Het verboden
grondgebied
De reis van de voormalige
veerboot »Leeuwarden
Noodlottige ruk
aan een touw
Postvluchten op Indië
2500 onderwijzers
demonstreeren
Een kraai gearresteerd
Het verdrijven van
mist
Vlecsch niet goedkooper
Zuiderzeewerken
Tsjang Kai Sjek is nog
vol vertrouwen
De vaderlandsliefde der
De Italiaansche verliezen
in Abessinië
Oorlogsgod bij de
Olympische Spelen
Duitsche Roomsch-Katholieken
door Dennis Wheatley
Massa-bijeenkomst in Den Haag
Motie over verlaging van de
leerlingenschaal.
Vijf en twintig honderd onderwijzers uit
het geheele land kwamen Zaterdagmiddag
in de residentie bijeen, waar zij in de groote
zalen van den dierentuin en van< „De ver-
eeniging" demonstratieve vergaderingen
hielden voor verlaging van de leerlingen-
schaal.
Deze bijeenkomsten waren belegd door
het comité van samenwerkende onderwij
zersorganisaties.
Het katholieke onderwijzers verbond in
Nederland, dat eveneens in dit comité is
vertegenwoordigd, nam niet aan deze de
monstratie deel.
Aan het slot van de vergadering werd on-
der luide toejuichingen der duizenden aan
wezigen een motie aangenomen, waarin op
Regeering en volksvertegenwoordiging een
dringend beroep wordt gedaan om alsnog
met ingang van 1 Januari 1938 voor het la
ger onderwijs een verlaging van de leerlin
genschaal in te voeren, overeenkomstig de
wenschen naar voren gebracht in het adres
van de zes groote onderwijzersorganisaties
bij het openbaar en bijzonder onderwijs.
De bijeen in den Dierentuin werd o.m. bij
gewoond door de Tweede Kamerleden, de
heeren dr. Bierema, Thijssen, v. d. Sleen en
IJzerman.
Een motie van gelijke strekking werd Za
terdagmiddag aangenomen door „Volkson
derwijs", op zijn algemeene vergadering te
Utrecht.
Haagsche dame bestolen.
Een dame uit de van Aerssenstraat te
's Gravenhage, is Vrijdagmiddag hevig ge
schrokken. Een dood-eenvoudige kraai was
door een openstaand raam haar woning
binnengevlogen en had na een schemer
lamp in gruizelementen te hebben gepikt
een zilveren broche, een metalen clip en
een haarkam gestolen. Met deze voorwerpen
was het brutale dier weggevlogen. Zoo ver
telde zij het de Haagsche politie en met deze
gegevens begon de recherche haar opspo
ringswerk. Dat was niet zoo heel moeilijk,
want de kraai had reeds eerder dergelijke
grappen uitgehaald.
Het beestje, een tam kauwtje, is het eigen
dom van een mijnheer in de Frankenstraat,
aan welk adres de rechercheurs zich ver
voegden en het dier „arresteerden".
„Gevankelijk" werd het kauwtje overge
bracht naar het bureau in de Duinstraat,
Zijn toekomst zag er zeer somber uit, doch
toen de eigenaar zich onmiddellijk bereid
verklaarde de door het beest aangerichte
schade te vergoeden, gaf de politie het dier
aan zijn meester terug onder voorwaarde,
dat het gekortwiekt zal worden, waardoor
dergelijke brutaliteiten zich niet zullen her
halen. Hetgeen geschiedde.
Proefnemingen op Schiphol.
De heer Aug. Veraart uit Rijswijk schrijft
ons.
Toen Donderdag 4 November jl. een zware
mist een groot gedeelte van Nederland be
dekte, is voor de eerste maal op Schiphol
een proefneming gehouden, ten einde na
te gaan in hoeverre met de aldaar aanwe
zige hulpmiddelen eventueel mist kan
worden verdreven.
