Dr* Colijn verdedigt het
regeeringsprogram
Beroepsscboolartsen een dringende eisch
Postvluchten op Indië
Sint Nicolaas en de
Zondagsrust
Ontreddering van
het onderwijs
Winkels in Amsterdam op
5 December geopend
Critiek op spelliogbeleid
Weerspannig luitenant
vrijgesproken
Tweede Kamer
Democratie in de roeisport
Diefachtig brievenbesteller
Op verder herstel van Alkmaar's
kerk aangedrongen
De Premier over de mislukking
van de breede basis.
Den Haag, 16 November 1937.
Er was weer ouderwetsche woeligheid op
het Binnenhof, toen het heden-middag tegen
het uur liep, dat dr. Colijn in de Tweede Ka
mer zijn antwoord-rede op de algemeene be
schouwingen over de Rijksbegrooting zou
gaan houden. Men verwachtte misschien min
of meer sensationeele onthullingen aangaan
de de geschiedenis van de Kabinets formatie,
met heftig-bewogen incidenten, en toen de
vergadering geopend werd, stroomde de zaal
en de tribunes tjokvol, buiten moesten nog
heele rijen belangstellenden blijven wachten.
In de presidentsloge zat o.a. de familie
Colijn. En voor het eerst sinds jaren werden
aanstonds in de zaal de muurkroontjes, be
nevens het plafondlicht, ontstoken, wat aan
het geheel een bijzonder levendig karakter
verleende!
Maar het drukke va-et-vient in de zaal
verstilde onmiddellijk toen de premier het
woord nam en a'ilengs de ademlooze
belangstelling van de luisterenden verkreeg.
Nadat mr. Oud j.1. Vrijdag er bij den pre
mier met klem op aangedrongen had, wat
meer openhartigheid omtrent de Kabinets
formatie te betrachten, mocht worden ver
wacht, dat dr. Colijn aan dien aandrang
eenigermate tegemoet zou komen. Maar nu
de rede-Colijn daar voor ons ligt blijkt, dat
d^ premier zijn oorsoronkeliik standpunt zoo
goed als geheel heeft gehandhaafd.
Niet geheel, neen, zeker niet, maar
toch wel voor een belangrijk deel
heeft de premier de uitsluiting van
het vrijzinnig element bij de forma
tie geweten aan zekere stroefheid,
zekere ondoordachtheid ook, van de
zijde des heeren Oud, die allereerst
door zijn rede te Leeuwarden, waarin
hij immers verklaarde „geen slaaf
der coalitie" te willen wezen, en
daarnaast door zijn opvatting, dat
het positieve Christendom een dog
matisch Christendom beteekent, ver
dere samenwerking onmogelijk zou
hebben gemaakt.
Na dit voornaamste deel van 's ministers
uiteenze'tingen blijft er ongetwijfeld nog 't
een en ander te vragen over. Zoo is het niet
geheel duidelijk geworden, waarom het ge
rezen misverstand nopens het Christendom
.-tusschen den formateur en mr. Oud, niet
tijdig kon worden opgehelderd? De woorden
van dr. Colijn laten eigenlijk blijken, dat hij
allengs geen lust meer gevoelde, te trach
ten, mot zijn vroegeren trouwen medewerker
op „glad ijs" te komen. Want zoo liet de
premiei heden blijken het feit van het ge
rezen misverstand was voor dr. Colijn reeds
aanleiding, te twijfelen aan de mogelijkheid
van een verdere goede samenwerking op
broode basis.
Maar... heeft do premier in de laatste vier
jaren dan geen voldoende practijk opgedaan
om te weten, hoe het met de mogelijkheid
van 'een breede samenwerking stond?
Inderdaad betrof het verschil van inzicht
van dr. Colijn en mr. Oud, thans, een der
twee grondslagen van de door den premier
opgemaakte formule voor het Rogeeringsbe-
leid, maar de oneenigheid kon ontstaan om
tle interpretatie van een wóórd en betrof
tevens... de rauwe practijk, welke de pre
mier ditmaal, wat de samenwerking aan
gaat in een ander licht plaatste dan in 1933.
