Geleidelijke uitbreiding van onze weermacht RADIO Verbouwing van Paleis Soestdijk bijna gereed de don juan door EDGAR RICE BURROUGHS Overhaasting zou tot ernstige moeilijkheden leiden Vier paarden en negen koeien verbrand Hij lustte geen broodje met kaas PROGRAMMA No. 32. Clayton zag, dat het Thuran was, nu vlak hij hem. Hij hoorde een akelig gelach, iets laakte zijn gezicht aan, hij verloor het be- bijna waanzinnige man de kan met het wei nige water en dronk deze tot op de laatste wustzijn. Met een kreet van triomf greep de druppel leeg. Uren daarna, toen Clayton weer tot zichzelf kwam, bemerkte hij, dat hij drijfnat was door de stromende regen, die op zijn lichaam en naar boven gekeerd ge zicht was gevallen. Een hevig tropisch on weer was boven hen losgebroken. Het had ook het meisje weer tot bewustzijn gebracht. Terwijl Clayton zich trachtte op te richten, ontsnapte hem een lichte kreet van vreugde. Jane keek hem aan, hij wees haar naar iets en op nog geen honderd meter van hen van daan zag zij een gele kust 'en daarachter het lichte gebladerte van een tropisch woud. Juist .op dat ogenblik schuurde de boot over het zand. Met vereende krachten strompelde de drie schipbreukelingen naar het strand. Daar aangekomen waren ze zo uitgeput, dat zij gin gen liggen slapen tot de duisternis inviel. Op dezelfde stralende tropische morgen ver het binnenland in verdreven Tarzan en zijn krijgslieden hun kannibalistische gevan genen uit Tarzans nieuwste koninkrijk en maakten hen zo bang, dat ze het wel niet meer zouden wagen ooit nog zijn volksstam aan te vallen. Na zijn terugkeer begon Tar zan voorbereidselen te treffen voor het vor men van een expeditie om de ruïnes van de gouden staa te zoeken, die de oude Waziri sen e> icTte hem beschreven had. (Nieuwe spelling.) iVan onzen militair-deskundigen medewerker Nu de reorganisatieplannen van onze weermacht in de Tweede Ka mer met groote meerderheid zijn goedgekeurd, mag verwacht worden, dat ook de Eerste Kamer haar goed keuring aan deze plannen zal hech ten. Dan zal de in militaire krin gen reeds lang verbeide uitbreiding van de weermacht eindelijk haar be slag krijgen. De volledige consequenties van deze uit breiding zullen eerst op 1 April 1939 waar neembaar zijn, als voor de tweede maal een lichting van 32000 man gedurende 11 maan den onder de wapenen komt. Dan zullen voor het eerst twee lichtingen onder de wapenen zijn, aangezien reeds op 1 October 1938 een lichting van 32000 man voor den tijd van 11 maanden wordt ingelijfd. In vooraanstaande militaire kringen wordt het feit, dat de volledige uitbreiding eerst in April van het volgend jaar haar beslag krijgt ten zeerste toegejuicht. Hoezeer men er in deze kringen ook van overtuigd is, dat de thans op handen zijnde reorganisa tie op zichzelf nog beneden de minimum- eischcn blijft, men ziet wel degelijk in, dat een overijlde uitbreiding tot ernstige moeilijkheden zou leiden. Tekort aan kader. Zelfs indien alles bij het oude ware ge bleven zou er een tekort aan kader zijn ge weest, maar nu het leger aanzienlijk uitge breid wordt, doet dit tekort zich in nog veel heviger mate gelden. Men ondervindt nu de naweeën van de opheffing der onderofficiers opleiding te Kampen. Zoo spoedig mogelijk moet in het nijpend tekort aan kader wor den voorzien, maar het gevolg zal toch al tijd blijven, dat het groote contingent dienst plichtigen in de eerste jaren door een jong, pasgevormd en onervaren kaderkorps moet worden opgeleid. Deze moeilijkheid bestaat evenzeer ten aanzien van de officieren, want de reorganisatie doet de behoefte ont staan aan 550 nieuwe officieren, waarvan voor de infanterie alleen al 346. Voorts ver- eischt en reorganisatie voor de infanterie- 1586 nieuwe onderofficieren. Ten aanzien van de infanterie staan de reorganisatieplannen reeds vrij scherp om lijnd vast. De lichting van 1 October 19^8 zal op 1 Maart, dus na een opleidingstijd van 5 maanden, naar de grens worden ge dirigeerd. De