Een waardevol eiland
in onze West
RADIO
Het verboden
grondgebied
Gewetenloos automobilist
EDGAR RICE
BURROUGHS
Kuiperij te Vlaardingen
uitgebrand
PROGRAMMA
door Dennis Wheatley
DOOR
No. 19.
Toen Tarzan in het water lag, was zijn
eerste gedachte om uit de buurt van de
schroef te komen. Hij zwom met rustige
slagen, zijn grootste verdriet was, dat zijn
vijanden hem zo gemakkelijk hadden over
rompeld. Hij zag de lichten van het schip
langzaam verdwijnen. Nooit in zijn leven had
hij om hulp geroepen en dit kwam ook nu niet
in hem op. Er was, dacht hij, een redelijke
kans, dat hij zou worden opgepikt. En wie
weet, was hjj wel dicht bij de kust. Onder
het zwemmen kreeg hij last van zijn schoenen,
hij deed ze uit, evenals zijn bovenkleeren. Even
voelde hij nog naar de gewichtige papieren,
maar tot zijn schrik bemerkte hij, dat deze
verdwenen waren. Hij wist meteen, waarom
men hem over boord gegooid had. Rokoff zat
achter deze zaak! Hij liet zijn overtollige
kleren in de Oceaan zinken en zwom oost
waarts, totdat hij een voorwerp boven het
water zag uitsteken. Het was een gehavende,
verlaten boot. Een paar slagen brachten hem
er heen. De zee was kalm en het wrak bood
een goede rustplaats. Tarzan rolde zich op en
weldra sliep hij even rustig als vroeggr al?
baby in zijn wieg in de jungle-hut.
(Nieuwe spelling.)
OP ARUBA LIGT DE GROOTSTE
OLIERAFFINADERIJ TER WE
RELD.
Wie weet in Europa, waar Aruba ligt?
Men kan duizend tegen één wedden, dat nog
slechts weinige jaren geleden vele Neder
landers niet in staat waren, deze vraag te
beantwoorden, hoewel het kleine eiland, dat
Aruba heet, tot ons koloniale bezit in West-
Indië behoort. Eerst in den laatsten tijd is
het eilandje wat bekender geworden en
zulks vooral in de kringen, die iets met
petroleum te maken hebben.
Minder dan 30 km lang en slechts
op weinige plaatsen meer dan 6 km
breed was Aruba afgezien mis
schien van de onmiddellijke omge
ving van Oranjestad nauwelijks
meer dan een kale rots. Eerst door
den bouw van de grootste olieraffi
naderij ter wereld is de economische
toestand op het eiland van dien aard
geworden, dat de ongeveer 20.000 in
woners niet meer gedwongen zijn,
een levensbestaan in Venezuela te
zoeken.
Invoer van water tegen hooge
prijzen.
De tropische ligging van het eiland, 12
graden ten zuiden van den equator, schiep
ook nog veel andere moeilijke problemen.
Zoo vindt men op Aruba slechts een kleinen
zoetwaterbron, die bovendien nog in een
moeilijk te bereiken dal ligt. Aan dezen bron
dankt de eenige boerderij van het eiland
haar bestaan.
De geheele overige bevolking was
tot voor kort gedwongen, haar be
hoefte aan drinkwater te dekken uit
de enorme vergaarbakken, waarin
het zoo kostbare regenwater wordt
opgevangen. Daar de neerslag echter
gering is, kwam het vroeger dikwijls
voor, dat water tegen hooge prijzen
moest worden ingevoerd. In 1932
heeft het Nederlandsche bestuur in-
tusschen een installatie voor de win
ning van zoetwater uit de zee laten
bouwen, waardoor de vroegere moei
lijkheden ten deele werden overwon
nen.
Toch is er nog veel te weinig water, om
den landbouw te kunnen ontwikkelen, zoo
dat bijna alle levensmiddelen moeten wor
den ingevoerd. Desondanks was ook in vroe
ger jaren het leven op Aruba nog zoo kwaad
niet en dit is wel in de eerste plaats te
danken aan het uitstekende Nederlandsche
bestuur, dat al het mogelijke deed, om ver
betering in de levensomstandigheden der
bevolking te brengen.
Oliemaatschappijen doen een
„ontdekking".
