V an lekkerbekken en eerlijke menschen Het verboden grondgebied Radioprogramma Uit het land der duizend meren door Dennis Wheatley OVERDADIG ETEN BIJ EENVOU DIGE BOEREN. MEN HANGT DEN SLEUTEL NAAST DE HUISDEUR. Onze reizende medewerkster in het hooge Noorden heeft haar ontdek kingsreis in Finland, het land der duizend meren, voortgezet en geeft in bijgaand art. tal van bijzonder heden over zedeji en gebruiken op het Finsche boerenland. Het is een droevig, maar waar feit, dat dichters miskende en on begrepen menschen zijn. Wie weet b.v. hoe hévig ontroerd de lang- lokkige zoon Finlands is geweest, die op een droomerigen manenacht een versje zat te maken op zijn geliefd vaderland, toen hem den mystieken naam „Verloren Dochter der Zee" aan zijn zangersfooezem ontsnapte. En toch meende ik, nuchter mensdh, 'dat er een op 't strand gelegen walvisch imee was bedoeld en daarna, dat 't. de titel was van een 3e rangs romannetje. Om verdere verwarring te voorkomen, lijkt 't me daarom beter, dat ik me houd aan de meer bekende benaming „Land der 1000 meren", die me toch ook sympathie ker is, omdat daaruit weer eens de be scheidenheid der Finnen blijkt. Want in werkelijkheid zijn er wel 35.000 meren in hun land, ja, men is nog niet eens klaar met tellen en als eerst Noord-Finland pre cies in kaart is gebracht, wordt dit getal waarschijnlijk nog beduidend hooger. Verdeeling van het grondbezit. Intusschen geven die vele meren, die 11 van de oppervlakte beslaan, een heel ei gen karakter aan Finland, dat verder voor 65 met bósch is bedekt. Men heeft uit gerekend, dat als al die bosschcn gelijke lijk onder de inwoners werden verdeeld, ieder 7 H.A. zou krijgen. Niet dat dit in werkelijkheid zoo is; wel is pl.m. 60 der bevolking landeigenaar, maar de meeste .daarvan hebben niet meer dan 2 tot 5 H.A., terwijl er'een twintigtal Finnen is',' rdië' ieder meer dan 10.000 H.A. bezitten, wat je dus geen keuterboeren meer kunt noemen. Nu is het hier echter kenmerkend, dat hoe grootef de bezittingen zijn, hoe slechter ze worden bewerkt; zelfs zoo, dat op grootè landgoederen soms honderden H. A. onge bruikt. liggen. Met het oog hierop en tevens om zooveel mogelijk menschen aan een bestaan te helpen, heeft de regeering een wet uitgevaardigd, de „Lex Kallio" (ge noemd naar don ijverigsten voorvechter er van, den tegenwoordigen President Kallio, die toen nog Minister van Landbouw was), waardoor aan degenen, die niets bezitten, land kan worden toegewezen. Zijn voor dit doel geen staatsgronden aanwezig en is ook niets uit privébezit te koop, dan worden van die groote landgoederen stuk ken onteigend, tegen een ter plaatse gel denden middelprijs. Het geld, dat de nieuwe eigenaar noodig heeft om het be drijfje te koopen, wordt hem door den Staat geleend tegen een matige rente, ter wijl hij jaarlijks 5 a 6 moet aflossen. Op deze wijze heeft de Stag.t o.a. uit 1 aangekocht groot landgoed ruim 900 zelfstandige boerderijtjes gemaakt. Bovendien probeert de re geering, door het toekennen van premiën, alle hoeren aan te moedi gen om bosschen tot bouwland te ontginnen. Door al deze maatrege len zijn inderdaad duizenden H.A. meer akkerland ontstaan, zoodat Finland steeds minder afhankelijk wordt van andere staten. Méar ondanks alles zijn er nog veel meer duizenden H.A. ongerepte natuur over. zoodat de stedelingen nog gemakkelijk een eenzaam plekje vinden om er een zomer huis tè bouwen. In zoo'n houten villa, aan één dier vele meren in