i T E R U G I K Een koe kostte vroeger acht gulden Radioprogramma E D G A R R I B U R R O U G C E H S Prov+ Statenlid verdacht van vischdiefstal „Onzedelijke politiek" Twee jongens uit observatiehuis ontsnapt Autobus botst op spoor wegviaduct Vier rijpaarden naar Soestdijk Watervliegtuig verongelukt ■■«■•■(•iiiiumt DOOR lltnHM No. 56. Langs de kust van tropisch Afrika kruiste een Frans oorlogsschip, dat daar patrouilleer de. De eerste officier was luitenant d'Arnot, Tarzans oude vriend. Op zijn verzoek had het schip het anker uitgegooid vlak bij de kleine haven en d'Arnot met enkele anderen kregen verlof om weer eens een kijkje in de hut bij de jungle te gaan nemen. Want er waren verschillende leden van de bemanning, die jaar geleden de opwindende avonturen hadden meegemaakt. Bij aankomst vonden zij de geredden van het jacht van Lord Tenning- ton. Onder zijn verstandige leiding leefden de achttien schipbreukelingen een betrekkelijk veilig en rustig leven. Zij hadden nooit de hoop opgegeven, dat hun vierde reddingsboot gered zou zijn. Toen kwam er op zekere morgen een vreemd en vreselijk schepsel uit de jungle aanstrompelen, juist ten Zuiden van hun kamp. Toen Lord Tennington zijn revolver trok en deze op de half naakte figuur richtte, riep deze zijn naam en rende naar hem toe. Nu zag hij, dat het „Monsieur Thuran" was, eens zijn gast aanboord van de Lady Alice. Toen hem gevraagd werd waar de andere gered den van de vierde boot waren, zei Thuran: „Mijn hemel, het is te verschrikkelijk, ik ben alleen nog in leven en kan hun geschiedenis vertellen. Diep onder de indruk van het droe vige lot van Jane en Clayton trof het kleine gezelschap voorbereidingen om aan boord van de Franse kruiser te gaan. De volgende mor gen zouden zij vertrekken en terugkeren naar de beschaafde wereld. Luitenant d'Arnot liep voor het laatst nog eens alleen langs het strand en dacht aan zijn vriendschap met Tarzan. Plotseling werd zijn aandacht getrok ken door een vreemde stoet, die in de verte naderde. DE GOEDE, OUDE TIJD. In bet begin van de zestiende eeuw kostte het malen van een zak meel in het Noord- Hollandsche dorpje De Rijp één oortje of 1cent. Voor het wasschen van een hoofd doek van fijn linnen betaalde men, aldus het Hsb., bij de zoogenaamde „Brabant- sche waschvrouw", de eenige vrouw uit die buurt, die met zeep kon wasschen, een ei; yoor één stuiver had men in dien tijd veer tig eieren. Ben vette koe bracht acht gul den op, voor een os moest men twaalf gulden neertellen. Een diner voor nog geen i ct! De grootouders van den beroemd gewor den Leeghwater, den man, wiens naam on afscheidelijk verbonden is aan het leegma- len van de Haarlemmermeer, gebruikten eens een maaltijd in Ilpendam, waarvoor de waard hun één blank of 3% cent in reke ning bracht. Bij dien prijs was zelfs het bier inbegrepen. Voor een middagmaal, waarbij onder meer zalm was opgediend, had een bewoner van het platteland, in Amsterdam vijf duiten te betalen, wat wel berekend nog geen drie cent beteekende. In het midden van de zeventiende eeuw kostte een maaltijd, waaraan ook de bur gemeester van Hoorn deelnam, de kapitale som van drie stuivers. Goedkoop reizen. Meester Pieter, de Hoornsche stadsadvo caat, een van de aanzienlijksten uit de plaats, reisde van Hoorn naar Avenhorn voor 'n braspenning ,dat was voor 6% cent en huurde, om van daar naar Haarlem te komen, een schip, waarvoor hij twee stui ver moest betalen. Voor denzelfden prijs kon