De Marine in 1937 Abonnementsprijzen j met ingang van 1 Januari 19381 Advertentieprijzen Zesde Blad Een groot gedeelte van het Jaar werd door Marineschepen nabij Spanje geconvoyeerd Belangstelling van het Koninklijk huis Het Prinselijk paar naar wie veler gedachten uitgaan in deze dagen Dc Marine luchtvaartdienst in 1937 De Onderzeedienst tijdens het afgeloopen jaar per regel. E Juttertjes Commandant en Staf. De functie van Commandant der Marine, tevens Commandant van de Stelling van Den Helder, werd gedurende het afgeloopen jaar vervuld door den Vice-Admiraaf T. L. Kruijs. In den Staf hadden vele mutatie's plaats. De Hoofdofficier van Administratie der 2e klasse A. van Houte werd benoemd tot Inten dant der Zeemapht en volgde den Officier van Administratie 'der le klasse F. A. Kuhn op, welke Officier tijdelijk met deze functie was belast. De Chef personeel van het Commandement der Marine, de Kapitein Luitenant ter zee W. A. Jong, werd door vertrek naar Curagao op gevolgd door den Kapitein Luitenant ter zee J. C. Cornelis. De Hoofdofficier van den Marinestoomvaart dienst der 2e klasse, toegevoegd aan den Com mandant der Marine, D. W. Kwak werd op gevolgd door den Hoofdofficier van den Marinestoomvaartdienst der 2e klasse C. B. Eenhoorn. De Adjudant van den Commandant der Marine, de Luitenant ter zee der le klasse I. W. Reijnierse, werd door vertrek naar Neder- landsch-Indië opgevolgd door zijn ranggenoot B. J. Velderman, terwijl de Secretaris vari den Commandant der Marine, de Officier van Ad ministratie der le klasse A. Lensvelt, wegens vertrek naar Nederlandsch Indië werd opge-. volgd door den Officier van Administratie der 2e klasse F. C. H. Schlahmilch. De Chef van den Staf der Zeemacht, de Kapitein Luitenant ter zee K. W. F. M. Doorman, werd in ver hand met zijn uitzending naar de tropen ver vangen door den Kapitein Luitenant ter zee J. J. A. van Staveren. Huwelijk Prinses Juliana. Ter gelegenheid van het Huwelijk van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana der Nederlanden met Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard von Lippe Biesterfeld op den Ten Januari, werd de Marine te 's-Gravenhage vertegenwoordigd door het Korps Adelborsten, een Eerewacht bestaande uit een compagnie Mariniers en Matrozen, waarbij ingedeeld het vaandel van het Korps Mariniers, de Marine kapel en een bataljon Marinetroepen. Het behoeft geen betoog, dat de deelnemers het als een groote eer hebben beschouwd op deze wijze getuige te mogen zijn van deze groote gebeurtenis in ons zoo geliefd Vor stenhuis en het stemt dan ook tot groote voldoening, dat het Hare Majesteit de Konin gin had behaagd Hoogstderzelver tevreden heid te betuigen over houding en verrichtingen van alle deelen der weermacht, welke bij de plechtigheid op den 7en Januari Militaire eerediensten hadden verricht. Naar Spanje. Op den middag van 11 Januari vertrok Hr. Ms. „Hertog Hendrik" onder bevel van den Kapitein ter zee H. Jolles uit de haven „Het Nieuwediep" voor een oefenreis naar de Mid- dellandsche zee, waar aan boord het jongste jaar Adelborsten was ingescheept. Het reisplan werd onverwacht afgebroken doordat Hr. Ms. „Hertog Hendrik" met spoed naar de Straat van Gibraltar werd opgeroepen, teneinde aldaar de Nederlandsche scheepvaart- belangen