DE
I TTil^y
IIR1M
Dreigend arbeidsconflict
Steungeld verdobbeld
De moord te Groede
Radioprogramma
EDGAR RICE
BURROUGHS
Melkauto gekraakt
Laschapparaat uit elkaar
gesprongen
SPORT
Stalin krijgt een eere-titel
Praehistorische schedel
gevonden
Joden doen beroep op
Chamberlain
JltllllliallltMMNMMIfmMMMMUMtHlll»!
DOOR
cL.
No. 30.
De een na de ander sloten de wilden zich
bij hem aan en begonnen mee te lopen en te
zingen en spoedig was de dans in vollen gang.
Dit beteekent, dat ze de grote witte man als
hun opperhoofd aannamen. De vrouwen kwa
men zingend naar de kring toe, sloegen op de
tam-tams en klapten in hun handen. In het
midden zat Tarzan van de Apen, nu Koning
van de Wazini's. De kring van dansers sloot
zich al dichter en dichter om hem heen.
Steeds luider werden hun wilde en woeste
kreten. Het was een vreselijk, primitief
schouwspel. Tenslotte sprong Tarzan zelf op;
hij sloot zich bij deze wilde ceremonie aan.
Tussen de glinsterende zwarte lichamen
danste hij en zong, schudde met zijn zware
speer op dezelfde manier als de leden van
zijn wilde troep. Het laatste restje beschaving
was van hem afgevallen. Hij was weer de
oermens in zijn meest primitieve vorm, die
zich verheugde in zijn koningschap over deze
wilde zwarten. Wat zouden de peers van het
„House of Lords" wel gedacht hebben, als
één van hen deze dansende reus had kunnen
zien en tot de andere gezegd zou hebben:
„Dit, mijne Lordships, is John Clayton, Lord
Greystoke?"
Of het lieflijke Amerikaansche meisje, dat nu
O, het lieflijke Amerikaanse meisje, dat nu
aan boord van de „Lady Alice", ver ten Wes
ten van Tarzan, naar dezelfde maan opkeek,
als hij Zou zij dit wilde opperhoofd nog lief
hebben, dat naakt tussen zijn woeste, naakte
stamleden danste? Alsof het noodlot het zo
wilde: toen de woeste feestvreugde haar top
punt had bereikt, trilde het jacht van boeg
tot achtersteven en zonk langzaam in de At
lantische oceaan.
(Nieuwe spelling.)
Ongeluk op den onbewa akten
overweg te Aalsmeer.
De bestuurder gewond.
Gisterochtend ongeveer half tien is op
den onbewaakten overweg in de Ophelia-
laan te Aalsmeer een ernstig auto-ongeluk
gebeurd. De melkhandelaar A. Vlekhaar
reed in de richting van het dorp en wilde
den spoorwegovergang passeeren, juist op
het oogenblik, dat de trein naderde. Niet
tegenstaande het zicht ter plaatse ruim is,
zag de melkhandelaar den trein niet, aleer
deze vlak bij hem was.
Hoewel hij krachtig remde, kon
hij, mede door de gladheid van den
weg, niet voorkomen, dat de trein
den wagen greep. Een ontzettend
gekraak volgde. Melkbussen en
brokstukken van de auto vlogen in
het rond. Toen omwonenden kwa
men toesnellen, vonden zij Vlekhaar
met een groote hoofdwonde een
halve meter naast de rails. De
man was bij kennis. Hij was uit de
cabine geworpen, doch de trein had
hem niet oevrreden.
Dokter H. C. C. Wagner, die spoedig ter
plaatse was, constateerde ook nog een
gebroken been. Per ziekenauto is het slacht
offer naar het Luthersche 'Diaconessenhuis
te Amsterdam overgebracht. De wagen
werd geheel vernield. Rijks- en gemeente
politie stellen een onderzoek in.
Een doode en een gewonde.