Dr. Colijn zei de namelijk drie overwegin
gen te hebben gekoesterd, voor de breede
samenwerking en wel: le. de drie groepen
der vroegere rechtsche roalitie kwamen
sterk uit den stembusstrijd te voorschijn,
er diende dus op besliste wijze met hun
wenschen rekening te worden gehouden;
2e. was er in het land een zekere stem
ming voor de breede samenwerking, ook in
de groep, waartoe dr. Coliin behoort en 3e.
een scherne partijstrijd zou slechts in de
kaart spelen van het extremisme, dat
weer gevaarlijk kan worden, als de tegen-
stelingen zich toespitsen Tien jaar geleden
was dr. Colijn hij Mussolini en die heeft
toen eens onthuld, dat het fascisme slechts
daar een goede kans maakt waar het par
lementarisme den weerzin der massa op
wekt.
Voor dr. Colijn stond aanstonds
vast, dat de begeerten der eerstge
noemde groepen volledig tot haar
recht moesten komen. De grond
slag voor het Regeeringsbeleid leg
de de premier vast in een ontwerp-
Regeeringsprogram, waaromtrent Z.
Exc. met niemand, wien ook, eenig
overleg pleegde, slechts eigen in
zichten golden.
De omschrijving in het ontwerp was ge
richt. on de beveiliging van de positief
christelijke beginselen, op Staatkundig en
maatschappelijk terrein, op krachtige hand
having van het gezag, op vrijheid van Cods
dienst en geweten, op de reehtmatigen
volksinvloed op do Regeering. op gezonde
huwelijkstoestanden, op verdediging der
publieke eerbaarheid en heiliging van den
Zondag. „Heb ik hier nu iets gevraagd, dat
voor ernstige personen der vrijzinnige rich
ting onaanvaardbaar is?" aldus dr. Colijn
En Z. Exc. meende van niet. Het eing niet
om een dogmatische eenheid aldus voorts
de premier maar om de levende prac
tijk tusschen Overheid en volksleven. En
dr. Colijn vond. dat een ernstige vrijzinnige
Christen zich behóórt te vereenigen met de
in de formule gestelde richtlijnen.
Ieder zou nu denken: maar waarom dit
makkelijk uit de wereld te helpen misver
stand dan niet eerder opgelost? Dr. Colijn
zei ervan, dat zttlks eerst misschien vvèl.
maar later minder makkelijk mogelijk was.
En wel door de omstandigheid, dat de
pers „lucht" had gekregen van de gerezen
moeilijkheden en de kwestie veel scherper
ging stellen dan nuttig en noodig was. En
toen kwam de Leeuwardensche reden van
mr. Oud, welke de breede formatie zei
de premier meer gestoord heeft dan de
heer Oud zelf wel vermoed!
En op bewogen toon vroeg de premier
aan den stil toeluisterenden mr. Oud, hoe
hij ooit heeft kunnen denken, dat dr. Colijn
na een vierjarige voortreffelijke samenwer
king, van den ander een „slaaf" wilde ma
ken? Hoe 't ook zij, de premier verklaarde,
dat zoo'n heftige afkeuring twijfel deed
wekken aan de mogelijkheid van een goede
samenwerking.
Toen stond dr. Colijn voor de vraag: wat
moet ik opofferen, de christelijke beginse
len, of de breede basis? En Z.Exc. heeft het
tweede laten vallen.
Met groote kracht verzette dr. Colijn
zich tegen de bewering, als zouden de mi
nisters Van Buuren en Patijn „maar" vak
ministers zijn. Deze bewindslieden hebben
in het Kabinet precies denzelfden invloed,
standing, als de anderen.
Dr. Colijn bleef weigeren, iets te openba
ren van de gevoerde vóór-besprekingen, als
zijnde van geheel persoonlijken aard. „Open
baar making heeft geen zin!" aldus eindigde
de premier.
