MeiK moet naar kwaliteit betaald worden
Minister Steenberghe komt
de kleine tuinders tegemoet
Herinneringen aan den
Tashi Lama
Had Nederland moeten
overleggen met andere
Volkenbondsstaten
Postvluchten
op Indië
ALG. VERG. NED. ZUIVELBOND
Grondslagen door overheid vast te stellen
Veesterfte door mond- en
klauwzeer
Tweede Kamer
Geen moreele goedkeuring van
de Italiaansche overwinning
Concurrentie tusschen particu
liere en coöperatieve iabrieken
over den hekeL
De Alg. Ned. Zuivelbond kwam gisteren
in algemeene vergadering bijeen in het
Jaarbeursrestaurant te Utrecht onder voor
zitterschap van den heer L .F. Britzel.
Als buitengewoon lid werd o.in. met ac
clamatie toegelaten de Federatie van Ver-
eenigingen van directeuren van Coöpera
tieve Zuivelfabrieken in Nederland.
Prof. Ir. B. van der Burg werd als be
stuurslid herkozen. De secretaris, de heer
J. A. Geluk, deed daarna o.a. mededeelin-
gen over den afzet der producten. De maan
den September en October hebben een ster
ke verhooging van den boterprijs te zien ge
geven. De kaasprijzen hebben zich in Sep
tember en het begin October ook in stijgen
de lijn bewogen. Hier kwam de daling ech
ter vroeger dan bij de boter. De melkpoe-
derprijzen vertoonden vrijwel hetzelfde
beeld.
Voortzetting der clearing.
Wat de gecontingenteerde export betreft
werd opgemerkt, dat de clcaringrcgcling
met Duitschland zich in zoodanigen zin
heeft ontwikkeld, dat er den laatsten tijd
van een achterstand in de betalingen voor
onzen export geen sprake meer is. Bij de
onderhandelingen met Duitschland is het
gegaan om de vraag, of al of niet met de
clearing zou worden doorgegaan.
Gezien de omstandigheden, is het zeker
voor de export van land- en tuinproducten
van het grootste belang, dat met de clearing
op den bcstaanden voet wordt doorgegaan,
daar elk ander systeem zoolang men in
Duitschland vasthoudt aan de deviezenrege-
ling, minder zekerheid voor een goed ge-
reguleerden export biedt dan dit.
Betreffende de consumptiemelkregelingen
werd opgemerkt, dat het niet op den weg
ligt van de coöperatieve zuivelbereiding om
de oprichting van dit soort regelingen te
bevorderen. Wordt men door de omstandig
heden gedwongen daaraan toch mede te
werken, dan is het van belang, dat de
coöperatie zelf een vereeniging vormt, wel
ke dan zoo noodig in federatief verband
mot andere distribuanten-organisaties kan
samenwerken. Ook in het wettelijk gebied
zullen de crisismaatregelen inzake de melk-
voorziening worden gewijzigd.
Mogelijk zal hier de bescherming echter
nog wat verder gaan, gezien het feit, dat
deze ook in de achter ons liggende jaren
grooter is geweest.
Van verschillende kanten werd aangedrom
gen nogmaals het verzoek te richten tot den
minister tot wijziging van de kalverteeltbe-
perking en als het ccnigszins mogelijk is,
deze op te heffen.
Kwaliteitsverbetering der melk.
De volgende conclusies werden aan de ver
gadering voorgelegd ten aanzien van de al
gemeene kwaliteitsverbetering der melk.
1. Het is noodig, dat er een al
gemeene regeling tot verbetering der
kwaliteit van de melk komt. Hier
onder dient zoowel industriemelk,
als consumptiemelk te vallen.
2. Hoewel met de verbetering der
melkwinning en melkbehandeling
door voorlichting en onderwijs, zoo
als dit thans bij de coöperatieve fa
brieken in vele gevallen plaats vindt,
moet worden doorgegaan, zal het
toch noodig zijn om tot een alge
meene betaling der melk naar kwali
teit te komen, teneinde de achter
lijke en nog niet medewerkende be
drijven er ook toe te brengen, aan
de kwaliteitsverbetering mee te doen.
