fL
W,
TMiMi
¥11 PE
1PEN I
Beste Jongens en Meisjes
De onbrandbare zakdoek
EEN AARDIG KNUTSELWERKJE
Een proef
om de warmteb^tveging der lucht
waar te nemen
Augurken uit het Spreewald
August de domme,
een aardige clown
geïllustreerd
vervolgverhaal j
door.
EDGAR RICEj
BURROUGHS';
Maandag zullen jullie de olifanten van
Sarrasani door de stad zien lopen, ook al
ga je niet naar het beestenspul toe, dan zal
je toch volgende week al die vreemde die
ren door de stad zien gaan, net of Den
Helder een wilde beestenstad is geworden.
Je zal de leeuwen horen brullen en de
tijgers, je zal paarden en paardjes rond zien
huppelen, enfin, je zal je kunnen verbeel
den, dat je in Artis bent. En dan al die
buitenlanders met hun vreemde costuums.
Je zal die tentenstad op zien bouwen en al
het druk gedoe van de Circuswereld van
nabij zien. Sarissani is wel goed voor z'n
beesten, maar als je nu zoo'n olifant of
leeuw te spreken kan krijgen, moet je hem
toch eens vragen, waar hij het prettiger
vindt, in de bossen van Afrika of in de
circustent. Ik weet z'n antwoord wel...
Het boek is deze week gewonnen door:
COENTJE COSTER,
Wachtstraat 26.
Winneten. Ja, Winnetou, het wordt
koud, zo koud, dat je je winterjas uit de
kamferballetjes gaat halen en in het kolen
hok de spinnen dood gaat slaan om veilig
kolen te kunnen scheppen en je haar een
week langer laat groeien dan in de zomer
en een dikke deken meer op je bed legt en
nog veel meer. Fijn, dat je nu in de hoogste
klas zit.
Ali de Brujjn. Wat fijn, dat je een
groot deel van je vacantie in Amsterdam
hebt doorgebracht, Ali, de stad met bijna
een millioen mensen, die soms als op een
mierenhoop door elkaar krioelen, maar
waar je toch ook mooie stille plekjes hebt.
En dan 's avonds, wat een feest van licht is
er dan in de Hoofdstad, het straalt van alle
gebouwen op het Damrak, waar klingelende
trams en toeterende auto's voortglijden.
Amsterdam bij avond is veel mooier dan
Amsterdam overdag. Vind je ook niet?
Cor de Jong. Je bent natuurlijk in de
speeltuin geweest in het Oranjewoud, Cor
en in de dwaaltuin. Ik ken ze beide niet,
maar heb er veel over gehoord, 't Moet er
erg mooi zijn en jij zult er dus genoten heb
ben.
Annie Heystek. Heb jij met je vacantie
In Haarlem genoten, Annie? Ik ben er deze
zomer verscheidene malen doorgereden op
weg naar Bloemendaal. Wat is het daar
mooi, hè. Trouwens, ook de buitenwijken
van Haarlem zijn prachtig en de parken
niet te vergeten. En ben je wel eens in de
Buffetaria bij het Station binnengewipt?
Wat een heerlijkheden voor een paar centen
kan je daar kopen.
Hans Boogaard, Ik heb zo het idee,
Hans, dat 'je niet alleen in stilte gehoopt
hebt, dat je een boek zou winnen, maar dat
je het boek wel hardop gewenst hebt. Nu
ik hoop, dat die stille en die luide wens
deze winter in vervulling zullen gaan.
Annie Moor. Ja, wij hebben door de
kou de brand weer in de kachel gestoken,
Annie, en dat is wel nodig, want die twee
ondeugende jongens van me, kwamen Don
derdagmiddag drijfnat thuis. z,e waren on
der een bladerdak gaan zitten, dat ze hun
,,hut noemen, maar dat natuurlijk net zo
hard doorregent als een mandje. En dan is
zo'n kachel goed om de boel te drogen. Een
leuk versje heb je me gezonden, ik druk het
hieronder af.
DE VOGELVERSCHRIKKER.
Boven in de kerselaar,
Staat een pop van zessen klaar,
Om zijn lijf een lange jas,
Om zijn hals een rode das.
Wijd zijn armen uitgestrekt,
Staat hij daar zijn hoofd gedekt,
Met een hoge vilten hoed,
Weet je, wat de man er doet?
