I TERUG
I K"B
Het verboden
grondgebied
Een jaar voor bigamie
geëischt
Autobus in ravijn gestort
Radioprogramma
Gespannen toestand in
Sleeswijk
EDGAR RICE
BURROUGHS
Naar de jeugdgevangenis
Het vergaan van de
„Westfalia"
Conflict exportslachterij
bijgelegd
De strijd tegen de
voetbal-pools
Een kordate redding
Het aanhouden van
schepen door Franco
De Koning van Bulgarije
confereert met zijn ministers
Duitsche mijnwerkers
moeten langer werken
door Dennis Wheatley
DOOR
(INHHIIllniiiiiiiiij
11.
Zij reden de hele nacht door de woestijn.
Tegen zonsopgang kwam de karavaan in zicht
en al spoedig had de sheik zijn verloren doch
ter omhelst. „Al het mijne is het Uwe", zei
hij tegen Tarzan en stond erop, dat de aap-
man de gast van zijn stam zou zijn. Tarzan
reed die dag met hem mee. En hij betreurde
het oprecht, toen hij hen zag vertrekken en
zelf terug moest keren naar Bou Saader. In
de tropische nacht kwam de roep van de
jungle tot hem en zijn oren vingen menig be
kend geluid op. Hij hoorde het verwijderd
gehuil van Sheeta, de luipaard daarna het
gejammer van een panter! Opeens ving hij een
nieuw onbekend geluid op. Geen menselijk
oor dan dat van de aapman zou het hebben
opgevangen. Maar het leek Tarzan alsof een
troep mensen op blote voeten heel rustig ach
ter hem aankwam. Hij werd beslopen! Hij was
er reeds lang van overtuigd, dat gehuurde
sluipmoordenaars hem op het spoor waren.
De voetstappen kwamen al nader en nader.
Tarzan bleef stil staan, wachtte hen op, het
geweer in aanslag. Hij riep luid in het Frans,
wat ze van hem wilden. Hun antwoord was
een geweerschot en op dit geluid viel Tarzan
van de Apen voorover op de grond. Nader
bij komende, liep een van de mannen naar
Tarzan toe en drukte zijn geweer tegen diens
hoofd om hem te doden.
(Nieuwe spelling.)
De 33-jarige schippersknecht L. P. te Rot
terdam was als 21-jarige jongeling te Zwijn-
drecht in het huwelijksbootje gestapt en had
in den loop der jaren zijn huwelijk geze
gend gezien met een drietal kinderen.
Op zekeren dag had hij zijn vrouw
en kinderen vaarwel geroepen, al
thans verlaten, en op 15 September
j.1. trad hij, niet volgens de wet
gescheiden zijnde van zijn Zwijn-
drechtsche vrouw, met een Haagsche
in het huwelijk, ten einde te voor
komen, dat deze, met wie hij reeds
was gaan samenwonen, hem zou
verlaten.
Natuurlijk werd het misdrijf van bigamie,
dat bij art. 237 van het wetboek van straf
recht is voorzien, spoedig ontdekt en zoo
kwam de schippersknecht gisteren in het
verdachtenbankje van de Haagsche rechts
zaal.
De president, Mr. Kühn, liet hem duidelijk
gevoelen, dat het op zichzelf reeds niet te
pas kwam, vrouw en kinderen te verlaten
en zich niets meer aan hen gelegen te la
ten liggen, en dan nog bovendien met een
andere vrouw te gaan samenleven en met
deze naar het stadhuis te trekken alsof hij
vrijgezel ware.
De Officier van Justitie was van oordeel,
dat een gevangenisstraf van een jaar be
hoorde te worden opgelegd.
Waarop de verdachte, gebruik makend
van de gelegenheid om het laatste woord te
hebben, opmerkte, dat hij de eerste vrouw
niet zonder reden had verlaten.
Pres.: „Maar dan hadt ge toch moeten zor
gen, dat vrouw en kinderen werden onder
houden."
Verdachte: „Ik heb haar geld willen bren
gen, maar werd toen zoodanig ontvangen,
dat ik gauw rechtsomkeert heb gemaakt."
Het kwam den president wel wat verwon
derlijk voor, dat de vrouw geen geld van den
man wenschte te accepteeren, maar al ware
dit zoo, dan had hij daarmee nog niet het
recht verkregen om voor de tweede maal te
huwen. Er zou dan toch in ieder geval daar
aan nog zooiets als 'n echtscheiding moeten
ziin voorafgegaan.
