Het vraagstuk der
Rundveeteeltregeling
Aantasting van de
autonomie der gemeenten
Voorkom mond- en
klauwzeer!
De opzienbarende
verduisteringszaak
Hoogere vlootkosten voor
Ned.-Indië
Een spoor van het
vermiste meisje?
Dappere redding
Tien geboden voor
den veehouder
Collectieve arbeidsovereen
komsten bij rijkswerken?
Kind onder locomobiel
Slachtoffers van het
verkeer
Ook de versterking der landmacht
Heeft men het geringste vermoeden van
mond- en klauwzeer, dan:
1. Geen wegvluchten met het vee naar
de markt!
2. Geen vervoer van de hoeve van
melk, hooi, stroo, e.d.
3. Bij het verlaten der hoeve tevoren
de handen en het schoeisel ontsmetten met
5 pet. creoline-oplossing, beter nog sulfoli-
quid (in een oplossing van één deel sulfoli-
quid op 20 deelen water).
De smetstof kan niet alleen overgebracht
worden door dieren, maar ook door perso
nen en alle' mogelijke voorwerpen.
4. Men late daarom niemand van buiten
af in zijn stallen toe, of indien dit onver
mijdelijk is, na eerst handen en schoeisel
behoorlijk ontsmet te hebben.
5. Men houde veevoederzakken en koek-
kisten uit de buurt van het vee, daar juist
deze voorwerpen een groote kans van be
smetting kunnen geven.
Ook de veetransportauto's, veewagens,
e.d. kunnen groote kans voor besmetting
opleveren.
6. M-en reinige en ontsmette deze voor
elk vervoer, hetzij naar of van de markten.
7. Gekocht vee plaatse men gedurende
Ï4 dagen in een afzonderlijken stal, dus af
gezonderd van het eigen vee, daarbij neme
men de nood-ige voorzichtigheid in acht
met drinkemmers, voeding, verpleging, enz.
8. Vooral dient nauwkeurig te worden
gelet op de jonge kalveren, daar deze meest
al de ziekte niet overleven en onmiddellijke
inspuiting en afzondering dus bij den ge-
ringsten twijfel noodzakelijk is.-
De verschijnselen der ziekte zijn: koorts,
verminderde eetlust, stijfheid of kreupel
heid, overvloedige slijm- of speeksel-af
scheiding.
9. Ook al twijfelt men, toch direct aan
gifte doen!
10. Zij die vee naar het buitenland Uit
voeren, dienen te beseffen, dat, wanneer
men één ziek dier aantreft, alle dieren in
dien stal reeds besmet kunnen zijn, zoodat
men dan moet handelen alsof alle dieren
i. Jk waren.
Man nam huilend kind op zijn
liets mee...
De politie van het bureau Sandelingplein
te Rotterdam heeft de laatste weken het on
derzoek naar het vermiste meisje Lijntje
Huizer met kracht voortgezet.
Zij heeft echter geen nieuwe spo
ren ontdekt, tot op het moment, dat
een dienstbode uit IJsselmonde zich
kwam melden en vertelde, dat zij op
den avond, dat het meisje uit de
ouderlijke woning aan de Brielsche-
laan was verdwenen, in de dorpsstr.
te IJsselmonde een sjofel gekleeden
man had gezien, die op zijn fiets 'n
huilend kind meenam.
De politie heeft deze inlichting direct ge
toetst en het gevolg is geweest, dat men in
de buurt een nauwgezet onderzoek heeft in
gesteld. Men kan echter niets vinden en ook
het dreggen in de Oude Wetering heeft geen
resultaat opgeleverd. Gisteren heeft men
echter het onderzoek nog grondiger voortge
zet. Men is begonnen met de Oude Wetering
tusschen de beide gemalen geheel droog te
leggen. Daarmede hoopt men hedenochtend
klaar te zijn. Alsdan zal men gaan contro
leeren of inderdaad het stoffelijk overschot
van het verdwenen meisje op den bodem
van de Wetering ligt.
