m De geïllustreerde Bijbel 't HOEKJE OUDERS XoA nxj-oit! Winter in het Berner Oberland Een cultuurmonument voor ons Volk Achterstand VOOR DE Het beste wapen in de strijd tegen jeugdbaldadigheid is de huiselijke opvoeding TERTJEu Van het ,^Boek der Boeken", in de oude vertrouwde Statenvertaling, is bij den uitgever De Haan in Utrecht een nieuwe geïllustreerde uitgave ver schenen. In den sierlyken doch een- voudigen band bevat het oude en toch weer steeds nieuwe boek niet minder dan 36 gekleurde naast 64 zwarte reproducties, naar kunstwerken uit alle tijden. Voor een bedrag van 7.90, in prachtband 8.90 wordt hier een kos telijk cultureel bezit binnen het bereik van zéér velen gebracht. C. euwenlang is de Bijbel verweven geweest met het leven der Volkeren, niet het minst met dat van de bewoners van deze lage landen aan de zee. En nog steeds oefent hij Zijn invloed uit. Juister gezegd ja, niet zonder eenigen trots constateeren wij, dat de belangstel ling voor het Oude Boek bij den gemiddelden Vaderlander weer groeiende is. Wat is im mers het geval? Met den aanvang van den wereldoorlog is voor goed het tijdperk van het rationalisme afgesloten. Een periode waarin de Europeesche mensch, zelfverze kerd als hij was, voor alles een verklaring Wist te geven. Nieuwe rampen, nooit te voren verwacht, kwamen over de menschheid oorlog, hon gersnood, crisis en werkloosheidVeler zelfverzekerheidheid begon te wankelen. Een nieuw Godsvertrouwen ontstond bij talloozen, die voordien helaas veelal onder invloed van de opvoeding, die zij van het oudere geslacht ontvingen, van den Godsdienst ver vreemd waren. Zij grepen weer naar het oude, vertrouwde Boek met z'n diep-men- schelijk verhalen Bovendien is onze taal vol van spreuken en beelden, aan den Bijbel ontleend. Hoeveel litteratuur is trouwens zonder kennis van den Bijbel niet te begrijpen. Waarom een geïlustreerde Bybel. De geïllustreerde Bijbel brengt ons voor alles nader tot de grootste kunstenaars uit- alle tijden, die deze prachtige verhalen door leefd hebben. Tal van Bijbelsche figuren hebben een wonderlijk inspireerende kracht op hen uit geoefend. Hoeveel bijbelsche onderwerpen schilderde een Rembrandt niet! Met welk een overgave volbracht een Michel Angelo de beschildering van de pla fonds der Sixtijnsche kapel en later ook de achterwand. Een paar jaar heeft Michel An gelo aan die plafondschilderingen gewerkt, op z'n rug liggend, geheel alleen. Een god- dellijke inspiratie gaf er hem de schier bo- venmenschelijke kracht toe, naar hij later verklaarde. Het werk en de ongewone hou ding hadden zóóveel van zijn krachten ge vergd, dat hij na afloop weer als een kind opnieuw moest leeren loopen, zooals hij het zelf in een sonnet bezong. Het Parad(jsverhaal. Bij het Boek Genesis vinden wij in den ge- illustreerden Bijbel, die onder leiding van prof. dr. W. Vogelsang en onder toezicht van prof. dr. H. Th. Obbink werd samen gesteld een detail van het Paradijsverhaal, zooals Michel Angelo dit als plafondschilde ring in de Sixtijnsche kapel schilderde. De afbeelding vertoont een slang, die eindigt in een vrouwenlichaam met een hand, die even als Adam's hand naar de verboden vrucht grijpt, terwijl in dezelfde schildering de ellende der uitdrijving is afgebeeld met den tragischen kop van Adam, die hier gerepro duceerd wordt. Enkele der profeten. Jesaja. In de Sixtijnsche kapel heeft Michel Angelo ook de Profeten afgebeeld. De figuur van Jesajar is bijv. een van zijn grootste scheppingen. Uit deze figuur spreekt vooral het liefdevolle moment, doch ook iets van genade. Het is een mensch, die voor alles luisteren kan. Jeremia daarentegen is de man van de felle aanklachten, die we heelemaal ken nen uit zijn boek. Hij immers heeft de on dergang van Jerusalem aangegeven, terwijl wij uit zijn klaagliederen de droefheid zien, Jozef legt de droomen van den schenk 1 en bakker uit. Gen. 40. (Gebrandschilderd glasvenster, Leidsche scaool). Mozes (schilderij v. Justus