Met een drietal slangen op de brandkra-
nen achter de militaire loodsen werd een
hoeveelheid water van eenige honderden
liters per minuut, onder een druk van
drie atmosferen in de mist gespoten op
een terrein met groote verdampingscapaci
teit.
Toen om 4 uur de proefnemingen werden
beëindigd, bedroeg volgens de officieele
waarnemingen van den Rijksradiodienst
het zicht op Schiphol 800 meter, terwijl het
op Waalhaven slechts 150 meter, in de Bilt
50-200 meter bedroeg.
Na veel moeilijkheden in Vene
zuela afgeleverd.
Met het stoomschip „Costa Rica" van de
K.N.S.M., dat gistermiddag te Amsterdam is
aangekomen, zijn in ons land teruggekeerd
de gezagvoerder en leden van de bemanning
van de vTrinidad", de voormalige veerboot
„Leeuwarden", welke den veerdienst der Ne-
derlandsche spoorwegen tusschen Enkhuizen
en Staverden onderhield en in het voorjaar
werd verkocht aan de regeering van Vene
zuela, welke het vaartuig, nadat het eenige
veranderingen zou hebben ondergaan, be
stemd had voor de kustvaart. In het begin
van de vorige week heeft men zich eenigs-
zins ongerust gemaakt over het lot van de
opvarenden, omdat men berekend had, dat
het schip reeds lang zijn bestemming moest
hebben bereikt, terwijl men nog geen bericht
van aankomst noch eenig ander bericht om
trent de Trinidad had ontvangen. Achteraf
bleek echter, dat het schip op 18 October j.1.
veilig te la Guaira aan de Venezolaansche
autoriteiten kon worden afgeleverd.
Uit het onderhoud, dat wij na aan
komst van de „Costa Rica" met den
gezagvoerder van de „Trinidad" den
heer Versteeg, en afzonderlijk met
verschillende leden van de beman
ning hadden, bleek de overtocht over
den oceaan met het kleine vaartuig,
welks natuurlijke bestemming de
Zuiderzee was geweest, geen ideaal
verloop te hebben gehad, en wel voor
namelijk door de slechte persoon
lijke verhoudingen aan boord tus
schen gezagvoerder en schepelingen.
Reeds kort na het vertrek uit Rotterdam,
op 28 Juni j.1., bleek de stookinrichting niet
in orde te zijn, tengevolge waarvan de olie
in de Settlingstanlcs, van waaruit zij fijn
verdeeld en voorverhit in de vuren behoort
te worden gesproeid, in een dikke straal en
onder veel te hooge temperatuur in de vuren
kwam, waardoor men 28 uur over de reis
naar Dover deed. Hier bleef het schip liggen
om van een nieuwe stookinrichting te wor
den voorzien. En hier ook ontstond een con
flict tusschen den kapitein en den promotor
van den verkoop van het schip, den heer
Mellema van het maritiem kantoor W. H.
Mellema te Amsterdam, die onder de gege
ven omstandigheden en vooral toen bleek dat
de kapitein pas tegen het najaar den over
tocht over den oceaan zou beginnen, de ver-
Consument merkt nog niet veel
van opheffing crisis-accijns!
Het Bureau van den Nederlandschen Sla
gershond te Utrecht schrijft ons:
Wat reeds door velen was voorzien en door
de afgevaardigden der beide bondsbesturen
op 22 October aan het departement van
Economische Zaken ook als hun oordeel was
gegeven, n.1. dat als gevolg van het heer-
schen van mond- en klauwzeer en teeltbe
perking, een stijging der slachtveeprijzen
was te verwachten, voltrok zich reeds deze
week. De hoogere inzet van Dinsdag heeft
zich n.1. Woensdag te Den Bosch, Donder-'
dag te Zutphen en Vrijdag 5 November op de
markten te Leeuwarden, Zwolle en Leiden
gehandhaafd en zich in niet mindere mate
bij de kalverenhandel doen openbaren.