opleidingen vormen de eerste bataljons, de grensploegen de tweede batal jons der onderscheiden regimenten, die op zichzelf met het oog op de grootere lichtin gen met één compagnie zullen worden uit gebreid. Voorts zal er een tweede regiment wielrijders in het leven worden geroepen. Deze uitbreiding vereischt reeds 124 offi cieren en 508 onderofficieren, terwijl voorts de grcnsbataljons een vergroot ing van het kader met 282 officieren en 1078 onderoffi cieren noodzakelijk maken. Men stond nu voor de moeilijkheid dit aanzienlijke tekort aan kader te dekken. Hiertoe zijn diverse maatregelen genomen. In de eerste plaats zijn er verkorte cursus sen voor opleiding tot officier bij de K.M.A. opengesteld. Aan deze verkorte opleiding nemen 84 candidaat-officieren deel, te we ten 50 voor infanterie, 3 voor cavalerie, 19 voor artillerie, 5 voor administratie en 7 voor genie. Op 1 October van dit jaar levert deze ver korte opleiding derhalve 50 infanterie-offi- cieren op, terwijl er dan bovendien nog 29 officieren van de normale opleiding tegen dien tijd afgestudeerd zullen zijn. Op deze wijze heeft men dus reeds 79 nieuwe offi cieren. Voorts zullen er 160 offiieren van het reservekader overgaan naar het be roepskader. De 210 officieren, die op deze wijze tot het beroepskader zullen overgaan staan voor een zeer moeilijke taak. Niet alleen dat zij door hun minder volledige opleiding niet ten volle de stof beheerschen, die zij kennen moeten, maar bovendien stellen de vergroote lichtingen op zichzelf reeds hoogere eischen dan voorheen het geval was. Het tekort van ruim 100 officieren, dat bij de infanterie nog altijd zal blijven bestaan, wordt voorloopig gedekt door reserve-officieren, die tijdelijk in dienst blijven. Bovendien schijnt het in de bedoeling te liggen ook het volgend jaar een verkorte opleiding tot officier bij de K.M.A. open te stellen. Het capitulantenstelsel. Het is echter niet alleen het vraagstuk der officieren, dat de aandacht vraagt van de legerleiding. Ook het onderofficierskader is een zorgenkindje. In eerst instantie zal in het tekort worden voorzien door 650 nieu we capitulanten. Of deze oplossing bevredi gend is dient te worden afgewacht. Tot dusver was men over het algemeen niet zoo bijster te spreken over het capitulan tenstelsel. Een verbetering zou het ook zijn, indien het zakgeld der capitulanten een weinig verhoogd kon worden. Opvallend is het, dat men bij de legeruitbreiding weinig aandacht be steed heeft aan officieren van ge zondheid en administratie, alsmede aan de geestelijke verzorging. Ver wacht mag worden, dat hiervoor aanvullende voorzieningen zullen volgen. Ook de verbetering van het materiaal kan niet zoo snel in zijn werk gaan als men misschien wel zou willen, omdat men an ders voor een tekort aan geschoold perso neel zou komen te staan. Toch zal echter binnenkort de invoering van een modern anti-tankkanon, het pantsergeweer en de tankbuks tegemoetgezien kunnen worden, zooals ook de commandant van het veldle ger luitenant-generaal J. J. C. baron van Voorst tot Voorst nog onlangs in zijn rede op de Algemeene Vergadering van de Ver- eemiging van Nederlandsche Reserve-offi cieren deed uitkomen. Ook nieuwe vecht- en pantserwagens en nieuwe luchtdoelartille rie zijn op komst en al deze verbeteringen vereischen veel en goed geoefend personeel. Het zou geheel verkeerd zijn reeds thans de bewapening tot het uiterste op te drij ven, zonder dat er voldoende bedieningsper soneel aanwezig is. De groote kwestie is thans zoo snel moge lijk geoefend personeel te kweeken. En wat dit betreft zijn we thans op den goeden weg De thans aan de orde zijnde reorganisatie ligt binnen de grenzen van het bereikbare en zij heeft dan ook over het algemeen wel de instemming van de hoogere militaire autoriteiten al hoopt men in deze kringen uiteindelijk op verdere uitbreiding. Thans is het zaak de reorganisatie goed ten uitvoer te brengen. Vooral voor officie ren en