K.M.V.B.-widstrijden
9
DE
TERUG'
IC
Consternatie in een
bioscoop
Radioprogramma
de don juan
edgar rice
burroughs
Xerxes-CVV 3-0
Haarlem-'t Gooi 1-1
VUC-DWS 12
Feijenoord-Hermes DVS
5-2
feuilleton.
DOOR
«NtimiMMmmmaiiiiiiiiiii
No. 50.
La had nooit de bedoeling gehad, Tarzan
haar atad te doen verlaten, want zij had naar
deze grote man met zijn knap gezicht geke
ken met de ogen van een vrouw en niet met
die van een priesteres. Zg was er zeker van
geweest, dat hij er in zou hebben toegestemd
haar echtgenoot te worden, als zij hem voor
de keuze had gesteld met haar te trouwen of
ter dood te worden gebracht op het altaar.
En nu was hij teruggekomen, zo maar uit de
lucht komen vallen. En hij doodde haar pries
ters alsof ze een troep schapen waren. Voor
een ogenblik vergat ze haar slachtoffer en
voordat ze haar gedachten weer had kunnen
verzamelen, stond de blanke man voor haar,
met wie de vrouw, die op het altaar had gele
gen, in zijn armen. „Eens, La," riep hij,
„heb je me gered, daarom zal ik je geen
kwaad doen; maar verroer je niet, of ik dood
jou ook!"
Terwijl hij sprak liep hij achter haar naar
de ingang van de ondergrondsche ruimte.
„Wie is zij vroeg de hoge priesteres, terwijl
zij op de bewusteloze vrouw wees. „Zij is de
mijne," "zei Tarzan van de Apen. Een ogenblik
stond het Opar-meisje doodstil met wijd open
ogen en staarde voor zich uit. Het hopeloze
van haar verlangen overviel haar in al zijn
omvang. Tranen welden in haar op en plotse
ling snikte zij het uit. Toen zij op de koude
vloer neerzonk, wilde een zwerm vreesachtige
mannen achter haar wegvluchten voor de
aapman. Maar Tarzan van de Apen was ner
gens meer te zien. Met een snelle sprong was
hij verdenen in de gang, die naar de schacht
leidde. De mannen van Opar lachten en
gnuifden al vol leedvermaak, want zij dach
ten, dat er geen uitgang in de schacht was.
(Nieuwe spelling.)
Uaet&al
Xerxes heeft Westdijk Inplaats van De
Jong als rechtsbuiten, omdat laatstgenoemde
voorloopig niet meer zal spelen, terwijl de
Voor dezen wedstrijd nog geschorste Van Oort
Vervangen wordt door Vuyk en Scheffers als
invaller optreedt voor Dubbeldam. CVV mist
De Graaf, voor wien Schoone van de partij
is. Het spel had veel te lijden van het zware
terrein en den feilen wind, waardoor er her
haaldelijk mistrappen te zien werden gegeven.
Xerxes was over het algemeen iets meer in
het offensief, zij zette meermalen le aanval
len heel goed op, maar aan de afwerking
ontbrak te veel. Daarbij kwam, dat doelman
Kruidenier en de beide backs van CVV, van
der Horde en Mastenbroek tenvolle voor hun
taak berekend waren. Eenmaal was Kruide
nier al gepasseerd, maar hij herstelde zich
nog tijdig genoeg om den bal van de doellijn
te kunnen weghalen.
Toen CW wat meer in actie kwam, bleek,
dat ook de verdediging van Xerxes er zeer
scherp het oog in had.
Aanvankelijk was CW in de tweede helft
iets sterker en de verdediging der thuisclub
moest dan ook herhaaldelijk alle zeilen bij
zetten om doelpunten te verhinderen. Lang-
zemarhand werkte Xerxes zich weer los en
na 24 minuten gaf Lagendaal met een harden
schuiver in het uiterste hoekje zijn club de
leiding (1—0).
CW gooide er toen nog een schepje op.
zoodat doelman Damme druk werk kreeg, dat
hij prachtig verrichtte. Er ontstond een scrim-
mage voor het Xerxes-doel, waarbij de lat
eenige malen werd ingezet, maar even zoo
vaak weer werd weggewerkt. Vijf minuten
voor het einde maak't Westdijk een keurig
doelpunt, dat scheidsrechter Kotte, die weer
kromme beslissingen gaf, om volkomen on
begrijpelijke redenen ongeldig verklaarde."