Regeering wil er niets van
weten!
Aan de Memorie van Antwoord op de
Algemeene Beschouwingen over de Rijks-
begrooting 1938 wordt het volgende ont
leend:
De meening van verscheidene leden, dat
het gewenseht is de in het vrije bedrijf be
staande collectieve arbeidsovereenkomsten
van toepassing te verklaren op de rijks
werken, welke onder het beheer van een of
meer departementen worden uitgevoerd,
kan de regeering niet deelen, althans niet.
indien met dezen geuiten wensch bedoeld
wordt de verkrijging van een integrale
toepasselijk-verklaring der bedoelde over
eenkomsten. In dit verband wijst de re
geering voorts op de inwerkingtreding van
de wet op het algemeen verbindend en het
onverbindend verklaren van bepalingen
van collectieve arbeidsovereenkomsten,
waarmede de weg naar algemeen geldende
regelingen, voor zoover niet^strijdig met het
algemeen belang, geopend is.
Droevig ongeluk te Zwollerkerspel.
Gistermiddag omstreeks kwart over twaalf
is op den Dwenterstraatweg te Zwoller-
herspel een doodelijk ongeluk gebeurd. De
8-jarige A. Vulkers uit Ittersum, gemeente
Zwollerkerspel, die met haar broerties en
vriendjes van school op weg naar huis was,
geraakte hij het spelen onder een voorbijko
mende locomobiel, welke door een tractor
W'erd voortgetrokken. Het kind kwam onder
de voorwielen van de zware machine te
recht, en was vrijwel op slag dood. Het
hikje is naar de R.K. Ziekenverpleging te
Zwolle overgebracht.
vraagt aanzienlijke bedragen!
Een tegenvallerl
Naar het „Nieuws" verneemt, kunnen bij
den Indischen Volksraad twee aanvullings-
begrootingen op de hoofdbegrooting '38 wor
den verwacht, ter behandeling in de komen
de Januari-zitting.
De eene begrooting betreft de verdeeling
van de vlootkosten tusschen Nederland en
Indië. Zooals uit de moederlandsche begroo
ting 1938 blijkt, is door minister De Wilde
een memoriepost opgebracht in afwachting
van deze kostenverdeeling, waarbij in het
midden is gelaten de beslissing omtrent een
bedrag van rond f6.500.000.
De bovenbedoelde begrooting zal
hiervoor een regeling treffen in dien
zin, dat Indië's aandeel in de vloot
kosten voor 1938 zal stijgen in ver
houding tot het loopende jaar, waar
bij nader beslist zal worden of de
post in den gewonen of den buiten
gewonen dienst zal worden onderge
bracht.
De tweede aanvullingsbegrooting zal af
komstig zijn van het departement van Oor
log en verband houden met de verhaaste
versterking onzer defensie. Zij zal belang
rijke bedragen aanvragen ter verwerking
op korten termijn aan de verdere mechanisee
ring van het leger en opvoering van de ge
vechtskracht onzer militaire luchtvaart.
Door deze beide aanvullingsbegrootingen
zal het voor 1938 geraamde overschot van
een half millioen in een vrij belangrijk tekort
worden omgezet.
Zesjarig knaapje aan den dood
ontsnapt.
Gistermiddag tegen kwart over vier is
een zesjarig knaapje bij het spelen aan de
Ranonkelkade te Amsterdam te water ge
raakt. Het ventje zou stellig verdronken
zijn, indien niet een scheepstimmerman van
de werf van de Vries Lentsch te water was
gesprongen en den drenkeling op het droge
had gebracht. De redder, die geruim en tijd
in een sanatorium heeft vertoefd en pas
sedert kort weer aan het werk is, begaf zich
naar het politiebureau aan den Adelaai-s-
weg, waar men hem van zijn natte klee-
ren ontdeed en in eenige dekens gewikkeld,
voor de verwarming liet bijkomen, terwijl
intusschen droge kleeren van zijn huis wer
den gehaald.
