V an lekkerbekken en
eerlijke menschen
Het verboden
grondgebied
Radioprogramma
Uit het land der duizend meren
door Dennis Wheatley
OVERDADIG ETEN BIJ EENVOU
DIGE BOEREN. MEN HANGT
DEN SLEUTEL NAAST DE
HUISDEUR.
Onze reizende medewerkster in het
hooge Noorden heeft haar ontdek
kingsreis in Finland, het land der
duizend meren, voortgezet en geeft
in bijgaand art. tal van bijzonder
heden over zedeji en gebruiken op
het Finsche boerenland.
Het is een droevig, maar waar
feit, dat dichters miskende en on
begrepen menschen zijn. Wie weet
b.v. hoe hévig ontroerd de lang-
lokkige zoon Finlands is geweest,
die op een droomerigen manenacht
een versje zat te maken op zijn
geliefd vaderland, toen hem den
mystieken naam „Verloren Dochter
der Zee" aan zijn zangersfooezem
ontsnapte.
En toch meende ik, nuchter mensdh,
'dat er een op 't strand gelegen walvisch
imee was bedoeld en daarna, dat 't. de titel
was van een 3e rangs romannetje. Om
verdere verwarring te voorkomen, lijkt
't me daarom beter, dat ik me houd aan
de meer bekende benaming „Land der
1000 meren", die me toch ook sympathie
ker is, omdat daaruit weer eens de be
scheidenheid der Finnen blijkt. Want in
werkelijkheid zijn er wel 35.000 meren in
hun land, ja, men is nog niet eens klaar
met tellen en als eerst Noord-Finland pre
cies in kaart is gebracht, wordt dit getal
waarschijnlijk nog beduidend hooger.
Verdeeling van het grondbezit.
Intusschen geven die vele meren, die 11
van de oppervlakte beslaan, een heel ei
gen karakter aan Finland, dat verder voor
65 met bósch is bedekt. Men heeft uit
gerekend, dat als al die bosschcn gelijke
lijk onder de inwoners werden verdeeld,
ieder 7 H.A. zou krijgen. Niet dat dit in
werkelijkheid zoo is; wel is pl.m. 60 der
bevolking landeigenaar, maar de meeste
.daarvan hebben niet meer dan 2 tot 5 H.A.,
terwijl er'een twintigtal Finnen is',' rdië' ieder
meer dan 10.000 H.A. bezitten, wat je dus
geen keuterboeren meer kunt noemen. Nu
is het hier echter kenmerkend, dat hoe
grootef de bezittingen zijn, hoe slechter ze
worden bewerkt; zelfs zoo, dat op grootè
landgoederen soms honderden H. A. onge
bruikt. liggen. Met het oog hierop en tevens
om zooveel mogelijk menschen aan een
bestaan te helpen, heeft de regeering een
wet uitgevaardigd, de „Lex Kallio" (ge
noemd naar don ijverigsten voorvechter er
van, den tegenwoordigen President Kallio,
die toen nog Minister van Landbouw was),
waardoor aan degenen, die niets bezitten,
land kan worden toegewezen. Zijn voor
dit doel geen staatsgronden aanwezig en
is ook niets uit privébezit te koop, dan
worden van die groote landgoederen stuk
ken onteigend, tegen een ter plaatse gel
denden middelprijs. Het geld, dat de
nieuwe eigenaar noodig heeft om het be
drijfje te koopen, wordt hem door den
Staat geleend tegen een matige rente, ter
wijl hij jaarlijks 5 a 6 moet aflossen.
Op deze wijze heeft de Stag.t o.a.
uit 1 aangekocht groot landgoed
ruim 900 zelfstandige boerderijtjes
gemaakt. Bovendien probeert de re
geering, door het toekennen van
premiën, alle hoeren aan te moedi
gen om bosschen tot bouwland te
ontginnen. Door al deze maatrege
len zijn inderdaad duizenden H.A.
meer akkerland ontstaan, zoodat
Finland steeds minder afhankelijk
wordt van andere staten.