te beschermen, die door de zeestrijd krachten van den Spaanschen Generaal Franco ernstig bedreigd werden. Bij aankomst in de Spaansche wateren werd 17 Maart een geregelden convooydienst inge steld, welke dienst 1 April aan Hr. Ms. „Java", welke bodem op weg naar Nederland, door Zijne Excellentie den Minister van Defen sie telegrafisch was bericht zich met spoed naar de Spaansche wateren te begeven, werd overgedragen. De „O 16" op reis. Op 11 Januari verliet de nieuwste onderzee boot Hr. Ms. „O 16", onder Commando van den Luitenant ter zee der le klasse J. C. van Waning, eveneens de haven „Het Nieuwediep" ter aanvaarding van een tocht over den Noord- Atlantischen Oceaan. Gedurende deze reis werd de in de Marine zoo bekende Prof. Dr. Ir. F. R. Vening Meinesz, in de gelegenheid gesteld zijn wetenschappe lijke waarnemingen belangrijk aan te vullen. In Lissabon kreeg Hr. Ms. „O '16" het bevel zich bij Hr. Ms. „Hertog Hendrik" in de Spaan sche wateren te voegen, zoodat het verdere reisplan moest worden afgebroken. 19 Maart stelde de onderzeeboot zich onder de bevelen van den Commandant van Hr. Ms. „Hertog Hendrik". 23 Maart verliet de Groep onderzcebooten Hr. Ms. „O 13" en „O 15" het Nieuwediep. ten einde Hr. Ms. „O 16" in de Straat van Gibral tar te vervangen, welke aflossing 1 April plaats had. 6 Maart en 8 Maart liepen respectievelijk Hr. Ms. „O 16" en Hr. Ms. „Hertog Hendrik" onder groote belangstelling behouden onze haven binnen. De eerste nieuwe mijnenvegers. De eerste van een nieuwe serie van 8 Mij nenvegers, tevens Mijnenleggers, Hr. Ms. „Jan van Amstel", bestemd voor den Indischen dienst, werd door den Commandant, de Luite nant ter zee der 2e klasse J. v. Haga, op 15 Maart in dienst gesteld. Van 12 tot Maart hadden de kleine Marine Kustwacht oefeningen plaats. In de maanden Februari en Maart oefenden de tot Mijnenleggers omgebouwde PolitieKi-ui- sers Hr. Ms. „Nautilus" en „Jan van Brakei als zoodanig in de Zeeuwsche stroomen. Hr. Ms. „Gelderland", welke bodem geduren de de wintermaanden in dienst opgelegd v as, werd op 18 Maart wederom als Artilleiie- Instructieschip in dienst gesteld, terwijl ^voor de Artillerie-Opleidingen Hr. Ms. „Gruno aan dit schip werd toegevoegd. Als gebruikelijk werd in de Nederlandsche Zeegaten met Hr. Ms. Torpedoboot „Z in September vervangen door Hr. Ms. de Mjjnenleggers Hr. Ms. „Hydra „Douwe Aukes" en Hr. Ms. „Pantsei „Frico" in April vervangen door Hr. ms. „Brinio" voortdurend geoefend. Door beide Mijnenvegers Hr. Ms. „Hyara en „Douwe Aukes" werd van 5 tot 10 Mei <- bezoek aan Bremen gebracht. Enkele kanonneerbooten alsmede eenige G- booten werden in de vaart gehouden voor oefening van matrozen-zeemilicien, vaaroefe- ning voor adspirantreserveofficier, ten dienste van de Kustartillerie van de Koninklijke Land macht en ter beschikking van de'inschietwerk- zaamheden in samenwerking met het torpedo- werkschip Hr. Ms. „Mercuur". Naar Curagao. Ter bewaking van de West-Indische eilan den en voor vervanging van Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau", welke bodem bestemd werd voor diensten in de Spaansche wateren, aanvaardden de onderzeebooten Hr. Ms. „O 12" en „O 14" den 14en April onder groote belang stelling, waarbij de Marinekapel op het haven hoofd niet ontbrak, onder bevel van den Lui tenant ter zee der le klasse J. Beckering Vin- ckers, de reis naar Curagao. 