Minister De Wilde kwam op de van hem
bekende kloeke manier het financieele be
leid verdedigen en daarbij gaf hij den heer
Teulings (R.K.) volmondig toe. dat het al
gemeen welzijn voorop moet staan, doch
Z. Exc. vond. dat zonder 'n sluitend budget
het algemeen welzijn teloor moet gaan.
De bewindsman sprak over de gemeenten,
welke de Regeering steunt zooveel zij kan-
Maar de gemeentelijke schulden stegen
steeds, in tegenstelling met den Staat.
De gemeentelijke schulden beloopen thans
niet minder dan 2V2 milliard gulden en dat
achtte mr. de Wilde een buitengewoon-zwa-
ren druk op ons volk.
Met het oog op een en ander moest de mi
nister de desiderata-Albarda afwijzen. Een
betere ouderdomsvoorziening, verhooging
van den leerlingenschaal, van de salaris
sen enz. zou neerkomen op een uitgave
van f 56 millioen per jaar. nog ongerekend
een verbetering der steunnormen. De Re
geering zou 0 zoo gaarne aan al die wen
schen tegemoet komen, zei mr. De Wilde,
maar de financieele grondslag moet z.i.
deugdelijk zijn, men mag niet komen tot
een schijnwelvaart.
Z. Exc. erkende, dat zijn betoog niet op
wekkend kon zijn, maar deprimeerend
achtte hij haar toch ook niet, want waar
om zou de storm niet eens ophouden?
vroeg mr. De Wilde zich af.
De replieken begonnen. En alleen Ds.
Kersten kreeg nog gelegenheid 't zijne te
zeggen. En het bleek dat de Regeering
hem in zeer weinig opzichten had bevredigd.
AVONDVERGADERING.
Binnenlandsche Zaken.
We zaten hedenavond plotseling midden
in de concrete begrootings-beslommeringen!
Het sprekerslijstje bevatte al dadelijk acht
tien sprekers, dus Minister Van Boeijen kon
al dadelijk in alle opzichten met het open
bare parlementaire werk kennis maken!
Maar het is volslagen onmogelijk, om
van het gesprokene iets overzichtelijks te
geven, zonder te vervallen in de „wasch-
lijst-methode" maar wel mag van de ge-
etaleerde reeks wenschen en wenken ge
noemd worden de aandrang, welke door
een aantal leden (o.a. de heeren Sweens
(R.K.). v. d. Tempel (S.D.), Dr. Vos (V.B.),
en Posthuma werd uitgeoefend om te komen
tot een Staatscommissie, welke de ltwestie
van de verhouding tusschen Rijk en ge
meenten, van de autonomie zal onderzoe
ken, omdat de huidige toestand zeer onbe-
vmdigend zou zijn.
Géén ontheffing verbodsbepa
lingen Winkelsluitingswet.
Naar wij van bevoegde zijde ver
nemen hebben den minister van
Economische Zaken verzoeken be
reikt om bij algemeene beschikking,
bedoeld in art. 9a der Winkelslui
tingswet burgemeester en wethou
ders van alle gemeenten te mach
tigen op Zondag 5 December ont
heffing van verschillende verbods
bepalingen, in die wet opgenomen,
te verleenen.
De Minister van Economische Za
ken heeft op deze verzoeken afwij
zend beschikt, aangezien zich ten
deze niet de „bijzondere omstan
digheden" voordoen, bedoeld in ar
tikel 9a der Winkelsluitingswet,
die een verdere inperking van_ de
Zondagsrust op dien dag motivee-
ren. Het behoeft geen groote be
zwaren mede te brengen het Sint
Nicolaasfeest in plaats van op Zon
dagavond op Zaterdagavond of
Maandagavond te vieren.
Ook klassen van middelbare
scholen overbevolkt. Ontwik
kelingspeil gedaald?
Van verschillende zijden werd, blij
kens het voorloopig verslag over de
begrooting van onderwijs, kunsten
en wetenschappen, weder geklaagd
over de ontreddering van ons gehee-
le lager onderwijs door de te hoog
opgevoerde leerlingenschaal, waar
door mede is ontstaan een zoo groo
te werkloosheid onder de jonge on
derwijzers.
