Naar algemeene dienstplicht in Nederland Twee Russische generaals te Parijs verdwenen De geschiktheid van ons leger DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Het jaarlijksch contingent 32000 man Kanton een rookend massagraf Verbinding Alkmaar-Afsluitdijk Voltooiing weg Amsterdam Leeuwarden Eerste oefeningstijd wordt 11 maanden UITGAVE: N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ V/H C. DE BOER JR„ KONINGSTRAAT 78. DEN HELDER. TELEFOON 50.' POSTGIROREKENING 16066 V R IJ D A G Afschaffing van broederdienst en loting In verband hiermede zal de sterk te van het jaarlijksch contingent moeten worden gesteld op 19.500 plus 12.600 is 32.100 of rond 32.000 man. Voorgevoel van een hinderlaag „Onvoldoende opleiding moet met stroomen bloed worden geboet" Dit nummer bevat 8 pagina's EERBERICHT DE BILT SEINT: CHINA Chineezen wijken in het Noorden HELDERSCHE COURANT X 24 SEPTEMBER 1937 65e JAARG. No. 8113 I Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van de dienstplichtwet, waarbij het jaailijksch contingent verhoogd wordt tot 32000 man, de broederdienst en de loting worden aigeschait en de eerste oeienwed- strijd voor de onbereden dienstplichtigen wordt verhoogd tot 11 maan den. Aan 'de toelichting op dit wetsontwerp wordt het volgende ontleend: Het is in den loop der latere jaren, als gevolg van de ontwikkeling van het krijgs wezen, vooral in technisch opzicht, onver mijdelijk gebleken uitbreiding te geven aan de oorlogssamenstelling van tal van wapens en diensten. Een en ander heeft er toe ge leid, dat het jaarlijksch contingent van 19.500 man (waarvan 1000 man voor de zee macht) bij lange na niet meer toereikend is om zelfs met gebruikmaking van het uitzonderlijk hooge getal van 15 lichtingen, hetwelk thans wordt gebezigd om de strijd macht op voet van oorlog te brengen in de behoefte aan geoefenden van de gemobi liseerde weermacht in haar huidige samen stelling te voorzien. Dit heeft o.m. tengevolge gehad, dat de mankracht der compagnieën infanterie met ongeveer 1/4 deel van de sterkte is moeten worden verminderd, om althans de ernstige tekorten, welke door on vermijdelijke uitbreidingen van de oorlogs organisatie van andere onderdeelen van de weermacht waren ontstaan, op te heffen. Het behoeft wel geen betoog, dat een dergelijke wijze van handelen, hoezeer zij door den be- staanden toestand geboden was, in het licht der huidige omstandigheden volstrekt ver werpelijk is geworden. Voorts dient te worden voorzien in de be hoeften aan personeel, zoowel voor uitbrei ding van bestaande legeronderdeelen als voor nieuwe onderdeelen, waarmede de oor- logsorganisatiën moeten worden aangevuld. Dit betreft in de eerste plaats de luchtstrijd krachten, de artillerie, de pioniers en de lichte troepen, omdat de organisatiën voor al in dit opzicht niet meer beantwoorden aan de eischen, welke aan een weermacht, die op de hoogte van den tijd dient te zijn, moeten worden gesteld. Het voor deze uit breidingen vereischte materieel is of wordt ten laste van het defensiefonds of van den kapitaaldienst aangeschaft. Om de geschetste reorganisatie binnen kor ten tijd, in elk geval in ten hoogste vijf ja ren, tot stand te brengen, zal het noodig zijn, dat ook het voor de ooilogsorganisatie ver eischte personeel binnen dezen tijd beschik baar komt. Hiertoe is het onvermijdelijk, de sterkte van de jaarlijksche lichting te stel len op een hooger getal dan dat, waarmede men zou kunnen volstaan, indien het meer benoodigde personeel zou worden geput uit de eerstvolgende 15 lichtingen, waardoor de reorganisatie eerst na 15 jaren volledig tot stand zou kunnen komen. Op grond van het bovenstaande zal de vermeerdering van het contingent moeten bedragen: a. voor opheffing van de bestaande te- Korten, waaronder begrepen het wederom op het oorspronkelijk peil brengen van de mankracht der infanteriecompagnieën rond 4.800 