De rechtbank zal op 21 December uit
spraak doen.
De 21-jarige kellner uit Amsterdam, die
een Haagsch taxi-cliauffeur, die hem per
auto van Den Haag naar Arnhem had ver
voerd en dien hij niet kon betalen, heeft aan
gerand, werd gisteren door de Amhemsche
rechtbank, wegens afpersing en diefstal,
veroordeeld tot 2'A jaar gevangenisstraf,
door te brengen in de jeugdgevangenis te
Zutphen.
Géén van de botsende schepen
treft schuld.
Het onderzoek, dat het Seeamt te Bremer
haven heeft ingesteld naar aanleiding van
de botsing, die zich den 20sten October te
IJmuiden heeft voorgedaan tusschen het
Duitsche Rijn-schip „Westfalia" en een
stoomschip van de Bremer Argo-linie, waar
bij acht leden der bemanning van de „West
falia" om het leven zijn gekomen, heeft tot
de conclusie geleid, dat geen der beide
schepen schuld treft. Daar de stuurman van
de wacht der „Westfalia" niet gered is,
heeft men niet meer nauwkeurig kunnen
vaststellen, hoe de botsing zich heeft afge
speeld. Uit het onderzoek is echter gebleken,
dat zich tusschen de beide schepen plotse
ling een mistbank heeft gelegd, waardoor
zij elkaar te laat hebben waargenomen. Het
Seeamt heeft doen uitkomen, dat na de
botsing aan beide zijden de juiste maatrege
len zijn genomen.
Ontslag ingetrokken.
Maandag had een onderhoud plaats met
het dagelijksch bestuur en de directie van
de Friescbie Coöperatieve Exportslachterij te
Akkrum en de besturen van de bij het ge
schil betrokken arbeidersorganisaties.
Na uitvoerige besprekingen werd overeen
gekomen:
Intrekking van het aan de vaste arbeiders
gegeven ontslag; de werkzaamheden over
alle arbeiders gelijkelijk te verdeelen, rnet
dien verstande, dat gegarandeerd wordt een
loon van minimaal 40 uren per week; door
betaling van christelijke feestdagen en in
voering van zes dagen vacantie per jaar voor
alle in dienst zijnde arbeiders.
In een des avonds gehouden vergadering
van het personeel, werden deze voorstellen
aanvaard, waarmee het geschil, behoudens
een enkel punt, volledig is opgelost.
ONZE OOST.
Eén doode en vier zwaar gewonden.
Een autobus met twintig passagiers is,
aldus de N.R.Crt, te Benkoelen in een vijf
tien meter diep ravijn gestort.
Eén van de passagiers is gedood, vier
werden zwaar gewond en de overigen licht
gewond.
De oorzaak was vermoedelijk onoplettend
heid van den chauffeur. Deze is gearresteerd.
In België worden geen halve
maatregelen genomen.
Ook in België heeft de politie den strijd
aangebonden tegen de organisaties op het
gebied der voetbal-pools. En dat de justitie
in ons nabuurland het ernstig meent ook,
blijkt wel uit het feit, dat dertig organisa
toren in hechtenis werden genomen. De
meeste hiervan wonen in de industrie-dis
tricten van Luik en Charleroi. Nog meer
arrestaties worden verwacht. Deze actie van
de politie is het gevolg van het feit, dat
prijswinnaars hun prijzen niet uitbetaald
kregen. Er wordt beweerd, dat sommige
pools wekelijks het publiek voor een bedrag
van f 160.000 hebben benadeeld, heeft de
Brusselsche correspondent van de Daily Ex
press aan zijn blad geschreven.
De vrouw met de rubberhand
schoenen.
Een negenjarig knaapje Eric Dean uit
Manchester was bezig een sneeuwbal te ma
ken voor zijn jongere broertje. Hij kwam te
vallen en riep plotseling luid om hulp. Wat
was het geval?
Onder de sneeuw, waarover Eric met z'n
sneeuwbal rende, lagen telegraafdraden
welke door een storm waren afgeknapt. Deze
hadden een electrischen kabel vernield. Eric
die de draden had aangeraakt, kon zich niet
weer bevrijden.
Een zekere juffrouw Barrison hoorde den
jongen schreeuwen en rende naar hem toe.
