De Marine-begrooting Teleurgesteld Internaat Zeevaartschool De vloot-manoeuvres Cursus machincschrijven Met Hr. Ms. divisie- mijnenvegers naar Ned. Oost-Indië Vischafslag Den Helder (Van onzen Marine-medewerker). Alhoewel de troonrede op twee plaatsen be loften inhield voor een stevig aanpakken van 's lands defensie, zoo moet het ons toch van het hart, dat, voor zoover betreft de Marine, de op de troonrede aansluitende defensie-begrooting, ons eenigszins heeft teleurgesteld. Wij hadden verwacht dat onze nieuwe defen sie-minister „het ijzer gesmeed zou hebben ter wijl het heet was". Nog immer waait er over Nederland een pro-defensie wind, nog steeds is het grootendeels gedaan met défaitisme en be kijkt men, onder drang der omstandigheden daartoe gebracht, de defensie-vraagstukken van een meer practischen kant. Men accepteert het als een noodzakelijk kwaad en schijnt be reid zich daartoe financieele opofferingen te ge troosten. Wij meenden dan ook dat thans het oogenblik gekomen zou zijn, waarop de mari tieme defensie krachtiger dan ooit zou worden aangepakt m.a.w., dat eindelijk eens gebroken zou worden met het vlootplan-Deckers, een vlootplan wat eigenlijk geen vloot- maar een aanbouwplan was. Een schema volgens hetwelk een „uiterst minimum" moest worden gebouwd en onderhouden. Een „minimum", als resultaat van een lofwaardig streven om in tijden dat de Marine er bij de volksvertegenwoordiging nog ,heel slecht instond", toch nog iets te bereiken. In het teeken van het vlootplan- Deckers. Onze verwachtingen zijn echter niet bewaar heid, integendeel de geheele maritieme begroo ting staat in het teeken van het vlootplan- Deckers, een schema uit den jare '30, dat nu na 7 jaar eindelijk eens in zijn geheel afgebouwd zal worden. Eindelijk zal dan het „uiterste mi nimum" van zeven jaar geleden bereikt wor den, een lofwaardig resultaat, wij echter had den meer verwacht! Zeker ook aan afbouw van het Deckers-schema, maar wij hadden ver wacht, dat nu, profiteerende van den practischen geest van ons volk, een begin zou worden ge maakt met het slagwapen van onze vloot een kern van enkele groote gevechtseenheden, waaromheen of liever waarvóór zich het lichte materieel zou kunnen groepeeren. Wij hoopten op een werkelijk volkomen har monische vloot, waarbij de harmonie niet alleen gevonden wordt tusschen de eenheden van het lichte materieel, maar waar achter de kruisers, nóg een stok achter de deur staat, een kleine slagvloot. Wij aanvaarden niet het argument, dat men in Holland niet in staat zou zijn enkele kleine pantserschepen financieel te bekostigen. De Zuiderzeewerken, de onderwijs- en steunre gelingen bewijzen het tegendeel en wij zijn er van overtuigd, dat zelfs thans een dergelijke financieele krachtproef binnen ons bereik ligt. Tot op den huidigen dag viel voor ons alleen maar een klein materieel vloot te onderhouden, maar wij achten thans de volksvertegenwoordi ging bereid om over te gaan tot den aanbouw van een vlootkern, waardoor de preventieve waarde van onze weermacht ter zee hooger gestegen zou zijn als nu, nu een vervangende kruiser op stapel gezet zal worden. We moeten een schip met „incas- seeringsvermogen" hebben. Onze kruisers het mogen nog zulke mooie schepen zijn en zjj mogen nog zulk een groote gevechtswaarde hebben, zij zullen in een con flict en meer speciaal een Pacific conflict slechts in