Waar de inkoop van rundvee deze week
4 a 5 cent per Kg. steeg, is het voor de sla
gers al heel moeilijk geworden, in verband
met de afschaffing der crisisheffing. De
slagers, die den prijs verlaagden, zullen
bij handhaving der huidige hoogere slacht
veeprijzen spoedig de vleeschprijzen moeten
opslaan; vooral voor kalfsvleesch klemt dit
sterk.
Momenteel is de marktpositie zóó,
dat de consument, ondanks de goede
bedoeling van den minister van Eco
nomische Zaken en den goeden wil
van de slagers, geen algemeene ver
laging der rund- en kalfsvleeschprij-
zen mag verwachten.
Het moge als een heele geruststelling en
voldoening voor den vleeschconsument
zijn, aldus de Bond, dat het volksvoedsel
vleesch niet meer door extra crisisheffingen
wordt belast
antwoordelijkheid hiervoor niet langer
wenschte te dragen, zich uit de onderneming
terugtrok, waarop kapitein Versteeg besloot,
op eigen verantwoording den overtocht te
maken met een schip, dat niet voor den
Oceaan gebouwd is en bi] een diepgang van
nog geen 2 meter, een bovenbouw van bijna
7 meter heeft. Gelukkig heeft men, hoewel
de „Trinidad" nadat zij te Londen in het dok
was geweest, pas op 18 September j.1. uit
Engeland vertrok, in het algemeen goed weer
gehad, want het is de vraag, of de luiken,
waarmee de openingen in het karteldek wa
ren afgesloten, wel weerstand zouden kun
nen bieden aan zware zeeën. Op 27 Septem
ber kwam men te Las Palmas aan en reeds
den 29sten vertrok men weer, nadat 140 ton
olie gebunkerd was, tot groote ontevreden
heid van een deel der bemanning, die van
meening was dat deze hoeveelheid te gering
was voor den overtocht en dat men behalve
de 140 ton, welke de bunkertanks konden
bevatten, nog een reservevoorraad in vaten
had moeten meenemen.
Men kwam op 18 October te La Guaira,
waar het schip moest worden opgeleverd,
aan met nog slechts 2 ton olie aan boord.
Kapitein Versteeg schreef de ontevreden
heid van de bemanning in de eerste plaats
toe aan den ongunstigen invloed, die eenige
opvarenden op de overigen hadden geoefend
alsmede aan het feit dat de gevolmachtigde
der Venezolaansche regeering, een Vene-
zolaansch marine-officier, die de reis mee
maakte, te Dover den mannen een gratifi
catie had toegezegd voor bijzondere presta
ties welke gratificatie echter niet werd uit
betaald omd at de bemanning naar de mee
ning van den Venezolaan zich gedurende
de reis niet zoodanig had gedragen, dat zij
daar aanspraak op konden maken. De be
manning was toen allerlei onaangenaam
heden gaan zoeken, begon o.a. te klagen
over het voedsel, hoewel daar niet de minste
aanleiding toe was.
Het bunkeren van 140 ton olie te Las
Palmas kon de kapitein ten volle voor zijn
verantwoording némen. Hij had nauwkeu
rig berekend hoeveel hij noodig zou heb
ben en de uitkomst had hem in het gelijk
gesteld, al was een overschot van 2 ton niet
veel. Door langzamer te loopen had men
het olieverbruik laag kunnen houden.
Dit was het van twee verschillende kan
ten beschouwde relaas van een reis die, na
de ongerustheid, welke gedurende eenige da
gen in de gezinnen van de opvarenden heeft
geheerscht, gelukkig tot een goed einde is
gebracht.
Wanneer aanleg der Zuidelijke
polders? vragen B. en W. van
Amsterdam.
Zaterdag is de memorie van beantwoor
ding verschenen op het verslag der afdee-
lingen van den Amsterdamschen gemeente
raad over de begrooting voor 1938.