Op het politiebureau heeft men alles ge
daan om te voorkomen, dat de man schpcje-
lijke gevolgen van zijn' wakkere reddihg zou
ondervinden.
Het knaapje kon terstond naar zijn wo
ning worden gebracht.
Sinds Mei van dit jaar worden door het
Centraal Bureau voor de Statistiek op
korten termijn voorloopige cijfers gepu
bliceerd omtrent de ernstige verkeersonge
vallen.
De cijfers vertoonen van Mei t.m. Sep
tember het volgiende beeld:
In Mei 1937 werden 61 personen gedood
en 446 ernstig gewond; voor Juni bedragen
deze getallen resp. 41 en 453; voor Juli
resp. 47 en 300; voor Augustus resip. 64 en
471; voor September resp. 61 en 417.
Sinds Augustus is dus wee,r een kleine
verbetering ingetreden.
In totaal werden van Mei tot en met
September van dit jaar 274 personen ge
dood en 2177 ernstig gewond.
De notaris vlucht voor de ver
antwoordelijkheid.
Bij het gisteren voortgezette getuige-ver-
hoor verscheen de procuratiehouder Brug-
geman voor het hekje. Men weet dat deze
Bruggeman zijn straf alreeds heeft uitge
zeten. Get. betoogde, dat de notaris steeds
van alles op de hoogte was. Het was diens
gewoonte, steeds te beschikken over geld.
dat niet van hem was.
Verdachte verklaart, dat hij nimmer be
schikte over andermans geld, maar dat hij
steeds verkeerd werd ingelicht door zijn
procuratiehouder en zijn accountant.
De getuige merkt op, dat de notaris nu
vlucht voor de verantwoordelijkheid.
De President: „Wie heeft nu eigenlijk die
valsche balans gemaakt"?
Getuige Bruggeman: „Dat deed de accoun
tant dr. Wijnands in overleg met den nota
ris."
Ik ben in staat, de tonnen op
tafel te leggen.
Voorts zegt getuige, dat de zaken in 1934
reeds fout gingen. Toen reeds zou het kan
toor niet aan zijn verplichtingen hebben
kunnen voldoen als al het geld zou zijn
opgevraagd. Getuige heeft den notaris
vaak gewaarschuwd, maar dan antwoord
de hij: „Vent, lig niet teIk ben in
staat, de tonnen op tafel te leggen."
De notaris beweerde, dat hij een millioen
bezat. De opbouw van het verschuiven van
hypotheken is een vindsel van notaris M.
Voorts zei getuige nog, dat de notaris na
31 Mei 1934 niet meer op kantoor is ge
weest. Toen had het kantoor bezoek gehad
van de boekencontroleurs. „Voor die kerels
ben ik niet meer te spreken," zei de nota
ris.
Het rapport van de door de drie
centrale landbouworganisaties en
de F.N.Z. ingestelde oommissie.
Verschenen is het rapport van de Com
missie tot bestudeering van het vraagstuk
der rundveet-eelregeling, welke commissie
der rundveeteeltregeling, welke commissie
van de drie centrale landbouworganisaties
•en de F.N.Z.
Omtrent den inhoud van dit rapport zij
het navolgende medegedeeld.
Terugbrengen van het aantal
melkkoeien.
Ten aanzien van den melk veestapel wordt
opgemerkt, dat het oorspronkelijk plan, om
door middel van de toewijzing van ongeveer
350.000 vaarskalveren, het aantal melkkoeien
terug te brengen tot 1.250.000 stuks niet is
geslaagd.
De oorzaak daarvan ligt in het in meerdere
mate aanhouden van jongere ruderen.
Productie van rund- en kalfs-
vleesch.
De productie van rund- en kaisvleesch
is, in vergelijking met 1933, in beteekenen-
de mate achteruit gegaan. Deze daling van
het vleeschaanbod is gevolgd door een stij
ging van de vleeschprijzen.