onderofficieren breekt een moeilijke tijd aan. Film- en turnzaal. Het „Algemeen comité tot aanbieding van een nationaal huwelijksgeschenk" deelt ons het volgende mede: De verbouwing van den Baarnschen vleugel van het paleis Soestdijk tot Prinselijk kwartier is thans zoover gevorderd, dat dit dn gebruik kon worden genomen, al zal de afwer king van een deel der vertrekken nog eenigen tijd vereischen. Aart de achterzijde zijn gelegen de kamer van de Prinses, die van de Prins, de eetka mer en de ontvangkamer-bibliotheek, wel ke vertrekken op een groot terras uitkomen, van waar af men een prachtig uitzicht heeft in het park met den vijver. Boven de ze kamers werd de slaapkamer-afdeeling ingericht. Volop zon in de kinderkamers De kinder-sHaapkamer is boven de speel kamer gelegen aan het begin van den ron den vleugel. Deze vertrekken konden zoo danig worden gesitueerd, dat zij volop zon krijgen. In den ronden vleugel bevinden zich ook de vertrekken voor de logé's en het perso neel, terwijl de keuken-afdeeling en verdere dienstvertrekken in de benedenverdieping plaatsing vonden. Aan de achterzijde van het Pa leis werd een filmzaal aangebouwd, die wordt uitgerust met een volledi ge geluidssmalfilminstallatie, terwijl tenslotte nog te noemen is de turn zaal, die aan het einde van den ron den vleugel is gelegen. Aangezien het Prinselijk Paar voor de in richting van alle kamers persoonlijk aan wijzingen geeft en hiervoor nog niet ten volle gelegenheid was in verband met het verblijf van Hunne Koninklijke Hoogheden te Amsterdam, kon de meubileering nog niet geheel worden voltooid en zal het nog eenigen tijd duren alvorens afbeeldingen voor publicatie kunnen worden gemaakt. In den vorige nacht is door nog niet be kende oorzaak even buiten Winschoten, aan het Winschoter Oosterekide, de kapitale boerderij, bewoond door den heer Chr. E. Dijkema, totaal afgebrand. De brandweer uit Winschoten bestreed bet vuur. Zij kon echter niet voorkomen, dat alles een prooi der vlammen werd. Van den inboedel kon niets worden gered. De oogst 1937 ging geheel verloren. Door den grooten vuurgloed was het onmogelijk om vijf paarden en negen koeien uit de stallen te halen. Deze kwamen in de vlammen om. De schade bedraagt zeventigduizend gulden De heer Dijkema was verzekerd. Man gaat zijn vrouw met scheer mes te lijf. Gisterenmorgen heeft in een gezin over het IJ te Amsterdam een huiselijke oneenig- heid gevolgen gehad, tengevolge waarvan de vrouw in het Binnen Gasthuis, de man op het politiebureau terecht kwam. Daar de vrouw reeds eenigen tijd lijdende is, is er hulp van Huisverzorging in huis. Sinds dien schijnt het tusschen het echtpaar niet zoo te boteren en komen er om kleine hui selijke aangelegenheden wel onaangenaam heden voor, waarvoor de man zijn vrouw aansprakelijk stelt. Gistermiddag ontdekte de heer des hui zes aan het ontbijt, flat hij kaas op zijn brood had: alweer kaas! Dit feit wekte zoodanig zijn ongenoegen, dat hij in drift ontstak. In dien redeloozen toestand greep de man naar zijn scheermes en ging er zijn vrouw mede te lijf. Buren, die op het gerucht te hulp snel den, waarschuwden den G. G. en G. D., die de gewonde vrouw naar het Binnengasthuis vervoerde. Met snijwonden aan borst en gelaat is het slachtoffer opgenomen. De man is op het bureau Adelaars weg aan een verhoor onderworpen. VRIJDAG 7 JANUARI 19S8. Hilversum I. 1875 m. (Tevens over den Jaarsveldzender op 415,5 m.). 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.80 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO, 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.10 Vervolg declamatie. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00 Otto Hendrik's Ensemble en gramo foonmuziek. 2.00 Voor de vrouw. 2.30 Lyra-trio. 3.15 AVRO-Dansorkest. 4.00 Gramofoonmuziek. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel. 6.00 Amateurs-uitzending. 6.35 Politiek radio-journaal. 6.50 Voor de vrouw. 7.20 Gramofoonmuziek. 