Direct daarna bracht Vuyk met een kopbal
toch den stand op 20. En in de laatste mi
nuut profiteerde W .atdijk handig van een
fout in de CVV-verdediging door er 30 van
te maken.
Gedurende de eerste helft was het voortdu
rend een strijd tusschen de Haarlemsche aan
val en de 't Gooi-verdediging. Haarlem had den
storm in den rug. Vooral Cohen in het 't Gooi-
doel weerde zich geducht en wist talrijke scho
ten te keeren. Na ongeveer zes minuten, nadat
reeds eenige hoekschoppen op het 't Gooi-doel
genomen waren, wist Smit bij een dezer aan
Haarlem de leiding te geven. Goed spel was
vrijwel onmogelijk. Over het geheel genomen
speelden de roodbroeken wel wat te veel met
het idee: „wij winnen toch wel". Er werd vrij
wel zonder overleg maar getrapt. De spora
dische 't Gooi-aanvallen leverden voor de Haar
lem-verdediging niet veel gevaarlijke momen
ten op. De nieuwe doelverdediger Boeree kreeg
enkele tamme schoten te keeren.
Vermelding verdienen eenige goede schoten
van Smit, welke de zeer beweeglijke Cohen
goed wist te keeren.
Veel aantrekkelijks bood de strijd niet.
Kort voor rust kreeg 't Gooi nog een goede
kans voor den gelijkmaker, maar de linksbui
ten kopte leelijk over. Met een magere 10
voor Haarlem brak de rust aan.
Na rust zat er over het algemeen meer fut
in het spel. Vooral Haarlem begon goed. Het
spel was nu ook meer verdeeld.
Toch duurde alles voor doel te lang, waar
door de verdedigers steeds kans kregen in te
grijpen. Scheidsrechter Vermeer bleef volhar
den in eigenaardige beslissingen. Eens ontging
hem een zeker „hands"-geval binnen het straf
schop gebied, waardoor 't Gooi een strafschop
misliep. Langzaam maar zeker kwam 't Gooi
wat meer in den aanval, in hoofdzaak door
grooter enthousiasme. Goede schoten van N.
Cohen gingen naast of over. Succes bleef dan
ook voor hen uit.
Eindelijk echter, circa 10 minuten voor tijd,
wist Kruyswijk voor 't Gooi een kans bij een
doel worsteling te benutten (11). Haarlem
zette er alles op om het verloren terrein te her
winnen. Eenmaal had De Winter pech, toen hij
van dichtbij tegen de bovenlat schoot.
Tegen het einde werd 't Gooi-doel belegerd.
In den stand kwam echter geen verandering
meer, zoodat gelijk spel (11) het resultaat
bleef.
In een aantrekkelijken wedstrijd heeft VUC
op het nippertje van de Amsterdamsche kam-
pioenscandidaten verloren, waarbij moet wor
den aangemerkt, dat het VUC in dezen wed
strijd beslist heeft tegengezeten. Met eenig
geluk had het gemakkelijk een gelijk spel
kunnen worden, dank zij vooral het werk van
de gebroeders Harder, die het Caldenhove zoo
lastig hebben gemaakt, als hij het in menigen
internationalen wedstrijd niet zal nebben ge-
nad.
De score bleef langen tijd blank, doch na
34 minuten wist DWS eindelijk het net te vin
den. Een prachtige voorzet van Drager werd
door Wiertz fraai ingekopt, waardoor de
stand 01 werd. Nog geen minuut later gaf
Melchers een afgemeten pass naar den vrij
staanden B. van Stokken, die naar voren
snelde en met een hard schot den stand op
02 bracht.
Dat zag er voor VUC even somber uit,
doch de achterhoede van de zwart-witten her
stelde zich goed en werd verder niet meer
gepasseerd. Hqjt duurde tot zes minuten voor
tijd, eer VUC er in slaagde een tegenpunt
tot stand te brengen, nadat tevoren Mieras
een keer tegen de lat had gekopt. Van Gelder
kreeg een vrijen schop wegens hands te
nemen, en dank zij een listigheid je van J. C.