v. Gent). die zoo tot Michel Angelo sprak, en die hij zoo meesterlijk wist uit te beelden. Een verscheidenheid van kunst werken. Behalve Michel Angelo, treffen we wer ken aan van Albrecht Dürer, Rubens, Rem brandt, Rafaël, Leonado da Vinei, El Greco, Murillo, Botticelli, Titiaan, Jeroem Bosch, Jan van Scorel, Lucas Cranach, Justus van Gent, Dirck Bouts, Geertgen tot St. Jans, van Oostsanen, Holbein, Hubert van Eyck, Maerten van Heemskerck, Lucas van Leyden, Hugo van der Goes, Pieter Bruegheid. d. O. en vele anderen naast ïeproducties van tal van prachtige miniaturenen fresco's. Miniaturen. Wat deze geïllustreerde Bijbel het meest waardevol maakt, zjjn ongetwij feld de kostelijke miniaturen van primi tieve meesters met hun diepmensche- 1 ijken inhoud. Reproducties van beroemde schilde rijen, hoe waardevol ook, men kan ze in verschillende werken over kunstgeschie denis afgebeeld vinden. Met de minia turen is zulks echter minder het geval. Ze zjjn gereproduceerd uit oude manus cripten of uit een of ander zeldzaam Breviarium (gebedenboek). Breviarium Grimani. Het Breviarium Grimani is een hand schrift dat vooral door zijn uiterlijke ge daante beroemd is. Uit onderzoekingen is gebleken dat de prachtige miniaturen vervaardigd zijn door Viaamsche kunstenaars, die aan het einde der 15e en het begin der 16e eeuw leefden. Hoe indrukwekkend is bijv. de uitbeelding van het verhaal van de koperen slang uit Numeri 21, vers 9. „En Mozes maakte eene koperen slang en stelde ze op eene stang; en het geschiedde als eene slang iemand beet, zoo zag hij de koperen slang aan en hij bleef levend". Deze naast tal van andere afbeeldingen zijn aan dit handschrift ont leend, Ook David met het hoofd van Goliath (Samuël 27 vers 54) vinden wij afgebeeld, evenals de zalving van David (2 Samuël 5, vers 3) en de belegering van Samaria (2 Kon. 6 en'7). Vol koninklijke pracht is de voor stelling van Ester voor koning Ahasveros (Esther 5, vers 2). Maar ook de Kruisiging zooals de onbekende middeleeuwsche kloos terling die in het Breviarium Grimini als miniatuur schilderde, heeft men ons niet willen onthouden. De geïllustreerde Bijbel geeft van al deze bijbelsche voorstellingen bijzonder fraaie reproducties. Merkwaardig is vooral bij deze primitieve voorstellingen en ook nog wel bij die van lateren tijd, hoe de meesters hun bijbelsche tafereelen afbeeldden in hun eigen omge ving en hoe die afbeeldingen daardoor voor den tijdgenoot de gemoedelijke sfeer van het eigen land ademden. Rembrandt. Was in de middeleeuwen bijna alle kunst tevens kerkelijke kunst, in de 17e eeuw was zulks niet meer het geval. Geen kunstenaar uit dien tijd heeft zóóveel bijbelsche voorstellingen geschilderd als Rembrandt. Er zijn zelfs aparte Rembrandt-bijbels ver schenen, rvjk geïllustreerd met bjjbelsche voorstellingen, van den grootmeester onzer Gouden Eeuw, Saul en David. Rembrandt liet het nageslacht prachtige meesterwerken na, waarin voorstellingen uit het Oude Testament zijn afgebeeld. Om er slechts één te noemen: Saul en David, op het einde van Jtjn leven, op 60-jarigen leeftijd, geschilderd. Hierin komt niet meer het verraderlijke van Koning Saul naar vo ren, zooals in een jeugdschilderij met de zelfde voorstelling het geval was. De mees ter geeft ons thans een projectie van z'n leven en z'n eigen levenshouding. Paulus in de gevangenis. Dit prachtige schilderij van den ouden Paulus in de gevangenis heeft Rembrandt in zijn jeugd geschilderd. Het beeld toont den verslagen man; hier is geen sprake meer van den begeesterenden prediker, die tusschen de jaren 34 en 62 na Christus, z'n gemeenten ging stichten in de verwachting dat Jezus „zou terugkomen op de wolken en oordeelen de levenden en de dooden". De verloren Zoon. De aangrijpende gelijkenis uit Lucas 15 (vers 1132) van den Verloren Zoon heeft veel kunstenaars geïnspireerd, zoo ook Rembrandt. Jheronimus Bosch (14601516) schilder de dat beroemde paneeltje van den Ver loren Zoon, dat