hij een schuit huren waarmee hij de reis van Haarlem naar Leiden vervolgde. Toch vond men die prijzen niet eens goedkoop. Want meester Pieter genoot een jaarlijksch inkomen van achttien gulden en vier stuivers, wat ongeveer zes-en-der tig cents per week beteekende. In oude boeken kan men lezen, dat men in de vijftiende eeuw in ons land voor een-en-dertig stuiver het volgende kon koopen: een mud tarwe, een mud gerst, een mud rogge, een mud haver, een ton ap pelen,, een vetten kapoen en een kan wijn, en dat voor honderd manden turf nooit meer dan drie gulden werd betaald. De werklieden die omtrent dienzelfden tijd de Sint Anthoniespoort in Amsterdam ,(het prachtige Waaggebouw op de Nieuw- FEÜILLETON. 40. -.Allegorie kan ik begrijpen," zei hij. „Ik kan zelfs met genoegen kijken naar iets, dat nauwelijks anders dan in de verbeeldingskracht bestaanbaar is. Ik kijk, zooals u zegt, niet graag naar fotografieën, maar dit gaat mij baarlijk te hoog. Die naakte schouders, bij- Voorbeeld, met uitstekend sleutelbeen, en die beenen, langer dan ooit eenig mensch in ver houding tot zijn lichaamslengte bezeten heeft. kan ze niet zien, en met sommige van de andschappen gaat het .niet veel beter. Ik heb eens een schilderstuk zien ontstaan," ging h\j Y.?ort- „In 't begin leek het mij iets onmoge- 'Jks. Daar waren lichten, die ik niet begreep, euren, die mij volkomen onnatuurlijk toe dienen, en toch, op zekeren dag, toen de zee uizenhoog opgezweept werd en een hevige j aan raasde, kreeg alles vorm, leven en ge- aante. Hier zou ik een dergelijk wonder moe- «n bijwonen, voordat ik de waarheid van deze c lilderstukken kon erkennen, voordat ze iets °or mij beteekenden." «61 glimlachte, toen ze het gebouw verlieten. markt) bouwden, ontvingen een, dagloon van anderhalven stuiver. 300 pond kaas leverde vier gulden op, een ham kostte tien stuivers, een vet schaap een gulden en vijf stuivers, een nieuw wambuis twee gulden, een broek hetzelfde bedrag en voor een paar soliede schoenen betaalde de Amsterdammer uit de zestiende eeuw de kapitale som van zes stuivers. In het jaar 1535 werd in Amsterdam, ter gelegenheid van een bezoek van den graaf van Buren, een feestmaaltijd ge houden, waaraan, behalve deze hooge gast, mede aanzaten de burgemeesters, de schout, de leden der vroedschap en de secretarissen, in het geheel vijftig per sonen, Onze voorvaderen waren flinke eters en drinkers. Er werd bij die gelegen heid een groote hoeveelheid ossen- en kalfsvleesch verorberd, verder schaaps bouten, visch, brood, boter en kaas, kip pen en duiven een okshoofd wijn en vete tonnen bier. E ntoch kosttte deze maaltijd de gemeente niet meer dan tachtig gulden. Officier van Justitie berust niet in vrijsprekend vonnis. Op 27 Januari heeft voor de Haarlemsche rechtbank terecht gestaan de IJmuider vischsorteerder K. van S., lid van de Pro vinciale Staten van Noordholland, die er van verdacht werd, op 25 Augustus j.1. in de Rijksvischhal te IJmuiden visch gestolen te hebben. De officier van Justitie achtte het tenlaste gelegde bewezen en eischte vijf maanden gevangenisstraf. De rechtbank achtte het bewijs echter niet geleverd en sprak den verdachte vrij. Naar wij vernemen Ls de officier van Justitie, mr. A. R. Andringa van dit vrij sprekend vonnis in hooger beroep gegaan, zoodat de zaak voor het gerechtshof in Amsterdam behandeld zal worden. Temperamentvol redenaar staat terecht. Gistermorgen moest voor den politierech ter te Zutfen, mr. A. H. van