Gistermorgen te ongeveer tien uur
is te Siebengewald, gelegen onder de
gemeente Bergen (L.), in de sme
derij van den heer K. Straaten een
laschapparaat uit elkaar gespron
gen, waarbij de vijftienjarige smids
knecht W. Clevers werd gedood en
de knecht J. van Bergen een ern
stige hoofdwonde bekwam door de
rondvliegende stukken ijzer van het
laschapparaat. Hij werd in zorgwek-
kenden toestand naar het ziekenhuis
te Gennep vervoerd.
De baas van de smederij was niet aan
wezig, toen het ongeluk gebeurde. Het lasch
apparaat schijnt bevroren te zijn geweest
en bij het ontdooien is de ontploffing ont
staan. De politie heeft een onderzoek ter
plaatse ingesteld.
FEUILLETON.
8.
,Ik heb het gevoel, dat ik even alleen zou
zjjn, als ik met u daar .vas," hernam zij. „Wij
zullen elkaar met onze gedachten niet hinde-
ren. Ik geloof niet, dat u dingen tegen mrj
zult zeggen waarvan ik het aanhooren moe
ben, en ik, van mijn kant, zal het u niet lastig
maken."
„Dat zal ik niet," beloofue hij.
Binnen vjjf minuten keerde hij met een
pakje onder zijn arm terug. Zij spreidde haar
deken uit. Large schommelde een tweede op,
die als kussen dienst deed, en weldra gleden
z(j zij aan zij den stroom af. Zij waren van
daag wat later en behoefden niet pang e
zjjn in den modder te blijven steken. Zij laveer
den over het zich verbreedende vaarwater,
en telkens werden hun streken langer, tot zq
eindelijk den wind goed in het zeil kregen, en
Peter Cradd verwijdde zijn oogen uit '°utc^
genot van het voortglijden. Tot zoover had
geen van beiden een woord gesproken. Het
Werkgevers uit de electro-tech-
nische industrie te Amsterdam
zullen eischen der arbeiders
overwegen.
Onder leiding van den rijksbemiddelaar
den heer mr. S. de Vries zijn dezer dagen
de partijen in het dreigend conflict in de
electro-technische industrie te Amsterdam
bijeen geweest.
Nadat beide partijen hun respectieve
standpunten hadden uiteengezet, vroeg de
rijksbemiddelaar aan de werkgeversverte
genwoordigers nader te willen overwegen,
of zij aan de door de arbeiders-organisaties
gestelde eischen konden tegemoet komen.
De werkgevers zegden deze nadere overwe
ging toe.
In verband met den tijd welke voor nader
overleg tusschen de verschillende werkge
versverenigingen noodig is, verzocht de
rijksbemiddelaar aan de werkgeversverte
genwoordigers den termijn van het ultima
tum met een week te verlengen.
De voorloonige datum, waarop partijen
opnieuw door den rijksbemiddelaar zullen
worden bijeengeroepen, werd bepaald op
Woensdag 12 Januari.
Drie Rotterdammers wisten werk-
loozen geld alhandig te maken.
Zware straffen geëischt.
Drie Rotterdammers, de 33-jarige loswerk-
man A. van E., de 39-jarige zeeman W. M.
en de 31-jarige loswerkman E. B. stonden
gisteren in hooger beroep voor het Haag-
sche Gerechtshof terecht van een vonnis
van den Rotterdamschen politierechter, die
hen wegen® het gelegenheid geven tot
hazardspel ieder tot drie maanden gevan
genisstraf heeft veroordeeld.
Dit vonnis was daarom zoo zwaar uit
gevallen, omdat de drie verdachten hoofd
zakelijk hun slachtoffers uitzochten onder
werkloozen, die hun zoojuist van den steun
ontvangen gelden dadelijk verdobbelden.
Ten huize van één der verdachten werd
om de beurt het dobbelspel „zeven of elf"
gespeeld, waarbij het gooien van deze beide
getallen met twee dobbelsteenen voorname
lijk winst opleverde.