tot de kunstschatten van het nieuwe Museum Boymans te Rotterdam behoort. De prachtige reproductie, die de geïllustreerde bijbel thans brengt zal velen verheugen. Slechts een greep. In een bespreking als deze, kunnen wij vanzelfsprekend slechts hier en daar een greep doen, om den belangstellenden lezer nieuwsgierig te maken naar den inhoud van dezen geïllustreerden Bijbel. Maar dan toch zóó belangstellend, dat bij het eerst volgend bezoek aan een boekwinkel niet verzuimd wordt te vragen, om dit prachtige werk te mogen inzien. Het is een cultuur-monument voor ons Vol'-! Reeds meerdere avonden hebben wij zelf het Boek ter hand genomen, de illustra ties bekeken en de teksten waarop deze slaan, nagelezen. Maar nog steeds is het boek ons nieuw, hoe vertrouwd wij er ons ook reeds mee maakten. Een prachtig Kerstgeschenk! V. H. Gemakkelijk ontstaan, moeilijk in te halen Wij zullen beginnen, als een duidelijk illu stratief voorbeeld, met de financieele ach terstand. W(j willen ons iets aanschaffen en om dat wij dit zoo graag willen verbeelden wij ons, dat het dringend noodig is. Maar de geldmiddelen zijn momenteel niet toereikend. Dus, even leenen of even laten opschrij ven. De volgende maand kunnen wij betalen. Prachtig. De volgende maand hadden wij ook kunnen betalen indien er zich geen on voorziene uitgave had voorgedaan, die he laas werkelijk onontbeerlijk is. Daardoor moet de teruggave van de leening of het betalen van de rekening nog een maand wachten. Wat hindert dat ook eigenlijk? Het hindert dit; dat wij met geld in den zak rondloopen dat welbeschouwd niét van ons is. Dan komen er onvoorziene uitgaven, die wel dringend zijn, wij loopen vast, niets groeit zoo snel aan als achterstand. Ten laatste komen wij er heelemaal niet meer uit, leenen opnieuw of maken weer nieuwe rekeningen, stoppen het eene gat met het andere, totdat onze financieele toestand door en door voos en ongezond is. Precies zoo gaat het met achterstand wat tijd betreft. Het snelste ontstaat achterstand in tjjd door de dingen, die wij „toch eens op een dag moeten doen". Er is geen haast bij, zoo bij gelegenheid. Het is een gevaarlijke betiteling, „dingen die wij bij gelegenheid moeten doen" en zeer onjuist. Het is noodzakelijk, of niet nood zakelijk. In het laatste geval kar. het ge rust geheel geschrapt worden, is het wèl noodzakelijk, dan moet het ook hoe eer hoe beter gedaan worden. Iemand, die b.v. op een bepaalden datum een hoeveelheid werk moet afleveren, b.v. den 20sten van een maand, begint als hij verstandig is, al den lsten. Iets te vroeg gereed hebben kan nooit kwaad. Wanneer het werk is, waarin men niet veel ambitie heeft, is het verleidelijk maar onverstandig om te zeggen; „er is geen haast bij. Het geheel zal 20 uur werk vorderen, vier dagen zjjn daarvoor voldoende". Accoord, mits die vier dagen z(jn 1, 2, 3 en 4, maar onpractisch wanneer men daarmede bedoelt 16, 17, 18 en 19. Er kan iets tusschenbeide komen, men kan ziek worden, bovendien kan de tijd, die het werk vereischt, tegen vallen, het kan b.v. 25 of 30 uur zijn in- plaats van 20. Het resultaat is, dat U moet haasten en jagen, iets, dat ieder mensch irriteert en ontstemt, en een tegenzin schept in hetgeen waarmede gehaast en gejaagd moet worden. Het is een slechte gewoonte om tot het uiterste uit te stellen. Dikwijls is het een soort struisvogelpolitiek van ons, zooals in het geval van de familie, die moest verhui zen en hierover het land had, en daardoor het zoeken naar een nieuwe woning tot het uiterste uitstelde. Tenslotte moesten zij halsoverkop een woning zoeken, aangezien de hunne verhuurd was en dat zij bij deze overhaaste keuze niet voldoende met al hun eischen rekening konden houden, en het nieuwe huis reeds met tegenzin betrokken. Waar de tijd met iedere seconde voort snelt, hetzij naar een gevreesd of een ver langd tjjdstip, is het altjjd struisvogelpoli tiek om te zeggen; "er is nog tijd genoeg" Integendeel, er is nooit tijd