Ameiika's nationalisme versterkt Engeland zal zijn belangen weten te beschermen Nederland brengt twee offers N.V. WACO-Autobusdiensten DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Wegneming der grieven zonder oorlog blijft doel Landon komt Roosevelt ie hulp Worden militaire belangen opgeofferd bij de vestiging van garnizoenen Schip in zinkenden toestand vaart door KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER. TELEFOON 50 (2 LIJNEN) WOENSDAG 22 DECEMBER 1937 65e JAARG. No. 8189 „Niet schermen in een porceleinwinkel" Dit nummer bevat 8 pagina's Agrarische contingenten vrijwel ongewijzigd EERBER1CHT DE BILT SEINTi HELDERSCHE COURANT Uitgave der Ultg.-MlJ. Holland* Noorderkwartier N V. te Deo Heldor In het Lagerhuis heeft Attlee een verklaring inzake de politiek der regeering gevraagd en de hoop uitgesproken, dat Chamberlain in staat zou zijn, het volk eenige hoop te geven. Hij achtte de noodzake lijkheid aanwezig van een algemeene bestudeering van den toestand en vroeg „of wij de haven worden bin nengeloodst of slechts ronddrijven". Doelende op de drie groote mo gendheden, die den Volkenbond hebben verlaten, betoogde Attlee, dat de opzegging van het Volkenbonds pact door hen geen vrede in de wereld beteekende. Hij betreurde evenwel het vertrek van Italië niet, omdat de aanwezigheid van dit land eerder een zwak punt dan een bron van kracht was geworden. Voortgaande gispte Attlee den Japanschen inval in China, waarbij de Japanneezen een volkomen minachting voor het inter nationale recht aan den dag hebben ge legd, en breedvoerig schetste hij de moge lijke gevaren van den toestand. Het antwoord van Chamberlain. Onmiddellijk na Attlee kwam Chamber lain aan het woord. Hij zeide: ofschoon de regeering het niet juist geacht heeft het dringende verzoek der oppositie tot het houden van deze debatten af te wijzen, moet betreurd worden, dat men het noodig heeft geoordeeld, wederom een openbaar debat te houden over buitenlandsche aan gelegenheden. Onder gelach der ministers zeide de Premier vervolgens, dat een porce- leinwinkel (in het Engelsch „Chinashop") niet de veiligste plaats is voor een scherm- partij. Wanneer dan ook zijn antwoord niet zooveel inlichtingen behelst als Attlee zou willen, moet men er aan denken, dat, zelfs wanneer de oppositie geenerlei ver antwoordelijkheid voelt voor de veiligheid van het aardewerk, de regeering dat wel doet. (Luide toejuichingen der ministers). Ten aanzien van de besprekingen tusschen Lord Halifax en Hitier zeide Chamberlain met nadruk, dat deze gedachtenwisselingen van ver- trouwelijken aard waren. Het ^s nooit de bedoeling geweest van de regeering, noch haar verwachting, dat daaruit onmiddellijk resultaten zouden voortvloeien. Het waren ge dachtenwisselingen, geen onder handelingen en daarom zijn er geen voorstellen gedaan, geen beloften ge geven en geen afspraken gemaakt. Wat wij wilden en wat wij bereikt heb ben was het tot stand brengen van per soonlijk contact en zoo mogelijk te komen tot een helderder begrip van de wederzijd- sche politiek en van de vooruitzichten. Ik denk, dat wij thans mogen zegge»* een ta melijk bepaald denkbeeld te hebben van de problemen, die naar de opvatting der Duit sche regeering moeten worden opgelost om te komen tot een toestand in de Europee- sche zaken, welken wij allen wenschen en waarin de naties naar elkander zouden kunnen zien met het verlangen tot samen- werki- in plaats van elkander met arg waan en wrok te bekijken. Ook aan de Spaansche kwestie wijdde Chamberlain eenige woorden. Hij zeide, dat het Britsche plan thans aanvaard is door alle mogendheden, van Italië tot Rusland. Ik denk, dat wij wel mogen bewe ren, dat in de afgeloopen zes maan den er merkbaar