Zuidwest- Finland, logeerde ik 3 weken bij een dok tersfamilie uit Hetsingfors en leidde daar een leventje van zwemmen, roeien, wande len en vooral eten en drinken. Niet minder dan 5 maal per dag moesten we voor een min of meer uitgebreiden maaltijd aan treden, waarbij voor mij de moeilijkheid was, hoe met al die wonderlijke gerech ten om te springen. Spraakverwarring. Ik maakte dan ook de gekste fouten; door b.v. 2 aardappelen op m'n bord te ne men terwijl al de anderen er maar 1 hadden en daaromheen een krans maakten van kaas, compote, sardientjes, brood, vleesch, hoter, enz. En met de peulen stelde ik me al héél dom aan; daar ging ik n.1. met m'n vork op los en als je in Finland netjes wilt wezen, pak je ze in je vingers doopt, ze in gesmolten boter, rist ze tusschen de tanden leeg en legt de uitgekauwde doppen weer terug op je bord. Dan was er nog de Fin- sche nationale kost: dikke melk met sui ker, een ware lekkernij, die ze hier „fïl" noemen. Maar dat spreken ze precies uit als het Duitsche woord „viel" (veel) en dat werkte verwarrend, want toen m'n gastvrouw me eens vroeg, of ik vandaag ook „fil" wilde eten, zei ik natuurlijk be scheiden, nee, ik wou niet „viel" hebben, met gevolg dat later de anderen zaten te smullen en ik met m'n bescheiden gezicht toekeek. Snoeplustige koeien. Heelemaal nutteloos was m'n leven op Ekeberga toch nog niet want af en toe vervulde ik de weinig charmante, maar toch zeer nuttige taak van vogelverschrik- ster. De eekhoorns konden n.1. niet van de aardbeien afblijven en hadden er verder veel schik in om de kersen van den boom te rukken en op den grond te smijten, waarbij ze dan de dolste vreugdesprongen maakten. En dan waren er nog buunman's roodbonte koeien, die in dezen drogen zomer den groentetuin verkozen Iwven de dorre weide, zoodat Herr Doktor 3 dagen lang hekjes stond te timmeren, terwijl ik „kssssj! ksssej!" r iep. 't Was eigenlijk maar Spijtig, dat na drie dragen de koeien Weer naar een ander eiland wérden ge bracht. Niet dat wij toen van ze bevrijd waren; 's nachts kwam n.1. de heele kolonne over het meer zwem men en stond 's morgens weer likkebaardend midden in de kom kommers. Poste restante. Maar behalve door deze indringers werd het rustige leven door niets en niemand gestoord, zelfs niet door een bakker of postbode, want het brood werd, zooals overal op het land, thuis gebakken en alle post voor het gehucht Gerknas werd 5 X per week in een kastje gelegd, waar ieder het zijne uitzocht. Toch ontving ik eens op een Zondag een aangeteekend stuk, doordat toevallig iemand van 't station was geko men". „Iemand van de post?" vroeg ik ver baasd. ,Nee-ee, zóó maar iemand en die had toen mijn brief meegenomen." Ook geldzendin gen ontving je via het postkastje. Wilde je postzegels koopen, dan legde je eenvoudig geld met een verklarend papiertje er bij in het kastje en den volgenden avond vond je prompt de zegels er voor in de plaats. Dat er iets weggenomen zou kunnen worden, daaraan denkt men in dit eerlijke land niet, ofschoon men ook hier zijn zake wel degelijk achter slot en grendel bewaart. Maar wan neer wij b.v. allen tegelijk uitgingen, werd de deur secuur gesloten en de sleutel... kwam er naast te hangen op een spijker! Dat is onvervalscht Finsch en zoo is het hier overal: vind je je hotelkamer, een huis of een kerk op slot, geen nood, wanneer je even rond de deurlijst kijkt, dan vind je den sleutel zeker in de buurt, 't Is vrij naïf, maar het voorkomt veel