Het jaar 1927 bracht toen een groote om
mekeer. Tot in dat jaar ontbrak het zelfs
in Oranjestad aan bijna alle gemakken van
den modernen tijd; men vond er geen elec-
trisch licht, geen hotels, geen restaurants,
geen bioscopen. De straten in de stad waren
ongeplaveid, automobielen zag men slechts
bij hooge uitzondering en van regelmatig
werk kon bij de op het eiland wonende
bevolking nauwelijks gesproken worden.
In het jaar 1927 echter werd Aruba door
twee groote petroleummaatschappijen (een
daarvan was de Koninkiijke-Shell) „ont
dekt". En op het dbgenblik worden op Aruba
in de grootste olieraffinaderij ter wereld
jaarlijks ongeveer 12 millioen ton ruwe olie
geraffineerd.
Waarom de oliemaatschappijen
geen kapitaal in Venezuela in
vesteerden.
Men zal zich nu afvragen, waarom de
oliemaatschappijen op een kaal rotseiland
zulke enorme kapitalen investeerden? Waar
om werden de raffinaderijen niet in Vene
zuela zelf, waar de olie gewonnen wordt,
gebouwd? Nu, daarvoor waren twee redenen.
Reeds in het jaar 1927 moest men rekening
houden met een spoedig overlijden van den
grijzen president van Venezuela, Gomez, die
sinds meer dan 20 jaren zijn land met ijze
ren hand regeerde. Men vreesde, dat er na
den dood van Gomez in Venezuela een revo
lutie uit zou breken en derhalve scheen het
gewenscht zoo weinig mogelijk kapitaal in
het land te investeeren. En daarbij kwam
nog iets. Maracaibo, de Venezuelaansche
haven, is slechts bereikbaar voor kleine
schepen.
En ook met het oog op dit feit besloot
men naar Aruba te gaan, waar voor de
nieuwe raffinaderijen geweldige havenwer
ken werden aangelegd. 30 kl. tankschepen
brengen nu regelmatig de ruwe olie van
Venezuela naar Aruba en van de raffina
derijen uit worden de eindproducten dan
door enorme tankschepen, die 15.000 ton
olie en meer kunnen vervoeren, naar alle
deelen van de wereld getransporteerd. In
de havens der raffinaderijen liggen meestal
15 tot 20 tankschepen, zonder onderbreking
wordt er dag en nacht geladen en gelost en
het is buitengewoon interessant om te zien,
hoe de reusachtige oceaanschepen, die in
leegen toestand huizenhoog boven de pie
ren uitsteken, in nauwelijks 10 uren tijds
bijna tot de reeling in het water zakken.
Snelle toename der bevolking.
Terwijl Aruba vroeger voor een
groote deel van het jaar een eiland
zonder mannen was, daar deze op
het vaste land hun brood moesten
verdienen, geven de raffinaderijen
thans direct en indirect werk aan
velen. Tegelijkertijd heeft de intus-
trialisatie voor Aruba een sterke toe
name der bevolking met zich mede
gebracht. In weinige jaren tijds steeg
het bevolkingscijfer van 12.000 tot
ongeveer 20.000.
Maar ook in andere opzichten heeft de
industrialisatie groote veranderingen ge
bracht. Alle straten van Oranje-stad zijn
op het oogenblik geasfalteerd, het eiland be
zit uitstekende wegen, waarover men vele
auto's ziet rijden en restaurants, hotels, bios
copen en dancings zijn tot een vanzelfspre
kendheid geworden. Werkloosheid kent men
op het eiland niet en onder den equator zal
men nauwelijks een plekje aarde vinden,
waar zoo intensief gewerkt wordt als op
Aruba.
Op het oogenblik is het eiland, dat vroeger
nauwelijks meer dan een zuivere bestuurs-
aangelegenheid voor ons was, zonder twijfel
tot een belangrijk en waardevol bestanddeel
van het koloniale rijk geworden en de tijd
is zeker niet meer verre, dat Aruba in de
geheele wereld even bekend zal zijn, als het
naburige Curagao.
Het bedrijf voor langen tijd ge
stagneerd.
Gistermorgen tegen vijf uur werd brand
ontdekt in de machinale electrische kuiperij
van de firma J. C. van Dorp en Zonen te
Vlaardingen.
Spoedig stond het pand in lichter laaie.
De brandweer tastte het uur met vier stra
len aan en had den brand na geruiimen tijd
zoodanig onder de knie, dat gevaar voor
uitbreiding uitgesloten kon worden geacht.