3. Om tot een algemeene betaling naar
kwaliteit te komen en verdere regelingen in
te voeren, die met het oog op de onderlinge
verhoudingen algemeene toepassing zullen
moeten vinden, zullen de grondslagen van
overheidswege moeten worden vas(gelegd. Dit
zal in overleg met de directie van den Land
bouw moeten geschieden en het toezicht op
de uitvoering zal bij het met de landbouw-
aangclcgcnheden belaste departement moe
ten berusten.
4. Uitvoering der wettelijke maatregelen
zal elke fabriek naar eigen inzicht moeten
kunnen regelen, mits voldaan wordt aan de
dienaangaande door de overheid gestelde
richtlijnen. De coöperatieve zuivelbereiding
zal in de gelegenheid moeten worden gesteld,
eigen diensten in te stellen, die aan de wet
telijke voorschriften voldoen.
Het paard van Troje.
De begrooting voor het dienstjaar 1938
werd z.h.s. goedgekeurd.
Bij de rondvraag wees de heer Schroder
op de onjuistheid, dat de directeuren der
coöperaties de melk soms afgeven aan de
particuliere fabrieken. Dat was, volgens spie
ker, het paard van Troje binnen halen. De
boeren worden verblind door de hooge prij
zen, welke hun worden geboden.
Het was spreker bekend, dat de N.V. Ga-
De week van f218 December.
Het aantal sterfgevallen ten gevolge van
mond- en klauwzeer was in de week van
12—18 December als volgt: 186 (2503) run
deren, 253 (2723) kalveren. 113 (2208) var
kens en biggen, 12 (174) schapen en 3 (45)
geiten.
De tusschen haakjes geplaatste cijfers ge
ven de totalen aan sinds 19 September j.1.
lak 22.500.000 k.g. melk per jaar omzet. Met
alle mogelijke middelen worden de boeren
er toe overgehaald de melk niet meer aan
de coöperatie, doch aan de N.V. te leveren.
Zelfs biedt de N.V. aan de helft van de
boete te betalen. Spreker verzocht het be
stuur maatregelen hiertegen te treffen. De
voorzitter verklaarde, dat deze kwestie
reeds eerder de aandacht had van het be
stuur. De N.V. tracht de macht van de
coöperatie te breken. De boeren moeten
zoo verstandig zijn hieraan niet mee te wer
ken, want zij graven op deze wijze hun
eigen graf.
De Zwitsersche melk is voor de N.V. te
duur geworden. Men heeft nu in Neder
land een beter gebied gevonden om de
noodzakelijke melk te betrekken. De boe
ren moeten in deze veel meer saamhoorig-
heid betrachten en hun egoisme ter zijde
stellen.
MINISTER SLOTEMAKER'S TWIJ
FELACHTIGE OVERWINNING.
DE LANDBOUWCRISIS-FONDS BE
GROOTING AFGEHANDELDOP
KERSTRECES TOT 15 FEBR. A.S.
"Den Haag, 23 December 1937.
't Is ongetwijfeld wèl eigenaardig geloo-
pen met de thans alweer achter ons liggen
de begrootingsdebatten, dat eerst op den
allerlaatsten dag iets als een beslissing over
het al of niet voortbesaan van het Kabinet-
Colijn moest vallen!
Zooals men al wel weet werd heden-mid
dag, na de pauze de vergadering begon
te elf uur reeds! gestemd over de begroo
ting van minister Slotemaker de Bruine, en
dat, terwijl Z. Exc. juist gisteravond had
doen blijken, dat de Regeering in geen enkel
opzicht tegemoet wil of kan komen aan de
zeer ernstige klachten ten aanzien van de
leerlingenschaal.
Vast staat, dat minister Slotemaker al
thans een „lichtelijk-officieus" votum van
wantrouwen te pakken heeft, door de wijze,
waarop een groote meerderheid in de Kamer
optornde tegen de weigering der Regeering
inzake de genoemde schaal.
Was hier sprake geweest van „ministers-
politiek", dan had Exc. Slotemaker ongetwij
feld het loodje gelegd, maar nu de kwestie
een Kabinetszaak uitmaakte en afstemming
der begrooting het heengaan van de huidige
regeerings-combinatie ten gevolge zou heb
ben gehad, woog bij de meerderheid der op
positie het Kabinetsbelang zwaarder dan
dat, aan verbetering der leerlingenschaal
verhonden.