zooverre preventief werken, dat een vijand enkele kruisers zal moeten afzonderen om ons te binden. Steeds door zullen onze schepen, willen ze eenige preventieve waarde houden, het gevecht met iederen sterkeren tegenstander moeten ontwijken, om ergens an ders te trachten eenig voordeel te behalen. De noodzakelijkheid van het blijven bestaan van onze drie zoo kostbare eenheden dwingt tot het vermijden van ieder risico. Hoeveel meer zal een eventueele vijand ter zee echter aan zijn eigen slagvloot moe ten onttrekken wanneer daar in onze kolo niën een schip bestaat dat eenige risico's kén loopen. Een schip dat „incasseerings- vermogen" bezit van vijandelijke treffers. Een schip, dat, naast een redelijke vaart ook een goed pantser heeft en een aantal kanonnen van groot kaliber (28 cm b.v.). Dan kan de vijand niet meer komen met Washington-kruisers, in hoe groote getale ook, dan moet ook hij komen met de kern van zijn vloot en aleer hij daartoe beslist b.v. in een dreigend Pacific conflict zal hij zich, gezien de andere tegenstanders welke hij te wachten heeft, nog wel eens bedenken. Wij haasten ons hieraan toe te voegen, dat wij geenszins betoogen dat onze vloot van enkel licht materieel, zonder die kern waardeloos zou zijn. Het tegendeel is waar, echter meenen wij wel, dat de preventieve waarde onzer marine grooter is met een slagkern, dan door een voortdurende aan bouw van licht materieel. Het gunstige getij verloopen? Efjoch, het heeft niet zoo mogen zijn en wij zijn thans bevreesd, dat het gunstige getij zal verloopen zonder dat er voldoende van zal zijn geprofiteerd. Want geprofiteerd werd er wel, ook het afbouwen van het vlootplan '30 acht ten wij, nu de „kern" niet komt, toch een alles zins gelukkige beslissing, het stelt ons slechts teleur dat er buiten dien afbouw om niet meer gevraagd is geworden. Wij zullen de lichtpunten in het marinedeel der defensiebegrooting nog eens nader toelich ten. De lichtpunten. In de eerste plaats blijkt dan door het aan vragen van een eersten termijn aanbouw van een nieuwen kruiser, dat de beslissing in het vraagstuk „kruiser of vliegtuig" is gevallen. De minister heeft zich thans o.i. duidelijk uit gesproken. Wij achten dit een zeer gelukkige omstandigheid, omdat ten onrechte de marine wel eens in de schoenen geschoven werd, dat zij in eigen boezem het daarover niet eens was. Dit vraagstuk is thans van de baan. Dat de marine de enthousiasten toch de waarde van dit wapen volmondig erkent, blijkt uit de aanvraag van 12 groote en 12 kleine zeevliegtuigen, waardoor ten aanzien van de groote zeevliegtuigen het getal van 72 weer iets meer benaderd wordt. Wij betwijfelen echter of dezen aanbouw van 12 per jaar snel genoeg zal zijn om aan de behoeften van den Marineluchtvaartdienst te voldoen. De nieuwe kruiser zal blijkens de verstrekte gegevens „iets grooter" worden als de te ver vangen „Sumatra" en slechts 8 kanonnen van 15 cm aan boord hebben. Dit wijst gelukkig in de richting van een goede pantserbescherming, waardoor deze „ersatz Sumatra" zeker aan ge vechtskracht zou winnen en eenigszins ons zooeven bepleite pantserschip als vlootkern zou benaderen. Of wij zooals op het oogenblik veel ge beurd in de pers uit de vervanging van juist Hr. Ms. „Sumatra" de conclusie mogen trek ken, dat dit schip nimmer goed voldaan zou hebben, trekken wrj in twijfel. Het schip heeft in zijn