genoeg, niemand van ons weet, hoeveel tijd hem nog rest. niemand van ons weet, waardoor het ineens voorgoed „te laat" kan zijn voor iets. waar voor, naar wij dachten, „nog tijd genoeg" was! Stelt niet uit, loopt niet achter den tijd aan. U wilde een misverstand ophelde ren, een oneenigheid bijleggen, doet het vandaag. Zooveel zelfverwijt, vruchteloos berouw en verloren kansen zijn het gevolg geweest van die fatale slappe houding; „Er is geen haast bij. het heeft nog tijd". Stelt niet uit, kweekt geen achterstand in geen enkel opzicht, handelt nu. Dr. Jos. de Cock. Als wij nog in de donkere dagen om streeks Kerstmis zitten, en het iederen dag regent of mist, dan is het in het Berner Oberland reeds volop winter. De echte winter natuurlijk, met zijn glinsterend witte sneeuwvlakten, die de heele toover- wereld van de dalen tot de toppen der reusachtig bergen bedekt. Want reeds lang is de noodige sneeuw gevallen en stralend, zonlicht, dat vele uren per dag de '.ucht droogt, glanst over het Jungfraugebied, het Simmental en het Saonenland, terwijl slechts hier en daar een blauwige schaduw de witte velden onderbreekt. En wat een mogelijkheden tot avontuur biedt dit ge zegende land niet, waar de hoogopgetaste ijsmassa's bij iedere kromming van den weg een ander panorama toonen. Jong en oud stroomt daarom hierheen. Meer dan een dozijn winterbadplaatsen en sportcen-. tra wedijveren met elkaar om alle moge lijke takken van sport te oefenen en het gebruik van de oneindig verschillende ski tochten door tallooze tandradbanen en wegwijzers veiliger te maken. Ook wed strijden in skispringen, skijöring en slalom worden allerwege gehouden en de overal zorgvuldig in goeden toestand gehouden ijsvlakten, meestal in de onmiddellijke na bijheid der hotels, lokken de schaatsenrij ders uit de heele wereld op de zonnige, spiegelgladde vlakten hun kringen te be schrijven. Demonstraties in de kunstrijden en ijshoc- keywedstrijden, die voldoen aan de hoog ste sportieve eischen, zorgen voor de noo dige afwisseling. Vergeet ook niet_ het Curlingsspel dat in de laatste tien jaren zoo populair is geworden Overigens is dit spel met de zware werpschijven, wier glij den over de ijsvlakte zoo noodig nog door een snel vegen van de baan verbeterd wordt, geenszins slechts een spel van hee- ren op leeftijd. Voor al deze druk bezochte sportplaatsen waarvan de grootste, zooals Wengen, tot de mondainste badplaatsen van Zwit serland behooren en de kleinste zooals Griesalp of Grimmialp slechts over een flink hotel beschikken, is natuurlijk een net van spoorwegen en tandradbanen dat ze voor de heele wereld toegankelijk maakt, onmisbaar. Inderdaad zijn het de wegen die hun stempel op het Berner Ober land drukken. Hier maakt de Wengeralp- bahn het mogelijk Grindelwald aan de voet van zijn beroemden gletscher zonder eeni- ge moeite te bereiken of ook over Wen- gen, waar in dit jaar de skiwedstrijden om het kampioenschap van Zwitserland plaats vinden, en over Wengenalp Klein-Schei- degg te bereiken waar de Jungfraubahn begint, het geweldigste wat de Zwitsersche techniek tot nog toe gepresteerd heeft om haar bergreuzen te bedwingen. Door de granietrotsen van de Eiger en de Mönch, langs het Eismeer en langs gletschervelden, gaat de spoorbaan naar het eindstation, Jungfraujoch, dat niet ver verwijderd is van dien onbeschrijfelijk mooien top, die het heele gebied beheerscht. Laat ons ook in dit verband de hoogst gelegen plaats van het Berner Oberland, Müren, niet vergeten, dat zich in de laatste jaren tot een sport centrum van de eerste orde heeft ontwik keld en waar in dit jaar de Engelsche ski kampioenschappen gehouden zullen wor den. Ook deze plaats is zonder moeite door een bergbaan van de Wengeralpspoorweg te bereiken, die begint in het liefelijke Lauterbrunnen. Overigens is ook St. Bea- tenburg aan den Noordoever van de Tuner See een plaats die bijzonder door zon en sneeuw begunstigd wordt. Een ander niet minder bekoorlijk winter