Niemand zal kunnen ontkennen, dat de
oppositie vooral voor de Katholieken moei
lijk was. In het Kabinet zitten vier katho
lieke ministers, waarvan men veel ver
wacht. Doch goed staatsmansbeleid vordert
toch, dat men zich zoo weinig mogelijk aan
een échèc bloot stelt, en da' had men kun
nen doen, als men niet begonnen was met
zoo veeleischend voor den dag te komen.
Minister Steenberghe had in de ochtend
uren den goeden wil der Regeering duide
lijk gedemonstreerd, door zeer belangrijke
toezegingen aan de kleine tuinders.
Wat de Regeering thans voor de kleine
boeren doet, wil zij verder ook voor de klei
ne tuinders doen. Totstandkoming van plaat
selijke organen in den tuinbouw zal worden
bevorderd, waarin crediteuren en debiteuren
samen worden gebracht, teneinde tot een
vergelijk te komen. En als het Rijk gelden
beschikbaar stelt, kan elke crediteur zich tot
het Rijk wenden!
Voorts wil de Regeering de kleine tuin
ders in natura steunen, o.a. door het be
schikbaar stellen van meststof, en van
materialen, als een regeling met den le
verancier-crediteur tot stand is gekomen en
een financieele saneering is bereikt.
Voorwaar, deze toezegging zal echte Kerst
vreugde brengen in menig tukujersgezin!
De behandeling der afdeelingen bracht
niet veel nieuws naar voren. Bij de afd.
„Melk en Zuivel" kwam de oude tegen
stelling botermargarine weer eens op den
voorgrond. De heer Van den Heuvel (A.R.)
wilde de margarine een apart kleurtje
geven, terwijl de heeren Kupers (S.D.) en
Amelink (A.R.) het ergerlijk vonden, dat
de zoo weinig draagkrachtige margarine
eters het leeuwendeel van het exoortverlies
moeten betalen, ad f20 millioen.
De minister droeg de boter een goed hart
toe en kon den heer .Van der Weyden (R.
K.) niet toegeven, dat wij beter deden,
geen boter meer naar Engeland te expor
teeren tegen verlies, doch die zelf op te
eten Dan zou de prijs dermate zakken
aldus Z. Exc. dat de exportprijs er nog
verre boven uit steekt.
Wat het kleuren der margarine betren,
de minister kon er niet toe komen, de
minst-draagkrachtigen een onsmakelijk
gekleurd smeersel voor te zetten. En: de
boter wordt toch óók gekleurd!
Bij de afd. „Groenten-, fruit- en sierteelt
verklaarde de minister, alle aandacht
deze zaken te hebben en te werken in de
richting van minimum richtprijzen, waar
om de heer Groen (R.K.) gevraagd had.
De heer Van den Heuvel (A.R.) bepleitte
betere prijzen voor de bloembollen, doch
de bewindsman ging daar niet op in.
De afd. „Visscherij" bracht den heer
Duvmaer van Twist naar voren, en hij
bracht IJmuiden ter sprake, aan den mi
nister vragend, of de Regeering hier niet
wat regelend kan optreden, aangezien de
aanvoer van visch soms zeer schaarsch,
doch dan weer te overvloedig is.
Ook de heeren Kievit (S.D.) en van Lidth
de Jeude (V.B.) wezen op de slechte ver
houdingen in het visscherijbedrijf.
De minister achtte den toestand even
eens „hoogst-bedenkelijk" ook wat de zoet
watervisscherij betreft. IntussChen zal Z.
Exc. zien, wat hij eraan kan doen.
De Kamer zal op 15 Februari e.k. weer
bijeen worden geroepen, voor de Indische
begrootipg en de „Electriciteitswet". Mr. v.
Schaik eindigde met een blijk van krach
tig meeleven met de blijde hoop in 't prin
selijk gezin, allen een „Zalig Kerstfeest!
toewenschende.
DE ERKENNING VAN HET ITA-
LIAANSCHE KEIZERRIJK.