levensduur onfortuinlijk gevaren, dat geven wij toe. Hier viel één der twee twintig jarige kruisers te vervangen. Hr. Ms. „Java" wordt geheel gerestaureerd, men vervange de niet gerestaureerde kruiser. Het nieuwe schip een prachtig schip. Het schip wat nu gebouwd zal worden belooft een prachtig schip te worden, het welk zeker in ons defensiesysteem past, wij zijn verlangend daaromtrent nadere ge- gegevens te vernemen. Wij hopen, dat 't het begin vormt van een „klasse" schepen, want ons kruiseraantal is nog steeds ge ring. Er is nog iets wat ons ten aanzien van dezen kruiser van het hart moet: Wij krijgen nu een nieuwen kruiser en zijn geneigd den Hollanders toe te roepen: „Be schouw het als iets heel gewoons dat er een nieuwen kruiser aan uw marine toegevoegd wordt. Hoeveel outsiders zijn er niet geweest die uit het adoreeren en feteeren van Hr. Ms. ,,De Ruyter" de conclusie hebben getrokken, dat, nu de marine er best voor stond, dat nu de gevechtswaarde van de vloot, blijkens ge toond enthousiasme, voldoende was. De marine defensie was in orde, daar bleef nu niets meer te wenschen over!' Het mag, geachte lezer, geen bijzonderheid zijn voor ons Hollanders als er een nieuw schip op stapel komt. 30 tot 40 jaar geleden stond er welhaast ieder twee jaar een nieuw pantser schip van 5000 ton op stapel. Schepen, waar van we nu nog de „Soerabaja" noemen, een schip, dat door zijn groot kaliber geschut en zijn zware pantsering nog steeds de aandacht verdient. Nog een verheugend feit. Een ander verheugend feit bij deze begroo ting is, dat de minister thans de sterkte van de vloot stelt totaal op: 3 kruisers, 12 torpedo jagers, 2 flottieljeleiders, 3 flottieljevaartuigen, 1 artillerie-instructieschip, 6 bewakingsvaartui gen, 8 mijnenleggers, 12 mijnenvegers. Geen vlootsterkte dus zooals het vloot plan-Deckers van 2 kruisers, 8 jagers en 12 onderzeebooten, met een 50 pet. materieel- reserve. Neen een vlootsterkte van 1% maal die als minister Deckers zich had voorgesteld. Geen materieel-reserve die, zonder pei reserve immers toch onvolwaardig was Thans krijgt ieder schip zijn bemanning en wij prijzen ons daarmede gelukkig. - Er is ook materieel voor Holland uitgetrok ken zoowel voor jagers als onderzeebooten. Derhalve behoeven deze schepen ook niet Indië hier naar toe te komen om hier Pers°" neel op te leiden, een omstandigheid welke minister Colrjn naar voren bracht. Hoogstens zal één der kruisers voor opleiding van de be manning naar Holland moeten komen. Ter informatie van onze lezers willen wij thans nog even een nominatieve sterkte-staat van onze marine geven. Wij nemen daarvoor wederom als grondslag het staatje hetwelk hierboven werd gegeven. De vloot zal dan uit eindelijk moeten bestaan uit: 3 kruisers, n.1. Hr. Ms. „De Ruyter", „Java „Sumatra" en straks diens vervanger. 12 torpedoboot jagers: Hr. Ms. „Evertsen", Kortenaer", „Piet Hein", „Van Ghent", „Witte de With", „Van Galen", „Banckert" en „Van Nes"; 2 jagers zijn reeds op de begrooting- 1937 aangenomen, maar nog niet aan een scheepsbouwwerf gegund. Jager 11 en 12 zul len thans op de begrooting-1937 worden aange vraagd. 2 flottieljeleiders: Hr. Ms. „Tromp" de eerste zal begin 1938 proefstoomen; flottieljeleider 2 is per begrooting-1937 toegestaan. 3 flottielje-vaartuigen: Hr. Ms. „Flores" en „Soemba", beide in Indië; Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau" voor de West bestemd. 