26 April vertrok Hr. Ms. „Hertog Hendrik", thans met het oudste jaar Adelborsten aan boord, voor het houden van een oefenreis naar de Straat van Gibraltar en het Zuidelijk deel van den Atlantischen Oceaan o.a. om Hr. Ms. „Java", welke kruiser Nederland zal vertegen woordigen bij de Vlootrevue te Spithaed ter gelegenheid van de Engelsche Kroningsfeesten, af te lossen. Na afloop der eerste Militaire vorming op de Marine-Kazerne te Willemsoord, werden de miliciens van de voorjaarsploeg na gehou den inspectie van den Vlootvoogd op 29 April over de Vloot verdeeld. Tevens werd op dien dag Hr. Ms. „Friso" uit dienst gesteld en vervangen door Hr. Ms. „Brinio". Hooge onderscheiding. Op 9 Mei viel de Koninklijke Marine een hooge onderscheiding te beurt, doordat H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard den wensch te kennen hadden gegeven, teneinde te Londen de Engelsche Kroningsfeesten bij te wonen, met Hr. Ms. „Gelderland", onder bevel van den Kapitein Luitenant ter zee P. B. M. van Straelen, van de Hoek van Holland naar Harwich de Noordzee over te steken. Terug in het vaderland. 3 Mei had te Gibraltar de aflossing van Hr. Ms. „Java" door Hr. Ms. „Hertog Hendrik" plaats en den 6en Mei werd de kruiser welke onder bevel stond van den Kapitein Luitenant ter zee J. J. A. van Staveren en gedurende tien jaar bijna onafgebroken in de tropen had dienst gedaan, onder groote belangstelling, waarbij zooals gebruikelijk de Stafmuziek op het Havenhoofd aanwezig was, ontvangen. Aan kleine herstellingen en beschilderen van het schip voor de eervolle taak in Enge land, werd met den meesten spoed begonnen, zoodat 17 Mei de reis naar Spithead kon wor den aangevangen. De Commandant der Marine te Willemsoord, de Vice-Admiraal T. L. Kruijs, wien de eer te beurt viel de Regeering bij de Vlootrevue te vertegenwoordigen, had zich met zijn Adjudant de Luitenant ter zee le klasse B. J. Velder man, ingescheept en voerde zijn vlag geduren de deze reis aan boord van Hr. Ms. „Java". Hr. Ms. „Nautilus" ving 3 Mei, na gereed te zijn gemaakt tot Visscherij Politiekruiser, met de uitoefening van Politietoezicht op de Noordzee aan. Het Prinselijk Paar op de „Java". 21 Mei, den dag na de Vlootrevue door Zijne Majesteit Koning George VI van Engeland, vertrok Hr. Ms. „Java" van de reede Spithead naar Harwich, daar het Prinselijk Paar den wensch te kennen had gegeven ditmaal met dien kruiser naar het Vaderland terug te keeren. Hunne Koninklijke Hoogheden Prinses Juliana en Prins Bernhard met gevolg, embar- keerden 22 Mei ten 1100 te Harwich en debarkeerden onder groote publieke belang stelling ten 2000 met de gebruikelijke honneurs van Hr. Ms. „Java" te IJmuiden. Zoowel op de heenreis met Hr. Ms. „Gelder land" als op de terugreis naar het Vaderland werd geconvoyeerd door Hr. Ms. „Z. 5". Onmiddellijk na aankomst in de haven van het Nieuwediep werd een aanvang gemaakt met de moderniseering van Hr. Ms. „Java" en het schip uit dienst gesteld. Tewaterlating „Tromp". Door Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Zijne Koninklijke Hoogheid Bernhard Prins der Nederlanden, werd op 29 Mei, nadat het Hooge gezelschap met de in den oorspron- kelijken vorm vernieuwden