Vragen aan den Minister.
Het Tweede Kamerlid, de heer Albarda
heeft aan den minister van Buitenlandsche
Zaken de volgende vragen gesteld:
1. Indien het waar is, dat de Regeering
overleg heeft geopend met andere regee
ringen, teneinde zekere moeilijkheden met
Italië uit den weg te ruimen, wil de mi
nister dan mededeelen, tot welke regeerin
gen hij zich met dat doel heeft gericht?
2. Indien tot die regeeringen
niet die van Groot-Brittannië en
van Frankrijk, alsmede van andere
Volkenbondsstaten behooren, waar
om heeft de minister dan gemeend,
dat hij deze regeeringen niet in het
overleg behoefde te betrekken?
3. Is de minister niet van oordeel, dat
de aangelegenheid, waarvoor hij het over
leg lieéft gèöpénd, behóórt te 'worden be
handeld gemeenschappelijk met al die re-
geeringen, met welke de Nederlandsche
Regeering ten aanzien van het Italiaansch-
Abessinisch conflict in den Volkenbond een
zelfde gedragslijn heeft gevolgd?
4. Is het initiatief tot de stappen,
welke de minister heeft ondernomen,
door de Nederlandsche regcering zelf
standig genomen, of is het een ge
volg van eenig verzoek van de re
geering van Italië?
5. Indien de minister zich slechts ten doel
heeft gesteld in overleg met andere regee
ringen te kunnén tegemoetkomen aan het
verlangen der regeering van Italië, dat in
den geloofsbrief van een gezant de titel van
keizer van Ethiopië zal worden vermeld, is
de minister dan van oordeel, dat die titel
kan worden gebruikt, zonder dat daarmede
de souvereiniteit van Italië over Abessinië
de facto wordt erkend?
6. Meent de minister niet, dat de erken
ning van de verovering van Abessinië in
strijd zou zijn met zedelijke beginselen, die
in het Volkenbondshandvest zijn belichaamd,
en dat zulk een erkenning, zonder een Vol-
kenbondshesluit, het aanzien van Nederland
zou schaden en ook indruischen zou tegen de
gevoelens van het overgroote deel van het
Nederlandsche volk?
Persstemmen over het
landsche Initiatief.
Neder-
De „Independance Beige" schrijft over het;
door Nederland genomen initiatief inzake
de erkenning van Abessinië: dit is een ini
tiatief, dat men slechts kan goedkeuren, en
dat getuigt van een werkelijkheidszin, waar
van de geheele internationale politiek door
drongen diende te zijn.
De erkenning van de Italiaansche
souvereiniteit over Abessinië houdt
in geen enkel opzicht en hierop
dient de nadruk te worden gelegd
een- moreele goedkeuring in van
de Italiaansche overwinning.
Te willen volharden in een afkeurende
houding, die niet de minste kans meer
biedt op een totstandkoming van een wijzi
ging in den gelaakten toestand, beteekent
blind zijn voor de werkelijkheid, de toe
komst bemoeilijken en de moraal zelf be
lachelijk maken.
FRANKRIJK WISSELT SPIONNEN MET
DUITSCHLAND.
Gistermiddag hebben Fransche en Duït-
sche autoriteiten aan het grensstation Apach
vier gevangenen, die veroordeeld waren we
gens spionnage, uitgewisseld.
Vertrek van
Nandoe |aanf?. 23 Dec.
(heenreis) I
Valk I Athene 23 Dec.
(terugreis) I
Pelikaan
(heenreis)
Torenvalk
(terugreis)
O**110® I A'dam 23 Dec.
(heenreis) I
Band. 23 Dec.
A'dam 25 Dec.
Alex, 23 Dec.
Rang. 23 Dec.
Reiger
(terugreis)
Bnizerd
jheenreis)
Aankomst ta
jsingap. 23 Dec,
1 A'dam 23 Dec,
Basra 28 D«C|
Jodhp. 28 Dec.
Napels 28 Dec,
Singap. 23 Dec,
DE MYSTIEKE PERSOONLIJK
HEID VAN TIBET'S GEESTE
LIJKEN LEIDER.