Degene bij wien het spel werd gespeeld,
de z.g. „keembaas" kreeg een gedeelte van
de gemaakte winst. Bij een inval, welke
de Rotterdamsche politie op zekeren dag
deed. werden twee verdachten gearresteerd.
De procureur-generaal, mr. A. Rombach,
was van meening, dat de opgelegde straf
wel aan don zwaren kant was uitgevallen.
De Rotterdamsche politierechter heeft hier
eens een afschrikwekkend voorbeeld willen
stellen. Spr. meende evenwel, dat een ge
vangenisstraf van twee maanden voor ieder
voldoende was en requireerde deze straf.
Uitspraak 17 Januari.
meisje lag alsof ze sliep. Peter Cradd be
schouwde haar met eenigszins genegeerden
blik. Haar laag uitgesneden hals, waarop de
zon een V geteekend had, was fluweelachtig
en aangenaam om te zien. Haar jersey om
spande strak haar meisjesachtig figuur. Haar
bloote beenen waren een weinig opgetrokken,
en het onbeschaamde rokje toonde die ver bo
ven de knie. Hij keek naar haar met bijna
steelsche oogen. Zij maakte deel uit
van de nieuwe en heerlijke dingen van
het leven. Deze vage en niet te beschrijven
aandoeningen, die zij plotseling 'n hem op
gewekt had, waren een deel van de nieuwe
wereld, het gekweel van vogels in de vrije
natuur, het ruischen van den wind over het
graan, het klotsen van de zee, de verkwikken
de liefkoozing van den zonneschijn. Dit alles
scheen samengeweven te zijn met dit nieuwe
bestaan van schoonheid en rust, dat zijn ver
moeide ziel zoo welgevallig was. P-ter Cradd
bloosde onder zijn getaande huid toen hij ont-
Cradd onder zijn getaande huid, toen hij ont
dekte dat zij met wijdgeopende oogen naar
hem keek.
„U is dus wakker," merkte zij op.
De vriendelijkheid van haar toon was hem
een groote verademing.
„Om u de waarheid te zeggen," antwoordde
hij', „weet ik zelf niet of ik wakker ben of
droom, wanneer ik zoo heelemaal buiten ben
als nu."
„Dat gevoel ken ik ook. Ik weet precies wat
u bedoelt. U is zonderling nietwaar? Kijk eens
hoe diep het water hier zou zijn."
„Ongeveer vijf voet," schatte hij. „Wat
denk jij, Large?"
„Diep genoeg om te zwemmen," antwoord
de' de schipper. Ik kan een touw uitgooien,
als u wilt. Zoet water, met zandigen bodem."
„Kom dan," zei de jonge vrouw, zich op
richtende. „Vooruit maar."
Peter Cradd voelde een groote verlegenheid
in zich opkomen. Dit werd zwaarschijnlijk door
de jonge vrouw opgemerkt, want ze lachte
hem uit.
Verdachte van rechtsvervolging
ontslagen.
Het gerechtshof te Den Bosch heeft arrest
gewezen in de zaak tegen den landbouwer
F. J. G., wonende te Groede, die aldaar op
■1 Maart van het jaar 1937 den landbouwers
knecht A. v. d. YVege met een revolver heeft
doodgeschoten. Het noodlottig schot had G.
gelost, nadat de landbouwersknecht v. d.
Wege hem had mishandeld, terwijl diens
patroon toesnelde, om hem met een knuppel
te slaan. Door de rechtbank te Middelburg
is G. wegens doodslag tot vijf jaar gevange
nisstraf veroordeeld.
Het gerechtshof te Den Haag heeft in hoo
ger beroep G. veroordeeld tot drie jaar ge
vangenisstraf. Bij arrest van den Hoogen
Raad is de zaak verwezen naar het Gerechts
hof te Den Bosch, waar de zaak op 22 Decem
ber j.1. werd behandeld.
De advocaat-generaal heeft toen op grond
van noodweer exces ontslag van rechtsver
volging geëischt, waarna het hof G. onmid
dellijk in vrijheid heeft gesteld. Het Hof
heeft thans op grond van noodweer-exces, G.
ontslagen van rechtsvervolging.
