De heilige stad aan den heiligen stroom Het vliegveld Twente gaat een mooie toekomst tegemoet I 3Ë3^^ „Niet praten als de brand weer moet uitrukken1 Turksch schip vergaan door hevige sform Plechtig worden de lijken der Hindoes verbrand :-Siv. ■-!>:.•■ Een wonderlijk gemengde bevol king. Benares is een zonderlinge, rommelige stad met een wonderlijk gemengde bevol king. Hindoes wonen er, maar ook Moharm medanen en de Boeddhisten hebben er, ech ter niet aan den rivier-oever, een nieuwen en een ouden tempel, %vaarheen ook al pel grims komen. De stad Benares zelf heeft zoo goed als geen Boeddhistische inwoners. En over het algemeen verdragen de verschil lende rassen en de aanhangers der verschil lende godsdiensten elkander te Benares vrij goed. De streng-geloovige Mohammedanen verachten de Hindoes diep, daar zij naar Mohammedaansche begrippen zijn minder waardige afgodendienaars, doch zelden of nooit geven deze Mohammedanen aan hun gevoelens openlijk uiting. De stad leeft im mers voornamelijk van de Hindoe-pelgrims en bet is ook het belang der Mohammedanen te Benares het deze pelgrims niet lastig te maken. Een kijkje bij de Hindoe-tempels. De talrijke, soms geweldige, door hun af metingen indrukwekkende Hindoe-tempels aan de Ganges staan met het front naar de ■rivier, dadelijk aan den oever. Om deze tempels te aanschouwen, doet men het beste een boot met roeiers te huren teneinde het wonderlijke geheel vanaf het water te be zichtigen. Ik vond een boot met twee roeiers, die tamelijk goed Engelsch spraken en ik beloofde hun een flink drinkgeld, indien ze me zooveel mogelijk lieten zien en ik moet erkennen, dat de mannen hun best hebben gedaan, zoodanig hun best, dat zij herhaal delijk de protesten uitlokten van Hindoe priesters, wat dan aanleiding gaf tot hevige twisten. Mijn roeiers waren zelf Hindoes, maar hun verlangen naar het goede drink geld was grooter dan hun eerbied voor de priesters. Lijkverbranding. Elk" der tempels aan de Ganges heeft zijn eigen kleine strand, waar de geloovigen zich verdringen om zich te wasschen in de heilige wa teren, maar één tempel heeft een klein strand, waafr niet wordt ge baad, maar waar op brandstapels de lijken van gestorven Hindoes wor den verbrand. vonden ook niets bijzonders In den pries ter, dit al deze dingen nog verklaarde op een toon alsof hij een litanei zong. De twee roeiers vonden slechts één ding dien dag de moeite waard: het drinkgeld, dat ik hun zou geven. Daarvoor waren ze, zoo geloof ik, bereid honderdduizend van hun goden en afgoden naar de hel te wenschen. Ze zouden er immers ook dan nog genoeg over houden! Ze waren voor dat drinkgeld, de „baksjis" bovendien nog bereid een half dozijn van hun eigen priesters af te ranse len, of tenminste goed uit te schelden, wat ze inderdaad hebben gedaan om mAj zooveel mogelijk te kunnen laten zien. En ik heb de twee roeiers niet teleurge steld. Ze hebben een goeden dag gehad. Maar misschien ook hebben de priesters daarvan hun deel gekregen en waren de ruzies tusschen roeiers en priesters afge sproken werk om het drinkgeld op te drij- ven! In den Oriënt moet men met alle mogelijk heden rekening houden. J K. BREDERODE. Ook hierheen hebben de roeiers me ge bracht en op slechts enkele meters afstand kon ik de plechtigheid der verbranding aan schouwen. Van vier brandstapels steeg de rook omhoog, toen we bij de plaats kwamen. De priesters, die de plechtigheid leidden, protesteerden tegen mijn aanwezigheid eri er werden tusschen die priesters en mijn roeiers blijkbaar onvriendelijke woorden ge wisseld, die niets stichtelijks hadden, maar mij koud konden laten, daar ik er toch niets van kon verstaan. De scheldpartij ging na melijk in de een of andere Indische taal. HINDOES BADEN IN DEN HEILIGEN