De hier aan het woord zijnde leden dron
gen aan op terugkeer tot de leerlingen
schaal van 1920, ook voor de ULO-scholen.
Andere leden achtten de genoemde be
zwaren overdreven.
Eenige leden meenden, dat de re
sultaten van het lager onderwijs de
laatste jaren niet bevredigend zijn,
het peil van de ontwikkeling is
achteruitgegaan.
Ook wat het voorbereidend hooger en
middelbaar onderwijs betreft, vroegen ver
scheidene leden, welke maatregelen de mi
nister denkt te treffen tegen de overbelas
ting der leeraren, zoowel wat de aantallen
lesuren als de grootte der klassen betreft.
Vele leden drongen er in verband met
de werkloosheid onder de jonge onderwij
zers op aan, dat de minister de wettelijke
bepalingen omtrent het ontslag der ge
huwde onderwijzeressen met straffer hand
zal toepassen dan verleden jaar geschied
is.
Vele andere leden kwamen tegen dezen
aandrang op.
Belangrijk bestnursyoorstel van
den Ned. Roeibond.
Op de jaarvergadering van den Neder-
landschen Roeibond, welke 19 Dec. a.s. te
Amsterdam zal worden gehouden, zal o.m.
het volgende voorstel behandeld worden:
Het bestuur stelt voor de volgende alinea
van art. 3 van het reglement voor roei-
wedstrijden te schrappen: „hij, die behoort
of behoord heeft tot de arbeiders, am
bachtslieden, dienst- en werkboden, of die
Gaat gemeentelijke verordening
vóór 's ministers wensch?
Naar aanleiding van de afwijzende be
schikking van den minister van Economi
sche Zaken op verzoeken tot ontheffing op
Zondag 5 December van verschillende ver
bodsbepalingen in de Winkelsluitingswet op
genomen (zie elders in dit blad), kan worden
medegedeeld, dat zulks niet van toepassing
is op de Amsterdamsche winkels, omdat deze
op grond van artikel 5 van de plaatselijke
winkelsluitingsverordening op genoemden
datum geopend mogen blijven.
Deze verordening bepaalt, dat het met af
wijking in zooverre van de bepalingen der
Winkelsluitingswet geoorloofd is een win
kel voor het publiek geopend te hebben tus
schen des voormiddags vijf uur en des na
middags acht uur op den Zondag, vallende
op 2, 3, 4 of 5 December.
als arbeider, door handenarbeid in zijn le
vensonderhoud voorziet of heeft voorzien,
kunnen niet aan wedstrijden deelnemen.
Deze bepaling is verouderd en behoort
volgens de meening van het bestuur niet
meer in het reglement thuis. Zij is onlangs
verwijderd uit de Engelsch reglementen en
komt in het F.I.S.A.-reglement ook niet
voor. Uitwassen, zooals in enkele andere
takken van sport zijn voorgekomen, vreest
het bestuur niet, gezien den aard van de
roeisport.
Hij stak een pakje brieven in
zijn zak.
Een 45-jarige postbeambte, die als brie
venbesteller te Amsterdam werkzaam is,
en Maandag belast was met het sorteeren
van brieven, had reeds eenigen tijd, ook
bij zijn collega's achterdocht gewekt. Maan
dagmiddag nu hebben zijn medebeambten
hem bij het brieven sorteeren er op betrapt
dat hij een pakje ter zijde legde en later
in zijn zak stak. Zij deden hiervan aangifte
bij de politie van het bureau Warmoesstraat
die den man denzelfden avond arresteerde
en opsloot.
Naar aanleiding van deze gebeurtenis,
merkte de commissaris van dit politiebu
reau, de heer Voordewind op, dat het pu
bliek in vele gevallen ook zelf aan misdrij
ven als deze medeschuldig is.
Hoe vaak komt het immers niet voor
dat kostbare zendingen, zooals colliers of
bankbiljetten, eenvoudig als gewonen brief
worden verzonden.