man. b. Voor de behoefte aan personeel voor Eet herzien en uitbreiden van de oorlogsorga- nisatië, in de eerste plaats luchtstrijdkrach ten, artillerie, pioniers en lichte troepen rond 8.200 man. c. voor een snellere voorziening dan nor maal het geval zou zijn, in de behoefte, on der b. bedoeld rond 4.600 man, totaal 12.600 man. Deze verhooging van de lichtingsterkte tot 32.000 man, zal mettertijd, als de reorga nisatie haar beslag zal hebben gekregen, de gelegenheid scheppen nog tot een ander doel te geraken en wel tot vermindering ,van het getal lichtingen, waaruit moet wor den geput om de landmacht op voet van oorlog te brengen, en derhalve tot verjon ging van het bij een mogelijke mobilisatie te velde gaande gedeelte der strijdmacht met alle daaraan verbonden voordeelen: betere geoefendheid, grootere bestandheid tegen vermoeienissen, vermindering van persoonlijke lasten op hoogere leeftijd. Het ligt voor de hand, dat zoowel de con- tingentsverhooging als de hierna te bespre ken verlenging van den oefentijd mede zal bijdragen tot .vex'mindering van het getal werkloozen, Broederdienst. Indien de thans in de dienstplichtwet Vermelde lichtingsterkte van 19.500 man zal plaats maken voor een sterkte van 32.000 man, zal de vrijstelling wegens broe derdienst niet gehandhaafd kunnen wor den. Als men In aanmerking neemt, dat voor 'de lichting 1938 iets minder dan 72.000 per sonen zijn ingeschreven en dat het afkeu ringspercentage de laatste jaren ruim 40 bedraagt, kan het getal geschikte personen op niet meer dan 43.000 worden geschat. Bij een dergelijken toestand is er geen ruimte meer voor een instituut als de vrij stelling wegens broederdienst, noch in den trant van de tegenwoordige regeling, waar bij uit elk gezin niet meer dan een zoon behoeft te dienen, noch op den voet van een der vroegere stelsels van vrijstelling van de grootste of van de kleinste helft. Loting. De regeering heeft gemeend thans de vraag, of er geen goede middelen zouden zijn te vinden om tot afschaffing van de ioting te geraken met behoud van een vast contingent, wederom aan een onderzoek te moeten onderwerpen en aan den uitslag van dit onderzoek ontleent zij vrijheid om voor te stellen de bepalingen omtrent de loting uit de wet te doen vervallen. Zij stelt zich voor, dat verschillende middelen zul len kunnen dienen om het overschot, dat er na het afvallen door afkeuring nog aan beschikbare mannen bestaat, als het ware weg te werken. Voorop staat hierbij het laten uit vallen van de minst-geschikten. Ge doeld wordt hier niet op ongeschik- ten, doch op personen, die, ofschoon geschikt, een lageren geschiktheids graad bezitten dan anderen. Als voorbeeld kan worden genoemd de lichaamsbouw, te beoordeelen naar de onderlinge verhouding van leng te, gewicht en borstomvang. Hier bij doet zich een groote verscheiden heid voor, die het mogelijk zal ma ken, tot een schifting te komen. Langs dezen weg zal tevens een leger belang worden gediend, omdat het gemid delde peil van geschiktheid er door zal toe nemen. Van de grootte van het overschot zal af hangen, of dit middel toereikend zal zijn. Mocht dit niet het geval zijn, dan zal tot toepassing van nog andere middelen kun nen worden overgegaan, tot het vrijlaten b.v. van leden van gezinnen, waarvan reeds 2 of 3 personen hebben gediend (neerko mende op een beperkte vrijstelling wegens broederdienst) en leden van groote gezin nen. Dit alles ware bij algemeenen maatregel van bestuur te regelen. EEN NIEUWE ZAAK KOETJEPOF? De vrienden van generaal Miller, den opvolger van generaal Koetjepov als president van de Vereeniging van Russische oud-strijders, die woonach tig was in de Rue Jean Baptiste Clément te Boulogne, hebben het commissariaat van politie aan de Porte Dauhine te Parijs medege deeld, dat generaal Miller sinds gis termiddag uit zijn bureau in de Rue du Colisée is verdwenen. Een brief. Hij blijkt