Méar ondanks alles zijn er nog veel meer
duizenden H.A. ongerepte natuur over.
zoodat de stedelingen nog gemakkelijk een
eenzaam plekje vinden om er een zomer
huis tè bouwen. In zoo'n houten villa,
aan één dier vele meren in Zuidwest-
Finland, logeerde ik 3 weken bij een dok
tersfamilie uit Hetsingfors en leidde daar
een leventje van zwemmen, roeien, wande
len en vooral eten en drinken. Niet minder
dan 5 maal per dag moesten we voor een
min of meer uitgebreiden maaltijd aan
treden, waarbij voor mij de moeilijkheid
was, hoe met al die wonderlijke gerech
ten om te springen.
Spraakverwarring.
Ik maakte dan ook de gekste fouten;
door b.v. 2 aardappelen op m'n bord te ne
men terwijl al de anderen er maar 1 hadden
en daaromheen een krans maakten van
kaas, compote, sardientjes, brood, vleesch,
hoter, enz. En met de peulen stelde ik me
al héél dom aan; daar ging ik n.1. met m'n
vork op los en als je in Finland netjes wilt
wezen, pak je ze in je vingers doopt, ze in
gesmolten boter, rist ze tusschen de tanden
leeg en legt de uitgekauwde doppen weer
terug op je bord. Dan was er nog de Fin-
sche nationale kost: dikke melk met sui
ker, een ware lekkernij, die ze hier „fïl"
noemen. Maar dat spreken ze precies uit
als het Duitsche woord „viel" (veel) en
dat werkte verwarrend, want toen m'n
gastvrouw me eens vroeg, of ik vandaag
ook „fil" wilde eten, zei ik natuurlijk be
scheiden, nee, ik wou niet „viel" hebben,
met gevolg dat later de anderen zaten te
smullen en ik met m'n bescheiden gezicht
toekeek.
Snoeplustige koeien.
Heelemaal nutteloos was m'n leven op
Ekeberga toch nog niet want af en toe
vervulde ik de weinig charmante, maar
toch zeer nuttige taak van vogelverschrik-
ster. De eekhoorns konden n.1. niet van de
aardbeien afblijven en hadden er verder
veel schik in om de kersen van den boom
te rukken en op den grond te smijten,
waarbij ze dan de dolste vreugdesprongen
maakten. En dan waren er nog buunman's
roodbonte koeien, die in dezen drogen
zomer den groentetuin verkozen Iwven de
dorre weide, zoodat Herr Doktor 3 dagen
lang hekjes stond te timmeren, terwijl ik
„kssssj! ksssej!" r iep. 't Was eigenlijk
maar Spijtig, dat na drie dragen de koeien
Weer naar een ander eiland wérden ge
bracht.
Niet dat wij toen van ze bevrijd
waren; 's nachts kwam n.1. de
heele kolonne over het meer zwem
men en stond 's morgens weer
likkebaardend midden in de kom
kommers.
Poste restante.
Maar behalve door deze indringers werd
het rustige leven door niets en niemand
gestoord, zelfs niet door een bakker of
postbode, want het brood werd, zooals
overal op het land, thuis gebakken en alle
post voor het gehucht Gerknas werd 5
X per week in een kastje gelegd, waar ieder
het zijne uitzocht. Toch ontving ik eens op
een Zondag een aangeteekend stuk, doordat
toevallig iemand van 't station was geko
men". „Iemand van de post?" vroeg ik ver
baasd.
,Nee-ee, zóó maar iemand en die had toen
mijn brief meegenomen." Ook geldzendin
gen ontving je via het postkastje. Wilde je
postzegels koopen, dan legde je eenvoudig
geld met een verklarend papiertje er bij in
het kastje en den volgenden avond vond je
prompt de zegels er voor in de plaats. Dat
er iets weggenomen zou kunnen worden,
daaraan denkt men in dit eerlijke land niet,
ofschoon men ook hier zijn zake wel degelijk
achter slot en grendel bewaart. Maar wan
neer wij b.v. allen tegelijk uitgingen, werd
de deur secuur gesloten en de sleutel...
kwam er naast te hangen op een spijker!
Dat is onvervalscht Finsch en zoo is het hier
overal: vind je je hotelkamer, een huis of
een kerk op slot, geen nood, wanneer je
even rond de deurlijst kijkt, dan vind je den
sleutel zeker in de buurt, 't Is vrij naïf, maar
het voorkomt veel ergernis.
Op een boerderij.