Koningssloep, ge roeid door matrozen der le klasse, het IJ was overgestoken, onder groote belangstelling de Flottieljeleider,, Tromp" te water gelaten. Voor de oefening van het 2e en 3e jaar Adelborsten werd evenals de vorige jaren Hr. Ms. „Van Meerlant" van 1 Mei24 Juli, onder bevel van den Luitenant ter zee der le klasse T. F. Walma van der Molen, in dienst gesteld. In de Straat van Gibraltar werd 21 Mei Hr. Ms. „Hertog Hendrik" vervangen door Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau", zoodat eerstge noemde bodem zijn oefenreis kon vervolgea en het schip 1 Augustus wederom onze haven kon binnen loopen. Hr. Ms. „Jan van Brakei" werd 26 Mei wederom ingericht voor Visscherij-Politie- kruiser, zoodat ook aan dit schip het visscherij- toezicht werd opgedragen. Door beide Politiekruisers Hr. Ms. „Nauti lus" en „Jan van Brakei" werden in het afge loopen jaar verschillende buitenlandsche haven plaatsen aangedaan. 26 Mei werden de Mijnenvegers Hr. Ms. „Abraham Crijnssen" te Schiedam en Hr. Ms. "pieter de Bitter" te Rotterdam in dienst ge steld. Hr. Ms. „Gelderland" verbleef van 8 14 Juni in Amsterdam, in verband met het bezoek van de Koninklijke Familie aan de Hoofdstad. Door de bemanning van genoemden bodem werd op meerdere dagen de eerewacht voor het Paleis op den Dam betrokken. Des avonds werd het schip geïllumineerd en had zoeklichtspel plaats. Hr. Ms. „Eland Dubois" werd 21 Juni te Schiedam in dienst gesteld. Hoog Chineesch bezoek. Van den 4en8sten Juli bracht Zijne Excel lentie de Minister van Marine van de Chinee- sche Republiek, de Admiraal Chen Shaó Kwan, vergezeld van zijn Adjudant, een bezoek aan Nederland, waarbij de Admiraal op 5 en 6 Juli aan verschillende Marineinstellingen te Den Helder een bezoek bracht. Gedurende dien tijd was Zijne Excellentie de gast van Vice-Admiraal T. L. Kruijs. De wedstrijden van de „Koninklijke". De jaarlijksche wedstrijden van de Konin klijke Marine Jachtclub hadden op 9 en 10 Juli onder hooge belangstelling plaats. Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard vereerde de Koninklijke Marine te Den Helder met een bezoek, waarbij den Vice-Admiraal en Me vrouw Kruijs-Koumans de hooge onderschei ding te beurt viel, gedurende twee dagen Zijne Koninklijke Hoogheid als gast. te mogen be schouwen. Bezoek Prins Bernhard. Na het leggen van een krans op het Monu ment „Voor hen die vielen" en op het Monu ment op het Helden der Zeeplein, hetgeen onder groote belangstelling van het publiek plaats vond, scheepte Zijne Koninklijke Hoog heid zich den lsten dag aan boord van Hr. Ms. „O 16" in en werd, onder bevel van den Lui tenant ter zee der le klasse J. C. van Waning, dien dag een vaartocht buitengaats onder nomen, waarbij gedurende eenige uren onder water werd gevaren. Daarna had een bezoek plaats aan het Ko ninklijk-Instituut voor de Marine, alwaar Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard zich persoonlijk van de opleidingsaangelegen heden tot zee-officier op de hoogte stelde. Des avonds had een Corpsdiner van Marine officieren in de Marineclub plaats. Den volgenden dag werden de zeilwedstrijden aan boord van Hr. Ms. „Mercuur" bijgewoond. Daar Zijne Koninklijke Hoogheid den wensch te kennen had gegeven, een bezoek te brengen aan een Marine-Vliegkamp, werd ter