STROOM, DE GANGES. Bijna e>en kwairt-eeuw rondzwer ven door vele landen heeft me een groote mate van godsdienstige verdraagzaamheid bijgebracht, doch ik vraag mé* af of men den Hindoe- godSdienst, dit mengsed van afgo- denvereering miet honderdduizenden goden en bij-goden, van wreedheid (tegenover de paria's) en onzedelijk heid inderdaad als een volwaardi- gen godsdienst kan beschouwen. Wat de roeiers voor een goed drinkgeld over hebben. Aldos luidde het oordeel van den nieuw benoemden havenmeester, den heer H. Mulder. (Speciale correspondentie.)' SCHIPHOL, 22 December. De nieuw benoemde havenmeester van het vliegveld Twente, de heer H. Mulder, is zeer enthousiast over de benoeming, welke de kroon zet op zijn harde werken. De geheele carrière van den nog eerst 38-jarigen heer Mulder, wordt gekenmerkt door ijver en plichtsbesef en bovenal door een groote liefde voor de luchtvaart De belangstelling voor de luchtvaart da teert reeds uit zijn schooljaren toen hij te Utrecht, zijn geboortestad, het gymnasium bezocht. lederen vrijen Woensdag en Zater dagmiddag bracht hij door op het vliegveld Soesterberg en reeds in die jaren stond het bij hem vast, dat hij zijn loopbaan in de richting der aviatiek zou zoeken. Na zijn gymnasiale opleiding bezocht hij de zeevaartschool te Amsterdam, waar hij reeds op 18-jarigen leeftijd het diploma der de stuurman en het certificaat radio-telegra fist behaalde. In 1920 werd hij officier-vlie ger 3e klas bij de marine luchtvaartdienst te De Kooij. Ook hier maakte hij snel promotie, want reeds het volgend jaar werd hij be vorderd tot officier-vlieger 2e klasse, welke functie hij tot 1926 bekleedde. De periode van 1926 tot 1933 benutte de heer Mulder om eenige commercieele ervaringen op te doen waarna hij een aanstelling kreeg als ambte naar bij den gemeentelijken Havendienst op Schiphol. Op 15 Januari 1935 volgde zijn be noeming tot adjunct-chef van den verkeers dienst. Het was als zoodanig, dat wij hem aan troffen op den toren van het vliegveld Schip hol. Het was een mistige dag, of, zooals dat in de vakterminologie heet, het was QBI, en de mist vergde heel wat van de capacitei ten van den Heer Mulder, die te zorgen had voor een behoorlijk functionneeren van de vliegdiensten. Op Twente minder mlstl Mijn toekomstig arbeidsterrein ligt, wat de mist betreft, veel gunstiger, zoo zei- de de heer Mulder ons. De statistieken heb ben uitgewezen, dat er op Twente minder mist is dan op eenig ander vliegveld in ons land en als zoodanig zal het vliegveld Twente m.i. vooral in de toekomst groote beteeken is krij gen ais zoogenaamde uitwijk- haven, dat is een haven waarheen de vlieg tuigen zich begeven wanneer hun oorspron kelijke bestemmingshaven als gevolg van mist onbereikbaar is geworden. Het vlieg veld Twente ligt in een hoog boschrijk ter rein. Het ligt 31 meter boven den zeespie gel en het heeff behalve een gunstige na tuurlijke afwatering ook een voortreffelijk draineeringsstelsel, waardoor de grasmat in zeer goede conditie verkeert. Het vliegveld Twente gaat een mooie toekomst tegemoet. Het is gelegen in het zwaartepunt van een driehoek gevormd door de drie groote steden, Enschede, Hen gelo, en Oldenzaal. De ligging in het lrnrt van een industriecentrum brengt miet zich mede, dat er wanneer de economische toe stand maar eenigszins verbetert een ruim aanbod van passagiers en lading zal ko men. De K.L.M. vliegt reeds twee maal per dag naar Twente en in de laatste jaren is de beteekenis van dit vliegveld steeds toege nomen. Veel propaganda. Er ligt in Twente in den Achterhoek nog een groot arbeidsterrein braak speciaal op het gebied van propaganda. Ik heb van de diverse propaganda-acties voor de lucht vaart een speciale studie gemaakt, waarvan ik voor het propageeren van de luchtvaart in Twente ruimschoots gebruik hoop te kunnen maken. In de eerste plaats denk ik lezingen te organiseeren, waarbij ik ge bruik zal kunnen maken van den voortref- felijken propagandia-dienst vain de K.L.M., wier belangen parallel gaan met de belan gen van de N.V. Luchtvaartterrein Twente. De fraaie en beroemde K.L.M.