Amusante onderbrekingen in het rustige
leven waren de bezoeken die we brachten
aan de omliggende boerderijen. Ik moet zeg
gen, te. veel drukte over het visite-toilet
maakt men in Gerknas niet; ieder ging ge
woon in zijn gemakkelijke plunje van allen-
dag en de dames deden zelfs niet eens hun
schort af; ook de gastvrouw ontving ons
steeds volkomen in werktenue, de mouwen
opgestroopt, een hoofddoek onder de kin
vastgeknoopt en bai-revoets. De begroeting
was steeds bijzonder hartelijk: „valkommen!
valkommen! stig in, stig in!" (ga binnen),
maar nadat we dan naar de visitekamer
waren geleid, verdween ze zelf weer. Je zat
dan maar een beetje onwennig bij elkaar en
wist je huisgenooten momenteel ook niets
nieuws te vertellen cn' bekeek zwijgend de
gewoveir vloerloopérs, de kolossale', witte
kachel, die bijna tot den zolder reikte-en de
foeileelijke platen aan den wand, tot na n
kwartier of langer cle yrouw des huizes weer
binnenkwam en de tafel begon te dekken.
Gastvrijheid.
En dan was ik steeds weer een en al ver
bazing over al het moois dat daarbij werd
uitgestald: zilveren kannetjes en schaaltjes,
kristallen bordjes, porceleinen kommetjes, 4
5 soorten brood en allerlei kostelijk gebak,
waarvan je je met kunstig gesmede zilveren
scheppen en tangen kon bedienen. Er is hier
een eigenaardige tegenstelling tusschen het
sobere uiterlijk der menschen en de feeste
lijkheid van hun gedekte tafels. Met een „var
sa god!" (lett.: wees zoo goed) werden we
tot eten uitgenoodigd. Maar de gastvrouw
verdween weer van 't tooneel en kwam al
leen af en'toe binnen om nog eens koffie in
te schenken. Wie niet meer wilde, zei,, tack
so mucket" en ging weer aan den kant zit
ten. Pas nadat alles weer was weggeruimd
kwam dan de vrouw bij ons zitten 'praten
en omdat ik nooit m'n bewondering voor
het mooie tafellinnen kon onderdrukken,
werden dan meestal meteen de oude kisten
geopend, die overal in de kamers staan (en
die om de zinrijke beschildering op den bin
nenkant van het deksel op zichzelf al een
kijkje waard zijn) en daaruit kwam dan
een schat van eigengeweven stoffen, fijnge-
borduurd linnen, opengewerkte lakens en
Finsche boerenvrouw bij het bakken.
sloopen, wandkleeden, enfin te veel om op
te noemen, dat alles met veel geduld en toe
wijding in de lange winters was gemaakt.
Eigenlijk is liet weven pas de laatste jaren
weer algemeen geworden, vooral door toe
doen van de Iluisvrouwenvereeniging, waar-
ZONDAG 19 SEPTEMBER.
Hilversum I.
8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 6.30
VPRO. 8.0012.00 AVRO.
9.00 Postduivennieuws.
9.05 Tuinbouwpraatje.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.45 Lezing „Van Staat en maatschappij".
10.00 VARA-orkest.
10.40 Literair programma.
11.20 Dubbelmannenkwartet „Kunstmin",
12.00 Orgelspel, zang- en vioolsoli.
I.30 Causerie „De Indische Soos",
2.00 Boekbespreking.
2.30 Omroeporkest en solist. In de pauze:
Gramofoonmuziek.
4.15 AVRO-Dansorkest.
4.55 Sportnieuws ANP.
5.30 Kinderuür.
6.00 Sportuitzending.
6.15 Sportnieuws ANP.
6.20 Gramofoonmuziek.
6.30 Reportage.
7.00 Doopsgezinde Kerkdienst.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 „Herfstpotpourri", gevarieerd program
ma.
9.31 Radiojournaal.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.15 Kovacs Lajos' orkest en soliste.
II.00 Berichten ANP. Hierna AVRO-Dans
orkest.
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H.
8.30 NCRV. 9.30 KRO. 5.05 NCRV. 7.45—
11.30 KRO.
8.30 Morgenwijding.
10.15 Hoogmis.
12.15 KRO-orkest (Om 1.00 Causerie voor
studenten).