Al de dieven uit de heg,
Mus en spreeuwen jaagt hij weg,
Als een boeman staat hij daar
Boven in de kerselaar.
Maar de spreeuwen, hoe gemeen!
Giglen spottend om hem heen,
En wat doet het stout geboefd?
't Nestelt in de hoge hoed!
G. W. Lovendaal.
Uit: Klimop.
Ingez, door: Annie Moor.
Rozeknop, Een leuke schuilnaam vind
ik dat, Rozeknop. Wat zal jij het die tien
dagen fijn gehad hebben in Doorn, toen je
kampeerde. Eigenlijk is dat de fijnste va
cantie, kampeeren, tenminste als het mooi
weer is en dat heb jij gehad. Wat een pracht
omgeving, hè, Doorn. Driebergen, Zeist,
Soest en Amersfoort. Je kan alle kanten uit
en het is overal even mooi.
Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag.
Jullie worden hele ruiters, daar in Den
Haag. Loeki, nu al op een echt manege-
paard gereden. Ik zou er niet graag op zit
ten, want ik herinner me nog goed, dat ik
eens als jongen op een paard zat en dat een
ander het dier toen een klap gaf, zodat ik
van de eene kant naar de andere zat te wip
pen en niet wist hoe ik me vast moest hou
den. Dat zal jullie niet gebeuren. Dag, jon
gens.
Piet Klik. 't Was Zaterdag echt fijn
weer voor een spannend boek of interes
sante raadsels, Piet. Het regende en storm
de, het leek December en toch is het pas
najaar. Heb je de prachtige luchten al ge
zien, waar we iedere dag van kunnen ge
nieten? Je moet eens een keer niet naar de
punten van je schoenen kijken, maar naar
boven, als je uit school komt.
Nelie Grollé. Ja, nu weet ik nog wel,
zo'n beetje wie jij bent, Nelie, want we heb
ben jou toen in Bergen uit laten stappen,
met je koffertje, toen met de Artis-excur-
sie. Goed, vertel me later maar eens wat
van je twee broertjes. Welke ondeugende
streken ze uithalen en hoe lief je voor ze
bent. Of hebben jullie wel eens ruzie, net
als de kippen?
Nu kan ik stoppen, maar ik moet toch
nog even wat vertellen. Jullie weten, dat ik
vorige week schreef over die poesta-plui-
men, dat m'n oudste jochie zo'n pluim ont
stolen was en Zaterdagavond stond er een
vriendelijke dame voor m'n deur en die
bracht me een prachtige bos poesta gras,
of liever, twee bossen, waarvan er een af
komstig was van de jamboree en een van...
't Zand (N.H.), waar een bloemkweeker het
in een kas kweekt. Leuk, hè?
Nu, jongens en meisjes, tot volgende
week.
KINDERVRIEND.
Oplossingen raadsels vorige week:
I.
Redder.
II.
Mevrouw Jansen had zeven kinderen.
Goede oplossingen ontvangen van:
Nelie G.; Tieny C.; Jan W., Bertha en
H. Henny van O.; Nettie H.; Jan J.; Reier
J.; Marie W.; Loei v. d. W.; Theo B.; Johan
v. d. P.; Edie v. d. P.; Fritsje C.; Neetje C.;
Coentje C., Henk v. d. P.; Grietje v. d. W.;
Cor de J.; Ali de B.; Winnetou; Gretha v.
T.; Piet K.; Henk D.; Marietje W.; Dikkie
D.; Co V.; Jeanne G.; Corrie v. B.; Mary J.;
Rozeknop; Hans B.
NIEUWE RAADSELS.
I.
Mijn eerste deel is een jongensnaam. Mijn
tweede deel wordt op een boterham ge
geten en mijn geheel is een broertje van
Harlekijn.
II.
Ik heb geen hand en ik moet toch wijzen.
Ik heb geen mond maar mag nooit zwijgen.
Ik heb geen voeten en moet toch gaan. En
ik mag nooit blijven staan.
Tot grote verwondering van de toeschou
wers is de volgende truc uit te voeren: Je
houdt een zakdoek, die je aan de vlees vork
prikt, boven een kaarsvlam. In tijd van
een ogenblik staat de zakdoek in brand.