ergernis. Op een boerderij. Amusante onderbrekingen in het rustige leven waren de bezoeken die we brachten aan de omliggende boerderijen. Ik moet zeg gen, te. veel drukte over het visite-toilet maakt men in Gerknas niet; ieder ging ge woon in zijn gemakkelijke plunje van allen- dag en de dames deden zelfs niet eens hun schort af; ook de gastvrouw ontving ons steeds volkomen in werktenue, de mouwen opgestroopt, een hoofddoek onder de kin vastgeknoopt en bai-revoets. De begroeting was steeds bijzonder hartelijk: „valkommen! valkommen! stig in, stig in!" (ga binnen), maar nadat we dan naar de visitekamer waren geleid, verdween ze zelf weer. Je zat dan maar een beetje onwennig bij elkaar en wist je huisgenooten momenteel ook niets nieuws te vertellen cn' bekeek zwijgend de gewoveir vloerloopérs, de kolossale', witte kachel, die bijna tot den zolder reikte-en de foeileelijke platen aan den wand, tot na n kwartier of langer cle yrouw des huizes weer binnenkwam en de tafel begon te dekken. Gastvrijheid. En dan was ik steeds weer een en al ver bazing over al het moois dat daarbij werd uitgestald: zilveren kannetjes en schaaltjes, kristallen bordjes, porceleinen kommetjes, 4 5 soorten brood en allerlei kostelijk gebak, waarvan je je met kunstig gesmede zilveren scheppen en tangen kon bedienen. Er is hier een eigenaardige tegenstelling tusschen het sobere uiterlijk der menschen en de feeste lijkheid van hun gedekte tafels. Met een „var sa god!" (lett.: wees zoo goed) werden we tot eten uitgenoodigd. Maar de gastvrouw verdween weer van 't tooneel en kwam al leen af en'toe binnen om nog eens koffie in te schenken. Wie niet meer wilde, zei,, tack so mucket" en ging weer aan den kant zit ten. Pas nadat alles weer was weggeruimd kwam dan de vrouw bij ons zitten 'praten en omdat ik nooit m'n bewondering voor het mooie tafellinnen kon onderdrukken, werden dan meestal meteen de oude kisten geopend, die overal in de kamers staan (en die om de zinrijke beschildering op den bin nenkant van het deksel op zichzelf al een kijkje waard zijn) en daaruit kwam dan een schat van eigengeweven stoffen, fijnge- borduurd linnen, opengewerkte lakens en Finsche boerenvrouw bij het bakken. sloopen, wandkleeden, enfin te veel om op te noemen, dat alles met veel geduld en toe wijding in de lange winters was gemaakt. Eigenlijk is liet weven pas de laatste jaren weer algemeen geworden, vooral door toe doen van de Iluisvrouwenvereeniging, waar- ZONDAG 19 SEPTEMBER. Hilversum I. 8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 6.30 VPRO. 8.0012.00 AVRO. 9.00 Postduivennieuws. 9.05 Tuinbouwpraatje. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.45 Lezing „Van Staat en maatschappij". 10.00 VARA-orkest. 10.40 Literair programma. 11.20 Dubbelmannenkwartet „Kunstmin", 12.00 Orgelspel, zang- en vioolsoli. I.30 Causerie „De Indische Soos", 2.00 Boekbespreking. 2.30 Omroeporkest en solist. In de pauze: Gramofoonmuziek. 4.15 AVRO-Dansorkest. 4.55 Sportnieuws ANP. 5.30 Kinderuür. 6.00 Sportuitzending. 6.15 Sportnieuws ANP. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.30 Reportage. 7.00 Doopsgezinde Kerkdienst. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 „Herfstpotpourri", gevarieerd program ma. 9.31 Radiojournaal. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.15 Kovacs Lajos' orkest en soliste. II.00 Berichten ANP. Hierna AVRO-Dans orkest. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. 