De vraag, wat er met de teellregeling dient
te gebeuren, heeft de commissie in de
eerste plaats bezien vanuit het oogpunt der
vleeschproductie.
De commissie meent, dat de productie
niet beneden het peil van 1936 zal moeten
dalen en zij oordeelt het daarom noodzake
lijk, dat maatregelen worden genomen, die
de te verwachten inkrimping van den vee
stapel tegengaan. Het fundament van onze
vleeschvoorziening moet worden gevormd
door de slachting van niet veel minder dan
400.000 runderen. Een kalvertoewijzing van
350.000 stuks is op den duur niet voldoende
om deze slachting mogelijk te doen zijn,
tenzij on-der vrij sterke inkrimping van
den veestapel, hetgeen op den' duur toch
ook weer tot vermindering van de vleesch
productie moet leiden.
Geen inkrimping van den vee
stapel. De toestanden op de
zuivelmarkt zijn nog lang niet,
zooals ze wezen moeten.
De commissie is op grond van boven
staande overwegingen tot de conclusie ge
komen, dat de kalvertoewijzing 1938 10%
of 35.330 stuks grooter dient te zijn dan de
toewijzing 1937. Daardoor zal het moge
lijk zijn, dat-op den jluur het aantal slach
tingen van runderen 385.000 a 390.000 stuks
bedraagt, zonder dat de veestapel behoeft
te worden ingekrompen.
Tegen een vermindering van den veesta
pol, voortkomende uit een vermindering
van het aantal melkkoeien, schept een os-
sentoewijzing geen tegenwicht.
Een andere, zeer belangrijke reden, die
de commissie ertoe brengt te adviseeren tot
het toewijzen van meer vaarskatveren, des
noods met vermindering van het aantal
ossen, is gelegen in de moeilijkheden bij
de uitvoering.
De commissie is geenszins van oordeel,
dat de toestanden op de zuivelmarkt, na
tionaal en internationaal, zoodanig zijn, dat
de toekomst met gerustheid kan worden te
gemoet gezien. Wel is de situatie belangrijk
beter dan eenige jaren geleden, toen de
plannen tot beperking van de melkproduc
tie werden beraamd, doch de zekerheid, dat
thans een blijvende verbetering is ingetre
den, is niet aanwezig. De verbetering van
den toestand oordeelt de commissie echter
wel zodanig, dat zij haar advies aangaande
een grootere toewij ziig van vaarskalveren
ook uit het oogpunt van de zuivelpositie
verantwoord acht.
Hel argusoog van den notaris;
maar om een kasverschil van
10 duizend gulden gaf hij niet.
De accountant van den notaris, dr. J. Wij
nand, als getuige gehoord, verklaarde dat
de notaris volkomen op de hoogte was van
alles wat er op kantoor omging. Zelfs als
er een klein foutje gemaakt werd, zag het
argusoog van den notaris dat. Ook wist de
notaris dat de balans valsch was.
Getuige Bruggeman voor de tweede maal
gehoord, nu over de positie van de kas,
zeide dat deze nogal eens niet klopte, maar
dat de notaris daar geen belangstelling voor
had. „die verdkas klopt toch nooit".
zei de notaris dan. Een verschil van 8 a
10 duizend gulden interresseerde hem niet,
„omdat er toch genoeg verdiend werd."
Verdachte is zeker toerekenings
vatbaar.
Het getuigenverhoor was hiermede afge-
loopen, waarna de president mededeeling
deed van den uitslag van het door den rech-
ter-commissaris bevolen psychiatrisch on
derzoek van verdachte, ingesteld door de
artsen Dankersloot en Zeckel. Het door de
ze deskundigen samengestelde rapport koml
tot de conclusie, dat de feiten verdachte
wel kunnen worden toegerekend zij het in
eenigszins verminderde mate.
Twee en een half jaar geëischt.
Hierna kreeg de officier van justitie mr.