1 artillerie-instructieschip: Hr. Ms. „Van Kinsbergen". De aanbouw verkeert 'nog in een begin-stadium, het schip zal mettertijd Hr. Ms. .Gelderland' vervangen. 6 bewakingsvaartuigen: Hr. Ms. „Friso", „Gruno" en „Brinio" vormen de eerste serie; 3 bewakingsvaartuigen staan op de begrooting- 1938. 18 onderzeebooten: Hr. Ms. ,,K 7" tot en met „K 18", Hr. Ms. „K 19" en „K 20" in aanbouw. 4 booten van dit type eveneens in aanbouw. 8 mijnenleggers: Hr. Ms. „Jan van Brakel", „Douwe Aukes", „Medusa", „Hydra" en „Van Meerland" hier te lande en Hr. Ms. „Prins van Oranje", Gouden Leeuw" en „Krakatau" in Indië. 12 mijnenvegers te verdeelen in 3 divisies van 4 schepen: de eerste bevindt zich in Indië, de tweede op weg er naar toe, de derde welke eerst kortgeleden van de werf kwam, heeft haar oefenterrein nabij Vlissingen. Waarschuwing voor te groot optimisme. Zoo moge dan naar voren gekomen zijn, dat het aanbouw-plan-Deckers langzamerhand na bijna 8 jaar zijn voltooiing nadert. Wij waarschuwen echter voor te groot optimisme, dat de marine „er nu zou zijn". Wij waarschu wen tegen te groot optimisme en chauvinisme Vooral ook in verband met den aanbouw van een nieuwen kruiser. En als dan het vloct- plan-1930 binnen niet al te langen termijn vol tooid zal zijn, zoo hopen wij, dat er dan nog een gunstigen wind waait ten aanzien van onze martieme-defensie en dat er begonnen zal kun nen worden de marine ook dét deel te geven, wat ze sedert lang ontberen moest, een „stok achter de deur' 'een slagwapen, te midden van en zich passende aan yde harmonie met het lichte materieel. gaat en tot slot verschillende tactische ""ufTeiding der oefeningen berust bjj den commandant der zeemacht, den schout-be nacht H. Ferwerda, die zich met zijn stat, bestaande uit 4 officieren, heeft ingescheept aan boord van het gouv. s.s. „Arend. Commandant van de blauwe partij is de eskadercommandant, de kapittein ter zee C. JE. L. Helfrlch, commandant van de roode ParH) is de kapitein ter zee A. C. van de Sande Lacoste, commandant van Hr. Ms. De Ruyter. In totaal nemen 18 schepen en 15 vlieg tuigen (w.o. 12 groote) aan de oefeningen deel. Vermoedelijk zullen Banda, Ambon en Makassar worden aangedaan. Gedurende de oefeningen is de vloot geheel op oorlogstoestand ingericht. Over de vloot-manoeuvres, die van 27 Sep tember tot 23 October tusschen Soerabaja en Nieuw-Guinea zouden worden gehouden, lezen wij nog het volgende in de Indische bladen: Nagenoeg al het in dienst zijnde materieel, behoudens Hr. Ms. Van Galen te Sjanghai en Flores (bestemd voor Sjanghai), n.1. 4 groepen groote zeevliegtuigen, enkele kleine zeevlieg tuigen en verschillende hulpschepen, zullen aan de oefeningen deelnemen. Enkele schepen der gouvernementsmarine, welke bij eventueele mobilisatie der strijdkrachten ter beschikking van marine komen, zijn eveneens ingedeeld. De oefeningen betreffen allereerst een stra tegische situatie in tijden van spanning, voorts een strategische phase waarin een tegen stander tot den aanval op ons gebied over- Huur vierde gebouw. Tengevolge van den toeloop van leer lingen tot het internaat der Zeevaart school bij den aanvang van den nieuwen cursus, is het wederom noodig om over te gaan tot uitbreiding van de gelegen heid tot huisvesting. Het aantal interne leerlingen bedraagt thans 75 en het is niet mogelijk om