Ze trapte op de draad en kreeg toen een
geweldigen schok. Zij herstelde zich en her
innerde zich, dat zij in haar handtasch rub
ber handschoenen had, Deze trok zij onmid
dellijk aan en bevrijdde op die manier Eric,
dien zij onmiddellijk naar een in de nabij
heid gelegen huis overbracht. Latee, toen
de knaap naar een ziekenhuis was vervoerd,
bleek het, dat hij slechts lichte kwetsuren
had bekomen.
En het standpunt der
Regeering.
Britsche
De verklaring van de autoriteiten van
Salamanca. welke erop duidt, dat de recht-
schen de politiek, welke zij tijdens den jong-
sten sinaasappeloogst hebben aangenomen
en volgens welke zij achttien Deensche sche
pen, welke uit een haven der Regeering kwa
men, in beslag hebben genomen, willen
voortzetten, is voro den vlootredacteur van
de „Times" aanleiding geweest om de hou
ding van Engeland uiteen te zetten. De Brit
sche Regeering zal nooit toegeven, dat een
dergelijk optreden wettig is. Het is en blijft
tegen de internationale wet, Indien even
tueel rechten aan oorlogvoerenden worden
verleend, waardoor het aanhouden en door
zoeken van schepen op volle zee geoorloofd
zal worden, dan zal nog niet geoorloofd zijn
schepen in beslag te nemen alleen wegens
de herkomst van de lading. Geen enkele po
ging van de rechtschen om dergelijke maat
regelen toe te passen ten aanzien van de
Britsche koopvaardij,' zal worden geduld.
Het buitenland is Bulgarije gun
stig gezind, zegt de monarch.
De Koning van Bulgarije heeft gister
ochtend in het paleis Tzarska Bistritza zijn
ministers om zich verzameld, om den bin-
nenlandsch-economischen toestand in ver
band met de begrooting voor 1938 en in ver
band met de komende verkiezingen te be
spreken.
De Koning stelde de ministers op de hoog
te met de indrukken, welke hij heeft opge
daan tijdens zijn reis naar het buitenland.
Hij heeft vastgesteld, dat men Bulgarije
gunstig gezind is.
Gevolg van het vierjarenplan.
Met ingang van 15 December zal de ar
beidstijd in de mijnen van het Saargebied
van 71/2 uur gebracht worden op acht uur.
Volgens mededeeling van gouwleider Buer-
ckel tijdens een bijeenkomst van arbeiders
te Huettersdorf. Bovendien zullen nog drie
honderd man extra te werk worden gesteld,
om de opbrengst van de mijnen te vergroo-
ten overeenkomstig het vierjarenplan.
Wrijving tusschen Duitschland
en Denemarken.
Naar aanleiding van de veroordeeling van
den leider van de Nationaal Socialistische
Partij in Noord-Sleeswijk, dr. Moeller en
twee andere Duitsche leiders tot gevangenis
straffen, heeft de Essener National Zeitung
een heftige campagne tegen de politiek van
de Deensche Regeering jegens de Duitsche
minderheden geopend.
Het blad. dat in nauw contact staat met
de kringen rond Göring verwijt de Deensche
autoriteiten niets te hebben gedaan om de
DONDERDAG 9 DECEMBER 1937.
Hilversum I.
8.009.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO,
2.00—12.00 NCRV.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.0C Berichten.
12.15 KRO-Orkest en gramofoonplaten.
2.00 Hand werkuur.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Handenarbeid voor de jeugd.
5.15 Cello en piano.
6.00 Christ. Friesch halfuur.
6.30 Gramofoonmuziek.
6.45 C.N.V.-kwartiertje.
7.00 Berichten.
7.15 Voor postzegelverzamelaars.
7.45 „Wel nadigheidspostzcgels", causerie.
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber.
8.15 Dubbelmannenkwartet „Kunst naar
Kracht".
9.00 Causerie: „De gevolgen van aanrijding
met automobielen".
9.30 Orgelconcert.. (Om 10 00 Ber. ANP).
10.45 Gymnastiekles.
11.0012.00 Gramofoonmuz. Hierna: Schrift
lezing.
Hilversum H.
AVRO-uitzendlng.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gr.pl.).
10.30 Het Omroeporkest en solist. In de pauze:
Declamatie.
12.30 Gramofoonmuziek.
I.30 Orgelspel.
2.00 Voor de vrouw.
2.30 Viool en piano.
3.00 Knipcursus.
3.45 Gramofoonmuziek.
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Gramofoonmuziek.