DE „BOEDDHA VAN HET ON
BEGRENSDE LICHT".
Eenige dagen geleden bereikte ons
het bericht van het overlijden van
den in verbanning levenden Tashi
Lama., den geestelijken bestuurder
van Tibet. De verstandhouding tus
schen den Tashi Lama en de, Brit-
sche Begeering was altijd bijzonder
goed. Vandaar dat Sir. Frederic O'
Connor, Engelseh handelsagent in
Tibet, in de gelegenheid was, den
geestelijken leider van het land te
bezoeken. In onderstaand artikel ge
ren wij eenige aardige bijzonderhe
den van dit bezoek weer.
„Na de onderteokoning van het Engelsch-
Tibetaansch verdrag te Lhasa in September
van het jaar 1904, en na het vertrek van
Colonel Younghusband, bleef ik te Gyantsc
achter als eerste F.ngelsche handelsagent in
Tihot. Een van mijn eerste plichten was, een
bezoek aan den Tashi Lama in zijn hoofd
kwartier te Siigatse te brengen, een stad
ongeveer 60 mijl ten Noorden van Gyantse,
aan de rivier de Brahmapoetra.
Eerste kennismaking.
De Lama ontving mijn kleine gezelschap
en mij buitengewoon vriendelijk en gedu
rende hot eerste onderhoud vertelde hij
me. hoe buitengewoon verheugd hij was, zijn
vroegere kennismaking met de Britsche of
ficieren te kunnen hernieuwen. Deze woor
den verbaasden mij wel eenigszins, daar
ik wist, dat nog nooit een F.ngelsche of
ficier, of zelfs ook maar een blanke man,
don I.ama bezocht had. maar na een oogon-
blik begreep ik, dal hij werkelijk over zich
zelf sprak. De Tashi Lama beweert namelijk
een reïncarnatie van een vorigen Lama te
zijn en zoo sprak liij dus over zich zelf, in
de veronderstelling, ook ruim honderd jaar
geleden hier op aarde vertoefd te hebben.
De Engelsche officieren, waarover hij sprak,
waren Kapitein Turner en Bogle, die vroe
ger door Wanen Hastings gezonden waren
om den toenmialigen Lama, (dus dezen
Lama) in het jaar 1774 een bezoek te bren
gen.
De Lama wist niets van wat
er op de wereld gebeurde.
Zoowel bij deze gelegenheid, als ook bij
een volgend bezoek te Sjigatse het volgen
de jaar, werd ik beste vrienden met den
jongen Lama en bracht vele urn miet hem
door in zijn particuliere vertrekken. Wij
bespraken toen allerlei belangrijke onder
werpen. Hij was toen een jonge mian van
22 A 23 jaar oud en zeer bemind in zijn
geheele omgeving, vanwege zijn vriendelij-
ken aard en omgangsmanieren. Daar hij
gewend was, steeds volkomen afgezonderd
van de wereld te leven, wist hij niets van
wat er buiten op aarde gebeurde en wan
neer ik hem dan eens iets kon vertellen,
luisterde hij aandachtig, om tooh vooral
niets te missen Ook zond ik hem talrijke
foto's teneinde hem een beeld van den
vooruitgang der techniek te geven.
Op een goeden dag vertelde hij
mij, dat hij zijn schatbewaarder op
dracht gegeven had, hem de ge
schenken te brengen, die hij 130
jaar geleden van Warren Hastings
ontvangen had.
Er werd nu een groote kist binnenge
bracht en bij onderzoek bleek, dat deze tal
van kostbare voorwerpen, zooals poreclein,
horloges en juweelcn bevatte. Tijdons dit
bezoek noodigde ik de Tashi Lama tevens
uit, op bevel van het Britsch-Indische Gou
vernement, nu ook een tegenbezoek aan
Britseli-Indië te komen brengen naar aan
leiding van het bezoek van den toenmaligen
Prins van Wales, den lateron Koning Gc-
orge V en zijn gemalin. Deze uitnoodiging
nain hij zeer .verheugd aan,
TASHI LAMA.
Levendige conversatie.