J. C. V. Meischte gelegenheid tot het hou
den van zijn requisitoir.
Wegens verduistering en valschheid in ge
schriefte eischte de officier een gevangenis
straf voor den tijd van twee en een half
jaar.
De verdediger mr. P. Groeneboom hield
een uitvoerig pleidooi waarin hij uiteenzette
dat naar zijn meening het tenlaste gelegde
niet was bewezen, omdat het bewijsmateri
aal van een zoo twijfelachtige waarde was.
Pleiter concludeerde met klem tot vrij
sprank.
De Rechtbank zal 17 November a.s. uit
spraak doen.
Aan de opheffing van de veeteelt
regeling Is een groot risico ver
bonden voor de veeprijzen. Te
gen den invoer v. buitenlandsch
vleesch heeft de Commissie
groote bezwaren.
De commissie meent, dat aan de opheffing
der teeltregeling een groot risico voor de
veeprijzen verbonden is. Een geheel vrije
aanfok moet echter onafwendbaar leiden tot
uitbreiding van den melkveestapel.
Een grootere melkveestapel geeft op den
duur ook een grootere vleeschproductie. Men
weet niet hoe ver de uitbreiding van den
melkveestapel kan gaan en derhalve is ook
niet bekend, hoe op den duur het vleesch
aanbod zich zal ontwikkelen.
De commissie meent, dat het niet in het
belang is van onzen boerenstand, dat thans
dit risico genomen wordt. Met nadruk wijst
zij erop, dat het voor den Nederlandschen
veehouder van overwegende beteekenis is,
dat hij in de gelegenheid wordt gesteld zijn
vleeschproductie op onze binnenlandsche
markt, die een groot afzetgebied vormt, te
gen loonende prijzen af te zetten.
De commissie merkt in dit verband op,
dat de beperkingen, welke de teeltregeling
aan de Nederlandsche veehouderij oplegt,
haar, met uitsluiting van het buitenland,
het recht geven onze binnenlandsche markt
van rundvleesch te voorzien. Tegen den in
voer van buitenlandsch vleesch heeft zij dan
ook groote bezwaren.
Wijziging op korten termijn, door de vee
houders de gelegenheid te geven hun reser
vekalveren op een extra toewijzing 1937 te
laten schetsen, acht de commissie onge-
wenscht, aangezien dit groote onbillijkheden
schept.
Wat de Commissie van het mond
en klauwzeer denkt.
Ten aanzien van het mond- en klauwzeer
merkt de commissie op, dat zij thans nog
niet kan zeggen, welke bijzondere maatre
gelen, op grond van het mond- en klauwzeer,
dienen te worden genomen. Zij is echter wel
van meening, dat het optreden van het
mond- en klauwzeer een verdere verruiming
van de vaarskalverentoewijzing 1938 dan
de voorgestelde 10 noodzakelijk zal doen
zijn.
Bedreigt de Sport de Zondags
rust? De Bioscoopbond be
kleedt een machtspositie. Nog
maals de Finantieele verhou
ding tusschen Rijk en Gemeen
ten. De Stemplicht veroor
deeld. Zijn de Burgerwachten
betrouwbaar?
Aan het Voorloopig Verslag van de Twee
de Kamer over de begrooting van Binnen
landsche Zaken, wordt het volgende ont
leend:
De Sport bedreigt de Zondags
rust. Gevraagd wordt den Za
terdagmiddag daaraan te wijden
Enkele leden klaagden er over, dat de Zon
dagswet bij voortduring niet wordt nage
leefd. Zij wezen in dit verband op het feit,
dat Burgerwachten bij voorkeur op den Zon
dag oefenen, terwijl het aantal algemeene
landdagen, die op den Zondag gehouden wor
den, steeds toeneemt.