4.50 Voor de kinderen.
5.30 Het Aolian-orkest.
6.30 Sportpraatje.
7.00 Voor de kinderen.
7.05 AVRO-Dansorkest.
7.30 En0elsche les.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Het Concertgebouw-Orkest en solisten.
(In de pauze: Reportage).
10.45 Reportage schaakmatch.
II.00 Berichten ANP. Sportreportage.
11.3012.00 AVRO-Dansorkset.
zaak Moeller op bevredigende en natuurlijke
wijze te regelen. Volgens het blad is de toe
stand in Sleeswijk meer gespannen dan ooit
en is de grens van het toelaatbare bereikt
Duitschland zal thans scherp letten op het
geen in Sleeswijk geschiedt.
L
Feuilleton
Vertaling Eva Raedt de Cantet
82.
„Heb je een wapen gekregen?"
„Neen, misschien heeft Richard iets?"
De hertog betastte hem. „Neen," zei hrj,
„hij is ongewapend."
„Dan blijft ons niets anders over dan de
marlpriem," zei Rex veinzend. „Het is mo
gelijk dat er eenige kerels achter ons aan
zijn. Het beste is, dat wij zoo weinig mogelijk
leven maken als wij door de steden rijden.
„Birchdy daar zal het moeilijk zijn. Het
is een groote stad. Maar ik denk niet, dat
zij ons veel last zullen veroorzaken voor wij
aan de Brug bij Vinnitsa komen."
„Kunnen wij Birdichy niet vermijden?"
vroeg de hertog.
„Ik denk het niet. Volgens de kaart althans
niet. Birdichy ligt wel iets van den weg af,
maar wij zullen de stad toch moeten passee-
ren."
„Wij kunnen beter de hoog gelegen wegen
nemen", zei Rex. „Wij moeten toch deze kans
wagen."
Zij waren nu in een boschrijke -treek gekomen.
De boomen geleken veel op spoken m het
schelle, licht van de koplantaarn. Het leek
alsof zij met een geweldige vaart reden. Zoo
zagen zij de boomen en zoo waren zij ook
weer in de duisternis verdwenen. Zij pas
seerden een verlaten dorpsstraat, maar zij
deden geen pogingen om hun wagen in die
straten langzamer te laten rijden.
„Hoe laat is het?" vroeg Rex.
De Reichlau keek op zijn lichtgevend hor
loge. „Iets na tweeën," zei hij.
„Dan kunnen wij niet ver van Birdichy af
zijn."
Tien minuten later passeerden zij eenige af
gelegen huizen. „Dat zal het wel zijn," veron
derstelde Rex, en hij had gelijk.
De huizen werden talrijker, de open weg
werd een straat. De Reichlau klopte Rex op
zijn schouder. „Tracht de hoofdstraat te ver
mijden," zei hij. „Neem de eerste de beste
bocht opdat je aan den anderen kant van de
stad terecht komt."
„Dan zullen wij den weg kwijt raken," pro
testeerde Rex.
„Neen, neen, doe nu maar wat ik je zeg."
Rex maakte een scherpe bocht naar rechts.
Langzaam reden zij een heuvel af.
„Links, Rex, links!" riep de hertog.
Rex gehoorzaamde. Zij reden eenigen tijd
zwijgend door tot zij weer aan een bocht
kwamen. Toen moesten zij plotseling stoppen,
want de weg eindigde in een veld afgesloten
door een poort.
„Terug, vlug, als zij ons achterna zitten,
zijn wij hier gevangen."
Simon keek achter zich, toen Rex den
grooten wagen deed keeren, totdat hij den
heuvelachtigen weg weer bereikt had. Toen
namen zij de volgende bocht en reden die on
geveer een halven kilometer in. Daar werden
de huizen schaarscher.
„Ik denk, dat wij dadelijk weer op het
land zitten," merkte Simon ongerust op.
„Wij zijn te ver gegaan. Er was een bocht
bij den heuvel. Ga nog eens terug en neem
die dan." De hertog nam Richard's hoofd op
zijn schouder en hij trachtte in het duister
uit te maken, waar zij waren.
Rex liet den wagen nog eens stoppen en zij
namen de aangegeven bocht bij den heuvel.
„Eerst rechts naar boven, en dan zoover
je kunt van de stad af," zei de hertog vanaf
zijn zitplaats achter in den wagen.