8.30 NCRV. 9.30 KRO. 5.05 NCRV. 7.45— 11.30 KRO. 8.30 Morgenwijding. 10.15 Hoogmis. 12.15 KRO-orkest (Om 1.00 Causerie voor studenten). 2.00 Vragenhalfuur. 2.30 Sportreportage. 2.50 Stedelijk orkest Maastricht. 3.30 Vervolg concert. 4.00 Ziekenhalfuur. 4.25 Gramofoonmuziek. 4.30 Sportreportage, -uitslagen en Gramo- fo nmuziek. 5.05 Gereformeerde Kerkdienst. Hierna: Ge wijde muziek (Gr.pl.). bii he>t mooie ie, dat me>n de eeuweno,^ natronen weer heeft opgespoord en die uit, sluitend verwerkt, Langdurig aiaefa^ Natuurlijk wilde ik dan ook nog graag boerderij zien, zoodat we vervolgeus Urg8 1p vele verspreid liggende gebouwen .vaB. lelden 'waaruit hier een boerderij besta*, ïoestal korenschuren, paardestal, san,* (badhuisje), droogkamer (een schuur wa,r wordt gestookt om liet gedorschte graan te drogen), houtschuren, enz. Druk pratende uitleggende stapte de boerin dan voor ons uit en van (te vele scherpe steenen scheen ze aan haar bloote voeten mets te merken, ja, gewoonlijk werd niet eens mo«i. te gedaan om de paarden- en kippenspor»u te ontwijken. Soriis ook had ze inmi<ki»is een naar groote laarzen aangetrokken om de koeien van 't land te halen, die altijd fn de stal worden gemolken en dat was voor ons het sein om met afscheidnemer te beginnen, wat in Finland een langdurig bezigheid is; minutenlang schudt men kander (te hand, zegt daarbij steeds weer; Nu adjö adjö, tack so mucket", en bedenkt öndér de hand nog allerlei vriendelijkheden zoodat het eigenlijk maar een opluchting als men eenmaal goed en wel in de mot», boot zit en over het meer met z'n vele jn. hammen en eilandjes weer naar huis tuft. M. T. BOEKEIJ, 6.45 Gereformeerde Evangelisatie-Zangkoor „Th. Beza". 7.20 Gewijde muziek (Gr.pl.). 7.45 Sportnieuws. 150 Causerie over Blindenzorg. g'lO Berichten ANP. Mededeelingen. 8.20 Europeesch concert uit Zürich en L&u. sanna. 9.20 Gramofoonmuziek. 9.25 Interview „Licht en donker in den K.R.O.!" 9.30 KRO-Melodisten. 10.15 Misaiepraatje. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Epiloog. 11.0011.30 Esperantolezing. MAANDAG 20 SEPTEMBER. Hilversum I. Algemeen porgramn*», verzorgd door d?n KRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek. (Gr.pl.). 10.30 Gramofoonmuziek en declamatie. 12.15 J. Canto's ensemble. I.00 Orgelspel. 2.00 Radiotooneel. 2.45 Lyra-Trio. 3.30 Omroeporkest. 4.30 Causerie „Meesterwerken van de Fran- sche toonkunst". 5.30 Kovacs Lajos' orkest. 6.30 AVRO-Dansorkest. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.40 Zang en piano. 8.00 Berichten ANP. Mededeeling 8.10 Gramofoonmuziek. 9.00 Radiotooneel. 9.15 Omroeporkest en solist. 10.00 Interview. 10.20 Orgel en zang. II.00 Berichten ANP. Hierna AVRO-Dans. orkest. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. NCRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek. 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Christ. lectuur. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. I.00 Orgelspel. 2.00 Voor de scholen. 2.30 Reportage v. d. Maranatha-Conferentie. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonplaten. 5.00 Voor de kinderen. 5.45 Pianovoordracht. 6.30 Vragenuur. 7.00 Berichten 7.15 Vervolg vragenuur. 7.45 Causerie „Prinsjesdag in de Residentie". 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber. 8.15 Orgelconcert. 9.15 Causerie „Verblijdende verschijnselen in de jongeren-wereld". 9.45 Amsterdams Salonorkest. (Om 10.00 Be richten ANP). 10.45 Gymnastiekles. II.00 Vervolg concert. 