een brief te hebben achtergela ten, waarin hij mededeelt een afspraak te hebben met generaal Skobline, die hem in verbinding zou brengen met een Duitschen officier, den militairen attaché bij een der grenslanden. De generaal verklaarde, dat hij de zen brief achterliet, omdat hij voor een hinderlaag vreesde. Skobline, die gisteravond ondervraagd werd, heeft verklaard dat hij niet wist wat dit wilde zeggen. Havas verneemt thans, dat gene raal Skobline op zijn beurt verdwe nen is. Havas meldt nog dat de politie in den af- geloopen nacht om drie uur de mededeeling kreeg van generaal Paul Koessonski, secre taris-generaal van de Vereeniging van Rus sische oud-strijders, dat generaal Miller in zijn woning noch in zijn bureau was terug gekeerd. In den door hem achtergelaten brief zeide hij o.a. dat hij behalve met den genoemden militairen attaché ook nog een onderhoud zou hebben met zekeren Wer- ner, die secretaris is bij de ambassade van het land, waartoe de militaire attaché be hoort. „Beiden spreken goed Russisch", schreef hij en voegde er aan toe, dat het initiatief voor de ontmoeting van generaal Skobline uitging. Naar aanleiding van dezen brief besloot Koessonski de leden der Vereeniging tegen het einde van den middag bijeen te roepen. Skobline verscheen op deze bijeenkomst, doch verklaarde geen enkel rendez-vous met Miller te hebben. De besprekingen duurden tot twee uur 's nachts. Intusschen was generaal Skobline ver dwenen. Van deze tweede verdwijning werd aan gifte gedaan bij de politie, die alle grens posten ervan in kennis stelde. Men herinnert zich in dit verband de mysterieuse verdwijning van den Russischen generaal Koetjepov, die op een Zondagochtend in Janua ri 1931, toen hij in de nabijheid van zijn woning liep, eensklaps door onbekenden werd beetgepakt en in een auto geduwd. Gedurende vele maanden deed men overal naspo ringen, doch nimmer meer werd iets yan den generaal vernomen. Een spoor? De Parijsche politie heeft gisteravond uit kunnen vinden, dat Woensdagmiddag om vier uur in le Havre een klein bestel- auto'tje is aangekomen, afkomstig uit Pa rijs. In het wagentje zaten drie mannen. Men heeft een vaag signalement van hen. Verscheidene getuigen hebben omstreeks half acht het auto'tje weer zien wegrijden met slechts twee inzittenden. Om kwart voor negen dien avond heeft het Sowjet- Russische stoomschip Maria Oelianska plot seling de haven van Havre verlaten met bestemming naar Leningrad. Men vraagt zich thans af, of de derde in zittende van het bestelwagentje generaal Miller is geweest, die dan mogelijk in Havre aan boord van het schip gebracht zou zijn. De politie stelt in le Havre een nader onderzoek in. Voor baanvak StolpenVan Ewijcksluis gelden uitge trokken. In de toelichting op de begrooting verkeersfonds lezen wij: Het verkeer van Alkmaar naar den Afsluitdijk moet thans nog den omweg over de Kooij maken en daarbij een hinderlijke vlotbrug passeeren. Voor den aanleg van 't gedeelte Stolpen van Ewijcksluis van rijksweg no. 9 wordt op den kapitaaldienst een bedrag van f 110.000 aangevraagd. Aan de toelichting op de begrooting Verkeersfonds 1938 ontleenen wij het vol gende: Het wegdek De HulkLambertschaag is in uitvoering. Voor voortzetting en voltooi ing van den grondaankoop ten behoeve van dit weggedeelte is nog een bedrag noodig van f 300.000 te besteden in 1938. Voor voltooiing van in uitvoering zijnd gedeelte aardebaan en van een vijftal kunst werken, eveneens in uitvoering, zijn bedra gen noodig respectievelijk groot f 350.000 en f 70.000, terwijl voor verharding op ge noemde aardebaan een bedrag van f 40.000 wordt aangevraagd. Ten einde een begin te kunnen maken met de uitvoering van nog enkele gedeel ten aardebaan en meerdere kunstwerken wordt nog f 465.000 aangevraagd. Voorts wordt nog een bedrag ge vraagd groot f 400.000 voor een be gin van uitvoering van grondwerken en verharding