-films zul len zeker ook in Twente goede diensten be wijzen. Het is zaak in alle opzichten de belang stelling voor de Luchtvaart te stiimuleeren, ook die voor het sportvliegen en voor het schoolvliegen. Er is ook aan het vliegveld Twente een afdeeling van de N.L.S. verbon den, maar het gaat deze allerminst naar den vleeze. In alle opzichten moet de be langstelling gewekt worden voor de lucht vaart. Vooral ook het vliegveld bezoek moet worden opgevoerd. Maarwil men te- zoekers trekken dan moet er ook Wat te zien zij n. Een luchtvaartdag in den zomer van 1938? Men zal niet altijd kunnen volstaan met den gewonen dienst om het vliegvoldte- zoek te stimuleeren. Hiervoor zijn andere propagandamiddelen noodig, zooals lucht vaartdagen. Ik Zeil al het mogelijke doen om ook voor het vliegveld Twente luchtvaart dagen te organiseeren. Het is mijn stellige voornemen reedis in den zomer van 1938 de eerste Twentsche luchtvaartdag te doen plaats hebben. Deze luchtvaartdiagen hebben overal el- diers uitnemende resultaten opgeleverd en ook ten aanzien van het vliegveld Twente zijn mijn verwachtingen dienaangaande hoog gespannen. Ook in diit opzicht is de ligging van het vliegveld buitengewoon gunstig, veel gunstiger dan b.v. Schiphol dat vanuit Amsterdam betrekkelijk moeilijk te bereiken is. We moeten het zoo ver zien te brengen, dat de Twentenaren in drom men naar hun vliegveld trekken. In dit verband wil ik nog wijzen op gecombi neerde attracties, zooals b.v. dé zeer ge slaagde Tandemdagen op Schiphol en Waal haven. Ik acht dergelijke attracties als propagandamiddel volkomen geoorloofd en zelfs zeer toe te juichen. Was u reeds eerder op het vliegveld Twente? Natuurlijk! Ik ben er zelfs zeer vaak geweest. Anders zou ik het vliegveld ook niet zoo goed kennen. Mijn tochiten naar het vliegveld Twente hebben steeds behoord tot mijn aangenaamste vluchten. Beeds lang voordat er ook maar sprake was van mijn benoeming tot havenmeester van dit vlieg veld had ik groote bewondering voor „Twente". Daarom doet het mij dubbel ge noegen dat het juist Twente is, waar ik een aanstelling als havenmeester heb gekregen. Ik kan mij nu ten volle geven aan de ont- Wikkeliing van dit vliegveld, dat zooals ik reeds zeide naar mijn stellige meening in de toekomst een steeds stijgende betee kenis zal krijgen. Moge het den heer Mulder gegeven zijn oen groote bloeiperiode van het vliegveld Twente mede te maken. Critiek van Amerikaansch sena tor op een volksstemming over den oorlog. De Amerikaansche senator 'Arthur Van- denberg uit Michigan heeft zich uitgespro ken voor Amerika's neutraliteit in de oorlo gen van andere landen. Hij bracht commen taar op de uitwisseling van mededeelingen tusschen den gouverneur van Kansais, Alf. M. Landon en President Roosevelt, waarin deze een vrede tot eiken prijs van de hand wees. Ik ben er zeker van, aldus Vanden- berg, dat dit land geen buitenlandsche poli tiek wil, waarbij de vrede tot eiken prijs gehandhaafd moet blijven en buitenlanders, die er anders over denken, zouden zich daar in vreeselijk teleurgesteld zien. Tevens waarschuwde hij, dat de Vereenig- de Staten evenzeer gekant moeten zijn te gen buitenlandsche verwikkelingen als in 1920. Hij wcnschte elk voorstel tot collec tieve veiligheid of collectieve sancties te zien afgewezen en bracht critiek uit op de resolutie inzake het oorlogsreferendum, dat in Januari voor het huis van afgevaar