een vermindering van spanning in Europa is ingetre den, hetgeen hoofdzakelijk te danken is aan het feit, dat de Spaansche toe stand minder acuut is geworden. Ook mogen wij beweren, dat de re- geeringspolitiek de belangrijkste rol heeft gespeeld bij het tegenhouden van een mogelijk conflict buiten Spanje. Na deze Europeesche zaken te hebben be sproken, keerde Chamberlain zich tot het Verre Oosten. Hoe ook de waarheid moge zijn, aldus Chamberlain, of de .Tapansche strijdkrachten China den oorlog opdringen, dan wel of Japan, zooals de Japansche apo- logisten schijnen aan te duiden, gedwongen was zich te verdedigen tegen een Chinee- sche agressie, hoe de waarheid ook zij, het is zeker een feit, dat nooit eenige poging in het werk gesteld is door Japan om te trach ten een regeling door vreedzame middelen na te streven. Na deze uiteenzetting besprak Chamber lain de laatste gebeurtenissen in China, met inbegrip van de incidenten op de Jangtse en de Britsche protesten bij Japan. Wat wij thans doen, aldus spr., is een bewijs afwach ten van de vastbeslotenheid en de bekwaam heid der Japansche regeering om een herha ling van deze incidenten te voorkomen. Nog zijn wij bereid de zaak van den vrede te dienen door alle voor ons openstaande fatsoenlijke midde len. Men moet echter niet denken, dat onzen wensch naar vrede en ons gednld onder herhaalde provocatie beteekent, dat wij onverschillig zijn ten opzichte van onze internationale verplichtingen of onzen plicht om de Britsche belangen te beschermen ver geten. Het is thans aan de Janan- sche regeering te toonen, dat zij op haar beurt gedachtig is aan de rech ten en belangen van de buitenlan ders en dat haar verzekeringen en verontschuldigingen iets meer betee- kenen dan enkel woorden. Wij laten ons niet drijven. Wij hebben een bepaald doel: een alge meene regeling van de grieven in de wereld zonder oorlog. De manier om dit te bereiken is niet dreige menten uit te spreken, maar trach ten persoonlijk contact te vestigen. Alleen door vriendschappelijke besprekingen tusschen de naties kunnen wij hopen te komen tot een toestand, waarin wij wederom de bezorgdheid van ons kunnen af zetten. Eden sluit de ril der sprekers. Over het Verre Oosten en de besprekin gen over sancties zeide Eden: Er zijn twee mogelijke vormen van sanc ties: de ondoeltreffende en de doeltreffende. Deze laatste beteekenen gevaar, zooal niet de zekerheid van oorlog. Ik zeg weloverwogen, dat niemand geen enkel soort actie van dezen aard in het Verre Oosten onder oogen moet zien, tenzij men er van overtuigd is te beschikken over een overweldigende strijdmacht om deze politiek te schragen. Is de Labour-partij er izch niet van be wust, dat thans in den volkenbond slechts twee groote maritieme mogendheden zijn. wij en Frankrijk? Het moet een iegelijk volkomen duidelijk zijn, dat een overweldigende strijdmacht niet bestaat. Men moet zeer wel weten, dat eenige actie in het Verre Oosten moet af hangen van samenwerking met andere na ties, naast die welke thans lid van den vol kenbond zijn. Overleg met de Vereenigde Staten. Een zeer belangrijk aspect in den toestand in het Verre Oosten, misschien het eenige bevredigende, is, dat wij voortdurend en da gelijks in nauw overleg zijn met de regee ring der Vereenigde Staten. Steeds opnieuw hebben wij of paralelle of gelijke acties ondernomen, die op zichzelf een aanwijzing zijn van de hechtheid van een dergelijke samenwerking. Groot Brittannië is vandaag den dag niet zonder vrienden op de wereld. Vriendschappen. Wij kunnen herinneren aan Frankrijk en de Vereenigde Staten. Het zal ook gemak kelijk zijn te herinneren aan den Balkan en de Kleine Entente, die zich uitstrekken van Turkije tot Tsjecho Slowakije, met ieder