sportgebied opent de Lötscherbergbahn, die in het Kindertal aan de Lötschenpas de reeds lang bekende badplaats Kandersteg bereikbaar maakt. In een zijdal vinden we dan Adelboden, het hoogst gelegen kerk dorp van het Oberland. Hier is nog een middeleeuwsche kerk die samen met de laatste overblijfselen van vroegere boeren huizen een buitengewoon bekoorlijk con trast vormt met de moderne hotels, die dit oord tot wintersportplaats gemaakt hebben. Maar ook het Westelijk deel van het Berner Oberland, het Simmental en Sao nenland is niet minder geschikt voor win tersport in al haar mogelyke variaties. Hier is vooral Gstaad, aan den spoorweg van Montreux, te noemen, waar in dit jaar de wereldkampioenschappen om den Jack- son cup gehouden zullen worden; de hoog ste trofee van het Curlingsspel. Maar ook Zweisimmen en Saanenmöser alsmede Gsteig en Lenk hebben een goeden klank in de internationale sportwereld en dragen er toe by het Oberland tot een streek van wintervreugd te maken waaraan men nog lang de aangenaamste herinneringen be waart. Een heel gewoon vader, met wien ik on langs het probleem van de toenemende jeugdbaldadigheid besprak, gaf n.e daarbij het volgende antwoord: „Wanneer de ouders hun kinderen goed opvoeden, zal er vanzelf minder jeugdbaldadigheid gevonden worden" Inderdaad, deze opmerking was zeer juist! De opvoeding van het kind, van den jongen en het meisje, in het huisgezin bl\jft immer nog de meest belangrijke factor! Maar ...hoe moeilijk is dit dikwijls. Zoo lang de kinderen nog klein zijn, gaat het nog wel: dan luisteren ze naar verbieden, dan kun je ze in huis houden, dan ben je er nog baas over". Deze en nog meer van der gelijke uitspraken, kan men dagelijks hooren. „Maar, o wee, als ze van de groote school zijn en een jaar of vijftien worden!" Inderdaad, ook in deze opmerkingen schuilt veel waarheid. Het kind in zijn pubertiteitsleeftijd is moei lik op te voeden. Doch dat zit toch vaak in dit feit: de meeste menschen beseffen niet voldoende, wat hef kind in deze levensperiode meemaakt. De verschijnselen rond de jaren van het man"- en het ,,vrouw"-worden zijr. velerlei, zoowel op geestelijk als lichamelijk terrein. Ontzettend groot worden dan de moeilijk heden voor het kind en voor zijn ouders. Aan de eene zijde staat het kind voor een geheel nieuwe wereld, waarvan het nog zoo weinig begrijpt en die het dikwijls nog zoo angstig tegemoet treedt en aan de andere zijde staan zijn ouders, begrijpen van de levensmoeilijk heden, waarmee het worstelt. Een tragische toestand! Hoe uit dit ernstige probleem te geraken? Alleen door vertrouwen in het kind te stellen. Dit alleen! We moeten onze kinderen juist in deze levensperiode overtuigen, dat vader en moe der steeds gereed staan, hun te helpen bij alle levensmoeilijkheden. Maar hoe vaak is het juist andersom! Hoe vaak zijn anderen in deze levens periode de vertrouwenspersonen van onze kinderen. Vaak is niet vader, maar de jeugd leider de man, in wien het kind het grootste vertrouwen stelt. Bij hem durft het met al zijn moeilijkheden aankomen. Bij hem vindt het gehoor. Dat alles drijft ertoe, dat de ont stane afstand tusschen kind en ouder lang zamerhand grooter wordt. Nu moet men dit ook weer niet te ernstig opvatten: er komt een tijd, dat het kind weer terug keert naar z(jn ouders. De verloren zoon komt b(jna steeds terug. Gelukkig het kind, wanneer het dan een vader ontmoet, zooals die, waarvan sprake is in de mooie parabel! Noodig is vertrouwen, zooals ik reeds zeide. Men kan dit wekken, door zjjn kinderen te toonen, dat men begrip heeft van de levens moeilijkheden. Dit begrip kan tenslotte ieder ouder heb ben, wanneer hjj zijn eigen jeugdjaren na wil gaan. Hij kan dit öok hebben uit lectuur. Daarom is het zoo goed, dat ook ouderen, ik denk hier in het bijzonder aan vaders en moeders, de boeken lezen, welke voor kinde ren van 15 jaar en ouder geschreven worden!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 11