In November 1905 vertrokken we, de Lama
met een gevolg van 300 personen. Van Dar-
jeeling gingen we erst naar Bawal Pindi,
waar een groote wapeninspetie gehouden
werd voor het Koninklijk gezelschap Toen
de trein aankwam, kreeg ik bericht, dat
de vorstelijke personen den Tashi Lama
persoonlijk wcnschten te ontvangen. Het
gesprek, waarbij ik als tolk fungeerde
verliep zeer gunstig. De Prins en de Prin
ses vroegen hem honderd uit over zijn le
ven. zijn familie en zijn omgeving. De
Lama, die nog nooit met een ander vrou
welijk wezen, dan zijn moeder gesproken
had. maakte een uitstekenden indruk door
zijn beschaafde stem en vriendelijk voor
komen.
Vervolgens maakten we een tocht naar
de verschillende heilige plaatsen aan
Boeddha gewijd. De laatste plaats, die we
bezochten, was Boddh Gaya. de plek, waar
Boeddha zijn „zending" vernam.
Hier hield de Lama een plechti-
gen dienst, onder denzelfdcn boom
(zooals de historie meldt) waar zijn
groote voorganger, van wien hij
meent de aardsehe personificatie te
zijn, ook eens zat te mediteeren,
ongeveer 2i00 jaar geleden. Het was
een zeer indrukwekkende seëne en
onvergetelijk voor degenen, die het
geluk hadden, er bij te mogen zijn.
Na den dienst zegende de Lama alle
aanwezigen.
Met groote vreugde neemt de
Lama aan eenige leesten deel.
Nu ging de toch't verder naar Calcutta,
waar de Lama zijn intrek in Hastings Hou*
se nam. Na eenige dagen gerust te heb*
ben, bracht hij een officieel bezoek aan
den Prins van Wales in het Gouverne
mentsgebouw, waar hij met groot ceremo
nieel ontvangen werd. Den dag daarop
bracht de Prins een tegenbezoek, zooals
dat behoort bij zulke voorname personen,
als de Lama was. Behalve deze officieels
bezoeken werden er ook nog eenige fees
ten georganiseerd, waaraan de Lama. die
in het dagelijksch leven niets gewend was',
met groote vreugde deelnam. In Januari
1906 werd de terugtocht naar Tibet aan
vaard. Aan de trein nam ik afscheid vani
hem, want na een verblijf van elf jaar ia
Britsch-Indië, keerde ik naar huis terug.
We waren in die paar jaar, warme vrien
den geworden en we scheidden met smart,
Ik ,heb hem nooit meer teruggezien.
MoeUijke Jaren.
Zijn verdere loven is niet zeer gelukkig
geweest. Stormachtige en moeilijke jaren
volgden. De Chmeezen trachtten hun gezag
in Tibet weer te herkrijgen. De Dalai Lama
keerde uit China tiorug, vluchtte naiar
Britsch-Indië en keerde ten tweeden mal®
naar Lhasa terug. Tusschen de beide Lamas
ontstond verschil van nnecning, wat tot ge
volg had, diat nu de Tashi Lam» op rijn
beurt de wijk naar China nah. Hier bleef hij
voor <le rest van zijn leven. De kwestie van
zijn lerugkeer werd nog korten tijd voor
zijn dood besproken. De Dalai Lamia was ge-
nnmen tijd geleden overleden en nog steeds
was men er niet in geslaagd een goeden op
volger te vinden. Nu voelde men de behoefte
ontstaan, den Tashi Lamia te laten terugkee-
ren. Maar hij had tal van vijanden in Lha
sa. die jaloersch op hem en op de leden van
zijn gevolg waren.
Zoo is er van zijn terugkeer nooit iets
cn moe9t fie Lama ver van zijn
roeland, tot zijn vaderen terugkeeron. Mis*
J'en za' hi.i in een volgende reïncarnatie
weer op aarde verschijnen.
n t ibet hoopt men nu, dat er spoedig
r.rv..o^L'euwe Iyani,a gevonden zal zijn in de
persoon van een baby. Op kosten der regee-
rnia wordt dit kind opgevoed en voorbe-
rrl\?. Z".n faak- orr>- indien hij volwassen
x'nnr'l °n,IS,', 'le reïncarnatie van Boeddha
voor te stellen.
