Russischen monnik Wat onze réis-journaliste in Finland beleefde België gewaarschuwd tegen uitersten Hoe Amerika aan so!daten komt Overstroomingen in Bosnië Afspraakje met Sprookjes-eilanden in het Ladoga- meer. De tocht der millioenen boomstammen. Het is eigenlijk wel amusant, dat de volkeren niet allemaal dezelfde Ideeën en begrippen hebben. De Hollanders bv. vinden het grappig te hooren hoe een Fin zich iedere week in het stoombad laat temp- teeren, maar de Finnen lachen als ik ze vertel dat er in Holland wel menschen van 80 jaar zijn die nog nooit zijn uitgestoomd. Ik vind het vermakelijk om vrouwen huizen te zien bouwen, omgekeerd wordt het moppig gevonden dat bij ons een boer zelf koeien melkt. Zoo kunnen we elkaar vermaken en heeft ieder het plezierige gevoel, dat hij 't zelf beter doet. Lastig is weer, dat men zich zoo gauw aan een nieuwe omgeving aanpast; toen ik dan ook merkte dat ik me heelemaal had gewend aan de plaatselijke étiquette van Landböle, begreep ik, dat het tijd voor me werd om weer nieuwe indrukken te gaan opdoen. Ik besloot allereerst een rondreis te maken naar enkele bekende plaatsen, en richtte me om gegevens tot „Suomen Mat- kat", het propaganda-bureau voor tourisme in Finland. Daar hoefde ik alleen maar op te geven hoeveel tijd en geld ik had, om een overzichtelijk reisplan te ontvangen met zelfs de kosten nauwkeurig uitgewerkt. Het lijkt zeker niet origineel zich zoo den weg te laten voorschrijven, maar men voor komt daardoor dat men zelf iets in 't hon derd stuurt door de vreemde taal verkeerd te verstaan, terwijl in een land waar de afstanden steeds tegenvallen, het ook zaak is steeds regelrecht op een bepaald doel af te gaan. Te meer, daar men vaak langs moeilijk uit te vinden waterwegen moet gaan. Mijn eerste reisdoel was Wiborg, een oude handelsstad aan de Zuidkust, niet ver van de Russische grens. Daarom huizen er in do stoere oude burcht ook zooveel soldaten, die 's avonds in het plantsoen tegen jonge meisjes loopen te knipoogen. Verder was ik met het bekijken van de stad gauw klaar, zoodat ik reeds den volgenden dag met een gerust touristenhart verder reisde naar Ima tra, beroemd om wijlen zijn stroomversnel ling. Eigenlijk is die er nog wel, maar haar schoonheid is verstopt in een geweldig eiee- triciteitswerk, die het water dat hier met een snelheid van 600 M3 per seconde langs dringt, weet om te zetten tot 148000 P.K. en dan ook in staat is geheel midden en Zuid- Finland van stroom te voorzien. Heimwee. De meeste bezoekers van Imatra gaan tegenwoordig liever 5 k.m. verder, waar de Valinkoski nog met majestueus gebruis langs en over groote steenen naar beneden stort; maar ook tot daar is de cultuur reeds doorgedrongen, in den vorm van uit kijktorentjes en theehuisjes, zoodat ik er een gevoel van heimwee kreeg naar Lap- land's wilde stroomen, waarvan men onge stoord kan genieten. Een merkwaardig schouwspel. Men is echter allerminst aangewezen op deze 2 stroomversnellingen, want daarvan bezit Finland een 1400, die niet alleen als krachtverwekkers voor de industrie hoogst belangrijk zijn, maar tevens voor het hout transport. Al die millioenen stammen die 's winters worden gekapt, worden in het voorjaar in de rivieren gewor pen en beginnen daarmee een tocht naar de kust die soms weken duurt Het is een fascineerend gezicht al die stammen door het water te zien schieten. Vele loopen vast tusschen de steenen en of drijven af naar een stil hoekje, ma-ar over- al staan vlotters om ze weer op gang te helpen of om ze, tot sleepen samengevoegd, over de meren te brengen. En als dan de stammen beneden aankomen, zijn daar weer andere vlotters om ze in ontvangst te nemen en ze, naar het merk dat er op staat, in partijen voor de verschillende fa brieken te verdoelen. Door den langen, on- gemakkelijken tocht zijn ze dan tevens van Juin schors ontdaan, zoodat ook dit werk nog door het water wordt gedaan. Nieuwe reisgenooten. 