digden komt. Deze resolutie, welke een volksstemming zou vereischen alvorens het congres een oorlog mag verklaren, noemde senator Vandenberg even onzinnig als een geval, waarbij eerst de gemeenteraad in vergadering moet bijeenkomen, alvorens de brandweer mag uitrukken om een brand te blusschen. De senator voegde hieraan echter toe, dat hij elke practische maatre gel zou steunen welke ertoe zou bijdragen, Amerika's deelneming aan een oorlog tot een minimum te beperke^i. Drie en twintig menschen ver dronken. He omgeving van Istanboél (Turkije) Is door hevige stormen geteisterd. Op' straat werden verscheidene personen omgeworpen en ernstig gewond. Het schip „Hisar" werd op het oogenblik, dat het den Bosporus binnen wiilde varen, tegen de rot- 9071 geslagen. Het schip zonk bin nen 10 minuten. Van de 25 opvaren den zijn 23 verdronken. Men is ongerust over het lot van verschel- ciene andere schepen. NIEUWE DOODVONNISSEN IN RUSLAND. In een groot politiek proces te Tiflis zijn vijf vooraanstaande ambtenaren van het Z^raJe graan,("rea,i van Georgië tot den veroordeeld. Zij waren 111 5. van sa'50'agc. Te Archangel zijn acht ambtenaren der houtvesterij wegens contrarevolutionaire actie en sabolage na ponc Vian verscheidene dagen, even eens ter dood veroordeeld. Tn den tempel met het gouden dak. Onzedelijke voorstellingen „van godsdienstigen aard". Dan voerden ze me ook binnen de omwal ling van den Nepal-Hindoe-tempel, „den tempel met het gouden dak". In waarheid is alleen de daknok van dezen tempel in derdaad van goud. Een jonge Hindoe-priester leidde me hier rond om he( eigenlijke tempelgebouw, dat van buiten versierd is (als men dit woord hier kan gebruiken) met allerlei voorstelin gen in „bas-relief'. Deze voorstellingen wa ren van den verregaandst onzedelijken aard, zoo erg, dat indien een man foto's van dit soort in Europa zou trachten te verkoopen, hij onmiddellijk door de politie zou worden in hechtenis'genomen. Ik kan zelfs niet trachten van deze voorstellingen ook zelfs een lichte aanduiding te geven. De Hindoe priester achtte hetn og noodig nadere ver klaring te geven en hij deed dat op plecht- statigen toon, half zingend. Van dit soort tempels, gewijd aan den God Siva, zijn er vele in Britsch-Indië en het was niet de eerste, die ik zag, al is het de eerste, waarover ik schrijf. Er bestaat een internationaal ver drag tegen de verspreiding en de tentoonstelling van onzedelijke voor stellingen, maar in verband met den godsdienst der Hindoes is daarin de bepaling opgenomen, dat geen ver volging kan worden ingesteld, in dien zulke onzedelijke voorstellingen zijn van godsdienstigen aard. Dit was hier het geval. Ook Gandhi protesteert niet. Men moet wel in hot oog houden, dat Gandhi, Tagore en anderen in Britsch-In dië, die schreeuwen en schrijven over vrijheid, over moraal en ik weet niet wat, aanhangers van den Hindoe-godsdienst zijn en niets doen of zeggen togen zulke verre gaand stootende en stuitende voorstellin gen „op godsdienstigen grondslag." Trou wens, indien ze dit. zouden doen, zou de massa -der Hindoes hun dadelijk den rug toekeeren. Mijn twee roeiers toonden niet de mitnste belangstelling voor al deze voorstellingen. Ze waren er van jongs af aan gewend en HOE HINDOE-PRIESTERS OVER DE ZEDELIJKHEID DENKEN. Onder tromgeroffel worden steeds nieuwe lijken aangedragen. Calcutta. In November. Mijn reis van ongeveer drieduizend kilo meter door Britsch-Indië werd een opeensta peling van indrukken en toch ook wel eenigszins vermoeiend. De helft der nachten gedurende die reis bracht ik door in treinen en zelfs als men een bed ter beschikking heeft slaapt men in een trein toch nimmer zoo rustig en weldoend als in een kamer. Telkens wordt men gestoord, als de trein aan een