2.00 Vragenhalfuur.
2.30 Sportreportage.
2.50 Stedelijk orkest Maastricht.
3.30 Vervolg concert.
4.00 Ziekenhalfuur.
4.25 Gramofoonmuziek.
4.30 Sportreportage, -uitslagen en Gramo-
fo nmuziek.
5.05 Gereformeerde Kerkdienst. Hierna: Ge
wijde muziek (Gr.pl.).
bii he>t mooie ie, dat me>n de eeuweno,^
natronen weer heeft opgespoord en die uit,
sluitend verwerkt,
Langdurig aiaefa^
Natuurlijk wilde ik dan ook nog graag
boerderij zien, zoodat we vervolgeus Urg8
1p vele verspreid liggende gebouwen .vaB.
lelden 'waaruit hier een boerderij besta*,
ïoestal korenschuren, paardestal, san,*
(badhuisje), droogkamer (een schuur wa,r
wordt gestookt om liet gedorschte graan te
drogen), houtschuren, enz. Druk pratende
uitleggende stapte de boerin dan voor
ons uit en van (te vele scherpe steenen
scheen ze aan haar bloote voeten mets te
merken, ja, gewoonlijk werd niet eens mo«i.
te gedaan om de paarden- en kippenspor»u
te ontwijken. Soriis ook had ze inmi<ki»is
een naar groote laarzen aangetrokken om
de koeien van 't land te halen, die altijd fn
de stal worden gemolken en dat was
voor ons het sein om met afscheidnemer
te beginnen, wat in Finland een langdurig
bezigheid is; minutenlang schudt men
kander (te hand, zegt daarbij steeds weer;
Nu adjö adjö, tack so mucket", en bedenkt
öndér de hand nog allerlei vriendelijkheden
zoodat het eigenlijk maar een opluchting
als men eenmaal goed en wel in de mot»,
boot zit en over het meer met z'n vele jn.
hammen en eilandjes weer naar huis tuft.
M. T. BOEKEIJ,
6.45 Gereformeerde Evangelisatie-Zangkoor
„Th. Beza".
7.20 Gewijde muziek (Gr.pl.).
7.45 Sportnieuws.
150 Causerie over Blindenzorg.
g'lO Berichten ANP. Mededeelingen.
8.20 Europeesch concert uit Zürich en L&u.
sanna.
9.20 Gramofoonmuziek.
9.25 Interview „Licht en donker in den
K.R.O.!"
9.30 KRO-Melodisten.
10.15 Misaiepraatje.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Epiloog.
11.0011.30 Esperantolezing.
MAANDAG 20 SEPTEMBER.
Hilversum I.
Algemeen porgramn*», verzorgd door d?n
KRO.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek. (Gr.pl.).
10.30 Gramofoonmuziek en declamatie.
12.15 J. Canto's ensemble.
I.00 Orgelspel.
2.00 Radiotooneel.
2.45 Lyra-Trio.
3.30 Omroeporkest.
4.30 Causerie „Meesterwerken van de Fran-
sche toonkunst".
5.30 Kovacs Lajos' orkest.
6.30 AVRO-Dansorkest.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.40 Zang en piano.
8.00 Berichten ANP. Mededeeling
8.10 Gramofoonmuziek.
9.00 Radiotooneel.
9.15 Omroeporkest en solist.
10.00 Interview.
10.20 Orgel en zang.
II.00 Berichten ANP. Hierna AVRO-Dans.
orkest.
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H.
NCRV-uitzending.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek.
8.30 Gramofoonmuziek.
9.30 Gelukwenschen.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.00 Christ. lectuur.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
I.00 Orgelspel.
2.00 Voor de scholen.
2.30 Reportage v. d. Maranatha-Conferentie.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonplaten.
5.00 Voor de kinderen.
5.45 Pianovoordracht.
6.30 Vragenuur.
7.00 Berichten
7.15 Vervolg vragenuur.
7.45 Causerie „Prinsjesdag in de Residentie".
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber.
8.15 Orgelconcert.
9.15 Causerie „Verblijdende verschijnselen in
de jongeren-wereld".
9.45 Amsterdams Salonorkest. (Om 10.00 Be
richten ANP).
10.45 Gymnastiekles.
II.00 Vervolg concert.