Harder, werd deze in een doelpunt omgezet.
VUC bleef sterk aanvallen, doch slaagde er
niet meer in gelijk te maken, zoodat met 12
het einde kwam.
Dat Feijenoord den zwakken broeder uit
Schiedam zou neerslaan, was natuurlijk; wel
te verwachten en toen het spel een kwartier
oud was, was de stand dan ook al 2—0. Het
had er toen allen schijn van, dat de Feijen-
oorders hun tegen tegenstanders absoluut
overspelen zouden. Het kwam echter anders
uit. HDVS wist zich aan den druk te ont-
wostelen en het spel meer naar het midden
veld te verplaatsen
Daar Feijenoord
weer zeer ver op
gedrongen was,
kregen de Schie
dammers toen nog
al eens kans voor
een doorbraak.
Borrani was in
deze periode de
gevaarlijkste man
en meermalen
plaatste hij den
bal goed voor het
doel. Daar bleef
echter de Feijen-
oordverdediging
meester van het
het terrein.
De Feijenoord-
aanval, waar Vente
eerst als rechtsbinnen en later als midden
voor een zeer goede wedstrijd speelde, (hij
was dan ook de maker van de beide doel
punten), zag geen kans voor de rust het
Schiedamsche net nog eens te vinden, wat
voor een groot deel ook te wijten was aan het
zeer goede verdedigen van Beun.
Na de rust drong Feijenoord al spoedig
weer op naar het vijandelijk doel, waar Beun
handen te kort kwam om het gevaar te kee
ren. Vente zag kans het derde doelpunt te
maken en het vierde kwam kort daarna door
een strafschop, die Kantebeen in een doel
punt omzette. Hermes verdedigde zich wan
hopig en slaagde er weer in het spel te ver
plaatsen. De Schiedamsche schutters hadden
echter geen geluk en op raadselachtige wijze
ontkwam het Feijenoord-doel een paar maal
aan doorboring.
Bij een algemeenen aanval op het Hermes-
doel, was 't Vente weer die geluk had en Beun
voor de vijfde keer het nakijken gaf.
Hermes gaf het echter niet op en vlak voor
het einde wist I. van der Tuin tot twee keer
toe Van Male te passeeren. De eindstand
dus 52.
VENTE
ï?a louuk'savonds
tot uur vóór zonsopgang
zijn geluidssignalen verbo
den: knippert dan met de
koplichten als attentiesein
GELUIDSSIGNAAL VERBODEN
Iets over de brandgevaarlijkheid
van celluloid-artikelen.
De commandant van de Amster-
sterdamsche brandweer, de heer C.
Gordijn Jr. schrijft ons:
Zaterdagavond woonde ik de twee
de voorstelling bij in het Alhambra-
theater te dezer stede. Plotseling
ontstond achter in de zaal een vrij
groote hoeveelheid rook. Het pu
bliek werd onrustig en een deel wil
de overhaast de zaal verlaten.
Na een vluchtig onderzoek en het publiek
erop gewezen te hebben, dat geen gevaar
aanwezig was, keerde de rust spoedig terug.
De oorzaak van de rookverschijnselen
was de volgende:
Ben sigaret smeulde na in een aschbakje.
Een dame wilde deze dooven en gebruikte
daartoe een celluloid haarkam. Deze werd
daardoor tot smeuling gebracht, hetgeen
met de ontwikkeling van veel witte rook
gepaard ging. De dame was zoo kordaat
om zonder een woord te zeggen met de
smeulende kam in haar hand zich van
haar zitplaats te verheffen om de kam naar
buiten te brengen.
Van de zijde der directie werd aanstonds
het zaallicht ingeschakeld. Hoewel het
laatste verplicht is, is toch een woord van
waardeering aan de dame en aan de di
rectie voor beider optreden na het ongeval
op zijn plaats.
De leering, die uit dit ongeval ge
trokken kan worden, is dat men met
celluloid artikelen steeds voorzichtig
moet zijn en nu is het wel waar, dat
men niet steeds vooraf weet of een
voorwerp van celluloid vervaardigd
is, doch men kan aannemen, dat dit
met zeer vele haarkammen, potlood
houders en dergelijke het geval is.