DE RALLYE MONTE CARLO.
Nederland derde land.
De inschrijvingen voor de 17e Rallye Monte
Carlo zijn thans gesloten. Niet minder dan
142 deelnemers konden worden genoteerd,
waarbij Engeland het grootste contingent le
verde, n.1. 37. Daarop volgt Frankrijk met 29
en op de derde plaats staat Nederland ver
meld met 26 deelnemers en deelneemsters,
een zeer eervolle positie voor ons kleine
land.
Behalve de talrijke Nederlandsche équipes
starten te Amsterdam nog drie buitenland-
sche deelnemers, n.1. major D. E. M. Douglas
Morris (Engeland) met Hillman en de Fran-
schen F. Barthelemy—M. Bastouil met
Citroen en J. E. Vermet met Simca.
„Hoofd van de volken van de
Sovjet-Unie", of „eerste burger".
De diplomatieke redacteur van de Daily
Herald bericht, dat Stalin binnenkort den
titel „hoofd van de volken van de Sovjet-
Unie" zal aannemen. In den oppersten
raad, het nieuw gekozen parlement, is ook
gesproken over den titel „eerste burger".
De beslissing hangt af van den oppersten
raad en vermoedelijk zal een volksstem
ming moeten worden gehouden.
In Egyptische woestijn.
In de Fayoum-woestijn, 70 mijlen van
Cairo verwijderd, heeft een Engelschman, C.
Townsend, van beroep bankemployé, een in
teressante ontdekking gedaan, die onder de
oudheidkundigen veel opzien heeft gebaard.
In de nabijheid van de plaats, waar de oud
heidkundige professor Junker praehistori
sche sporen ontdekte, stuitte Townsend op
een negerschedel, die in een leemlaag lag.
Na het onderzoek, dat door twee
Egyptische historici is ingesteld,
meent men te mogen beweren, dat
deze schedel ongeveer 8000 jaren oud
is. Er zijn nu twee theorieën moge
lijk: Of de mensch, aan wien deze
schedel behoorde, was zelf lid van
een voorhistorischen stam, die in
Egypte reeds zeer vroeg een cultuur
schiep, öf hij was de slaaf van een
dergelijken stam.
Men helt naar de laatste opvatting over
en neemt dus aan, dat bedoeld volk, dat
reeds op een betrekkelijk hoogen trap van
beschaving stond, negers als slaven hield.
Zij willen geen minderheid wor
den in Palestina.
De in de zionistische organisaties ver-
eenigde Poolsche Joden hebben e-en tele
gram gezonden aan den Engelschen mi
nister-president, Neville Chamlierlain, en
daarin uiting gegeven aan hun veront
rusting over de in sommige Engelsche krin
gen overwogen mogelijkheid van een Jood-
schen juridischen status in Palestina als
minderheid in dit land. De 3V& millioen
Joden van Polen, aldus het telegram, ver
klaren plechtig nooit een plan te kunnen
goedkeuren, waarbij het Joodsche volk
veroordeeld wordt een minderheid te wor
den in het land van hun voorvaderen, nu
dit door zijn zonen is opgebouwd. Zii ver
trouwen op de medewerking van Enge
land, om den Joodschen staat in Palestina
te verwezenlijken.
WOENSDAG 5 JANUARI 1938.
Hilversum I. 1875 m. (Tevens over den
Jaarsveldzender op 415,5 m.).
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek
9.30 Keukenpraatje.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con
tinubedrijven.
11.30 De geschiedenis van de ontwikkeling
derwerkloozenzorg, causerie.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.30 VARA-Orkest.
12.30 VARA-Orkest.
I.151.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Kniples.
2.30 Voor de vrouw.
3.00 Voor de kinderen.
5.30 „Fantasia".
6.35 Sportreportage.
7.00 Zang.
7.30 Cyclus: „Ons werk en cms geloof".
8.00 Herhaling SOS-berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 VARA-Orkest en solist.
9.00 Radiotooneel.
9.35 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten ANP.