in de drie bestaande internaatsgebouwen dit aantal behoorlijk te huisvesten. B. en W. zijn in de gelegenheid het leeg staande perceel Binnenhaven 46 te huren; tegen den prijs van 390.per jaar. Welis waar ligt dit perceel niet direct in de onmid dellijke nabijheid van de school en van de andere internaatsgebouwen, doch er was geen ander perceel beschikbaar. B. en W. zouden dit gebouw dan ook willen huren voor onbe- paalden tijd, doch onder voorwaarde, dat op zegging van hun zijde te allen tijde met inachtneming van een termijn van een week kan plaats hebben en van de zijde van den eigenaar met inachtneming van een termijn van drie maanden. Indien de gelegenheid zich zou voordoen, dat een perceel aan het Anker park kan worden gehuurd, kan daarvan dus spoedig gebruik worden gemaakt. De begrooting van hetgeen noodig zal zijn om bovenbedoeld perceel te meubileeren is dan ook opgezet, rekening houdende met een zoo kort mogelijk verblijf aldaar. Voor de inrichting is een bedrag geraamd van 2.530.Bij eventueele verhuizing blijft het allergrootste gedeelte van wat voor dit be drag werd aangeschaft, vanzelfsprekend ook in het nieuwe gebouw in gebruik. De gestadige groeid van het aantal leer lingen brengt voort mede een uitbreiding van de administratieve werkzaamheden. Deze worden tot nog toe door een der leiders ver richt, doch zij worden langzamerhand zóó uitgebreid, dat die leider voor ander werk niet voldoende meer beschikbaar is. Vanzelf sprekend is dit niet de bedoeling. Het komt B. en W. dan ook noodzakelijk voor, om voor deze werkzaamheden een administratieve kracht in dienst te nemen. Deze zou kunnen worden bezoldigd naar de normen van het salaris van een typist-schrijver in gemeente dienst. Daarbij ware hem tevens om toer beurt de leiding van een tafel op te dragen bij de dagelijksche maaltijden, terwijl hij, ter ontlasting van de leiders van het internaat, met hen, eveneens om toerbeurt, wachtdienst op Zaterdag en Zondag zou kunnen doen. Tevens is voor het gebouw Binnenhaven een huisknecht noodig, terwijl, ter assistentie van den kok, de aanstelling van een koks maatje niet kan uitblijven. Ondanks de uitgaven, welke aan een en ander zijn verbonden, zal een behoorlijke winstmarge blijven bestaan. B. en W. verzoeken den raad in dien geest te besluiten. De Directeur der Gemeentelijke Handels avondschool deelt aan B. en W. onder meer het volgende mede. Voor het onderwijs in Machineschryven aan de Handelsavondschool zal m.i een an dere regeling moeten worden getroffen. Tot nu toe werden de leerlingen voor dit vak beschouwd als leerlingen van de Handels- avondschool, ongeacht de omstandighed of ze al dan niet meerdere vakken vol0den Od erond van de wijziging in de wet op het M O kan dat nu niet meer, dat de leerlingen minstens één der verplichte vakken moeten volgen In het vervolg is het dus met meer mogelijk om als leerling van de Handels avondschool alleen les te nemen in machine- S°NaIr mijn meening is het daarom beter om een afzonderlijken cursus te vormen voor deze lessen. Ieder kan er dan aan deelnemen, daar de cursus niet zou vallen onder de be palingen van de wet op het M.O. B en W stemmen volkomen in met het voorstel van den Directeur en stellen voor: a. het vak machineschnjven als leervak van de Handelsavondschool te doen vervallen; b. een afzonderlijken cursus voor machine- schrijven in te stellen; c het cursusgeld te bepalen op 5.