lid waarvan wij in hechte intieme vriend schapsbetrekking verkeeren. De belangrijkste van alle zijn de betrekkingen van het Britsche ge- meenebest met de Vereenigde Staten er is en er kan geen kwestie zijn van verdrag of intriges, maar er is een ware gemeenschappelijkheid van opvatting en dat is het, wat een niet te schatten bijdrage vormt bij de handhaving van den vrede, die de eerste en innigste wensch is van het volk van het Rritsche gemeene- best en het volk der Vereenigde Staten. De conclusie van Eden. Eden voegde hier aan toe: mijn conclu sie is, dat, hoewel de moeilijkheden groot zijn er geen reden is voor defaitisme. Wij hooren veel over onze bewapeningen, maar er is iets, dat zelfs belangrijker is dan bewa peningen, n.1. de geest van het volk achter deze bewapeningen. In dit opzicht mag niemand in de fout ver vallen te denken, dat de geest van vasthou dendheid van het Britsche volk in de laat ste jaren is veranderd. Wij moetn probeeren geduldig, doch vastbesloten te zijn, verzoe ningsgezind zonder defaitistisch te zijn en voortgaan met onze bewapening, omdat wij alleen op die wijze tot een bewapenings overeenkomst zullen kunnen komen. Dat is de politiek, welke wij zullen volgen* Landon, die tegencandidaat van Roosevelt was tijdens de laatste pre sidentsverkiezingen, heeft verklaard volledig steun te zullen verleenen aan iederen stap, dien de president in de crisis in het Verre Oosten meent te moeten doen. Landon heeft zijn steun aan Roosevelt in de politiek ten opzichte van het Verre Oosten in een telegram aan den Presi dent bekend gemaakt. Roosevelt heeft in antwoord hierop aan Landon een telegram gezonden, waarin hij zegt: „De edelmoe dige geest van uw telegram helpt mij het hoofd te bieden aan de problemen, waar voor ons land gesteld is op het terrein van de buitenlandsche betrekkingen in deze veelbewogen tijden. Gedurende onze geheele, lange geschiedenis hebben wij, Amerika nen, iedpre gedachte verworpen, volgens welke uiteindelijke veilig heid verzekerd kan worden door de oogen te sluiten voor het feit, dat, of wij nu willen of niet, wij een deel vormen van de groote wereld der an dere naties en volkeren. Als zooda nig zijn wij een zekere mate van sa menwerking en zelfs van leider schap verschuldigd bij het hand haven van de standaarden der ge dragingen, die bijdragen tot het uit eindelijk doel van den algemeenen vrede." Het telegram van Landon wordt te Was hington beschouwd als een waardevolle steun voor Roosevelt, die hem te stade komt bij de behandeling van het probleem van het Verre Oosten op een krachtige na tionale basis. Het standpunt van Landon. In zijn telegram aan Roosevelt zegt Lan don het volgende: „Het vorige jaar heb ik mij verbonden uw bestuur te steunen, indien de buitenlandsche toestand delicaat zou zijn. Dat is een belangrijk beginsel en wij moeten bewijzen, dat wij daaraan trouw zijn. Dat beteekent, dat het demagogische, politieke spel, dat de eenheid van het land bedreigt, moet geslaakt worden in gevaarlijke situaties zooals die, waarin wij ons thans bevinden. Ik hernieuw mijn verbintenis vooral, omdat LANDON. vele leden van het congres, tot beide partijen behoorende, schijnen te vergeten, dat dit be ginsel den doorslag van onze politiek vormt en in het buitenland den indruk wekken, dat zij geen vertrouwen hebben in de politiek van het ministerie van buitenlandsche za ken. Die leden betreden denzelfden gevaar lijken weg als de Britsche parlementsleden, die in het begin van 1914 den indruk wilden vestigen, dat Engeland niet kon of wilde vechten onder welke omstandigheden ook. Ik wensch u ermede geluk, dat gij niet hebt willen weten van een wet, die het recht van oorlogsverklaring aan het congres zou ont nemen. Gij