10.05 De Ramblers.
10.30 Gramofoonmuziek.
10.45 C. Steyn's accordeonorkest en solist.
II.15 Gramofoonmuziek.
11.3012.00 Orgelspel.
Hilversum n. 301 m.
N CRV -uitzending. 6.807.00 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
gr.platen).
8.30 Gramofoonplaten.
9.30 Gelukwenschen.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Ensemble van der Horst.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Vervolg concert.
2.00 Orgelspel.
3.00 Christelijke lectuur.
3.30 Hobo, fluit en piano.
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor jongens en meisjes.
5.45 Gramofoonmuziek.
5.55 Land- en tuinbouwhalfuur.
6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan-
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 De scherts in de muziek, causerie (met
gr.platen).
7.45 Reportage.
8.00 Berichten A.N.P. Herhaling S.O.S.-be
richten.
8.15 Arnhemsche Orkestvereen. en soliste
9.00 De Wederkomst des Heeren, causerie.
9.30 Vervolg concert. (Om 10.05 Berichten
A.N.P.).
10.30 Gramofoonmuziek.
10.45 Gymnastiekles.
11.0012.00 Gramofoonmuziek. Na afloop:
Schriftlezing.
Peter Cradd deed wat hem verzocht was.
Op zijn zachtst uitgedrukt, was het zeil een
zeer onvoldoende afscheiding, want toen het
op een gegeven oogenblik eensklaps oversloeg,
kreeg hij iets te zien, dat hem half met genot,
half met schaamte vervulde. Zij was juist be
gonnen om het bovengedeelte van haar
costuum over het hoofd te trekken. Hij keek
een anderen kant uit, met het onbehaaglijk
gevoel dat zij den spot met hem dreef. Het vol
gende oogenblik hoorde hij haar parelend
lachje en het was een zeer aangenaam ge
luid bovendien.
„Al klaar," zei zij. „Ik zie er zeer behoorlijk
uit. Wij zullen maar geen schoenen aantrekken
wel? Weet u zeker mij te kunnen helpen?"
„Laat mij eerst gaan en probeeren," ver
zocht hij. „Ik heb u vooruit gezegd, dat ik
sedert lang niet gezw ommen heb."
Toen ondervond hij opnieuw een van die
groote hearlijke zaligheden van dit nieuwe be
staan. Hij dook voorzichtig in het blauwe, door
zichtige water, voelde het aan alle kanten,
voelde zich veerkrachtig naar de oppervlakte
gedreven en wentelde zich een oogenblik op
zijn rug. Hij spreidde de armen uit en deed
een paar slagen de zon op zijn gezicht, ter
wijl het water zich als een fluweelen laken
om hem heen sloot. Hij gooide zich om en
zwom om de boot heen. Iedere slag was een
genot. Hij werd zich bewust van een kracht,
die hij zich nooit in zich aanwezig geacht
had; hij wilde die nieuwe en verrukkelijke ge
waarwording door zijn geheele lichaam voe
len.
„O, het gaat best. dat zie ik al!" riep de
jonge vrouw opgeruimd. „Kijk ui' daar
kom ik!"
Ze deed het vrij onhandig, en plaste hevig,
maar door een aanraking van zijn hand kwam
zij weer boven. Zij zwommen zij aan zij, ter
wijl Large een paar bootslengten achter hen
volgde. Geen van beiden sprak. Peter Cradd
was zelfs te gelukkig om te denken. Er kwam
slechts één vaag vermoeden bij hem op dat
hij misschien een tweede persoon in de wereld
gevonden had, die zijn hartstochtelijke be
hoefte aan rust deelde. Zij zwom langzaam,
maar met een opgetogen uitdrukking op haar
gezicht. Met zijn hulp, die door een stom ge
baar ingeroepen werd, wentelde zij zich op
haar rug, en het leek hem dat zij vervuld was
met denzelfden wensch, die zijn bloed sneller
had laten stroomen om zich te geven aan
den oceaan, om de innige verlangens van alle
beminnaars van de zee op de wereld op vage,
overstelpende wijze te ondervind-n.