11 3012.00 Gramofoonmuz. Hierna Schrift lezing. Feuilleton Vertaling Eva Raedt de Canter 13. „Inderdaad". De Reichleau fronsde zijn wenkbrauwen. „Hoe kwam je daar zoo bij?" „Hij keek scheel, een onoogelijk uitziend kereltje. Denk je dat ik me vergist heb?" „Zou je hem weer herkennen?" „Hm", knikte Simon, „ik denk het wel". „In ieder geval moeten wij op onze hoede zijn. In een land waar een groote organisatie der geheime politie bestaat, is het voor een spion maar een geringe moeite een andere spion op den uitkijk te zetten. Deze man zal wel geheel onafhankelijk van onze officieele gidsen werken en hen zelfs onbekend zijn. Wij moeten verduiveld goed opletten." Onder het spreken traden zij den dierentuin binnen en vonden zonder moeite het roof vogelhuis; doch tevergeefsch zochten zij naar Jack Straw. Bij den uitgang der zaal stond een portier, de eenige andere bezoeker van het groote vogelhuis was een man, die iets verderop stond- met een prachtig gesoigneerde witte snor. Hij maakte den indruk alsof hij betere tijden gekend had. Toen zij langzaam langs de kooien liepen, kwamen zij in de nabijheid van den ouden man, die in de tegenovergestelde richting liep. Nadat zij hier en daar de vogels hadden bewonderd, kwamen zij samen voor een kooi waarin gieren zaten, te staan. Deze kooi be vond zich ongeveer in het midden van de zaal. „Wat een gulzige beesten," riep de oude man eensklaps uit, met een verrassend jeug dige stem, terwijl hij met zijn stok zwaaide. „Zij zijn precies als de Sovjetcommissaris sen tegen de keizerlijke adelaars die Tsaren waren," antwoordde de hertog zacht. „Je hebt je gidsen gisterenavond leelijk voor den gek gehouden," vervolgde de ander in vloeiend Engelsch. „Maar je moet oppassen, er zijn er nog anderen die jullie bespion- neeren." „Dank je. Heb je nieuws van Van Rijn voor ons?" „Neen, ik weet niet wat er met hem ge beurd is. Maar ik weet wel waarom hij naar Rusland gekomen is." „Prachtig, dat kan al voldoende zijn." „Na Shulimoff was hij schatkistbewaarder, de oude prins droeg deze persoonlijk aan hem over, voor hij in 1917 werd afgezet. Men zegt ter waarde van millioenen roebels goud en juweelen -God weet waar zij zijn. De bolsje wisten zoeken er al jaren naar. Maar dat is Rex' geheim." Deze jeugdige Engelsche stem onder de grijsbesnorde lippen van den ouden Rus was zoo vreemd, dat Simon moeite had zijn lachen te bedwingen. Langzaam liepen ze langs de kooien naar de deur aan den tegenovergestel- den kant, waar de portier stond. „Een moedige kerel, die Rex", ging hun be jaarde metgezel voort. „Ik heb hem leeren kennen toen hij in negentienhonderd negen en twintig overkwam om voor de Amerikanen polo te spelen: Ik hoop, dat hij het goed maakt." „Veertien dagen geleden ontving ik een brief waarom om hulp werd gevraagd", zei de hertog. „Hij was in Helsingfors gepost. Hij zat ergens in de gevangenis, doch onge lukkigerwijs hebben wij er geen idéé van, waar. Hij moet op de een of andere wjjze weer in handen van de autoriteiten zijn ge komen." „Vermoedelijk is hij op verboden grondge bied aangetroffen. Daar zijn zij fel op. Groote gebiede.n zijn voor. buitenlanders altijd ge sloten." „Waar eh was het landgoed van prins Shulimoff?" vroeg Simon. „Dat kan ons op het spoor brengen." „Dat is nu juist de moeilijkheid. De oude was fabelachtig rijk. Hij had een dozijn land goederen, één buiten Moskou en één nabij Leningrad. Een villa in Ylta dat is de Rus sische Rivièra, zooals u weet. Dan