7.25 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 „Driekoningen", lezing. 8.00 Utrechtsch Kamerorkest, m.m.v. solist. 8.30 .Amerika en de idee van een interna tionale kindergemeenschap", causerie. 9.00 Operaconcert. 10.00 „Fantasia". 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. 11.00 Pianovoordracht. 11.30 Jazz-muziek (gramofoonplaten). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n. 301 m. Algemeen Programma, verzorgd door de KRO. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Bijbelsche causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. I.30 KRO-orkest. 2.15 Gramofoonmuziek. 2.30 Modern Klein-orkest en gr.muziek. 3.45 Gramofoonplaten. 5.15 De KRO-Melodisten m.m.v. solist. 6.00 Land- en tuinbouw halfuur. 6.20 Gramofoonplaten. 6.35 Vervolg KRO-Melodisten. 7.00 Berichten. 7.15 Luchtvaartcauserie. 7.35 Bedrijfsreportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 KRO-orkest en de KRO-Boys, m.m.v solist. 9.05 Cabaret. 9.25 KRO-Orkest. 10.00 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Bela Kiss' orkest. II.0512.00 Gramofoonplaten. FEUILLETON. In die dagen van strijd was Peter Craddjs Verbeeldingskracht verbleekt, en of hij liefhad en of men hem liefhad, was hem Onverschillig geworden. De "ieu ten_ mode van korte rokken, het °Penhj jk_ toonstellen van hun bekoorlijkheden het prik kelen van het sekse-instinct, waa^°°Lkken van zijn vrienden onrustige «ogenblikken doorleefd hadden, hadden hem volkom gelaten. Hij was Mr. Peter CraddI met een gezin dat de kinderschoenen ontwassen oen ontoereikend inkomen, die o S verkocht en 's avonds vroeg naar bed gtnr uit vrees, dat hij den anderen mor^ zou Zijn en niet ijverig genoe<r in den tre molen zou kun- n mcc'oopen. En toch Mjl hij daar lag, vioeg bij zicli au v waren Peter Cradd wel ooit gekend had, of hij, per slot, geen lijdelijk slachtoffer van de omstandigheden geweest was. Hij draaide zijn hoofd weer naar haar toe, en een aangename trilling doorliep hem, toen hij een glimlachje om haar gesloten lippen zag spelen. Toen dacht hij met 'n schrik aan zijn leeftijd. Wat 'n oude snoeper om aan zulke gedachten toe te geven, en met bonzend hart te liggen kijken naar een fneisje, dat half zoo oud was als hij! Ja, weliswaar was zij aan trekkelijk, wat wat ging hem dat aan een reiziger in leer van middelbaren leeftijd zelfs al was hij zoo rijk geworden als Croe sus? Het lag waarschijnlijk in haar toekomst om met een veelbelovend kantoorbediende of handelsreiziger te trouwen, een landhuisje te bewonen, alles van de liefde te genieten wat de jeugd geven kan, het genot van het moe derschap te smaken, en haar kinderen te zien opgroeien. Ja, daarvoor was zij bestemd. En indien de strijd haar eens te zwaar mocht vallen en zij werd wat Harriet geworden was''Hij huiverde. En toch, Harriet was op haar manier vrij knap geweest, toen zij hem had weten over te halen met haar te trou wen Het was een leven, dat tot het toppunt van saaiheid zou kunnen leiden, een werk tuigelijk bestaan, dat het groote kerkhof was van alle verbeeldingskracht, de brandstapel van alle schoonere levensvreugden... Een briesje woei hem plotseling den geur van wilde lavendel toe. De zon was begonnen on zijn beenen te branden, een onbekende vo- vel zong ergens zijn lied. Peter Cradd s korte ooUnblfkken van overpeinzing waren voorbij, vun brein hield met werken op, zyn zinnen, ?oor een nieuwe en tintelende warmte verhit, namen hem in bezit. Eileen had haar oogen '•eopend. Zij boog zich tot hem over, glim lachte tegen hem, en woelde met haar vingers door het zand. „U is een grappige man," zei zij. „Ik heb u alles van mij verteld, en u luisterde, maar heeft nauwelijks uw mond open gedaan. Ver tel mij van uzelven." „Daar is niets van te vertellen, antwoordde hij, niet begrijpend waarom hij opeens met zulk een dikke tong sprak. Zij schoof nog wat dichter bij hem. ,,U kijkt naar mij alsof ik erg in uw smaak val," lispelde zij. „Is dat zoo?" „Zeer." Er