht zijn, kunnen
betrokkenen terugbetalen b.v. tegen een dub
beltje, een kwartje per week.
Dat bevredigt den heer Boogaard ech
ter niet en hij vraagt daarom of het niet
mogelijk is, dat er een wijziging in de nieuwe
verordening gebracht kan worden, waarin in
deze wordt voorzien.
Daarop heeft de voorzitter geantwoord
(na den heer Boogaard er op gewezen te heb
ben, dat hij beter gedaan had eerst eens met
het College te komen praten), dat deze aan
gelegenheid in het College reeds bekeken is.
Er zit dan ook niet de bedoeling voor om de
armlastigen e.d. in de schuld te doen geraken
bij M. H. Evenwel, de gemeente kan het lig
geld niet opbrengen, de verordening laat
daartoe geen mogelijkheid, dus zal er naar
andere middelen gezocht moeten worden.
Deze aangelegenheid heeft de aandacht van
het College.
Rondvraag.
Bij de rondvraag is het volgende door den
heer Van der Veer onder de aandacht
van B. en W. gebracht:
Bij de begrooting is door den betrokken wet
houder gezegd, dat de electra-tarieven voor
waterbemafing, wat betref t zoowel in- als
uitmaling, thans ook 7 cent per K.W. zou be
dragen. Tot heden betaalt men echter nog
steeds 10 cent.
De heer Ran (r.k.) vroeg of het mogelijk
was nabij de woning van den opzichter der
Donkere Duinen een drinkfonteintje te plaat
sen in stede van de ietwat onhygiënische be
doening met en oude kroes aldaar.
Niets meer aan de orde zijnde, sloot de heer
Ritmeester te kwart over elven deze verga
dering.