Na enkele tellen dooft het vuur echter
uit en zo onwaarschijnlijk als het ook
moge klinken, de zakdoek is nog volkomen
gaaf. Natuurlijk moet men de zakdoek,
waarmede dit kunstje wordt getoverd, van
te voren worden geprepareerd. Dat ge
beurt als volgt: Je legt de zakdoek in een
teiltje met water, tot deze goed door en
door nat is. Dan wring je de doek weer
stevig uit en legt hem hierna in de spiritus.
Nu kan je gerust op de bovenomschreven
wijze de zakdoek aansteken, want hij zal
niet verbranden.
Twee boekensteunen.
Een paar boekensteunen is
altijd een welkom geschenk,
aan wie je die ook geeft en
daarbij nog een aardig werk
je om zelf te maken. De te
kening geeft heel duidelijk te
zien, hoe deze steunen ge
maakt worden. Eerst ver
groot je de tekening van de
boerenzoon tot een hoogte
van 13 c.M., waarna deze fi
guur twee maal wordt uit
gezaagd. Verder heb je vier
plankjes nodig, twee om te
gen de boeken aan te zetten en twee waar
de boerenzoon opstaat. Deze wordt een
voudig met een paar kleine spijkertjes op
het liggende plankje vastgezet door de
voeten en tegen het staande plankje door
de handen. Dat moet echter heel netjes ge
beuren, en misschien zijn daarom kleine
schroefjes nog wel zo goed.
Is alles klaar, dan kun je de boeken
steunen in iedere gewenste kleur netjes
verven en het cadeau is klaar. Want zelfs
als je ^de steunen voor je zelf maakt is
het een cadeau niet waar, alleen geef j%
het dan jezelf ten geschenke.
Wanneer men Berlijn per trein verlaat
in de ricliling van Görlitz, dan krijgt de
wereld, zodra men voorhij Lübben is, plot
seling een ander uiterlijk. Af en toe ziet
men weliswaar een korenveld, een aardap
pelveld of een sappige, groene weide, maar
spoedig, bemerkt men toch, dat hier de bo
dem ook op andere wijze dan elders wordt
bewerkt. Rechts en links van de spoorlijn
strekken zich lange, zonderlinge hoge per
ken uit. Zij zijn van elkander gescheiden
door zeer smalle paden, waarop men de
ene voet voorzichtig voor de andere moet
plaatsen. Terwijl men er nog over na
denkt, welk kostbaar product hier met zo
veel zorg zou worden gekweekt, loopt do
trein het station van Lühbenau binnen.
Sneller, dan men het kon hebben vermoed,
krijgt men antwoord op de vraag, welke
men zichzelf zoeven heeft gesteld. Meisjes
met emmers lopen langs de trein en halen,
zodra zij kopers menen te hebben ontdekt,
een groen-geel glanzend iets te voorschijn
en spoedig ziet men de helft van alle rei
zigers gezellig kauwen.
Hier in Lühbenau wordt een der eigen
aardigste stationsgebruiken hoog in ere ge
houden. Hier worden zodra een trein stopt,
om het even op welk uur van de dag,
augurken verorberd, zure augurken.
In de loodsen en op de bedrijven van de
boeren van Lühbenau staan hoge stapels
van augurkenvaten. Wie een bezoek aan
het Spreewald brengt, schenkt hieraan ge
woonlijk niet de nodige aandacht. Hier
zoekt men zo snel mogelijk een boot, om
door de bosrijke streek te trekken.
De perken der augurken beginnen vlak
achter de huizen. Zij zijn zo uitgestrekt,
dat het ganse landschap vrijwel een enkel
groot augurkembed is. Wanneer men hier
wandelt, ziet men ook, beter dan in de
trein, hoe hoog de bedden zijn. Zo kan het
water uit de vochtige en vrij zware bodem
wegvloeien. Dit is klaarblijkelijk beter,
dan wanneer men de augurken, zoals het
in de omliggende dorpen nog vaak ge
schiedt, op de velden kweekt, liet winnen
van augurken vergt veel zorg maar het
is ook de moeite waard.