station stopt en menschen binnen komen of de afdeeling, waar men slaapt, .verlaten. En elk station bood nieuwe won derlijke tooneeltjes als van een bonte kermis: overal stonden kraam pjes met eet- en drinkwaren, langs den trein liepen mannen van aller lei rassen, in allerlei kleeding, die luidkeels hun koopwaar aanboden in het scherpe licht van electrische lampen. Slechts half uitgerust is men na zoo'n nacht in den trein als men 's morgens uit stapt om nieuwe wonderen van dat gewei dige uitgestrekte Britsch-Indië te gaan aan schouwen. Het hoogste, wat een stervende Hindoe verlangen kan. Op de reis van Delhi naar Calcutta, waar ik de boot zal nemen naar Batavia, maakte ik toch nog een kleinen omweg om Benares te bezoeken, Benares, de heilige stad aan den heiligen stroom, de Ganges, de stad, waar jaarlijks honderdduizenden pelgrims komen, om er zich te baden in de heilige wateren van de heilige rivier. En waar ook anderen komen, zieken, om er te sterven en dan verbrand te worden aan den oever. De asch wordt dan gestort in de Ganges en dit is het hoogste, Wat een stervende Hindoe verlangen kan. De Ganges... het eerst aanschouw de ik haar uit den trein en ik zag aan haar oevers Hindoe-tempejs, maar ook moskeeën met minarets en koepeldaken. Er zijn voor de Hin- „„does meerdere heilige rivieren, maar de heiligste is de Ganges en de hei ligste stad aan haar oevers is Bena res, de stad der tempels, waarvan de meeste zich scharen langs den Gan- Terwijl wij daar met ons bootje lagen, werden door de groote tempelpoort nieuwe lijken aangedragen onder muziek van een soort schalmei en het geroffel van een trom mel. De meeste lijken waren gehuld in kleurige gewaden, het hoofd en de borst versierd met bloemen. Zoo werden ze nog eens door een priester, geholpen door eenige andere mannen, gedompeld in de heilige wateren. Intusschen waren twee der brand stapels uitgebrand en de resten, zoowel de menschelijke resten als de resten van het hout, werden met stokken en een soort spa den in de heilige rivier gewerkt. En dadelijk daarop begon men met het aanleggen van twee nieuwe brandstapels. Dikke stukken sandelhout werden 'aangedragen en opeen gestapeld. Toen deze hoop hout de hoogte van ongeveer eên meter had bereikt, werd het lijk in het kleurige gewaad, rood en rose, erop gelegd en daarna stapelde men boven het lijk weder nieuw hout, tot het lijk geheel door dat hout was omgeven. Een weldoorvoede dikke priester met ge heel naakt bovenlijf verscheen daarop met een bos brandend riet, waarmede hij boven het lijk en om den brandstapel geheimzin nige bewegingen maakte, waarvan de betee kenis me ontging. Eerst daarna ontstak hij met' dat brandend riet den brandstapel en langzaam zag ik vlammen en rook opstijgen. Twee k drie uur duurt het eer zoo'n brand stapel met het doode menschelijke lichaa i geheel is verbrand. Een priester bezwijkt voor twee dubbeltjes. Mijn roeiers, belust op de hun beloofde fopi, lieten me zelfs op twee plaatsen aan land gaan en voerden me binnen de omwal ling van twee verschillende Hindoe-tempels. Het tempelgebouw zelf mocht ik niet bin nengaan, maar ergens kon ik door een ven ster nog iets van een godsdienstige plech tigheid, een offerbrenging aan een soort af godsbeeld, mede aanzien. Een priester pro testeerde weder, maar mijn roeiers gaven blijkbaar ongezouten antwoorden. Toen de priester bemerkte, dat er met ons niets te beginnen viel, uitte hij het veel gebruikte orientaalsche woord „baksjis" (geschenk, drinkgeld). Ik gaf den priester daarop onge veer twee dubeltjes, waarna hij eensklaps rustig en zelfs vriendelijk werd. Een der roeiers, hoewel toch zelf Hindoe, zeide me: „U moet die kerels niets gevorw" ges-oever.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 16