Eindelijk werden zij door Large gewaar
schuwd.
„Zeg eens, jongelui, jullie zijn er een half
uur in geweest. Is het nog niet genoeg?"
Zij zwommen naar de boot. Large trok hen
met zijn groote rechterhand aan boord en nu
lagen zij, blank en glinsterend, weer .zij aan
zij.
„Laten we ons niet aankleeden," verzocht
zij. „Wij zullen ons zoo laten drogen."
Peter Cradd, die altijd een beetje bezorgd
voor zijn gezondheid geweest was, omdat een
ziekte mét zooveel onkosten gepaard ging, en
op regenachtige dagen voor dat kleine eindje
naar den bus zelfs overschoenen aantrok,
Uchte van verrukking, toen hij zich uitstrekte.
Hij had een zoutsmaak in zijn mond, het zout
brandde op zijn lichaam. Zij wierp een slip
van de deken over bijn beenen.
„Man, je bent spierwit!" riep zij uit. „Je
moet niet zoo hard van stal loopen. Hier!"
Zij nam een flesch, knielde naast hem en
wreef zjjn beenen met een soort olie in. Hij
lag als in trance. Iedere aanraking van haar
vingers was een genot. Toen rij klaar was,
paste zij dezelfde bewerking op zichzelve toe,
hoewel haar beenen al aardig bruin begon
nen te worden. Toen stevende zjj verder naar
d n verren, blauwen horizon. Large keek om
zich heen met het alles omvattende oog van
den zeeman.
„Ik denk, dat ik u voor de lunch aan het
Zeemeeuwen Eiland aan land zal zetten,"
stelde hjj voor, „De juffrouw is daar meer
geweest, 't Is een heerlijk plekje om wat
uit te rusten."
„Een paradijs," mompelde zij slaperig.
Ik heb niet eens eetwaar meegenomen!"
riep Peter Cradd uit. „Niet dat het er veel op
aankomt," liet hij haastig volgen. „Ik geef
nooit veel om eten oj den dag. Is er op het
Zeemeeuwen Eiland iets te krijgen?"
Large grijnslachte.
„Er rijn daar zeemeeuwen in overvloed,"
zei hij, „maar zij rijn niet bizonder smakelijk
om te eten."
De jonge vrouw glimlachte geruststellend.
„Ik heb méér dan genoeg", merkte ze op.
„Ik houd altijd de helft over, ei Large zorgt
voor richzelven. Wij hebben daar ook ergens
drinkwater ontdekt."
Haar metgezel dacht aan den omvang van
haar pakje, en wees haar denkbeeld af.
„Ik zal wachten, tot ik thuisgekomen ben,"
hield hij vol, „maar er lekkertjes bij gaan lig
gen en indutten, terwijl u uw brood opeet."
„Wij zullen zien," klonk het slaperig. Is
het niet zalig, om je lekker in de zon te laten
drogen?"
Gedurende een paai minuten stak de wind
heviger op; de boeg werd omgegooid, tot zij
'n smalle kreek inzeilden, met rotsachtige en
kiezel^chtige bedding. Large liet het anker
vallen, en het meisje stond met weerzin uit
haar liggende houding op.
„Voorzichtig uitstappen," waarschuwde de
schipper. „De bodem is steenachtig."
Op aanraden van Large trokken zij hun
schoenen aan en strompelden naar een met
gras begroeid uitsteeksel op den wal ge
durende het natte jaargetijde een moeras-
land, dat voor ieder getij openlag, maar nu
een lieflijke oase, met schaduw aan de andere
zijde van de heuvels, voor iemand die haar
zocht. Large volgde hen in zijn zeelaarzen
overhandigde de jonge vrouw haar pakje, en
wees met zjjn duim naar een verren heuvel..
(Wordt vervolgd.)