reede overgestapt op een der jachten van de Konin klijke Marine-Jachtclub welk jacht, gevolgd door de Admiraalssloep, naar het Vliegkamp „De Mok" zeilde. Het is wel duidelijk, dat deze hooge belang stelling door de geheele Marine en zeker door de schepen en inrichtingen welke werden be zocht, ten hoogste gewaardeerd werd. Dien middag had de prijsuitdeeling van de zeilwedstrijden op de Marineclub plaats, waar bij Zijne Koninklijke Hoogheid zich bereid verklaarde de prijzen persoonlijk uit te reiken. Op den namiddag van 19 Juli werd de mijnenveger Hr. Ms. „Willem van Ewijck", bestemd voor den dienst in Nederland, in dienst gesteld. In de tweede helft van Juli en in de maand Augustus viel de periode, waarin aan het Marinepersoneel het jaarlijksche zomerverlof werd verleend. De dienst van Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau" in de Straat van Gibraltar werd van 16 tot 23 Augustus waargenomen door Hr. Ms. „Nautilus". Aan een Luchtverdedigingsdag te 's-Graven hage op Zaterdag 21 Augustus werd door een aantal watervliegtuigen van het Vliegkamp „De Mok" deelgenomen. Bezoek „Gorch Fock". Van 30 Augustus tot 4 September verbleef het Duitsche opleidingsschip „Gorch Fock", alwaar een 180 Adelborsten waren inge scheept, in onze haven. Dat de goede ont vangst door de Nederlandsche Marine, als mede door de burgerij van Den Helder van Duitsche zijde zeer geapprecieerd werd, mag wel blijken uit de spontane zanghulde met fakkelverlichting, die honderd Duitsche Adel borsten den laatsten avond van hun verblijf te Nieuwediep aan den Vice-Admiraal Kruijs brachten. Vertrek mijnenvegers. Het vertrek naar Nederlandsch-Indië van de divisie mijnenvegers onder bevel van den Luitenant ter zee der le klasse Jhr. J. F. W. de Jong van Beek en Donk, had op 23 Augus tus uit Den Helder plaats, terwijl op den 30en Augustus uit de haven van Vlissingen definitief de groote reis aanvaard werd. Ter gelegenheid van den verjaardag van Hare Majesteit de Koningin werd op 31 Augus tus een groote parade aan den wal gehouden, waarbij de inspectie plaats vond door den Vice-Admiraal T. L. Kruijs. Na afloop der parade vond de ontvangst van Officieren van Zee- en Landmacht ten Stadhuize plaats, waar door den Burgemeester van Den Helder een rede werd gehouden. Hr. Ms. „Gelderland" was dien avond ge ïllumineerd en gaf een zoeklichtspel. 3 September installeerde de Commandant van het Koninklijk Instituut voor de Marine de nieuw aangestelde Adelborsten, waarna het Korps Adelborsten, de traditie getrouw, een marsch door de stad maakte. Op Dinsdag 7 September werden de nieuw benoemde Officieren door den Commandant der Marine beëedigd, waarbij de belangstelling zeer groot was. In verband met de vele buitenlandsche dien sten, welke van het materiaal en personeel werden gevraagd, konden de gebruikelijke jaarlijksche gezamenlijke oefeningen geen doorgang vinden. Van 814 September werden de groote Marine Kustwachtoefeningen gehouden, waar aan door vele eenheden werd deelgenomen. Op Maandag 13 September werden de beide mijnengevers Hr. Ms. „Pieter Florisz" en „Jan van Gelder" in dienst gesteld. Hr. Ms. „Hertog Hendrik", welke bodem zich gedurende de maanden Augustus en Sep tember in onderhoud bevond en waarvan het commando op 16 September door den Kapi tein-Luitenant