Roekeloosheid als dit onvoorzichtig ver
zenden, aldus de heer Voordewind, werkt
onvermijdelijk ontvreemdingen in de hand.
De beambte in kwestie is reeds acht jaar
in dienst en vader van'een gezin. Het ver
moeden is groot dat deze diefstal niet de
eenige is en dat hij nog meer malen brie
ven of pakjes, die per post werden verzon
den, zich heeft toegeëigend.
Vrijwel algemeen kon de Tweede Kamer
zich met het spellingbeleid van de regeering
niet vereenigen, aldus het Voorloopig Ver
slag over de begrooting van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen. Ten spoedigste
moet een einde komen aan den toestand, dat
de regeering de eene, de jeugd de andere
spelling toepast, dat de uitgevers van boe
ken en tijdschriften, zelfs de gemeente-admi
nistraties en verder geheel het Nederland-
sche volk in dit opzicht verdeeld zijn.
Vele leden drongen er op aan, dat de
Valk
(heenreis)
Nandoe
^terugreis)
Torenvalk
(heenreis)
Oehoe
(terugreis)
Reiger
(heenreis)
Buizerd
(terugreis)
Vertrek van
Rang. 16 Nov.
Athene 16 Nov,
Basra 16 Nov.
Jodhp. 16 Nov.
A'dam 16 Nov.
Band. 16 Nov.
Aankomst te
Singap. 16 N0Vi
A'dam 16 Nov,
Jodhp. 16 Nov,
Bagd. 16 Nov.
Napels 16 Nov,
Singap. 16 Nov,
Regeering voor de school zou terug keeren
tot de spelling 1934 en die zelf ook zou g6.
bruiken.
Andere leden, van oordeel, dat de grond»
fout hierin schuilt, dat de regeering via ds
examens aan de maatschappij een nieuwe
spelling heeft willen opdringen, meenden,
dat er geen sprake mocht zijn \an de alge»
meene invoering van de spelling-1934, die in
breede kringen door de maatschappij niet is
aanvaard en evenmin in België schijnt te
worden aanvaard.
Marschincident te Bloemendaaï
voor den Krijgsraad.
Kernvraag, of een militair cora»
mandant de politie moet gehoor»
zamen, onbeslist.
Voor den Krijgsraad te 's HertogenEboscli
is gisteren de behandeling voortgezet vanj
de strafzaak tegen den 37-jarigen M. v. d,
H„ eerste luitenant van de koloniale re»
serve te Nijmegen, die op 8 Aug. j.1. ala
commandant van een militaire colonne vanj
55 man van het Ned. Indische leeer aan
den Jamboree-wandeltocht heeft deelgeno»
men. In de eerste plaats had hij zich te
verantwoorden voor het feit, dat hij op 8
Aug. j.1. te Bloemendaaï, heeft geweigerd!
te gehoorzamen aan de bevelen van de po»
litie om zijn colonne van 55 man, die aart
den Jamboree-wandeltocht deelnam, met 3
man naast elkaar te doen loopen.
In de tweede plaats voor het feit, dat hij
zonder toestemming van den burgemeester
van Bloemendaaï, aan den wandeltocht
heeft deelgenomen. Een der voorschriften
der wandeltocht was, dat de diverse groe»
pen in het belang van de veiligheid van
het verkeer met drie man naast elkaar
moesten loopen.
Het Indische leger kent geen formatie vaal
drie man, doch heeft de formatie van vier
man.
Na een beschuldigend requisitoir en over
leg in de Raadkamer deelde de president
aan den luitenant mede, dat de krijgsraad
hem had vrijgesproken, omdat hij heeft ge»
handeld op grond van een ambtelijk bevel.
De groote kwestie of de politie van eert
militaire colonne op den weg moet afblij»
ven, is onbeslist gebleven.
Vele Tweede Kamerleden spraken de hoop
uit, dat de herstelling van de Groote Kerk
te Alkmaar weldra voortgang zal hebben,
aldus lezen wij in het Voorloopig Verslag
over de begrooting voor Onderwijs, Kunstert
en Wetenschappen 1938.