en ik weten, dat het Ameri- kaansche volk vrede wil, maar een vrede, die ons het respect van an dere volken doet behouden." De telegrammenwisseling tusschen Roose velt en Landon is een politieke gebeurtenis van het grootste gewicht. Landon vertegen woordigt immers de strooming, die op het stuk van buitenlandsche politiek als zeer conservatief wordt beschouwd. Hij is gou verneur van Kansas, waar de bevolking zich altijd voor een politiek van isolement heeft uitgesproken. Zijn initiatief schijnt dus te wijzen op een waren ommekeer in de open bare meening, waardoor de taak van Roo sevelt vergemakkelijkt wordt. DE NEDERLANDSCH-DUITSCHE CLEARING. Zooals we reeds in het kort hebben me degedeeld zijn na moeizame onderhandelin gen de vertegenwoordigers van de Neder- landsche en Duitsche regeeringen tot over eenstemming gekomen, om het bestaande clearingverdrag, dat op 31 Dec. a.s. zou af- loopen. behoudens eenige wijzigingen, waar op hieronder zal worden teruggekomen, voor den duur van een jaar te verlengen. De wenschen van Duitschland en Nederland loopen uiteen. Het Nederlandsche bedrijfsleven, dat bij de invoering van de clearing drie jaren geleden aanvankelijk eenigszins sceptisch tegenover dit systeem was gestemd, heeft zich al lengs met dit systeem kunnen ver eenigen, vooral toen bleek, dat alle in September 1934 bestaande achter stallige vorderingen op behoorlijke wijze geleidelijk werden ingeloopen. terwijl men er tevens in slaagde, den nieuw ontstanen achterstand eveneens weg te werken, zoodat op het oogenblik van een schoone lei kan worden gesproken. Uit het Nederlandsche bedrijfsleven kwam dan ook een sterke aandrang, om de be staande regeling te behouden. Van Duitsche zijde daarentegen was de actie gericht op ontbinding van de clearingregeling, waarvoor dan in de plaats zou moeten komen een soort van betalingsovereenkomst zooals Duitschland deze ook heeft gesloten met Engeland, Frankrijk en België, en waarbij dan aan Duitschland zelve zou moeten wor den overgelaten, om de vrije Neder landsche guldens, waarover het dan de beschikking zou verkrijgen, naar eigen inzicht te verdeelen, hetzij over Nederland, hetzij, mede over andere landen. Wij maakten ernstige bezwaren. Tegen dit denkbeeld rezen echter van verschillende zijden in Nederland ernstige bezwaren. De clearing regeling is, na veel moeite, thans als systeem in de over eenkomst met Duitschland behou den gebleven, echter niet dan nadat van Nederlandsche zijde twee offers waren gebracht. De eerste tegemoetkoming betreft de toe kenning van z.g. vrije deviezen aan Duitsch land, waarvan het percentage van 6 procent op 10 procent is gebracht. De tweede tegemoetkoming van Neder landsche zijde betreft een uitbreiding van de posten, welke in het eiearingsverkeer zijn opgenomen. In de eerste plaats zullen daartoe in den vervolge ook behooren alle overslag-kosten (d.z. de kosten van de verladingen in de ha vens). Verder wordt volledig onder de clearing gebracht bet verkeer van Duitsehe zeeha vens via Nederland met den Rijn en de Nederlandsche kustvaart tusschen Duitsche havens. De verdeeling van den export uit Neder land naar Duitschland Is voor de verschil lende groepen van producten (land- en tuinbouw, industrie, koloniale goederen) vrijwel ongewijzigd gebleven en er hebben te dezen aanzien geen essentiecle verschui vingen plaats gehad. Wat betreft de uitputtingsmogelijkheden kan nog worden medegedeeld, dat deze op even doeltreffende wijze zijn gewaarborgd als in het vorige verdrag, en dat de mede werking van de zijde der Duitsche autori teiten in alle opzichten bevredigend is. Dit laatste geldt met name ook ten aanzien van de land- en tuinbouwproducten. De clearing-regeling heeft vertrouwen ge geven