bezat hij een enorm grondgebied in de nabijheid van Tobolsk in Siberië, bezittingen in Pskov en Yaroslavl en bovendien nog in de Kaukasus. En zoo'n slimme, oude vogel als hij is, zal zijn schatkist nooit in een van die villa's verbor gen gehad hebben. De oude jongen zal wel gedacht hebben, dat het veiliger was, zijn kostbaarheden in een van de mannenkloosters of in de kelders van een vriend te verbergen." „Ik geloof, dat wij nog een reis door geheel Rusland moeten maken", merkte Simon op. „U kunt voor mij een goed werkje opknap pen, wanneer u tenminste van plan bent naar Londen te gaan", zei de jong-oude man glim lachend. „Loop even aan bij de Thatched House Club en vraag daar naar kolonel Mars den. Geef hem deze bpodschap van Jack Straw: De Stravinsky's hebben twaalf en zes en vier gekregen. Wilt u dat doen? Hij weet wel wat dit beteekent. Denkt u dat u het ont houden kunt?" Kolonel Marsden, de Stravinsky's hebben twaalf en zes en vier gekregen," herhaalde de hertog. „Ja, ik zal het onthouden". „Uitstekend. Het is wel mogelijk, dat ik hem dit bericht langs een anderen weg kan doen toekomen, doch men kan nooit te veel verbindingen hebben. Ik zal u nog wat anders vertellen. Wanneer u een rondreis langs de landgoederen van Shulimoff gaat maken, en soms in de buurt van Tobolsk komt, kijk dan goed uit je oogen. Daar wordt juist op het oogenblik een geweldige activiteit ont wikkeld. Wjj hadden graag geweten wat dit alles te beteekenen had. Of het een nieuwe handelszaak is, in aansluiting op het vijfjaren plan, öf een militaire manoeuvre. Vertel Marsden alles wat u onderweg hoort, alle kleine nieuwtjes maken samen een groot, nietwaar?" De Reichleau glimlachte. „Ik hoop, dat wij niet genoodzaakt zullen zijn, een bezoek in Syberië af te leggen. Doch je kunt erop rekenen, dat, als wij zullen gaan, wij onze oogen den kost zullen geven." „Daar gaat het juist om. Het spyt me, dat ik de heeren niet in de club kan uitnoodlgen, teneinde iets met mij te drinken. Mijn positie is hachelijk, eh officieel, begrijpt u. Kijk uit!" Zij waren bijna bij den uitgang van het vogelhuis. Zij draaiden zich vlug om en zagen iemand die zijdelings naar hen keek. Hij was als een kantoorbediende gekleed en was bin nen gekomen zonder dat zij hem gehoord hadden. Oogenschijnlijk bestudeerde hij een havik. Na enkele seconden keek hij tersluiks in hun richting en de hertog en Simon zagen dadelijk, dat hij scheel was. Beiden deden alsof zij bij hun ouderen vriend vandaan gin gen; doch toen zij weer terugkeerden, be merkten zij, dat Jack Straw zich had verwij* derd. Onhoorbaar, hij was nergens meer te zien. HOOFDSTUK VII. Simon wordt bijna verliefd. Later, tegen den middag, toen Simon in de hall van het Metropole Hotel zat te wachten, vroeg hrj zich af of Valeria Petrovna haar belofte om met hem te gaan lunchen, niet had vergeten. Het was bijna kwart over een, en ze had zich nog niet laten zien. Hij vond het waarschijnlijker dat ze zijn uitnoodiging nooit ernstig had opgevat en om zich hiervan te overtuigen, had hij bij zijn terugkeer van het dierenpark den hall-portier opgedragen, haar °P te bellen en een boodschap op haar kamer te laten bezorgen. De klok wees twee minuten over half twee, toen ze arriveerde, stralend van schoonheid, gestoken in een prachtige jontjas. Zij stak beide handen uit toen zij op hem toetrad. „O, mr. Aron, wat een verrassing u hier te zien!" 6 (M'ordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 10