Naar aanleiding van het feit, dat deze
kerk op het allerlaatste oogenblik voor in»
storting behoed is, drongen verscheidene le*
den in het algemeen aan op sneller ingrijpen:
van den minister. De restauratie van oude
gebouwen mag niet worden uitgesteld tot een
instorting dreigt.
Schoolartsendienst district Den
Helder wendt zich om aanslui
ting tot gemeentebesturen.
Wieringerwaard en St. Maarten
geven het goede voorbeeld!
Zal Schagen volgen?
Gisteravond waren vertegenwoordi
gers van de gemeentebesturen van
Schagen, Zijpe, St. Maarten, Barsin-
gerhorn en Wieringerwaard, in ge
zamenlijke vergadering in het Noord-
Holl. Koffiehuis te Schagen bijeen,
teneinde door den Schoolartsendienst
district Den Helder van het School
artseninstituut nader te worden in
gelicht over eventueele aansluiting
bij dit district.
Be bijeenkomst wordt gepresideerd door
den burgemeester van Den Helder, den heer
Ritmeester, die de aanwezigen welkom heet
en den eersten spreker van dezen avond,
dr. J. J. Th. Doyer, uit Den Haag, genees
kundig inspecteur van de Volksgezondheid,
inleidt.
Dr. Dover begint zijn uiteenzetting met de
opmerking, dat het medisrh schooltoezicht
noodzakelijk werd door de Leerplichtwet. De
gevaren, voor de gezondheid van het kind
aan schoolbezoek verbonden, dienen tot een
minimum beperkt. Het school-artsenwezcn
is een voornaam deel van de preventieve ge
neeskunst, het vormt a.h.w. het sluitstuk op
de zuigelingenzorg. In de eerste plaats strekt
het schooltoezicht zich uit tot de t.b.c.-bestrij-
ding.
De Provincie steunt het School
artseninstituut.
Spr. merkt op, dat de Overheid tot
nu toe slechts een post pro memorie
voor schooltoezicht op de begrooting
heeft uitgetrokken; dat deze post ech
ter herhaalde! ij k voorkomt,
beteekent een principiëele erkenning
van het belang van het medisch
schooltoezicht.
Provinciale Staten hebben echter
sinds vele jaren cien schoolartsen
dienst daadwerkelijk gesteund met
een tegemoetkoming in de helft der
kosten.
Waaróm kan men niet volstaan
met het toezicht van den plaat
selijken arts?
Spr. licht dan toe, waarom het systeem
van districtsschoolartsen de voorkeur ver
dient boven de methode, het toezicht op de
scholen te doen plaats.hebben door een van
wege het gemeentebestuur daarvoor aange
wezen plaatselijken arts.
Ten eerste moet de functie van schoolarts
als een speciaal beroep beschouwd worden,
waarvoor een bepaalde mentaliteit en vak
kennis noodig zijn. Het schoolonderzoek be
treft n.1. niet alleen het kind, doch ook de
school-als-gebouw.
Ten tweede kan de ambtelijke schoolarts
véél meer in het belang van het kind berei
ken dan oen plaatselijken arts, omdat hij
bij het geven van adviezen aan gemeente-,
resp. schoolbesturen en bij het onderzoek
van het onderwijzend personeel (welk onder
zoek een zeer belangrijk deel van zijn taak
vormt) veel vrijer staat tegenover de betrok
kenen dan den plaatselijken arts, die door
zijn eigen praktijkbelangen èn beroepsge
heim aan banden wordt gelegd.
Géén concurrentie.
Dr. Doyer legt er den nadruk op, dat de
ambtelijke schoolarts de patiëntjes niet van
den plaatselijken dokter weghaalt, doch
slechts adviseerend optreedt.
2 a 3 op de 1000 onderwijzers be
smettelijk ziek.
Spr. deelt nog mede, dat per 1 Jan.