van 't weggedeelte LambertschaagDen Oever in de Wieringermeer. Over de verhooging van den eersten oefe ningstijd voor de onbereden manschappen zegt het ingediende wetsontwerp tot wijzi ging der dienstplichtwet o.a. het volgende: Eerste oefening. De geoefendheid der onbereden dienst plichtigen en dit geldt, zooals bij de in September 1936 gehouden legeroefeningen wederom afdoende aan den dag is getre den. in de eerste plaats voor de dienst plichtigen van het hoofd wapen: de infan terie laat, hoewel met den beschikbaren oefentijd gewoekerd wordt, in belangrijke mate te wenschen over. De geweldige en nog steeds toenemende uitwerking der moderne vuurwapenen is oorzaak, dat op het gevechtsveld een oor deelkundig gebruik en een doelmatige in richting van het terrein en derhalve, in vredestijd, een grondige oefening in het gebruik van het pioniergereedschap, van aanmerkelijk grooter beteekenis is gewor den dan voorheen en dat ook aan de mas keering en aan het gebruik van de duis- tenis (nachtoefeningen en -marschen) sterk verhoogde aandacht moet worden geschon ken. De ontwikkeling van het luchtwa- pen en de uitgebreide werkingssfeer daarvan zijn oorzaak, dat de troepen te velde steeds, zelfs op grooten afstand van het gevechts- yeld, maatregelen moeten nemen om zich aan 's vijands luchtwaarneming te ont trekken, hetgeen alsmede in vredestijd on derwezen en beoefend moet worden. Het gebruik van het gasmaker en het nemen van verdere maatregelen ter bescherming tegen strijdgassen vereischen een grondige opleiding. Hoewel, teneinde de bediening der bijzon dere wapenen en technische hulpmiddelen naar behooren te verzekeren, is overgegaan tot een ver gaande specialiseering bij de opleiding, in dier voege dat een bepaald aantal dienstplichtigen tot tirailleur, een ander aantal tot zware mitraillist, weder een ander aantal tot mortierist en nog een ander aantal tot verbindingsman wordt op geleid, blijft het toch in de eerste plaats noodig, aan alle dienstplichtigen naast de bijzondere opleiding de algemeene militai re opleiding te geven, welke den man tot een gedisciplineerde soldaat vormt en hem die zaken leert, die iedere dienstplichtige aan het einde van zijn eerste oefening gron dig moet kennen, waaronder b.v. de zooveel tijd vorderende opleiding tot geweer- of karabijnschutter. Aangezien vele lichtingen benoodigd zijn om de strijdmacht op voet van oorlog te brengen, moet de soldaat bij het einde der eerste oefening een zoodanige geoefendheid hebben verkregen, dat hij niet alleen de hem op het gevechtsveld wachtende taak volko men beheerscht, doch ook de verworven kennis en bekwaamheid gedurende een groot aantal jaren, waarin slechts drie korte her- halings oefeningen, behoudt. De oorlogservaring heeft uitgewezen dat een te korte en daardoor onvol doende opleiding in vredestijd, op het gevechtsveld met stroomen bloed moet worden geboet. Voorts brengt de omstandigheid, dat bij de gemobiliseerde strijdmacht in het bijzonder. bij de lagere-onderdeelen, de leiding zal be rusten bij de reserve-officieren, de noodza kelijkheid mede om deze officieren in vre destijd ruimschoots de gelegenheid te geven practischen dienst in den troep te verrichten. Een verlenging van de eerste oefening zal de gelegenheid daartoe belangrijk vergroo- ten. Ook de verhooging van de lichtingsterk te is hierbij van groote beteekenis. Voor de overige onbereden wapens, in de eerste plaats de onbereden artillerie en de genie, gelden overeenkomstige overwegin gen. Op grond van al hetgeen hierboven is uiteengezet, is de regeering, na rijp beraad en na de verschillende hierbij betrokken belangen nauwgezet tegen elkander te hebben afgewogen, tot de overtuiging gekomen, dat de duur der eerste oefening voor de onbere- denen moet worden verlengd tot 11 maanden. De regeering zou het zeer gewenscht heb ben geacht, indien zoodanige maatregelen hadden kunnen worden