Hij scheen goed gezien te hebben, eenige
oogenblikken later kwamen zij uit op een
hooger gelegen weg. Toen zij den weg op
reden hoorden zij plotseling schreeuwen.
Eenige mannen met lantaarns stonden aan
hun linkerkant. Hun stemmen gingen echter
verloren in den nacht, terwijl de wagen tn
volle vaart in de richting van de stad reed.
„Ik denk, dat dat niet nriver is," grinnikte
Rex. „Die kerels staan daar Midden in den
nacht niet voor hun plezier op straat."
„Ja, ik denk dat de jacht geopend is," zei
de Reichleau, terwijl hij met een zucht achter
over leunde. „Ik hoop dat wij In Vinnitsa ge
lukkiger zulen zijn."
„Ik houd niet van Vinnist," zei Simon.
„Laten wij die brug daar overgaan."
„Als wij dat doen, zijn wij dicht bij de grens,"
zei de hertog. „Heb je al eenig plan gemaakt?"
„Dat had ik," zei Simon, „maar door Ri
chard op het hoofd te slaan is alles in de
war geloopen. Hij zou ons ongeveer een
kilometer ten Westen van Mogilev opwach
ten. Hij zou daar zijn vliegtuig laten dalen
op een veld, dat dicht bij den weg gelegen
was. Dan zou hij ons in zijn machine opne
men. Maar God weet hoe wij het nu moeten
aanleggen."
Zij waren weer in een boschrijk gedeelte
gekomen. De weg ging onophoudelijk omhoog
en omlaag. Het was heel moeilijk op deze
kronkelende wegen zich een goed denkbeeld
te vormen waar men zich bevond. De kop-
lichten dansten langs de boomen, maar Rex
scheen een genie te zijn in het sturen, want
hij behield de goede richting. De lage wagen
suisde dooi de tunnels, die gevormd werden
door de overhangende boomen. Van tijd tot
tijd scheen het alsof zij tegen een vooruit
stekende boomstronk, die plotseling voor hen
opdook, zouden aanbotsen, maar gelukkig
wist Rex die hinderpalen steeds uit den weg
te gaan. De mijlen, die nog moesten worden
afgelegd om Roemenië te bereiken werden
als 't ware door Rex verslonden.
Om vier uur kwamen zij in Vinnitsa aan.
Alle drie verkeerden in hevige spanning,
want het was zeker dat, wanneer er een
poging gedaan zou worden hen aan te hou
den, het ongetwijfeld hier te Vinnitsa zou
zijn. Het was nutteloos om zijwegen te ne
men, want er was maar een weg, en zij moes
ten over een brug. De wagen suisde door de
straten van de slapende stad, het gezoem van
den motor geleek in de nauwe straten op don
derslagen. De brug kwam in zicht, er waren
lichten en kleine figuren te zien, die in groe
pen voor het bruggehoofd hadden postgevat
hun bange voorgevoelens werden bewaar
heid.
Rex moest een vlug besluit nemen. Zou hij
stoppen, of zou hij het risqueeren om dwars
door deze menschen heen te rijden? ^ls hij
het laatste zou doen en er zouden kettingen
over de brug gespannen zijn, dan zouden zij
toch moeten stoppen; zelfs als er geen ket
tingen waren en hij een van de mannen om
ver zou rijden, dan zou de auto, doordat zij
over het lichaam van den gevalen man moest
rijden, niet goed meer te besturen zijn en
dan zouden zij de kans loopen in de rivier te
storten. Hij besloot dus langzamer te gaan
rijden.
De mannen schreeuwden en zwaaiden met
hun lantaarn. De auto kwam met matige
vaart op hen toe. Ofschoon het halfduister
was zag Rex dat zij gewapend waren. Toen
de wage- bij hen gekomen was sprong een
van de mannen op de treeplank er waren
geen kettingen gespannen De wagen reed
zachtjes door. De man riep iets in het Rus
sisch. Aan den anderen kant van den wagen
sprong eveneens een man op de treeplank.
„Klaar, Simon?" vroeg Rex rustig, „ik zal
weer vol gas geven." Terwijl hij sprak haal
de hij den soldaat die naast hem op de tree
plank stond zijn marlpriem over het gezicht.
De auto reed in volle vaart verder. De man
viel er met een kreet van pijn af.
„Bukken," riep Rex, „bukken, zij zullen
schieten."
(Wordt vervolgd.)