O.m. wordt daarin gezegd:
Zooals Burgemeester en Wethouders reeds
hebben medegedeeld, hebben zij bij schrijven
van 8 April 1936 den minister van water
staat verzocht om, gelet op het daarbij be
trokken groote belang van Amsterdam
mede uit een oogpunt van bestrijding der
werkloosheid te bevorderen, dat naast de
werkzaamheden aan den Noordoostpolder
ook een aanvang wordt gemaakt met de uit
voering der zuidelijke Zuiderzeepolders, al
thans, dat reeds thans wordt begonnen met
het aanleggen van den IJmeerdijk. Eenigen
tijd 'later hebben zij den minister aan dit
schrijven herinnerd en toen tevens verzocht,
het daarheen te willen leiden, dat de ge
meente weder een vertegenwoordiger in den
Zuiderzeeraad verkrijgt. Aan het antwoord
van den minister kunnen zij nog toevoegen,
dat het lid van hun^ college, meer in het
bijzonder belast met de zaken der publieke
werken, bij een bespreking ter zake met
den vorigen minister van waterstaat den in
druk heeft gekregen, dat het in de bedoe
ling ligt, de totstandkoming te bevorderen
van een Koninklijk besluit tot het ter hand
nemen van de technische -voorbereiding van
de zuidelijke polders.
Rotterdamsch paard te water.
Al te hulpvaardig toeschouwer
maakt het ongeluk nog erger.
Zaterdagmorgen omstreeks kwart voor
negen is een paard, dat op het Haagsche-
veer te Rotterdam door de firma Koolhuis
wordt gebruikt om heipalen bij de heierij
ter plaatse aan te sleepen, van een voorbij
rijdenden vrachtauto zoo geschrokken, dat
het achteruit stapte en in het water van
de Delftsche vaart terecht kwam. Het paard
dat niet was voorgespannen, zwom naar den
hoogen kant van de vaart.
Inmiddels had havenpersoneel reeds een
boot losgemaakt en was met een ondertus-
schen reeds gereedgemaakte „broek" naar
de ulaats gevaren, waar het paard rond
zwom; men is erin geslaagd het paard in
de draagbanden te krijgen, waarna het
scheepje, met het paard hangend aan de
laadboom, naar den wal aan de Delftsche
vaart-zijde is gegaan. Daar had de politie
inmiddels gezorgd voor een afzetting, zoo
dat het dier rustig tusschen boot en wal ge
draaid werd, hooger geheschen tot boven
den wal, en daarna neergelaten.
Tot zoover gebeurde er niets bij
zonders, maar een der toeschouwers
op het afgezette terrein, wie, is on
bekend gebleven, wilde op dat mo
ment de behulpzame hand bieden
en trok aan een touw Dit kwam fali-
kant uit, want inplaats dat men de
redders van dienst was, gebeurde
er een ongeluk, dat de eerste phase
van dit drama belangrijk overtrof..
Door het lostrekken van dit touw kwam
n.1. het zwaartepunt van de last anders te
liggen, de mast kon dit niet houden, zoodat
zij brak.
Het paard stond inmiddels reeds op den wal
en kwam er ook verder goed af, maar de
omvallende mast sloeg togen de panden
op de Delftsche vaart, waardoor eenige
schade werd veroorzaakt, en vervolgens
door de etalageruit van een daar gevestig-
den kapperswinkel, zoodat hier eveneens
schade ontstond.
Bovendien konden, toen de mast omsloeg,
twee van de helpers niet meer uit de voe
ten komen, zoodat zij door de zware hou
ten mast werden getroffen. Dit waren de
heeren VV. van der Linden uit den Oppert
en de sluiswachter L. Nederhof.
Een auto van den geneeskundigen dienst
was spoedig ter plaatse. De beide gewonden
zijn naar het ziekenhuis aan den Coolsingel
vervoerd, waar de eerste, die een hoofdwond
had opgeloopen, is behandeld, zoodat hij
weer naar huis kon terugkeeren en de twee
de met een we r v el kneuzing is opgenomen.
China zal tenslotte overwinnen.