Zoo geraakte dezer dagen een potloodhou
der in smeuling, omdat deze op een branden
de pijp als pijpenstopper werd gebruikt.
Nog gevaarlijker is het celluloid in aan
raking te brengen met een vlam, in welk
geval een zeer snelle en niet groote vlam-
ontwikkeling gepaard gaande verbranding
optreedt.
Door aanraking met smeulende tabak van
een sigaar, sigaret of pijp ontstaan als regel
geen vlammen, doch de reeds genoemde
sterke witte rook, die giftige bestanddeelen
bevat. Men zij dus met voornoemde voorwer
pen voorzichtig en vooral als men met meer
personen, zooals in theater, bioscoop, verga
derzaal, restaurants e.d. tezamen is.
WOENSDAG 2 FEBRUARI 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
VARA-Uitzendlng. 10.00—10.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonplaten.
9.30 „Onze keuken", causerie.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor Arbeiders in de Contlnu-bedrgven.
11.30 „Bestrijding van dé werkloosheid", cau
serie.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.30 „Fantasia" en gramofoonplaten.
I,301.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Kniples.
2.30 Voor de vrouw.
3.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonplaten.
6.00 „De Hamblers".
6.40 Causerie „Fries op de school".
7.00 Koorzang.
7.30 Cyclus „Ons werk en ons geloof".
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 VARA-Orkest.
9.00 Radiotooneel.
9.30 VARA-Orkest.
10.30 Berichten ANP.
10.05 Koorzang (Gr.pl.).
10.30 Gramofoonmuziek.
II.15 Orgelspel.
11.4512.00 Gramofoonplaten.
Hilversum II. 301,5 M.
NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijs
fonds v. d. Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
(Gr.pl.).
8.30 Gramofoonmuziek.
9.30 Gelukwenschen.
9.45 Gramofoonplaten.
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
Ij..15 Ensemble van der Horst.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonplaten.
12.30 Vervolg concert.
I.30 Gramofoonmuziek.
2.00 Sopraan en piano.
3.-00 Christelijke Lectuur.
3.30 Gramofoonmuziek.
4.00 Viool en piano.
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de jeugd.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.00 Land- en tuinbouwhalfuur.
6.30 Taalles en causerie over het binnenaan-
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Boekbespreking.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP. Herh. SOS-Bericluen.
8.15 NCRV-Orkest.
9.00 Causerie „De Wederkomst des Heeren",
(III).
9.30 NCRV-Orkest en soliste.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Dampraatje.
10.20 Vervolg concert.
10.45 Gymnastiekles.
II.0012.Gramofoonmuziek.
Hierna: Schriftlezing,
roman door
e. phillips-
oppenheim
De vicaris trok een stoel bij.: „Het rooken
hindert je niet?"
v jc inei
„Geen sprake van. Geef mij maar een siga-
ret> ik zou een pijp nog niet kunnen hantee-
ren, vermoed ik."
Mr. Barnslow gaf hem een sigaret, plaatste
die tusschen de lippen van Peter Cradd, en
hield er een lucifer bij. Daarna stopte hij zijn
Pijp.
„Wel, dat was een fraai avontuur, dat
Louise en jou overkomen is.!"
,»Zeg dat wel. Ik had mg nooit verbeeld, dat
ler zulke stormen konden woeden. Hoe
hiaakt Miss Barnslow het?"
.„Uitstekend, denk ik," luidde het eenigs-
ans norsche antwoord. „Ze schrijft nooit. In
opzicht is ze nog erger dan ik."
Peter Cradd beschaduwde zijn oogen voor
e zon- Toen sloot hij ze geheel.
„Is ze dan van hier vertrokken?" waagde
hi) te vragen.
„De Cariswoods hebben haar met zich mee
genomen. Later in den zomer zal ze evenwel
weer thuis komen."
Het hoofd van Peter Cradd was een beetje
moe, en hij scheen zich geen goede voorstel
ling van alles te kunnen maken. Zij was weg.