1 an Imatra maakte ik me zonder veel animo op voor de 3e etappe van m'n rond reis, die zoover maar teleurstellend was geweest. Het zou echter beter worden. Toen ik n.1. in Sortavala uit den trein stap te waren daar 2 jonge Frangaises, die in 3 verschillnde talen stonden te praten, zon der door de welwillende toehoorders te worden begrepen en aangezien ook ik reeds vaak zoon onvrijwillige houding als ko- mink een voorstelling had gegeven, steeds met averechtsohe resultaten, vermoedde ik een paargelijkgestemde gemoederen. De kennismaking was dan ook vlot en aange zien onze reisplannen dezelfde bleken te De Hollandsche, van wie wij een serie reisbrieven uit Finland pu bliceerden, is uit de boerderij te Landböle vertrokken, om elders avontuur te zoeken. Zij bezocht met eenige Fransche reizigsters de sprookjesachtige Va- lamo-eilanden in het Ladogameer, waar een Russische monnik haar tot gids diende. Treffende indruk ken deed onze medewerkster daar op, welke zij voor onze lezers in onderstaand artikel vastgelegt. zijn, bleven we samen en voer ik met 2 vriendinnen, Christine en Annet, naar Va lamo, een eilandengroep op 40 k.m. van de kust in het Ladogameer, waarop een Rus sisch klooster is. Vroeger werd Valamo door duizenden pelgrims bezocht, doch sinds Fin land zelfstandig werd in 1918, kunnen de Russen er niet meer komen. Daardoor is ook het aantal monniken van 1500 tot 250 teruggeloopen. Wij moeten wel even wennen aan ons „hotel" De stuurman van onze boot was de vreemdsoortigste zeeman dien ik ooit had gezien. Hij droeg een lan gen baard zijn haar hing slordig en ongekamd tot halfverwege zijn- rug en hij was gekleed in een pij, di zeker eens zwart, maar nu nage noeg groen van kleur was, zijn hoofddeksel leek het meest op een hoogen hoed zonder rand, waaraan van achteren een zwarte sluier was gemaakt. En zooals deze stuurman bleken alle bewoners van het eiland er uit te zien, de meesten ook even verschoten en onverzorgd. We zouden logeeren in hot kloosterhotel, waarin 200 kamers. Dat klonk niet slecht, maar toen we ons appartement betraden wa ren we even verbaasd over het vertrekje met de witgekalkte muren, waarin geen an der meubilair was dan een houten brits, een tafel, een stoel, een drinkkaraf en een pe troleumlampje. Voor bezoekers die het in hun gekke hoofd zouden halen zich te willen waschen, was er een waterkraantje bij de toiletten, maar aangezien die plaats niet kon voldoen aan de soberste eischen van comfort of hygiëne, besloten we maar liever 's morgens een frisschen duik in het meer te nemen. Alle luxe die onze kamer miste, vonden we echter dubbel en dwars in de prachtige kerk, waarin een overdaad van zilver smeedwerk, kristallen luchters, mozaïkvloe- IN HET RUSSISCHE KLOOSTER OP VALAMO BEZOCHTEN WIJ EEN MONNIK SMID IN ZIJN WERKCEL. ren enz. Dit was alles het werk van de monniken, die iec.er een bepaald beroep uitoefenen, als smid, schilder, boekdrukker, enz., want Valamo is een staatje op zich zelf. waar b.v. ook een boerderij staat, een zuivelfabriek en zelfs een scheepswerf. We troffen