Maarschalk Tsjang Kai Sjek heeft gisteren
in een interview medegedeeld, dat China
geen voorstander is van directe onderhande
lingen met Japan voor de regeling van het
conflict in het Verre Oosten. De Chineesche
veldheer gaf uitdrukking aan zijn optimisme
over den militairen toestand en bevestigde,
dat China vastbesloten is den tegenwoordi
gen strijd voort te zetten-. Hij verklaarde: „Ik
ben er van overtuigd, dat China ten slotte
de overwinning zal behalen".
Gevraagd wat hij dacht over de vooruit
zichten van de conferentie van Brussel, ver
klaarde Tsjang Kai Sjek: „Ik ben er vast
van overtuigd, dat wanneer de krachten der
rechtschapenheid en rechtvaardigheid een
maal in beweging zullen komen, zij niet zul
len nalaten de gestelde bedoelingen te be
reiken. Ik geloof, dat de conferentie kostbare
resultaten zal tot stand brengen".
Geen bemiddelingspogingen gaande.
Toen hem ten slotte gevraagd werd naar
de sinds den aanvang der conferentie van
Brussel in omloop zijnde geruchten, dat bui
ten de conferentie om bemiddelingspogin
gen zouden worden aangewend, zeide Tsjang
Kai Sjek, dat deze geruchten volkomen on
gegrond zijn.
Vertrek van Aankomst te
Torenvalk
(terugreis)
Oehoe
(heenreis)
Buizerd
Athene 7 Nov. A'dam 7 Nov,
Rang. 7 Nov. Singap. 7 Nov,
Buizerd Igasra 7 Nov. lodhp. 7 Nov.
(heenreis) I
Kar. 7 Nov.
Napels 7 Nov. Alex. 7 Nov.
Singap. 7 Nov. Rang. 7 Nov,
A'dam 9 Nov.
Reiger |j0dhp. 7 Nov.
(terugreis) I
Wielewaal
(heenreis)
Pelikaan
(terugreis)
Ibis
(heenreis)
Kardinaal Faulhaber houdt een
predicatie.
In de stampvolle kathedraal te MundHea
heeft kardinaal Faulhaber een predikatie
gehouden. Na een vermaning aan zijn
hoorders, Rooinsch Katholiek te blijven, ver
klaarde hij: „Wij willen in het nationaal,
socialisme goede zoowel als slechte dingen
zien en de nationaal-socialisten behooren dat
zelfde te doen tegenover de katholieke kerk,
Hitier zelf heeft in .JVfein Kampf" toege-
geven, dat de verhouding tusschen goed en
kwaad in de kerk gunstiger tot uitdrukking
komt dan bij andere groote organisaties".
De Kardinaal vervolgde met te zeggen, dat
de Roomsch Katholieken tijdens den oorlog
hun loyaliteit hebben bewezen, dat de kerk
bijdroeg aan de Winterhilfe en dat Bis.
marek zelf had gezegd, dat het Roomsch
Katholieke elementen in Duitsohland geen
vreemd element was.
De kardinaal besloot met de opmerkingen^
„Laat ons God danken, dat wij Roomsch
Katholieken zijn en dat God ons moge
helpen Roomsch Katholieken te blijven."
De Italiaansche verliezen iin Abessinië
hebben in de maand October j.1. bedragen:
zes officieren, twee onderofficieren en een
zwartihemd, die bij verkenningstochten en
het verrichten van politiediensten werden
gedood.
Een officier is aan, tijdiens een gevecht
opgeloopen kwetsuren overleden.
Een zwartihemd is verdwenen.
Zes officieren, twe onderofficieren, 23 sol
daten en tien zwarthemden zijn overleden
uit dienstoorzaken en ten gevolge van ziek
ten.
De totale verliezen sinds 1 Ja
nuari f935.
De totale verliezen van 1 Januari 1935
tot en met 31 October 1937 bedragen: 4058
man.
Van 30 September tot 31 October j.1. zijn
77 personen ten gevolge van arbeidsongeval
len of aan ziekten overleden.