getroffen, dat ook de geoefendheid van de dienstplichtigen, be- hoorende tot reeds met groot verlof zijnde lichtingen, op een hooger peil werd ge bracht. Het behoeft echter geen betoog, dat zoodanige maatregelen, op grond van de kosten, welke het gevolg zouden zijn van de alsdan noodzakelijke aanmerkelijke uit breiding van het beroepspersoneel en van de beschikbare legeringsruimte niet wel uit voerbaar zijn, Nog afgescheiden van de be zwaren om hen, die de eerste oefening heb ben volbracht, ten tweeden male voor eeni- ge maanden uit hipn burgerwerkkring te rukken. Met hetgeen kan worden bereikt door de wederinvoering van de derde her halingsoefening zal mitsdien in dit op zicht genoegen genomen moeten worden. DE KOSTEN. De Jaarlijksche kosten voor de uitbreiding van het contingent en van de verlangde eerste oefening worden berekend op Verwachting: Zwakke tot ma ge wind, aanvankelijk uit uiteenloopende richtingen, later Zuidwestelijk, aanvan kelijk nevelig tot licht be wolkt, later toenemende be wolking, waarschijnlijk droog weer, weinig verande ring in temperatuur. Verdere vooruitzichten: Onzeker Nieuw Japansch offensief bij Sjanghai. Het aantal personen, dat gisteren te Kanton als slachtoffer is gevallen bij den Japansohen luchtaanval overtreft verre het aantal te Nan king om het leven gekomenen en zelfs dat van de bloedige gebeur tenissen, welke zich Zaterdagavond te Sjanghai hebben voorgedaan. Dikke rook stijgt op boven de pain- hoopen; duizenden lijken liggen in de straten en huizen verspreid. Uit Shameen komende vreemdelingen deelen mede, dat het in deze wijk be trekkelijk rustig is. Zij zwijgen evenwel over de verschrikkingen der ontzettend bloedige tooneelen, welk zich in de Chi- neezenstad hebben afgespeeld. In zekere kringen verwondert men zich over den aard der Japansche doelen, daar geen enkel regeeringsvaartuig of een mili tair gebouw getroffen werd. Deze kringen meende, dat de spoorweg KantonHankau het voornaamste doel was. De Japanners leverden gisteren in Noord-China wederom het angstwek kend bewijs, dat zij door de macht van hun luchtwapen verreweg de sterkeren zijn. In totaal vijf-en tach tig vliegtuigen bombardeerden van daag niet minder dan acht steden in het Zuiden van de provincie Shantoeng, waaronder ook Tsjoefoe, de geboorteplaats van Confucius. De Chineezén beweren, zegt Un. Press, dat zij twee Japansche vlieg tuigen hebben weten neer te schie ten. Een bevestiging hiervan was evenwel niet te verkrijgen. De Chineesche verdedigingslinies wijken langzaam terug. De Japanners kunnen slechts zeer langzaam vooruitkomen, daar de vijand tot het uiterste weerstand biedt, Aanval bij Shanghai nog onbeslist. De Japansche strijdkrachten hebben gis termiddag een nieuwen aanval ondernomen aan het Shanghai-front, in de nabijheid van Lioe-Hang, meldt Un. Press. Zij brachten daarbij vier duizend man versterking in het veld, die in den loop van Woensdag met vijf transportschepen waren aangevoerd. De Japansche infanterie opende het offen sief onder bescherming van een hevig artil lerie-bombardement. Ofschoon de Japanners alles in het werk stelden, om in genoemden sector een doorbaak te forceeren, was de strijd bij het invallen van de duisternis nog niet beslist f 12.512.000 vermeerderd met 5 mill. gulden wegens vermeerdering van beroepspersoneel Daarbij komt een uitgaaf ineens van 22 millioen gulden voor uitbreiding van kazer neering. Het wetsontwerp geeft tevens aan de Kroon de bevoegdheid na aanneming ervan het contingent van de lichting 1938 tot het nieuwe aantal van 32.000 op te voeren, de tot buitengewoon dienstpliohtige personen nader tot gewoon dienstplichtigen te be stemmen en voor zoover noodig reeds ver leende vrijstellingen wegens broederdienst te doen vervallen. De wet zal in werking treden op een na der door de Kroon te bepalen datum.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 1