— per maand met dien verstande, dat door on- en minvermogende leerlingen geheele of gedeel telijke ontheffing kan worden verleend; d de vergoeding voor het geven der lessen voor den leeraar vast te stellen op 8.per avond per maand; e. ons te machtigen een leeraar in tijde** lijken dienst aan te stellen. UIT HET POLITIERAPPORT. Aanrijding. Een autobestuurder, uit Wieringen afkom stig, deed aangifte, dat hij in de Keizerstraat door een tweetal fietsers is aangereden, zoo dat zijn auto is beschadigd. Rijwieldiefstallen. Een bewoonster van de Gravenstraat en een Marineschepeling deden aangifte van ontvreemding van hun rijwiel. Een gevaarlijk spel. Een paar jongens, die met steenen aan het gooien waren, pikten een steen door de voor ruit van een auto, die voor een garage stond. Hond achter schapen aan. Een bewoner van de Doggersvaart deed aangifte, dat in den afgeloopen nacht een hond achter zijn schapen heeft aangejaagd. Een tweetal dieren werd gewond. Van den openbaren weg een speelhol gemaakt. Een drietal jongelui, die op de straat aan het dobbelen waren, werd met een proces verbaal aan het verstand gebracht, dat derge lijke dingen niet geoorloofd zijn. Diefstal van een regenjas. Een bewoner van de Bassingracht deed aangifte, dat uit een verlofslocaliteit zijn regenjas werd ontvreemd. Ruw weer in de Middellandsche Zee. Een bezoek aan Napels en Capri. Men schrijft d.d. 24 September uit Alexan- drië aan -de „Nw. Rott. Crt.": In dezen tijd van snelheid en gejaagdheid is het een verademing, wanneer men in de gelegenheid is de reis naar Ned. Oost-Indië niet te doen in zes dagen door de lucht, niet in drie of vier weken met een onzer mail booten, neen, maar in ruim twee en een halve maand met een schip, waarvan de grootte nu niet bepaald zoodanig is, dat men hiermee bij voorkeur de wereldzeeën zou willen bevaren. Toch zijn zij alleszins zeewaardig, deze vier mijnenvegers, tezamen vormende de divisie, die op 30 Augustus uit Vlissingen naar Indië is vertrokken. Ongelooflijk, zooals Vlissingen ons uitgeleide deed; het deed ons Nieuwediep vergeten. Vlissingen, gij toondet uw mede leven met de marine op een onvergetelijke wijze! Ja, het had in de kranten gestaan, dat bij slecht weer, Hr. Ms. „Jan van Amstel", „Pie- ter de Bitter", „Abraham Crijnssen" en „Eland Dubois", de Golf van Biscaye niet zoo maar zouden oversteken, maar betere weers omstandigheden zouden afwachten in de Fransche oorlogshaven Brest. Dit zegt u wellicht reeds iets omtrent de grootte van deze schepen, die pl.fn. 500 ton bedraagt; maar dat ze volkomen in staat zijn een onstuimige zee te weerstaan, dat hebben zij bewezen, toen de Middellandsche Zee tus schen Gibraltar en Napels haar golven, op gelijke hoogte met de brug van het schip, op ons afstuurde. Er zit iets genoegelijks in dat varen op zoo een klein schip met totaal 45 man aan boord. Het duurt niet lang of men kent hen alle maal, door hun werk en hun grappen onder elkaar. En de vroolijkheid en goede stemming namen toe, naarmate bleek, dat deze mijnen vegers toch heusch niet zoo erg slingerden en stampten, als sommige „nurksen" wel had den beweerd. Als men buitenstaanders ontmoet, men schen dus, wien een oorlogsschip een volkomen raadsel is en wien men na een rondgang door het schip dit raadsel eenigszins opgehelderd heeft, dan blijft tenslotte altijd nog één