ter zee L. F. Klaassen werd overgenomen, was 22 September wederom ge reed tot vertrek naar zee. Ditmaal werd een oefenreis gehouden naar de Noord-West Afri- kaansche kust en de eilanden van den Atlan tischen Oceaan. Voor de aflossing van de groep onderzee booten Hr. Ms. „O 12" en „O 14" in West- Indië werd Hr. Ms. „Gelderland" in October voor den dienst in de tropen gereed gemaakt en verliet dit schip op 28 October de haven van Den Helder, waarbij de Stafmuziek het vertrek opluisterde met het volkslied en marschen. De laatste mijnenveger voor den Nederland- schen dienst, Hr. Ms. „Abraham van der Hust", werd op Vrijdag 15 October door den Luitenant der le klasse J. M. Logger (tevens Divisiecommandant van de hier te lande aan wezige mijnenvegers) in dienst gesteld. De zeemiliciens van de najaarsploeg werden na beëindiging van de eerste oefening en na gehouden inspectie door den Vlootvoogd op den 30sten October over de verschillende schepen en inrichtingen verdeeld. Op Zaterdag 30 October werd door eenige vliegtuigen van de Vliegkampen „De Kooy" en „De Mok" deelgenomen aan een demon stratie bij den Luchtverdedigingsdag te Am sterdam, waarbij Z.K.H. Prins Bernhard van zijn belangstelling blijk gaf. Onder groote belangstelling keerde op 17 December Hr. Ms. „Hertog Hendrik" en op 24 Degember Hr. Ms. „O 12" en „O 14" terug in de haven „het Nieuwediep". Sport. Ten slotte zij nog vermeld, dat het Marine personeel in het afgeloopen jaar op sport gebied vele mooie resultaten boekte, onder anderen bij de kampioenswedstrijden, schiet-, scherm- en voetbalwedstrijden. Het groote succes behaald bij de Vierdaagsche Afstands- marschen getuigt, dat het Marine-personeel op sportgebied het noodige presteert. Ook het zeilseizoen bracht voor de zeilers gelegenheid elkaar te bekampen, waarbij ver meld dient te worden de mooie overwinning van den Luitenant ter zee der 2e klasse B. Poortman op de internationale wedstrijden te Hamburg, behaald met het zeilen met star- jachten. Het afgeloopen jaar was voor den Marine- Luchtvaartdienst een jaar van groote inspan ning. De versterking van dit onderdeel der weermacht, de aanbouw van nieuwe toe stellen, enz., stelde uiteraard den eisch, dat ue personeeie voorziening daarmede gelijken tred hield. Alle opleidingen, zoowel tot vliegr, waar nemer, vliegtuigmitrailleurschutter, vliegtuig maker, enz., werden met kracht voortgezet. Het aantal in opleiding zijnde vliegers en waar nemers, zoowel op het vliegkamp „De Kooy" als op vliegkamp „De Mok" was grooter dan ooit te voren. Dank zij de voorbeeldige mede werking van allen verliep alles vlot. Ernstige ongevallen had de M.L.D. dit jaar in Nederland gelukkig niet te betreuren. Het materieel hield zich goed. Op „De Kooy" werd al het overgangs- materieel vervangen door een aantal F.K. 51- toestellen; de vervanging der eerste lestoestel- len zal zeer spoedig plaats vinden. Op „De Mok" is eveneens vervanging der watervliegtuigen voor eerste lesdoeleinden en de uitbreiding der 5 persoonstoestellen in een vergevorderd stadium. Alle C XI-W catapultvliegtuigen werden opgeleverd: met deze toestellen, evenals met de T IV zware bommenwerpers, bestemd voor Nederlandsch-Indië, werden vele proeven ge nomen. 