De kuiperij zelf is echter volkomen uit
gebrand. De oorzaak van dezen brand is
onbekend. Om half zes Woensdagavond had
het personeel, dat uit zeventien mian bestaat
de fabriek verlaten. Het gebouw met in
ventaris, bestaande uit kostbare machines
en kuipermateriaal, was in totaal slechts
voor vijftien tot zestienduizend gulden ver
zekerd, doch niet tegen bedrijfsschade.
Het bedrijf zal voor langen tijd volkomen
gestagneerd zijn.
Vier maanden en intrekking rij
bewijs gedurende een jaar ge-
eischt.
Op 30 April van het vorige jaar gebeurde
in de kom van het dorp Doorn een hoogst
ernstig verkeersongeluk, waarbij een jonge
man het leven verloor en zijn meisje zware
verwondingen opliep.
De duisternis was reeds gevallen, toen de
handelaar G. L. uit Doorn van Hotel Woest-
duin wegreed, waar hij eenige glazen bier
had gedronken. Hij reed met vrij groote
snelheid aan de rechterzijde van den weg,
waar gearmd en met fietsen aan de hand
de jongeman en zijn meisje liepen. De
automobilist, wiens wagen slecht verlicht
was, reed hen van achter aan. De man
overleed kort na de aanrijding, het meisje
moest met een hersenschudding en een sche-
delbasisfractuur in een ziekenhuis worden
opgenomen, waar zij na geruimen tijd ver
pleegd te zijn, herstelde.
Automobilist trok zich van zijn
slachtoffers niets aan.
De roekelooze automobilist was
met verhoogde snelheid met gedoof
de lichten doorgereden. Van zijn
slachtoffers, die stervende langs den
weg lagen trok hij zich niets aan.
Thuis gekomen haalde hij de nummer
plaat van de auto en stalde haar bij een
buurman. De truc had weinig succes. Voor
bijgangers die het ongeluk hadden zien ge
beuren, hadden een beschrijving van den
auto gegeven en de politie had den man
spoedig opgespoord, zoodat hij eenigen tijd
later voor de rechtbank te Utrecht terecht
stond wegens het veroorzaken van dood
door schuld.
De rechtbank veroordeelde hem tot vier
maanden gevangenisstraf en intrekking van
het rijbewijs voor den tijd van een jaar.
Verdachte niet het minst onder
den indruk.
Gisteren stond deze gevaarlijke weggebrui
ker in hooger beroep terecht voor het ge
rechtshof. Hij bleek er weinig van onder den
indruk, dat een man door zijn roekeloosheid
het léven had verloren. Hij gaf toe, dat hij
onvoorzichtig had gereden, maar de straf
vond hij te hoog. Hot bleek, dat hij 's mid
dags reeds eenige glazen bier bad gedron
ken, 's avonds in hotel Woestduin had hij
weder gedronken, doch niet zooveel, dat hij
onbekwaam was om een auto te besturen.
De procureur-generaal mr. A. baron van
Harinxma Thoe Slooten was van meening
dat het ongeluk uitsluitend aan verdachte
was te wijten. Spr. requireerde bevestiging
van het vonnis der rechtbank (vier maan
den gevangenisstraf en intrekking van het
rijbewijs voor den tijd van een jaar).
Arrest 30 December.
ZATERDAG 18 DECMEBER 1937.
Hilversum I.
KRO-uitzendinug.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Orkest en gramofoonplaten.
2.00 Voor de rijpere jeugd.
3.00 Kinderuur.
4.00 De KRO-Melodisten, solist en gramo
foonplaten.
5.30 Esperanto-nieuws.
5.45 De KRO-Nachtegaaltjee.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Katholieke RVU.
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
8.35 Russisch orkest „Slawa" en solisten.
9.00 Gevarieerd programma.
10.00 Russisch Orkest „Slawa" (Vervolg)',
10.20 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Filmpraatje.
10.5512.00 Gramofoonmuziek.
VARA-uitzending. 10.0010,20 v.m,
7.30—8.00 VPRO.
en
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.201.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Filmpraatje.
2.15 Viool en piano.
2.45 Amateurs-uitzending.
3.15 Sportuitzending.
3.30 Residentie-Orkest en soliste.
4.10 Gramofoonmuziek.
4.30 Tooneelcauserie.
4.50 VARA-Orkest.
5.40 Literaire causerie.
6.00 Orgelspel.
6.30 Westfriesche uitzending.
7.00 „Filmland".
7.30 Bijbe'-' ertellingen.
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP. VARA-Varia.
8.15 Voordracht.
8.20 Uit Leeuwarden: „Fantasia" en solisten.
8.50 Prijsvraag „Het mysterie der werkwoor
den".