vraag over: „Wat doen al die menschen den ge- heelen dag?" Onbegrijpelijk lijkt het, dat op een schip, dat een voorbeeld van netheid en zindelijkheid is, zooveel te doen is, dat eigen lijk iedereen eiken dag tijd te kort komt. Want, dat schoonhouden gebeurt eiken dag, evenals hier en daar bijschilderen, repareeren, aardappelen schillen, kleeding wasschen en herstellen, repeteeren van de z.g. „rollen" wat iedereen heeft te doen in geval van alarm, brand, enz. gymnastiekoefeningen, enz., enz. Een dag aan boord van een schip vliegt dan ook om, en wij waren te Gibraltar zon der ons een oogenblik verveeld te hebben. Het aanloopen van deze haven had de bedoeling om eenige dagen de convooidiensten in de Straat van Gibraltar door de divisie mijnen vegers te laten verrichten, een werkje, dat voor ons een „verzetje" was en voor het schip, dat dezen dienst nu al zoolang waar neemt Hr. Ms. „Johan van Maurits van Nassau" een welkome aflossing. Daar deze convooidiensten telkens door twee mijnenvegers gezamenlijk geschiedden en de andere twee dan in de haven van Gibraltar lagen, was er toch nog gelegenheid om deze onneembare rotsvesting nader te be zien. Echter, het feit, dat practisch deze ge heele rots als enorme vestingwerken in ge bruik is, maakt de omgeving van het stadje Gibraltar grootendeels tot verboden terrein, en het speet den meesten dan ook niet, dat wij dit uitertje puntje van Europa waar het bovendien al tropisch warm was ver lieten en koers zetten naar Napels. Het naderen van Napels van zee uit, zooals de stad daar ligt, amphitheatersgewijze ge bouwd tegen de hoogten rondom, met aan de andere zijde van de Golf de sluimerende Vesuvius, maakt een prachtigen indruk. Een bezoek, dat steeds aan boord gebracht wordt, dat nooit ontbreekt in buitenlandsche plaatsen, is dat van de in die stad wonende Nederlanders. Zoo'n bezoek draagt altijd van weerszijden een bijzonder karakter en is voor de mannelijke leden van de Nederlandsche kolonie steeds weer een welkome gelegenheid hun geheugen op te frisschen, wat betreft het prachtige schuimen van het Nederlandsche bier en de krijtwitte asch van de Neder landsche sigaar, waarbij men zich natuurlijk wel kan voorstellen, dat het bij den aanblik van genoemde kwaliteiten van de Neder landsche producten niet blijft! Eigenaardig overigens, dat een millioenenstad als Napels slechts zoo weinig Nederlanders onder haar inwoners telt. Als men te Napels is, bezoekt men ten minste een van de opgegraven oude steden en op twee achtereenvolgende dagen hebben de Nederlandsche matrozen hun braniekragen dan ook in het oude Pompei vertoond en hun bewondering kunnen uiten voor de groote materieele en geestelijke beschaving, die hier reeds vér voor het begin onzer jaartelling aanwezig was. Ook de in het Nationale Museum te Napels verzamelde beelden en voorwerpen uit de bedolven steden en het be kende aquarium werden door de bemanning bezocht. Toen wij 's Zaterdagsmiddags de haven van Napels verlieten, waren er slechts weinigen onder de opvarenden, die wisten, dat wij hier mee Europa nog niet vaarwel gezegd hadden: het lag n.1. in de bedoeling van den divisie commandant om 's avonds en den volgenden dag Zondag de bemanning in de ge legenheid te stellen dit wondermooie eiland te bezichtigen. Met eigen motorsloepen zou dan van elk schip de wal bereikt worden Echter, ook de Italianen weten