Hij had zorgvuldig tusschen zijn brieven ge
zocht niets van haar. Terug naar de krin
gen, waartoe zij behoorde. Daar was niets
tegen te zeggen. Zij hadden samen een storm
op zee doorstaan hij, Peter Cradd, oud zes
enveertig, met een rouw erg en een
gezin nog erger. De laatste paar dagen had
hij min of meer in een-delirium geleefd. Hij
had zich allerlei visioenen gevormd. Nu keer
de het leven weer terug het ware, nuchtere
leven. Toch kon hij niet nalaten over het on
derwerp door te praten.
„Was het doek beschadigd?" vroeg hij.
„Totaal niet," antwoordde de vicaris. „Hoe
je h tot de laatste minuten hebt kunnen
vasthouden, is haar een raadsel, zegt Louise.
Niemand kan er iets bewonderenswaardigs
aan zien ik ook niet, om je de waarheid te
zeggen maar z. is bijna gek op dat ding,
en zij zal het wel weten."
„Daar ben ik blij om," zei Peter Cradd.
„Je zult nog een tijdje rust moeten houden,"
merkte Mr. Barnslow met een blik op de
bleeke gedaante naast zich op.
„Dat geeft je de gelegenheid om braaf te
lezen, niet?"
„Dat doe ik juist graag."
De vicaris zat zwrgend te rooken. Hij was
een slordig man; zijn sokken hingen over zijn
schoenen. Sokophouders gebruikte hij nooit.
„Ik mag je graag lijden, Cradd." begon hij
weer. „En Louise ook. Ik wensch dat je je
gedwongen rust zoo goed mogelijk besteedt.
Zal ik je eens zeggen wat je noodig hebt,
man?"
,,'t Zal mg aangenaam zijn," mompelde Pe
ter Cradd, die zelf het best wist wat hij noo
dig had.
„Je evenwicht de windstreken van het
levenskompas. Die heb jij natuurlijk niet vast
gelegd. Je bent een kind van zesenveertig
nog erger dan een pasgeboren kind. Je moet
evengoed een massa vergeten als een massa
leeren. En dat zul je. Je hebt een goed verstand
al is het dan niet schitterend. Je zult hier en
daar wijsheid opdoen, en wanneer jbegint te
begrijpen waar je in de wereld aan toe bent,
zul je leeren wat het beste voor je is, welke
dingen het nuttigst voor je zijn, en van welke
je met je vingers moet afblijven."
„Jawel," merkte Peter Cradd nederig op.
„Lezen zal je natuurlgk van dienst zijn,"
ging de vicaris voort, maar qua definitieve
studie, is dat larie. Lees waar je zin in hebt.
Pik er een boek uit. Louise heeft je al een
wenk gegeven, zegt ze, maar ik zou niet te
veel naar haar luisteren. Haar fantasie gaat
soms zoo hoog. Wat denk je van een whisky-
soda? Kan ik mezelf bedienen?"
„Ga uw gang, of bel anders om de zuster."
De vicaris bediende zich liever zelf. Hij
kwam met een vol glas terug.
„Je behoeft niet bang te zijn," hervatte hij,
nadat hij weer gezeten was, dat ik je aanraad
zoogenaamde „godsdienstige" boeken te lezen
Wat de manier waarop je
je familie behandeld hebt, betreft, och, je weet
wat de wereld daarvan zou zeggen maar
leder mensch moet zijn daden tot zekere
hoogte beoordeelen, en geheel en al ongelijk
kan ik je niet geven. Ik heb hen ook gezien,
moet je weten," eindigde hg, een tinteling
in zijn donkere oogen.
Peter Cradd bewoog zich onrustig op zijn
ligstoel.
„Hen kan ik niet helpen," zei hg. Ik zou
hen niet kunnen veranderen. Het met hen
samenwonen zou voor mij een hel op aarde
zijn. Ik heb hun alles gegeven wat zij konden
verlangen, en krijgen zij niet wat ze verwach
ten. dan is het hun eigen schuld."
„Geheel ongelijk heb je niet," herhaalde zijn
geestelijke leidsman.
„Maar nu over jou. Wat ga je doen als je
genezen bent?"
Er straalde meer warmte in den toon van
Peter Cradd door.