juist een dienst. Een priester in kostbaar gewaad stond in verbazing wekkend tempo te lezen uit een Russi schen bijbel. De rijkversierde deuren naar het hoogaltaar werden gedurig geopend en gesloten, waardoor we een glimp kregen te zien van de pracht en praal daarachter. Onderwijl stonden de monniken eindeloos diepe buigingen te maken en afwisselend hun hoed op en af te zetten. Russische monniken voorzien sluiting van hun klooster. Rondom de kerk was het eigenlijke kloos ter gebouwd, waarin de broeders hun cel hadden. Aangezien Christine vloeiend Rus sisch sprak, konden we met al die mannen een praatje maken, Wat niet alleen wij, maar ook zijzelf hoogst interessant von den. Bij al die gesprekken bleek tel kens weer hun ontstemming tegen over de.Finsche regeering, die niet toestaat, dat Russen als monnik in het klooster worden opgenomen, waardoor het klooster binnen afzien- baren tijd zal moeten worden ge sloten, en die tevens dwingt te re kenen met den Gregoriaanschen kalender in plaats van met den Russischen, wat een verschil uit maakt van 10 dagên. Het bleek ons, dat wc al spoedig eenige bekendheid genoten óp het eiland; op een wandeling werden we aangehouden door een monnik, die vroeg, of wij die dames waren die Russisch spraken? En of hij ons eens iets moois zou laten zien? Dan moes ten we maar om 8 uur op den hoek van 't klooster komen. We raakten een beetje opgewonden; 't is toch ook niet alledaags, onn met een Grieksch orthodoxen monnik een afspraakje te hebben en we hebben dan ook in allen eerbied om het idéé ge schaterd. Natuurlijk waren we op tijd aan wezig en ook onze nieuwe vriend kwam weldra opdagen, lachte, trok zijn muts af en zei: „Good evening, Miss Hoiland!" Ik was wel verrast over zijn En- gelsch en ook over de vleiende be naming, maar ik was nog meer ver rast, toen hij voor Miss Holland een presentje bleek te hebben mee gebracht. Nu heeft een klooster broeder natuurlijk uit den aard der zaak niet veel te missen en 't ca deau was dan ook even simpel als typisch, n.1... een stuk rogge brood. In m'n verbazing meende ik eerst nog dat 't een steen was, maar hij verstuwde het zorgvuldig in m'n mantelzak, vroeg ons nog even te wachten, omdat hij voor deze gelegenheid een schoone pij aan wilde trekken en ijlde weg. Wij waren weer een lachstuip nabij, maar het was toclh ook zoo roerend vriendelijk, dat we weer ernstig konden zijn toen hij terug kwam, dezen keer met een brok witte brood. Zoo, goed geproviandeerd, togen we op weg. Onze gids bleek niet een van de grootsten te zijn en reikte ongeveer tot onze schouders, waarom wij ons steeds meer beschaamd voelden over onze abnormale lengte. Het had 's middags geregend en we zakten dan ook tot onze enkels in de mod der van Valamo's ongeplaveide wegen. Je moert er wat voor over heb, v benl „Waarheen gaan we eigenlijk", liet ik Christine vragen en na wat onverstaanbaar geraffel kreeg ik 't antwoord: „naar een prachtig uitzicht, 5 K-W loopen". Dat was door de modder waarlijk geen kleinig. heid, en daar het inmiddels pikdonker was 'geworden, ook een beetje avontuurlijk, vooral toen we een kudde koeien pas seerden, die ons onzichtbaar, snuivend voor bijschoven. Maar het uitzicht was prach- tig. Toen we plotseling uit het bosch kwamen zagen we het maanbe- schenen Ladogameer onder ons liggen, we hoorden de golven op het strand breken en de wind boven ons door de donkere boornen sui zen. Het was werkelijk een idyllisch plekje, waarvan we jammer genoeg niet lang konden