11 3012.00 Gramofoonmuz. Hierna Schrift
lezing.
Feuilleton
Vertaling Eva Raedt de Canter
13.
„Inderdaad". De Reichleau fronsde zijn
wenkbrauwen. „Hoe kwam je daar zoo bij?"
„Hij keek scheel, een onoogelijk uitziend
kereltje. Denk je dat ik me vergist heb?"
„Zou je hem weer herkennen?"
„Hm", knikte Simon, „ik denk het wel".
„In ieder geval moeten wij op onze hoede
zijn. In een land waar een groote organisatie
der geheime politie bestaat, is het voor een
spion maar een geringe moeite een andere
spion op den uitkijk te zetten. Deze man zal
wel geheel onafhankelijk van onze officieele
gidsen werken en hen zelfs onbekend zijn. Wij
moeten verduiveld goed opletten."
Onder het spreken traden zij den dierentuin
binnen en vonden zonder moeite het roof
vogelhuis; doch tevergeefsch zochten zij naar
Jack Straw. Bij den uitgang der zaal stond
een portier, de eenige andere bezoeker van
het groote vogelhuis was een man, die iets
verderop stond- met een prachtig gesoigneerde
witte snor. Hij maakte den indruk alsof hij
betere tijden gekend had.
Toen zij langzaam langs de kooien liepen,
kwamen zij in de nabijheid van den ouden
man, die in de tegenovergestelde richting
liep. Nadat zij hier en daar de vogels hadden
bewonderd, kwamen zij samen voor een kooi
waarin gieren zaten, te staan. Deze kooi be
vond zich ongeveer in het midden van de zaal.
„Wat een gulzige beesten," riep de oude
man eensklaps uit, met een verrassend jeug
dige stem, terwijl hij met zijn stok zwaaide.
„Zij zijn precies als de Sovjetcommissaris
sen tegen de keizerlijke adelaars die Tsaren
waren," antwoordde de hertog zacht.
„Je hebt je gidsen gisterenavond leelijk voor
den gek gehouden," vervolgde de ander in
vloeiend Engelsch. „Maar je moet oppassen,
er zijn er nog anderen die jullie bespion-
neeren."
„Dank je. Heb je nieuws van Van Rijn
voor ons?"
„Neen, ik weet niet wat er met hem ge
beurd is. Maar ik weet wel waarom hij naar
Rusland gekomen is."
„Prachtig, dat kan al voldoende zijn."
„Na Shulimoff was hij schatkistbewaarder,
de oude prins droeg deze persoonlijk aan hem
over, voor hij in 1917 werd afgezet. Men zegt
ter waarde van millioenen roebels goud en
juweelen -God weet waar zij zijn. De bolsje
wisten zoeken er al jaren naar. Maar dat is
Rex' geheim."
Deze jeugdige Engelsche stem onder de
grijsbesnorde lippen van den ouden Rus was
zoo vreemd, dat Simon moeite had zijn lachen
te bedwingen. Langzaam liepen ze langs de
kooien naar de deur aan den tegenovergestel-
den kant, waar de portier stond.
„Een moedige kerel, die Rex", ging hun be
jaarde metgezel voort. „Ik heb hem leeren
kennen toen hij in negentienhonderd negen en
twintig overkwam om voor de Amerikanen
polo te spelen: Ik hoop, dat hij het goed
maakt."
„Veertien dagen geleden ontving ik een
brief waarom om hulp werd gevraagd", zei
de hertog. „Hij was in Helsingfors gepost.
Hij zat ergens in de gevangenis, doch onge
lukkigerwijs hebben wij er geen idéé van,
waar. Hij moet op de een of andere wjjze
weer in handen van de autoriteiten zijn ge
komen."
„Vermoedelijk is hij op verboden grondge
bied aangetroffen. Daar zijn zij fel op. Groote
gebiede.n zijn voor. buitenlanders altijd ge
sloten."
„Waar eh was het landgoed van prins
Shulimoff?" vroeg Simon. „Dat kan ons op
het spoor brengen."