9.15 C. Steyn's Accordeon-orkest en solisten.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Medeueelingen.
10.45 Gramofoonmuziek.
10.50 Radiotooneel.
11.00 Uit Leeuwarden: De Ram" Iers en solist.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
Feuilleton
Vertaling Eva Raedt de Canter
90.
Eenige oogenblikken later verscheen een
ambtenaar in een onberispelijke uniform ge
stoken in de kamer van den hertog.
De Reichleau stak zijn hand uit. "M'n be3te
Fritz, dat is een onverwacht genoegen."
Herr Murenberg nam de hand van den
hertog met een zekeren eerbied aan. Hij sloeg
zjjn hielen tegen elkaar en boog. „Voor mij
is het een genoegen, Hoogheid.
„Hoeveel jaren is het geleden, dat ik je
het laatst gezien heb? Dat zal wel een vijf
tien, neen, twintig jaar zijn! Allemachtig, je
bent in je voordeel veranderd, beste Fritz."
De Reichleau sloeg den Oostenrijker op den
schouder. „Wat heb je daar een prachtig
uniform aan."
Herr Murenberg boog en glimlachte op
nieuw. „Ik hoop, Hoogheid, dat u zoo vrien
delijk zult willen zijn het kleine restaurant
niet te vergeten, waar u mij in vroeger dagen
zoovele malen uw bescherming hebt aange
boden. Sedert is er veel veranderd. En steeds
herinner ik mt) nog uw vriedelijkheid met de
grootste dankbaarheid.
„Dat zou onmogelijk zijn, beste vriend. De
meeste van mijn beste herinneringen zijn on
afscheidelijk verbonden met de beste, oude
Baumgarten, waarin jij zoo goed den weg
wist. Niettegenstaande dat ben ik er blij om
dat de oorlog althans aan een van mijn beste
vrienden geluk heeft gebracht. Welke prach
tige positie heeft het lot voor je bestemd?"
„Ik ben gedeputeerd hoofd van de politie,
Hoogheid. Daardat ik mijn talen zoo goed
kende, ben ik snel vooruitgekomen."
„Lieve hemel," zei de hertog, terwijl zijn
gezicht een bezorgde uitdrukking aannam,
„ik hoop toch niet dat je mij een officieel be
zoek brengt."
„Ik vrees van wel, Hoogheid," zei hij weer
biugend. „Het is een ernstige kwestie, waar
over ik met u kom spreken."
„Ga zitten, vriend en laat eens hooren op
welke wijze ik de wetten van je mooi land
heb overtreden."
De politiechef ging voorzichtig op den
uitersten rand van een armstoel zitten. „On
gelukkig genoeg hebt u niet in dit land ge
zondigd, Hoogheid. Als dat zoo was hij
spreidde zijn handen uit, „dan zou het mij een
groot genoegen verschaffen de zaak n het
reine te brengen. Maar het schijnt dat u uit
Rusland komt, nietwaar?"
De Reichleau's oogen vernauwden zich. „Ja,"
gaf hij toe, „dat is zoo."
Murenberg was blijkbaar verontrust. „Hoog
heid, in vroeger dagen was u een edelman, die
van amusement hield. De koetsiers in Weenen
kenden u allen heel goed, en wanneer u op ze
keren dag een diner een van hun wagens met
roekeloos rijden vernielde, wat had dat te be-
teekenen? Als menschen soms een hoofd
wonde opliepen 's morgens betaalde u op
koninklijke wijze een vergoeding, en alles was
weer in orde. Maar nu, nu schijnt het, dat u
zoover gekomen bent, dat u menschen voor uw
genoegen gedood hebt. Het is waar, het zijn
maar bolsjewieken, maar het is en blijft een
ernstige zaak."
„Ik kan nu juist niet zeggen, dat ik het
voor mijn plezier gedaan heb, beste Fritz,"
zei de hertog en glimlachte grimmig. „Ik
deed het alles uit zelfverdediging. Volgens mij
had ik niet anders kunnen handelen."
Het hoofd van de Weensche politie keek
ernstig. Hij trok zijn gewelfde wenkbrauwen
op en krabde zich in den nek. Hij was zicht
baar ontroerd. „Men heeft een verzoek tot
uitlevering gezonden, voor u en voor de an
deren, Hoogheid. Wat moet ik doen?"
De hertog dacht vlug na. „Wat is de gang
van zaken bij zulke gevallen?" vroeg hij.