genieten, want we moesten vlug door de modder terugploeteren, vóór het klooster sloot. Afscheid. Vanaf dien avond bleef de kleine monnik onze gids en we hadden het met hem goed getroffen, want hij wist alle belangwek kende plekjes te vinden, bracht ons naar kluizenaarsholen, wees hoe een vernuftig klokkenspel met touwtjes werd bespeeld en roeide ons naar wondermooie plekjes. We waren dan ook verrukt over de prachtige natuur op het eiland en ik raakte zelfs zoo in vervoering, dat ik beweerde, dat Valamo een stukje Paradijs was, waarop Annet spijtig opmerkte, dat de appeltjes echter ontbraken. Maar ook die kregen we nog, zij het dan niet van een boom, maar uit zoo'n diepen, mysterieusen zak van een monnikspij. Want we hadden lang zamerhand al Jieeï wat vrienden en we vonden het jammer toen we dit vreemde stukje wereld weer moesten verlaten. Met onze tasschen volgepropt met roggebrood en wittebrood, stonden we weer op de boot, nagewuifd door onzen kleinen monnik en zagen Valamo met zijn prachtige witte torens en gouden koepels kleiner en klei ner worden. We hadden moeten beloven „misschien nog eens terug te komen, maar hoe dichter we van dat plekje onwerke lijkheid weer terugkwamen bij de gewone wereld, hoe duidelijker we wisten, dat we die belofte wel nooit zouden kunnen hou den. W ij bewonderen bij ons bezoek aan de Valamo-eüanden het zilversmeed werk, de kristallen luchters en mozaïkvloeren van een grootsche kathedraal VLAMINGEN EN WALEN MOE TEN SAMENWERKEN. Te Gent heeft de Belgische oud-minister Hoste een rede gehouden over de taak van het z.g. Willemsfonds in verband met de voorlichting van de openbare meening. Deze voorlichting zoo verklaarde Hoste, is thans meer dan ooit noodig, want ru moerige minderheden leggen het er op aan in ons land een atmosfeer te schep pen, waarin de avonturen kunnen gedijen, die andere naties hebben geleid naar de wurging van de vrijheid en de instelling van de dictatuur. Het Willemsfonds groepeert thans over de vier duizend medestanders in gansch het Vlaamsche land. Gelegen op het kruispunt van de groote West-Europeesche stroomingen hebben wij in het verleden onder den druk van vreem de regimes weinig staatslieden van eigen bloed en eigen inzicht gehad. In de zestiende eeuw verrees, te midden van de troebele tijden, de edelste figuur, die deze eeuw naast Willem den Zwij ger heeft gekend. Wij bedoelen Marnix van St. Aldegonde, die door zijn verdraagzaam heid en zijn vaderslandsliefde onze ge westen wou vrijwaren tegen het Spaansche geweld. Toen hij genoopt werd Antwerpen over te geven, werd hij belasterd en verdacht gemaakt. De vreemde regimes, waaronder wij voornamelijk sedert de zestiende eeuw hebben geleefd, hebben slechts den zin voor de kritiek, voor het neerhalen, bij onze voorouders ont wikkeld. Wij waren niet deelachtig aan de uitvoering van het gezag; het waren steeds vreemden, die hier in feite de wet kwamen stellen en zelfs in deze dagen kunnen we nog niet be seffen, dat wij een werkelijk vrij volk zijn, dat zijn eigen zaken be reddert. met het gevolg, dat men maar al te licht gehoor verleent aan diegenen, die onze meest ver dienstelijke mannen willen neerha len. Internationaal gebied. Naties die zichzelf niet eerbiedigen wor den door de anderen niet geëerbiedigd. Onder de leiding van den heer Van Zee land heeft België zich een volkomen onaf hankelijk statuut weten te verzekeren. Overal weet men thans, dat ons land geen opmarschgebied is en tot in Genève, waar aan ons land een zetel in