„Zoodra mijn nieuwe boot gereed is, huur
ik een jongen, die Ben Large kan helpen, en
wij gaan iederen dag uit zeilen. Wanneer de
zon schijnt, ga ik op een eiland of een zand
bank in de zon liggen lezen. Zoodra mijn arm
sterk genoeg is, ga ik weer zwemmen."
„Dat is alles best," zei zijn bezoeker, „maar
het zal je gaan vervelen."
„Dat weet ik nog niet," was het kalme
antwoord. „Gedurende vijfentwintig jaren heb
ik een weinig meer werk verricht dan van
iemand gevergd mag worden onaange
naam vernederend werk. Ik heb mijn rust
verdiend."
„Dat zal wel zoo zijn," hernam de vicaris,
„maar aan den herfst heb je hier niets
mist, e drassig land. Sr zijn wel mooie dagen
ook, maar de kwade hebben verreweg de
overhand. Je kunt in den herfst beter op reis
gaan, Peter Cradd."
„Dat zou ik kunnen doen. Om te beginnen
met Londen. Ik ken Londen niet."
De vicaris staarde hem met open mond
aan.
„Dè.t Londen, bedoel ik. Of noemt u het
in Londen wonen, als men een huis met zes
kamers heeft in een achterbuurt van Ealing,
met een bus naar de City moet, om in Ber-
mondsey en Tottenham en Shoreditch te
werken en aan lompe en brutale menschen te
verkoopen en 's avonds doodop thuis te ko
men? Is dat in Londen wonen? Ik ben in
mijn heele leven geen twaalf maal den kant
van Piccadilly Circus uit geweest, en als
kleine jongen bracht ik ééns een bezoek aan
het Britsch Museum."
„Je hebt alweer gelijk," erkende zijn vriend.
„Jouw Londen is de moeite waard. En som
mige gedeelten ervan zijn zeer mooi."
Half tegen zijn zin deed Peter Cradd een
nieuwe poging om het gesprek op Louise te
brengen.
„Gaat uw zuster 's winters meestal naar
het buitenland?" vroeg hij.
„Het vorige seizoen was ze in Cannes.
Lady Chriswood heef. daar een villa. Daarna
ging ze naar Florence. Het jaar daarvóór
bracht ze een winter in Florence door. Ja, ze
gaat doorgaans een paar maanden op reis,
soms langer."
„Dan zal zij wel vreemde talen spreken?"
vroeg Peter Cradd.
„O, jawel, en zeer goed. Haar grootmoeder
mijn grootvader was tweemaal gehuwd
was een Italiaansche markiezin, het zit haar
dus in 't bloed Maar in mij niet zoozeer. Op
school probeerden ze mij Fransch en Duitsch
te leeren, maar konden het me niet inpompen.
Er was een tijd, dat ik tamelijk dikwijls Ita-
liaansch moest spreken, maar dat is nu vrij
wel uit. Toch hebben een massa van ons, hier
aan de oostkust, goed Vlaamsch bloed in de
aderen. Cradd. En daar heeft Louise ook een
tikje van overgeërfd? Ze is een zonderlinge
vrouw. Ik wou dat ze maar trouwde."
„Dat zal mettertijd zeker gebeuren
merkte Peter Cradd dapper op.
De vicaris dronk de rest van zijn glas uit
en zette het neer.
„Vermoedelijk wel," antwoorde hij, „maar
zij heeft lang noodig om een besluit te ne
men... Nu moet ik weg. Kan ik iets voor ie
doen Cradd? Zorgt de zuster goed voor je?
makM?"6 praat;ie met J- komen
.Neen, bizondere verlangens heb ik niet
antwoordde Peter Cradd peinzend. „Het was
ardig van u mij eens te komen opzoeken,
vicaris. Kom nog eens terug als u tjjd heeft.
v,rg,e m!ar eens b'J mÜ komen om zijn
spreken* kunnen wg over een jongen
„Ik zal hem morgen bjj je zenden," beloofde
de vicans, „maar leg het kalm aan, Cradd
?v ,ï®5 niet. *e veel bezoeken. Sakkerloot!
begrgp met, waarom jouw geraniums
zooveel mooier bloeien dan de mtjne!"
(Wordt vervolgd.)