„Het is mijn plicht een bevel tot inhechte
nisneming voor u en uw vrenden uit te
vaardigen."
„Heb je dat nog niet gedaan?"
„Neen. Hoogheid. Toen ik uw naam op het
papier zag kwamen herinneringen aan oude
dagen bij mij op. Ik dacht: morgen is het nog
vroeg genoeg. Vanavond zal ik alleen mijn
opwachting maken bjj mijn ouden bescher
mer.".
„Dat was heel goed gedacht, Fritz. Vertel
mij verder, wat gebeurt er wanneer zoo'n
bevel tot inhechtenisneming is uitgevaar
digd?"
„Er is een man uit Rusland hier aangeko
men. Hij zal u herkennen. Wij zullen een
escorte moeten meegeven tot de grens en u
zult met hem naar Moskou gaan om daar
voorgeleid te worden."
„Weet je hoe die man heet?"
„Ja, Hoogheid. Het is een zeer belangrijk
man, commissaris Leshkin. Hij verblijft in
dit hotel."
De hertog kiiikte. „Wanneer wij dus Oos
tenrijk vannacht nog verlaten, zal de man ons
dan volgen of niet? En zal hij uitlevering
vragen van welk land ook, waar wij ons be
vinden?"
„Ik vrees het wel, Hoogheid. Maar, de we
reld is groot. Er zijn veel comfortabele trei
nen, die vanavond nog Weenen verlaten. Als
u afreist zal dat uitstel beteekenen be
langrijke getuigen tegen u zullen kunnen ver
dwijnen. De tijd is in dit geval een voordeel
aan uw kant."
„Wanneer er dus niemand was, die ons zou
herkennen, zouden zij geen uitlevering kun
nen vragen, nietwaar?" vroeg de hertog
zacht.
„Dat is zoo," antwoordde Herr Muren
berg opstaande. „Maar de man is reeds hier,
Hoogheid. Terwille van de oude dagen hoop
ik, dat ik morgen niet tot een arrestatie zal
moeten overgaan."
De Reichleau greep zjjn hand. „Ik ben Je
meer verplicht dan ik je zeggen kan, m'n
beste Fritz. Je kunt erop vertrouwen, dat ik
je dien pijnlijken plicht zal besparen."
3.
De dinertafel was overdekt met bloemen.
Het strijkje was de Weensche tradities waar
dig, de champagne fonkelde in de glazen. Het
scheen Marie Lou dat zij in een sprookjes
land was.
Richard zat rechts en Simon links van
haar. Aan de andere zijde van de tafel zaten
Rex en de Reichleau. Tusschen hen in zag
men het lachende gezicht van Gerry Brooks.
Het diner was afgeloopen. De hertog ging
rond met zijn sigaren, de eerste uit de nieuwe
kist van de beroemde Hoyo's, die 's middags
gelijk met zijn garderobe uit Londen waren
aangekomen. Marie Lou had juist haar laat
ste stukje perzik genuttigd. Het was de eer
ste perzik die zij in haar leven had gezien,
de heerlijke smaak bleef lang op haar tong.
Zij voelde zich alsof zij in den hemel was. Zij
keek over de tafel naar Rex. „Is alles in or
de?" vroeg zij. Hij glimlachte.
„Vanzelfsprekend, er zou geen enkelen
gek zijn..."
„Sssst," riep zij vlug.
„Neem mij niet kwalijk," zei hij veront
schuldigend. „Daar had ik me bijna verspro
ken. Maar de zaak is in orde, hoor, dat kun
je gelooven."
„Dank je. Ik heb een kleine verrassing, die
Rex en ik voor u bereid hebben," zei z(j 'ver
klarend aan de anderen, die met vragende
blikken naar hen keken. „Hij heeft een prach
tige, sterke vijl voor mij meegebracht. Ik ben
vanmorgen een uur met dat ding bezig ge
weest."
Nu keek Rex op zijn beurt vragen. Hij had
geen vjjl voor haar gekocht en hij herinnerde
zich alleen dat zij hem, terwjjl hij zich voor
het diner kleedde, zijn medewerking gevraagd
had in een klein geheim. Zij nam een plat,
vierkant pakje onder haar stoel weg en legde
dit op de tafel. Zij hadden zich allemaal al
erover verwonderd, wat het voor een pakje
zou zijn dat zij bij zich droeg, toen zij was
binnen gekomen.
(Wordt vervolgd.)