Het is een kunst goede augurken te kwe
ken. Er bestaan sedert enkele tijd zelfs be
paalde voorschriften voor baar lengte, wel
ke 25 centimeter niet mag overschrijden,
daar zij anders voor het inmaken niet
meer mogen worden gebruikt. De I.übbc-
nauers hebben het in de kunst van het
kweken van augurken ver gebracht. Dit
merkt men reeds aan de zorg, welke zij
aan hun perken besteden, nog vooraleer in
Mei met het planten wordt begonnen. Dan
ziet men alom knielende mannen en vrou
wen-, die in moeizame arbeid het kostbare
zaadgoed aan de goed voorbereide aarde
toevertrouwen. De Herfst brengt het loon
voor die arbeid. Hij brengt de rijke oogst,
welke dan op de markt te Lübbenau
wordt gebracht.
Wil je de warmtebeweging of trilling
van de lucht waarnemen, neem dan een
stuk dun carton en teken hierop een steeds
verder lopende cirkel, zoals je dit op het
plaatje kunt zien. Kijk de figuur nu eens
goed aan, dan zul je bemerken, dat de te
kening is geknipt tot een soort van slinger,
die in het rond draaiend steeds groter
wordt. Dus je knipt dan precies op het in
het rond lopende lijntje. Nu neem je een
plankje, waarop je een ijzeren pin zet,
natuurlijk precies in het midden. Plaats nu
het A-einde aan de bovenkant van de pin
en zet het hele gevalletje op een warme
kachel. Al spoedig zul je bemerken, dat
het spiraalvormige cartonnetje door de
warmtebewegingen, welke uit de kachel
stralen, als het ware gaat wandelen. Een
interessante proef, die iedereen kan probe
ren.
August de Domme, die, in het circus de
mensen tussen de \erschillende nummers
door, altijd bezig houdt, heeft verschillende
gezichten. Met zijn stemming verandert
zijn gezicht. Daarom geven wij hier een
spelletje, waarmede je veel plezier kunt
hebben, want nu kun je August net zoveel
andere gezichten laten trekken als hij zelf
en jij zelf wilt.
Je hebt niets anders te doen, dan de bei
de zijstroken, waarop de verschillende ge
zichten afgebeeld staan, precies langs de
rand uit te knippen De clown zelf moet
vooral de witte strook langs het lichaam
behouden en ook van boven tot zijn naam
toe, moet het witte papier blijven. Je ziet
onder zijn naam een stippellijn, die door
geknipt moet worden en bij zijn kraag, er
vlak boven, ook een stippellijn, die ook
doorgeknipt moet worden, zodat je twee
gleuven hebt gekregen, waardoor je nu
eerst de ene strook met koppen, daarna de
andere strook voorz'chtig trekt. Op deze
manier wisselt hij dus steeds van gezicht.
No. 9.
Lord Greystoke trok zijn vrouw
onder de aap weg. Na een haastig
onderzoek bleek hem, dat zij geen
letsel had hekomen. De aap was ge
storven op het moment, dat hij naar
zijn vrouw toeliep. Voorzichtig tilde
hij zijn bewustelooze vrouw op en
droeg haar naar de kleine hut. Twee
volle uren duurde het, voordat zij
weer bij kennis was. Haar eerste
woorden vervulden Lord Greystoke
met een vage angst, want enige
oogenblikken, nadat zij haar bewust
zijn weer had teruggekregen, keek
zij verwonderd de kleine hut rond
en zei dan, met een zucht van vol
doening: „O, John, wat is het heer
lijk om weer echt thuis te zijn. Ik
had toch zo'n vreselijke droom,"
„Kom, kom, Alice," zei hij, ter
wijl hij haar over het voorhoofd
streek, „probeer maar te slapen en
wees kalm," Die nacht, terwijl een
luipaard aan de deur stond te krab
ben, en het gebrul der leeuwen even
eens in de nabijheid klonk, werd er
een kleine jongen geboren in de hut,
vlak aan de rand van het oerwoud.
Alice Greystoke herstelde nooit meer
van de schok. Nooit ging zij alleen
buiten de hut. Maar zij was blij en
gelukkig met het bezit van haar
kleine zoon en de toegewijde zorgen
van haar man. Het jaar, dat nu
volgde was heel gelukkig. Greystoke
had reeds alle hoop op redding op
gegeven. Met onverflauwde ijver had
hij gewerkt aan de verfraaiing van
zijn huis. Het jonge leven, dat hen
opvrolijkte, wist niets van de vrese
lijke gebeurtenissen, die vóór hem
lagen in het diepst van de Afri-
kaansche jungle.
(Nieuwe spelling.)