der Giesen, verschijnen de 53-jarige R.S., oud-tweede Kamerlid te Beekbergen, omdat hij zich ver leden jaar in een openbare vergadering te Apeldoorn beleedigend had uitgelaten oy.er het gemeente bestuur aldaar. Volgens een krantenverslag zou de verdachte het, ge meentebestuur onzedelijke en a-sociale po litiek hebben verweten. De verdachte zei, dat het verslag onjuist was geweest. Hij had, sprekende over de grond-politiek gezegd dat de grondeigena ren onzedelijke en a-sociale handelingen pleegden als zij Gods natuur verbeterden door prikkeldraadversperringen te miaken om hun eigendom te beschermen. Twee getuigen, een verslaggever en een bezoeker van de vergadering verklaarden duidelijk te hebben ver staan dat verdachte zei: „Nu moet het maar uit zijn met de onzedelijke en a-sociale politiek van de ge meente." De bezoeker had toen hij het hoorde ge dacht. „Dat is kras, dat wil ik noteeren." Twee getuigen k décharge onderstreepten de verklaringen van den verdachte. De officier van Justitie, mr. W. J. H. Stam eischte f 40.- boete, subs. 40 dagen hechtenis. De verdachte wees er in zijn verdediging op, dat hij in de 30 jaar waarin hij politieke redevoeringen houdt, nooit eenige moeilijk heden met de politie of justitie had gehad. Ook niet als hij zich door zijn tempera ment liet gaan, dat vroeger feller was dan nu. De politierechter, die vond dat er na het getuigenverhoor twijfel was blijven bestaan, sprak de verdachte vrij. Hoe zij hun vrijheid gebruikten. Dinsdagmorgen hebben twee 16-jarige jon gens kans gezien uit het observatiehuis aan de Lijsterbesstraat te 's-Gravenhage, waar door de regeering ter beschikking gestelde kinderen zijn ondergebracht, te ontsnappen. Nadat de beide knapen hun vrijheid had den veroverd, was hun eerste daad het stelen van twee damesrijwielen in de omge ving van het huis. Ze hebben daarop koers gezet naar Vlaardingen, waar zij de fiet sen trachtten te verkoopen. Hun houding wekte argwaan op, en het gevolg was, dat zij door de politie werden aangehouden. De jongens bekenden te zijn gevlucht en zijn naar het Observatiehuis teruggebracht. De gestolen fietsen zijn later aan de eige naars teruggegeven. Dertien personen gewond. Gistermorgen omstreeks zes uur is, ten gevolge van de gladheid van den weg een autobus met arbeiders, werkzaam aan het Twente-Rijnkanaal nabij Enter tegen een in den Rijksstraatweg bij Holten gelegen spoorwegviaduct gebotst. Met de autobus, een wagen van den Apeldoorn-Deventer autobusdienst werden ongeveer dertig werk- loozen arbeiders tan Deventer naar het werk aan het TwenteRijnkanaal gebracht. Door de schok braken alle ruiten van de bus. Van de inzittenden kregen dertien per sonen vrij ernstige verwondingen aan ar men en gezicht. Dokter G. Gerritsma uit Holten, die in de nabijheid woont, verleen de de eerste hulp, de gewonden zijn later naar Deventer teruggekeerd. Twee hunner moesten, ter verdere behandeling naar het ziekenhuis worden overgebracht Mooie aanwinst voor de Konink lijke stallen. Uit 's-Gravenhage zijn gisterochtend vier rijpaarden aangekomen, waaronder de En- gelsche volbloed „Trixy", allen bestemd voor de Koninklijke stallen van het Paleis Soestdijk. Zooals bekend is, werd er in het najaar een manége achter de Koninklijke stallen gebouwd. Acht dooden. Een watervliegtuig van den dienst op Ajaccio en Tunis is bij het opstijgen te Ma- rignane tegen een dijk gehotst. Het toestel werd vernield. Er waren elf passagiers en een beman ning van drie koppen aan boord. De bestuur der, de radiotelegrafist en zes passagiers zijn om het leven gekomen. Het toestel kon niet van het water losko men en botste tegen een dijk, waarbij het geheel vernield werd. Het zonk onmiddel lijk. Men snelde terstond te hulp, doch kon slechts zes inzittenden levend bevrijden. VRIJDAG 11 FEBRUARI 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.0012.