den Vol kenbondsraad werd aangeboden werd de hooge moreele rol erkend, die België door zijn opbouwenden zin voor den vrede, on der de naties vervult. De opgang van het Vlaamsche volk wordt niet gediend door een dweepzuchtige en ziekelijke dïang tot afscheiding. Wij brengen niets naar voren dat schoon en edel is wanneer wij geen broederlijke verstandhouding met onze Waalsche land- genooten nastreven, die met ons de som bere tijden van een ondankbare geschiede nis hebben meegemaakt. Europa heeft in de eerste plaats vrede en verstandhouding noodig. Maar hoe zullen wij daartoe bijdragen, terwijl wij in een zoo gevaarlijk oord van Europa leven, indien wij zelf onderling verdeeld blijken. De veldtocht tegen Vaa Zeeland. den heer De veldtocht, dié met zulke schandelijke middelen is gevoerd tegen den heer Van Zeeland, staat in het teeken van dezelfde laagheid waartegen onze bevolking in op stand moet komen indien zij zich werke lijk gedragen wil zooals een natie, die haar vrijheden wil vrijwaren. De aanvallen tegen den lieer Van Zee- v*°,de" vpel mincier hemzelf d? gedachten, die hij als hoofd van de regeering verpersoonlijkte en sommigen, die daaraan hebben meegedaan, zouden wei eons hun gekonkel zwaar kunnen betreu- De taalkwestie. Dezelfde drogredenen, die ons politiek le ven trachten onveilig te maken komen soms naar voren in verband met de taal- Kwestie. «tremisme'heeft slechts tot gevolg gehad, dat jonge Vlaamsche krachten zich met evenwichtig konden ontwikkelen en Jan het nu-'-terwijl de vervlaamsching an het onderwijs zich sedert verschillende jaren laat gelden, heel moeilijk is de krach en te vinden, die niet alleen behnorliik aUal i»t .machtl* zijn maar die ook in die taal iets leveren kunnen in het vak waar toe -ze geroepen worden, Ingeval van Oorlog, De generale staf van het Airnorikaa,nsche leger heeft een ontwerp uitgewerkt betref fende een recrutoeringsbureau, dat in staat zou stellen om in geval van oorlog min stons 500.000 vrijwilligere in dienst te ne men in de eerste twee maanden van de vij andelijkheden. Dit bureau zou tot taak heb ben snel de bestaande strijdkrachten uit te breiden in afwachting van de invoering van den dienstplicht. Het ontwerp treft voorzieningen voor de vorming van half militaire- of burgerlij ke- rocruteeringsbureaux op de strategische punten van eiken staat. Volgens het offi- cieelc communiqué treft het program voor zieningen voor de uitbreiding van het troe penaantal der nationale garde tot 1.500.000 man in de vierde maand van eventueele vijandelijkheden. Het troepenaantal bedraagt thans 375.000 man. Ernstige stagnatie in het spoor wegverkeer. F.on groot deel van Bosnië staat onder water, tengevolge van wolkbreuken en over- siroommgen. Bruggen zijn weggeslagen, „f'„ en spoorwegen door aardverschili- w? ,?n'gevankelijk geworden. De tele foonverbindingen zijn verbroken, de spoor- i 7aj ?1WOT_I)browni kwaarvan door mi,,.. n druk gebruik wordt gemaakt, is JeJnÓn"8 V1?r dagen onbruikbaar. Zeven ton „t i°P (w traieet hebben de reis moe- Men is druk doende, de schade baar Ooli de zijlijnen zijn onbruik* MARINEDESKUNDIGEN OVER HET VERRE OOSTEN. ben^'nK;' '^mmsche marinedeskundigen heb* dat dn '",11 nie°ning te kennen gegeven tenslotte f tusschen Ghina en Japan er Verre nJf° Za' loicion' dat het aan het len Oce 0ni grenzenf'e deel van den .Stil* reld worm" grootste centrum ter we* -rinc- 1 uAhict°"ji sanueutrokking van e 'lwlRatrqdkracliten,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 8