11 Januari 1937 vertrok Hr. Ms. „O 16", cdt. luit. ter zee le kl. C. J. W. van Waning voor een vlagvertoonreis naar Washing ton, alwaar via Horta, Hamilton (Bermuda) en Norfolk op 15 Febr. werd aangekomen. Op 25 Febr. werd de terugreis aanvaard over Ponte Delgada en Lissabon, in welke laatste plaats opdracht werd ontvangen ter bescher ming van de Nederlandsche handelsbelangen, op te stoomen naar Straat Gibraltar, alwaar van 19 Maart tot 1 April werd gepatrouilleerd. Na aflossing door groep I onderzeebooten werd naar Den Helder teruggekeerd en aldaar op 6 April binnengeloopen. Deze reis werd tot Lissabon medegemaakt door Prof. Dr. Ir. F. A. Vening Meinesz, voor het verrichten van zwaartekracht-metingen. Inmiddels was op 23 Maart groep I onder zeebooten, bestaande uit Hr. Ms. „O 15" (cdt. luit. ter zee le kl. B. C. M. Schouten) en Hr. Ms. „O 13" (cdt. luit. ter zee 2e kl. M. A. J. Derksema) onder commando van luit. ter zee le kl. A. Molenaar naar de Spaansche wateren vertrokken, ter aflossing van Hr. Ms. „O 16". Beide booten kwamen 29 Maart in Straat Gi braltar aan en bleven er gedurende 21/2 maand rondkruisen. Hoewel het convoyeeren voor namelijk door de aldaar gestationneerde boven water strijdkrachten geschiedde, werden tij dens brandstofladen e.d. van deze schepen door de onderzeebooten Nederlandsche koopvaar dijschepen door de Straat geleid. Tijdens het verblijf in de Spaansche wateren liepen de onderzeebooten eenige malen Gibraltar en een maal Oran binnen. Hr. Ms. „O 13" keerde op 8 Juni; Hr. Ms. „O 15" op 24 Juni in Nieuwe diep terug. Als bijzonderheid kan nog ver meld worden, dat op deze tocht Hr. Ms. „O 15" het record van Hr. Ms. ,,K XVIII" brak door 24 etmalen onafgebroken in zee te blij ven. Op 25 Maart werd het commando van den onderzeedienst door kapt. ter zee L. A. C. M. Doorman overgedragen aan den kapt.-luit. ter zee J. G. van den Berg. 14 April vertrok groep II onderzeebooten. Samengesteld uit Hr. Ms. „O 12" onder com mando van luit. ter zee le kl. J. Beckering Vinckers, tevens groepscommandant en Hr. Ms. „O 14" (cdt. luit. ter zee 2e kl. G. B. M. van Erkel) naar West-Indië ter aflossing van Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau". 6 Mei werd te Curagao aangekomen. 9 Juli maakte, tijdens de jaarlijksche zeil wedstrijden van de Kon. Marine Jachtclub Z. K. H. Bernhard, Prins der Nederlanden, met Hr. Ms. „O 16" een vaartocht op de Noordzee. Bij deze gelegenheid voer Z. K. H. voor het eerst met een Nederlandsche onderzeeboot onder water. 26 November vertrok de in West-Indië ge stationneerde groep II onderzeebooten uit Curagao ten einde de thuisreis te aanvaarden. 24 December liepen Hr. Ms. „O 12" en „O 14" Nieuweidep binnen. De terugreis uit West-Indië werd medegemaakt door Prof. Ir. F. A. Vening Meiniesz aan boord van Hr. Ms. „O 12", wederom voor het doen van zwaarte kracht-metingen, a j per week: 15 cent j j per kwartaal: stad:f 1 85 j omtrek: f 1.90 E post: f 2.50 Indië, zeepost: f 2.50 5 Buitenland f 5 50 i a 20 cent per regel, bij: contract belangrijke! korting. I Familieberichten 20 cent m a a (kleine advertenties voor In- en verkoop van particulieren): E bij vooruitbetaling: 1-4 regels 40 cent j elke regel meer 10 cent! indien niet vooruit betaald: 1-4 regels. 60 cent j elke regel meer 15 cent:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 21