Van 1 Januari 1935 tot 31 October 1937
zijn in het geheel 1546 arbeiders overleden
en zes vemdwenen.
Ontwerp voor het Japansche re
clamebiljet.
Als aanplakbiljet voor de Olympische Spe
len 1940 te Tokio is het ontwerp van een
jongen schilder uit Kyoto gekozen. Het stelt
voor een strijder in oud-Japansche oorlogs-
dracht, die in de schaduw van de takken
van een eik staande, een boog in de hand
houdt. Op den achtergrond ziet men de be
roemde en nimmer ontbrekende heilige Ja
pansche vulkaan, de Foejijama. De teeke-
ning is in goud tegen een donkerblauwen on
dergrond uitgevoerd. De strijder staat in re-
lief afgebeeld. De ontwerper heeft zijn tee-
kening als zinnebeeld bedoeld van den
strijdlustigen geest van Japan, terwijl hij te
gelijkertijd de aandacht vestigt op het 2600ste
jaarfeest van het keizerlijke Meiji-huis.
De Italiaansche verliezen in Abessinië.
Feuilleton
Vertaling Eva Raedt de Canter
56.
In de vervallen gang zat Marie Lou. Zij
profiteerde van .de late middagzon die haar
stralen door een groot gat in den muur naar
binnen wierp.
„Komt u bij me om te te vertellen, dat u
den schat gevonden hebt?" vroeg zij met een
glimlach.
Hij lachte en ging naast haar zitten. „Wist
je dat nog niet?" vroeg hij met grappige ver
bazing. „Morgen is het dag dat ik u de goe
deren zal laten zien. Al het geknoei van de
laatste dagen was alleen maar een voor-
wer.isel van mij om u een beetje belang in de
zaak te doen stellen."
„Natuurlijk," Zij keek hem met haar
groote blauwe oogen ernstig aan. „U hebt
dus al dien tijd geweten waar zij waren? En
dan te denken dat ik het niet geloof. Arme
Marie Lou!"
„Maar, nu eens ernstig. Ik wil iets met u
bespreken." Rex was nu Inderdaad ernstig en
enkele minuten spraken zij op zachten toon
met elkaar.
„Accoord," zei hij eindelijk en stond weer
op. „Ik zal een half uur na zonsondergang,
hoogstens een uur, weer terug zijn. Wees lief
en amuseer den hertog terwijl ik weg ben. Hij
is wat onrustig. Hij kan niet stil zitten." Hij
wuifde even met zijn hand en verdween in de
ruïnes aan het uiterste einde van de gang.
Marie Lou ging terug naar de metaalgie
terij. Rex had gelijk gehad, de Reichlau
was opgewonden. In uren van bezigheid
kon men erop rekenen dat hij zijn uiterlijke
kalmte bewaren zou, zijn zelfbeheer-
sching liet hem zelfs in het hevigste ge
vecht niet in den steek, zooals Simon onder
vonden had. Zelfs Rex, die zijn jeugd en
forsche kracht In zijn voordeel had, be-
van geest, wanneer er gevaar dreigde. Maar
deze dagen van gewongen nietsdoen hadden
zijn evenwicht verstoord. Hij doorkruiste
voortdurend het vertrek, heen en terug als
een leeuw in een kooi.
Van den morgen tot den avond was zijn
geest bezig het probleem op te lossen hoe
zij uit dit verboden gebied zouden ontsnap
pen en wel zoo spoedig mogelijk en in 't ge
heim. Zijn hersens waren met niets anders
bezig, en hoe meer hij eraan dacht, hoe
minder nieuwe gedachten hij kreeg. Hij wist
zelf, dat hij aan niets anders denken kon
en dat maakte hem nog nerveuzer.
Marie Lou trok hem in de stralen van de
late namiddagzon. „Kom, en praat eens wat
met mij," vroeg zij vriendelijk. „U. denkt te
veel dat is niet goed."