gleed een wolk over haar gezicht. „Er was een tijd, dat ik het prettig vond als mannen mij zoo aanzagen," zuchtte zij. „Maar tegenwoordig niet meer zoo erg, geloof ik. Ik denk och kom, wat doet het er toe? Uw naam is Peter Cradd, en u heeft zich pas uit de zaken teruggetrokken. Is u getrouwd?" „Ja," Dat scheen haar te verbazen. „Kinderen?" „Drie," antwoordde h(j. „Van vijftien, zes tien, en zeventien." „Een echte huisvader," merkte zij op, het zand door haar handen latende glijden. „Dat moogt u wel zeggen," gaf hij toe. „Wat zouden zjj wel zeggen, wanneer z(j u met mij hier zagen liggen beiden half naakt?" ging zij voort, met een blik naar haar beenen. Hij dacht even na. Toen begon hij te lachen, eerst in stilte, tot zich bij zijn ooghoeken eendepootjes vormden. „Dat weet ik niet," zei hij. „Zooiets is mij in mijn leven nog niet overkomen. Ik kan me niet voorstellen wat zij zouden zeggen." „Waarom is~rii er in uw vacantie in uw eentje op uit gegaan?" vroeg zij. „Och, een van de redenen is misschien, dat een vacantie van dezen aard niet in hun smaak zou vallen. Hun smaak is bij allen dezelfde. Zjj willen gaan waar een pier is, en een bioscoop, en winkels, en een menigte menschen om naar te kijken. Maar ik ben juist vurig verlangend geweest naar hetgeen ik nu doe, misschien zonder er mij ooit reken schap van te geven, mijn levenlang. De mogelijkheid daartoe is mij eerst onlangs ge opend." „Een soort andere opvatting dan de uwen, dus?" vroeg zij. „Totaal anders," antwoordde hij met vuur. Nu lag zij op haar zijde, het gezicht naar hem toe, en leunde op haar elleboog in het zand. „Ik zou u niet voor een reiziger of zooiets gehouden hebben," begon ze weer. „Als u mij gezegd had, dat u een leeraar, een onder wijzer of zoo iets van dien aard was, zou het mij geen zier verwonderd hebben. U kijkt soms alsof u een akelige massa weet, en dan weer kijkt u als een onschuldig kind." „Ik weet heelemaal niets," antwoordde hij langzaam. „Ik weet niets van het leven zelf, niets van boeken, of van de Kunst, of van iets dat meetelt. Ik ben niets dan een arme onwetende, die zijn levenlang heeft moeten ploeteren en plotseling tot stilstand gekomen is." „Tot stilstand?" herhaalde zij, op een toon vol belangstelling. „Zeg mij alstublieft wat u daarmee bedoelt, want ook ik ben min of meer tot stilstand gekomen." „Ik ben een ploeteraar geweest," ver klaarde hij zich nader, „en verrichtte mijn werk om een dak boven mijn hoofd te houden, en als de dag om was, voelde ik mij te moe om iets ter hand te nemen, te moe om te denken, te moe om te hopen, te moe om door een ander levensvenster te kijken dan dat met de smoezelige ruiten tegenover mij. En toen het lijkt vreemd, dat het een zoodanig groot verschil kan maken kwam er geld." „Geld!" riep zij gretig uit. „U is dus rijk?" „Ja," gaf hij toe. „Sedert ongeveer veertien dagen ben ik een rijk man." „Dat zou men u niet aanzien," waagde zij op te merken. Hij glimlachte. „Ik bekommer mij niet zoozeer om mijn uiterlijk: ik heb alles zoo beschikt, dat ze thuis alles hebben wat ze verlangen, en ben weggeloopen." „Wilt u daarmee zeggen," vroeg zij ten hoogste verbaasd, „dat ze bij u thuis niet weten waar u is?" „Zij hebben er geen flauw denkbeeld van," antwoordde hij, met een knipperen met zijn oogleden. „Dit is de eerste escapade in mijn leven." „En u geniet er van?" ,,'t Is de hemel." Zij trok een lange grasspriet uit en begon er peinzend op te bijten. „Het klinkt zoo vreemd!" riep zH uit „Rijk! Waarom ging u niet naar een van dé voorname hotels om het er eens flink van te nemen?" Hij keek haar peinzend aan. Haar vraag stelde hem eenigszins teleur, maar was vol komen ernstig gedaan. „Wat ik nu doe. is juist altijd mijn vurigst verlegen geweest," zei hij. „U geniet zelve van dezelfde soort vacantie." Zjj knikte. „Dat is waar," erkende zij, „maar ik moest deze soort wel nemen, of anders.-.." „Of wat anders?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7