1938 alle onderwijzers gekeurd zullen
zijn. Gebleken is, dat. per 1000 onder
wijzers 2 3 gevallen van voor de
kinderen gevaarlijke besmettelijke
ziekte voorkomen; dit is een zeer ge
ring aantal.
Uit de practijk.
Vervolgens vertelt dr. A. Grünwald, school
arts van ten districtsdienst Den Helder,
iets uit de practijk.
Dr. Grünwald gewaagt van het enorme
arbeidsveld, dat de school den dokter biedt.
Oogziekten, skelet-afwijkingen, besmettelij
ke haarziekte, levend onrein, dyphterie, en
roodvonk vragen bijzondere aandacht.
70 ct. per leerling per jaar.
Na de levendige speech van dr Grünwald
doet burgemeester Ritmeester enkele mede-
deelingen over de kosten van aansluiting.
Sluiten de 5 genoemde gemeenten zich aan,
dan vallen er totaal 9000 kinderen onder toe
zicht en bedragen de kosten 70 ct. per kind
per jaar. Zijpe zou per jaar totaal f530.—
moeten betalen. St. Maarten f135, Schagen
f480, Barsingerhorn 1152 en Wieringer
waard 198.
Hoe Schagen er over denkt.
Na een korte pauze opent de heer J. Cor
nelissen, burgemeester van Schagen, de be
sprekingen met een vraag over de kosten
berekening in verband met de subsidie dér
Provincie en een informatie naar de mede
werking der bijzondere scholen. De heer
Cornelissen zegt, dat Schagen de noodige
geldmiddelen ontbraken, om tot een uitge
breid schooltoezicht te geraken.
Voorzitter antwoordt, dat in de bereke
ning van 70 ct. per hoofd d'e steun van de
Provincie verwerkt is. Sluiten minder ge
meenten zich aan, dan wordt het bedrag
dienovereenkomstig verhoogd,
De bedoeling is, 'n eersten schooolarts tegen
een salaris van ruim f6000 per jaar aan te
stellen en een tweee jongere kracht tegen
een salaris van pl.m. f4000 per jaar.
De bijzondere scholen behoeven geen en
kel bezwaar tegen aansluiting te hebben;
dit is reeds gebleken.
Voorzitter beantwoordt vervolgens een
vraag van den heer Van der Sluis, wethou
der van Schagerbrug, over de voor het on»
derzock te gebruiken lokaliteiten.
Als er één schaap over ósn
dam is
Onder luiden bijval van de vergadering
deelt de heer D. Kaan, burgemeester yan
Wieringerwaard. mede, dat de aansluiting
aan den schoolartsendienst als agendapunt
van de e.v. raadsvergadering vermeld staat.
Mr. Breebaart, burgemeester van Zijp®»
zegt, dat B. en W. van Zijpe de aansluiting
vóórstaan, doch het oordeel van den Raad
moeten afwachten. Mr. Breebaart hoopt m*
tusschen, dat Schagen het voorbeeld zal
geven
De heer Cornelissen: „Geeft Zijpe ons een
voorschot?"
De burgemeester van St. Maarten, de he_er
Klerk, deeit mede, dat de gemeente s1;
Maarten voor de aansluiting reeds een P°s
op de begrooting heeft geplaatst.
Geroep: Bravo!
De heer Ritmeester voert het slotwoor
„Al sluiten niet alle uitgenoodigde gemeeh"
ten zich aan, we zetten door!" aleüs y
burgemeester van Den Helder en dan, f'J"'
tjes: „Schagen moet niet zoo platonisc
blijven in zijn liefde!"
Spr. merkt nog op, dat men, om
subsidie van Prov. Staten te krijgen,
bij het district Den Helder moet zijn
aangesloten.
De heer Ritmeester dankt dr. Doyer en
dr. Grünwald voor hun uiteenzettingen
liet gehoor voor zijn belangstelling en 9
na te hebben meegedeeld, dat liet d'str1tt
zich binnenkort met nadere voorstellen e
cijfers tot de betrokken gemeentcbcsture
w! wenden, de vergadering-.