Tevens werd gewezen op de huidi
ge ontwikkeling van de spert, die in
toenemende mate de Zondagsrust be
dreigt en van zeer velen onnoodigen
arbeid eischt. Men drong er op aan
het spelen van wedstrijden op Zon
dag zooveel mogelijk te beperken en
daarvoor meer den vrijen Zaterdag
middag te benutten. In dit verband
werd nog de aandacht gevestigd op
de verkeersopstoppingen tengevolge
van het bezoek aan voetbalvelden,
waardoor eenigen tijd geleden in
Rotterdam kerkbezoekers verhinderd
werden de avonddiensten hunner ge
meente te bereiken.
Ten aanzien van de sportbeoefening
op den Zondag werd van andere
zijde opgemerkt, dat, hoezeer het
wenschelijk zou zijn, dat hier te lan
de op sportgebied in meerdere mate
het Engelsche voorbeeld gevolgd
werd daartoe een ommekeer in ons
maatschappelijk leven noodig zou
zijn.
In dit verband werd nog gewezen
en de groote cultureels beteekenis van
de sport, welke het verkeerd beste
den van den Zondag tegengaat.
De machtspositie van den Bios
coopbond.
Verscheidene leden verzochten den Minis
ter een wijziging xan artikel 42 van 't bios-
coopbesluit te willen bevorderen, waardoor
het mogelijk zou worden ook bij nakeuring
coupures aan te brengen.
Door enkele leden werd de aandacht ge
vestigd op de machtspositie, welke de Bios
coopbond inneemt. Bij herhaling zijn er bot
singen geweest tusschen deze bond en ge
meentebesturen, waarbij het niet alleen om
belastingaangelegenheden ging, maar dik
wijls ook om geheel andere, zooals b.v. be
scherming van de jeugd tegen de gevaren
van de bioscoop. De bijzondere machtsposi
tie van genoemden bond maakt in zulke ge
vallen het verzet van de gemeentebesturen
veelal krachteloos, znodat alleen een optre
den van de regeering zou kunnen baten.
Verschillende leden wezen op het feit. dat
in den laatsten tijd de autonomie der ge
meenten zeer in het gedrang is gekomen.
Zij meenden een al te sterke zucht naar
centralisatie te kunnen constateeren, zoo
dat de kleinste kleinigheden van uit Den
Haag worden geregeld en voorgeschreven.
Nieuw onderzoek gewenseht in
zake de finantieele verhouding
tusschen Rijk en Gemeenten.
Ook de behandeling van de gemeenten,
welke extra-bijdragen of bijdragen op grond
van noodlijdendheid hebben moeten vragen,
had bij vele lieden ontstemming gewekt.
Vele leden achtten het den hoogsten tijd,
dat de financieel® verhouding tusschen het
Rijk en de gemeenten opnieuw in onder
zoek wordt genomen. Blijft de tegenwoor
dige toestand gehandhaafd, dan zullen tal
rijke gemeenten binnen enkele jaren onder
curateele staan.
Onhoudbaar achtten deze leden ook de
steeds verdere gaande verlagingen van de
uitkeering uit het gemeentefonds.
Naast de opvatting, dat alle gemeenten
op den duur weer volledig autonoom moe
ten worden, stond die van andere leden, die
meenden, dat eenige centralisatie zal kun
nen blijven bestaan.
De salarisregeling der ambte
naren.
Verschillende leden vroegen voorts of de
Regeering bereid is om ook bij onvoldoende
en daarom ontoelaatbare salarisregelingen
in te grijpen, hetgeen zeker bij het tot op
heden ingenomen standpunt van het vorige
kabinet volkomen consequent zou zijn ge
weest.
Gevraagd werd, welke houding de minis
ter zal aannemen tegenover het voornemen
van een groote groep van gemeenten om
in een centraal gevoerd overleg de ambte
narenreglementen vast te stellen,
Geen stemplicht meer.
Eenige leden drongen er op aan, den op
komstplicht te laten vervallen. Deze dwang
heeft voor zoover ze al nuttig gewerkt
heeft voldoende effect gehad. Hen, die
na het eventueel wegvallen van dezen
plicht niet willen stemmen, moet men met
rust laten.