in een juiste afwikkeling van het handelsverkeer en onder de tegenwoordige omstandigheden was men van Nederland sche zijde van meening, dat dit vertrouwen niel beter kon worden gediend dan bij een voortzetting van de clearing. Men moet n.1. hij de beoordeeling van het Nederlandsch-Duitsch verkeer niet uit het oog verliezen, dat, wat het goederenverkeer betreft, de verhouding tusschen den uitvoer uit Duitschland naar Nederland en Indië en die in omgekeerde richting niet gelijk is, doch de laatste jaren vrijwel stabiel is te stellen op 2 1 ten gunste van den Duit- schen export. Verwachting: Meest matige Zuid oostelijke tot Zuidelijke wind. aanvankelijk helder tot licht bewolkt, later toe nemende bewolking met kans op sneeuw, matige vorst des nachts, overdag lichte vorst tot temperatuur om het vriespunt. Verdere vooruitzichten: Waar schijnlijk dooi met kans op regen. Aanbiedingen der gemeenten mogen den doorslag niet geven. Vragen aan den minister over de voorwaarden, waarop Am sterdam zijn garnizoen krijgt. Het Tweede Kamerlid, de heer Stein- metz, heeft aan den minister van Defensie de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat de minister van De fensie besloten heeft .het op te richten 2de regiment luchtdoelartillerie in één der ka zernes te Amsterdam te legeren? 2. Is het vevolgens juist, dat van mili taire zijde als onafwijsbare voorwaarde voor legering van een garnizoen te Amster dam is gesteld, dat het oefeningsterrein voor rekening van de gemeente Amster dam wordt geleverd en geschikt gemaakt? 3. Is het den minister bekend, dat ook met andere gemeentebestu ren overleg wordt (is) gepleegd door militaire autoriteiten omtrent eventueele voorwaarden, waarop garnizoenen gevestigd kunnen wor den, als de betrokken gemeentebe sturen bereid zijn bepaalde kosten voor hun rekening te nemen? 4. Acht de minister in deze wijze van onderhandelen door legerautori- teiten het gevaar niet aanwezig, dat militaire belangen worden opgeofferd aan de mate waarin gemeentebestu ren eventueel tot financieele mede werking bereid zijn, ten einde vesti ging van een garnizoen binnen de kom hunner gemeente te bevorde ren? 5. Acht de minister bovendien dergelijke overeenkomsten niet in strijd, zoowel met den geest, als met de letter van art. 18S der Grondwet, waar vermeld staat: „Al de kosten voor de legers van het Rijk worden uit 's rijks kas voldaan"? 6. Indien de minister vraag 4 en 5 bej vestigend beantwoordt, is hij dan bereid maatregelen te treffen, opdat de vestiging van garnizoenen e.d. niet afhankelijk wordt gesteld van de financieele welwillendheid en/of draagkracht eener gemeente, noch di rect noch indirect? Aanvaring tusschen Italiaan en Amerikaan benoorden Terschel ling. Amerikaan zet reis voort naar Hamburg. Gistermiddag is het Amerikaansche passagiersschip „City of Hamburg" op tien mijl ten noordoosten van Terschelling in aanvaring gekomen met het Italiaansche s.s. „Confiden- za' waarbij het Amerikaansche schip werd beschadigd doch niettemin de reis naar Cux-haven voortzette, met een snelheid van 10 m. 't Schip had gisteravond 8 uur de assistentie van sleepbooten nog steeds niet aange nomen. Niettemin zinkt de „City of Ham burg" langzaam. De reddingboot „Brandaris" is gistermid dag om half vijf van Terschelling naar het schip vertrokken, doch, daar er voor de opvarenden van de City of Hamburg voor- loopig nog geen gevaar bestond, ging zij terug en kwam om negen uur in Terschel ling aan. De „City of Hamburg" is een schip van de Bal timore Mail Steamschip Company te Bal timore. Het meet 8424 ton en is* in 1919 gebouwd. Vrijdag 24 December zullen alk autobus diensten gereden worden als op Zaterdag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 1