maar al te goed hoe mooi hun Capri is. Zij zijn daar terecht trotsch op. Deze overtuiging gaf hun den moed er bij den divisiecommandant op aan te dringen niet vóór het eiland ten anker te gaan, maar de haven van Capri binnen te loopen. Wij gelooven niet, dat het den divisiecom mandant kwalijk te nemen is, dat hij voor dien herhaalden aandrang van Italiaansche zijde is gezwicht. En zoo deed zich de door niemand ver wachte en ook nog nooit vertoonde gebeur tenis voor, dat Capri's haventje op Zaterdag avond gevuld werd met een divisie Neder landsche mijnenvegers. Onnoodig te zeggen dat dit ongewone fèit talloozen naar den havenkant lokte. Echter conform zijn oorspronkelijk plan, stond de divisiecommandant niet toe, dat er dien avond gepassagierd werd en moesten wij dus tot den volgenden dag wachten, aleer wij het land van San Michele konden betreden. Na het vele, dat er over dit eiland geschre^ ven is, zullen wij niet trachten daaraan nog iets toe te voegen. Na het bezoek aan het wonder-schoone eiland werd de reis naar Alexandrië voort gezet. Den Helder, 2 October. Aangebracht door korders: Tongen Slips Tarbot Schol le soort Schol 2e soort Schar Wijting Bot per kg 0.960.90 0.88—0.78 0.70—0.65 per kist 8.107.00 4.95—2.00 2.40—1.70 1.801.20 4.40—3.25 Aangebracht door garnalenvisschers: Levende garnalen Gekookte garnalen 1.35 p. Lit 0.15 p kg. kon. ned. stoomb. maatschappij. Agamemnon, u., 1 Oct. te Guiria. Amazone, 1 Oct. v. New-York. Aurora, 2 Oct. v. Rotterdam. Bacchus, 2 Oct. v. Sunderham. Bodegraven, u., 30 Sept. te Cristobal. Boskoop, 1 Oct. v. Curagao. Costa Rica, u.. 29 Sept. v. Barbados. Deucalion. pass. 1 Oct. Gibralta" Euterpe, 1 Oct. v. Bordeaux. Hebe, 2 Oct. v. Amsterdam. Mars, 2 Oct. v. Rotterdam. Oberon, 1 Oct. te Sfax. Odysseus, 2 Oct. te Kopenhagen. Orpheus, 2 Oct. v. Amsterdam. Perseus, 1 Oct. v. Aarhus. Pluto, 1 Oct. v. Kopenhagen. Saturnus, 30 Sept. te Granton. Theseus, 2 Oct. te Amsterdam. Venus, 2 Oct. te Amsterdam. holland-west-afrikalijn. Amstelkerk, 2 Oct. v. Amsterdam. Crijnssen, 2 Oct. v. Amsterdam. Reggestroom, u., 2 Oct. v. Lagos. java—new york-lijn. Adrastus, 30 Sept. te New-York. Glaucus, 1 Oct. v. New-York. Kota Inten, 2 Oct. v. Singapore. Kota Pinang, 29 Sept. v. St. Vincent. Tanimbar, 2 Oct. te Batavia. holland—amerika-lijn. Büderdijk, 29 Sept. te Boston. Boschdijk, 2 Oct. v. Rotterdam. Burgerdijk. 1 Oct. te Havana. nf™,l"?.lJkó,,2 °ct' v. Rotterdam. Dinteldijk ,30 Sept. v. Bermuda. End""' °Ct' 12 U' 50 m' nm' 80 m^' W' v' Lan<, s RntSrt?™1 ?C^'.7 28 m- vm- 81 N- V. Land's End. Rotterdam, 1 Oct. te New-York. Veendam, 2 Oct. v. Rotterdam. rotterdamsche lloyd. Baloeran, u„ 1 oct. v. South. Kedop0,1 °ct',v' Li«abon. ÏCn?? a pass 1 °ct- K. Bon. Kota Agoeng. 1 Oct. v. Batavia Palembang, u„ 2 Oct. v. Londen. «otterdam—zuid-amerika-lijn. Alcyone, t., 30 Sept. v. Montevideo. A he„fai v' Rotterdam. Alhena, 2 October v. Rotterdam. kon. paketv. maatschappij, ??°t«koe- 80 Sept. te Hongkong. Lematang. 1 Oct. v. Bangkok Swartenhondt, 30 Sept. v. Singapore. silver-java pacific-lijn. Hoegh Merchant. 30 Sept v Batavia Silverpalm, 30 Sept. te Bellwan vereenigde nederl. scheepvaart mij. (Holland—Afrika Hin.) 3 °ct- te Amsterdam. Nitkèro i' jwS'. 0ct- Vlissingen van Antwerpen. «uaerK. u.. 1 Oct. te Beira. Spnngiontcin, t., l oct. v. Djeddah.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 6