Deze opvatting werd door andere leden
bestreden.
Er is gevaar verbonden aan da
vorming van particuliere weer
korpsen.
Eenige leden wilden ook nu hun bezwa
ren uiten tegen de instandhouding van de
vrijwillige burgenvachten en den bijzon
deren vrijwilligen landstorm.
Elders, in het buitenland, is vol
doende duidelijk gebleken, dat aan
het vormen van particuliere corp
sen gevaar verbonden is. Nu bo
vendien bij de verkiezingen in Mei
jl. de van alle uitersten afkeerige
gezindheid van het Nederlandsche
volk opnieuw overduidelijk is ge
bleken en voor de versterking van
leger en politiemacht zooveel geld
noodig is, klemt dit te meer om tot
opheffing over te gaan.
Andere leden ontkenden, dat hier van
particuliere corpsen kan worden gespro
ken. Wel rees bij hen de vraag, of de bur
gerwachten in liet algemeen nog beant
woorden aan haar doel. Zijn zij nog wel
voldoende paraat?
Gevraagd werd, of de betrouwbaarheid
der burgerwachten over de geheele linie
door de Regeering voldoende is te contro
leeren?
Andere leden achtten Vrijwillige Burger
wacht en Bijzondexen Vrijwilligen Land
storm noodzakelijk.
Samenvoeging van gemeenten.
Verscheidene leden drongen er op aan,
dat in meerdere mate dan thans geschiedt
uit een oogpunt van bezuiniging kleine ge
meenten worden samengevoegd.
Gemeentepolitie.
Vele leden merkten op, dat een verster
king van de activiteit der gemeentepolitie,
in het bijzonder in de kleine gemeenten
wenschelijk is. Zij meenden, dat deze zou
kunnen worden verkregen door de ge
meentepolitie, die op het platteland elk
corpsverband mist, b.v. per provincie in
een dergelijk verband te brengen.
Uitbreiding Volkswoningbouw en
huurverlaging gevraagd.
Verscheidene leden drongen er op
aan den volkswoningbouw uit te
breiden. Blijkens het verslag van den
hoofdinspecteur der volkshuisves
ting is er over 1936 opnieuw een
sterke teruggang in den bouw van
nieuwe woningen. De productie over
1936 was 30.274 woningen tegen
45.231 woningen in 1935. En ook over
de eerste maanden van 1937 valt een
soortgelijke daling te constateeren.
Verschillende leden vroegen naar de plan
nen van de regeering om tot een voortzet
ting der huurverlaging te geraken, zoowel
voor de met rijkssteun als voor de zopder
rijkssteun gebouwde woningen. Zij waren
van meening, dat deze niet ten volle heeft
doorgewerkt. Een naar verhouding redelijk
huurpeil is nog bijna nergens bereikt.
NACHTELIJK ALARM IN ZIEKENHUIS.
Hedennacht kort na vier uur werd de om
geving van de Oosterparkstraat te Amster
dam opgeschrikt door het schril fluiten van
een stoomfluit van het Onze Lieve Vrouwe
Gasthuis. In allerijl werden brandweer en
politie gewaarschuwd, waarop twee motor
spuiten en een ladderwagen herwaarts wer
den gezonden. Bij aankomst bleek evenwel,
dat er geen brandgevaar te duchten was. Do
verwarmingsketel bleek boven peil te zijn
gestookt, waardoor een loodstop was door
gebrand, met het gevolg dat het alarmtoestel
in werking is getreden.
De brandweer kon zich bepalen met het
z.g. trekken van het vuur waarmede het
euvel spoedig was verholpen. Vanzelfspre
kend veroorzaakte dit nachtelijk alarm veel
consternatie zoowel binnen het gebouw als
daarbuiten waar de omwonenden, door het
ongewoon geluid wakker geschrikt, te hoop
waren geloopen om te kijken wat er gaande
was.