„Dat is nu juist de moeilijkheid. De oude
was fabelachtig rijk. Hij had een dozijn land
goederen, één buiten Moskou en één nabij
Leningrad. Een villa in Ylta dat is de Rus
sische Rivièra, zooals u weet. Dan bezat hij
een enorm grondgebied in de nabijheid van
Tobolsk in Siberië, bezittingen in Pskov en
Yaroslavl en bovendien nog in de Kaukasus.
En zoo'n slimme, oude vogel als hij is, zal zijn
schatkist nooit in een van die villa's verbor
gen gehad hebben. De oude jongen zal wel
gedacht hebben, dat het veiliger was, zijn
kostbaarheden in een van de mannenkloosters
of in de kelders van een vriend te verbergen."
„Ik geloof, dat wij nog een reis door geheel
Rusland moeten maken", merkte Simon op.
„U kunt voor mij een goed werkje opknap
pen, wanneer u tenminste van plan bent naar
Londen te gaan", zei de jong-oude man glim
lachend. „Loop even aan bij de Thatched
House Club en vraag daar naar kolonel Mars
den. Geef hem deze bpodschap van Jack
Straw: De Stravinsky's hebben twaalf en zes
en vier gekregen. Wilt u dat doen? Hij weet
wel wat dit beteekent. Denkt u dat u het ont
houden kunt?"
Kolonel Marsden, de Stravinsky's hebben
twaalf en zes en vier gekregen," herhaalde de
hertog. „Ja, ik zal het onthouden".
„Uitstekend. Het is wel mogelijk, dat ik
hem dit bericht langs een anderen weg kan
doen toekomen, doch men kan nooit te veel
verbindingen hebben. Ik zal u nog wat anders
vertellen. Wanneer u een rondreis langs de
landgoederen van Shulimoff gaat maken, en
soms in de buurt van Tobolsk komt, kijk
dan goed uit je oogen. Daar wordt juist op
het oogenblik een geweldige activiteit ont
wikkeld. Wjj hadden graag geweten wat dit
alles te beteekenen had. Of het een nieuwe
handelszaak is, in aansluiting op het vijfjaren
plan, öf een militaire manoeuvre. Vertel
Marsden alles wat u onderweg hoort, alle
kleine nieuwtjes maken samen een groot,
nietwaar?"
De Reichleau glimlachte. „Ik hoop, dat wij
niet genoodzaakt zullen zijn, een bezoek in
Syberië af te leggen. Doch je kunt erop
rekenen, dat, als wij zullen gaan, wij onze
oogen den kost zullen geven."
„Daar gaat het juist om. Het spyt me, dat
ik de heeren niet in de club kan uitnoodlgen,
teneinde iets met mij te drinken. Mijn positie
is hachelijk, eh officieel, begrijpt u.
Kijk uit!"
Zij waren bijna bij den uitgang van het
vogelhuis. Zij draaiden zich vlug om en zagen
iemand die zijdelings naar hen keek. Hij was
als een kantoorbediende gekleed en was bin
nen gekomen zonder dat zij hem gehoord
hadden. Oogenschijnlijk bestudeerde hij een
havik. Na enkele seconden keek hij tersluiks
in hun richting en de hertog en Simon zagen
dadelijk, dat hij scheel was. Beiden deden
alsof zij bij hun ouderen vriend vandaan gin
gen; doch toen zij weer terugkeerden, be
merkten zij, dat Jack Straw zich had verwij*
derd. Onhoorbaar, hij was nergens meer te
zien.
HOOFDSTUK VII.
Simon wordt bijna verliefd.
Later, tegen den middag, toen Simon in de
hall van het Metropole Hotel zat te wachten,
vroeg hrj zich af of Valeria Petrovna haar
belofte om met hem te gaan lunchen, niet had
vergeten. Het was bijna kwart over een, en
ze had zich nog niet laten zien. Hij vond het
waarschijnlijker dat ze zijn uitnoodiging nooit
ernstig had opgevat en om zich hiervan te
overtuigen, had hij bij zijn terugkeer van het
dierenpark den hall-portier opgedragen, haar
°P te bellen en een boodschap op haar kamer
te laten bezorgen. De klok wees twee minuten
over half twee, toen ze arriveerde, stralend
van schoonheid, gestoken in een prachtige
jontjas. Zij stak beide handen uit toen zij op
hem toetrad.
„O, mr. Aron, wat een verrassing u hier te
zien!" 6
(M'ordt vervolgd.)