Hij glimlachte met iets van zijn oude
charme. „Waarover wilt u dat ik met u spre
ken zal, prinses?"
„Waarover u wilt. Vertel mij iets over
Parijs."
„Ha, Parijs!" Hij leunde tegen den muur.
„Parijs bestaat eigenlijk uit honderd verschil
lende steden. Men heeft bijvoorbeeld het Pa
rijs van Hendrik van Navarra. Het Parijs van
den grooten keizer, het Parijs van de revo
lutie."
„Neen, neen, vertelt u mij over het Phrijs
van heden."
Hjj glimlachte weer. „Ook dat, mademol-
selle, is het Parijs, dat men op verschillende
manieren kan betitelen. Tussschen het Parijs
van de oude Katholieke families en het Parijs
van de Amerikaansche touristen bestaat een
hemelsbreed verschil. Want er is een stad
van den kunstenaar en een stad van het
nachtleven. Men heeft er de Russische ko
lonie en de Wielrijders-wedstrijden van de
bourgeoisie. Maar wat mijzelf betreft, ik ben
lange jaren niet meer in Parijs geweest."
„Maar, waarom niet, monsieur?" riep hij
in groote verbazing uit. „Parijs is de eenige
stad in de wereld, waar ik zou willen wonen."
„Misschien ik ben daar nog niet zoo
zeker van. Maar evenals u heb ik vele jaren
als banneling geleefd."
„Vertelt u mij daar eens iets van, mon
sieur?"
„Het was in '96, prinses. Voor ons, die aan
de tradities van onze geboorte vasthouden,
bestaat er nog steeds een koning van Frank
rijk. Toen ik een jonge man was, was ik een
vurig royalist. In die dagen bestond er een
groote hoop, dat de monarchie hersteld zou
worden verwachtingen die, naar ik vrees,
nu voor altijd dood zullen zijn. Ik was ernstig
verwikkeld in een samenzwering om een
coup d'état te bewerkstelligen. Ik beklaag
me niet over de straf, die ik daardoor opge
loopen heb. Van tijd tot tijd stemt het mij
echter droevig, dat ik niet vrij ben om terug
te keeren naar de plaatsen, die mij dierbaar
geworden zijn."
„Zoo, monsieur, gaat u dan van tijd tot
toch naar uw land terug?"
„Ja, met groote tusschenpoozen. Maar het
is een risico, dat ik niet gaarne meer loop, nu
ik een oude man geworden ben. Bovendien is
het onmogelijk, om ook mijn vrienden in on
gelegenheid te brengen, wanneer ik bezoeken
bij hen afleg. In openbare gelegenheden,
waar mijn vrienden en kennissen samenko-
men, zou ik onmiddellijk herkend worden."
„Dat is inderdaad treurig, monsieur. Waar
woont u dan nu?" v
„Ik heb een villa in Italië, waar ik som
mige winters doorbreng. Bovendien bezit Ut
een kasteel in Oostenrijk. Maar ik ga mo
menteel niet graag naar Oostenrijk. Mijn
vrienden hebben namelijk tijdens den oorlog
hun geld verloren. Het is aandoenlijk al deze
mij dierbare menschen te zien, die vroeger
zoo vroolijk en gastvrij waren. Zij dachten
nooit aan geld en nu hebben zij niets. En mi
denken zij' aan niets anders. Het grootste ge
deelte van mijn leven breng ik te Londen
door."
„Vertelt u mij dan wat van Londen. I3
het waar, dat het daar altijd mist?"
De Reichlau lachte. „Weineen, mademoiselle.
Op een mooien morgen in Mei kan Londen
een even aantrekkelijke plaats zijn als iedere
andere stad in de wereld. Ik beloof u dat wi)
samen eens een wandeling door Bondstreet
zullen maken."
„Kent u den koning van Engeland en dett
prins van Wales?"
„Ik heb de eer Zijne Majesteit te Kennc11
en ook den prins."
(Wordt vervolgcLl