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Zang met pianobegeleiding en gramo» foonplaten. 11.10 Vervolg declamatie. 11.30 Orgelspel. 12.00 Orgelspel. 12.30 Johnny Kroon's ensemble en gramo» foonplaten. 2.00 Zang en piano. 2.30 AVRO-Dansorkest en solisten. 4.05 Gramofoonmuziek. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 De Ramblers. 6.00 Amateurs-uitzending. 6.30 Politiek radiojournaal. 6.50 Orgelspel. 7.00 Causerie „Herinneringen aan „de nieuwe school"." 7.20 Gramofoonmuziek. 7.30 Berichten. 7.35 Causerie „Lezen in de Bijbel". 8.00 Bas-bariton en piano. 8.30 Causerie „De beteekenis van gezondheid in een menschenleven". 9.00 VARA-Orkest, Gemengd koor en solisten. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. 11.00 Cello en piano. 11.25 Gramofoonmuziek. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II, 301,5 m. Algemeen Programma, verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.). 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Viool en piano. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Ensemble van der Ho. en L.am.pl. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.30 Christ. Lectuur. 3.00 Bariton en piano. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.15 Het Busch-kwartet. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.30 Voor tuinliefhebbers. 7.00 Berichten. 7.15 Literair halfuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Eerichten 8.15 Declamatie. 9.00 NCRV-Orkest. (Om 10.00 Berichten ANP). 10.45 Causerie over zwemmen. 11.0012.00 Gramofoonmuziek. Hierna; Schriftlezing. „Ik ben niet geheel gelijk aan u," merkte ze op. „Ik meen de opvattingen van dien man te begrijpen, maar ik verbeeld me ook, dat hij niet geslaagd is. Ik vind eenige schoonheid aan zijn falen. U ziet alleen mislukking. Later mis schien... En nu? Wilt u met mij in mijn flat theedrinken?" Hij aarzelde. De lange avond, dien hij zich voorgesteld had, in zijn kamers, met zijn boe ken, het rumoer van de City steeds in zijn ooren, leek hem opeens minder verleidelijk. „Ik heb zelfs een stouter voorstel," ant woordde hij. „Zou u met mij willen gaan dl- neeren?" „Zonder die anderen V' vroeg ze snel. „Alleen met mij „Juist, alleen met u." „Ik kan niets verzinnen, dat mij aangenamer zou zijn. Laat mij nu eens nadenken. Waar zul len we heengaan?" „De keuze is geheel aan u." „Maar, wat zijn uw smaken? Waar veel menschen zijn, en veel verlichting? Of een rustig zaaltje, met de tafeltjes ver van elkaar, en door kappen gedempte lichten, waar men niet met elkaar behoeft te fluisteren?" ,Ik doe wat u het liefste wilt." „Dan zullen wij dineeren bij Henri," besloot ze. „Ik weet waar het is dicht bij het Paleis. Om hoe laat?" „Ik zal u om acht uur door den auto laten afhalen?" stelde hij voor. „En u?" „U zult mij aan den ingang van het restau rant vinden," beloofde hij. „Om zeven uur brengt Reginald mij een paar papieren ter on- derteekening, maar als u wilt, telefoneer ik hem af, en kom u halen." Zij schudde het hoofd. „Als ik maar weet, dat u mij opwacht," mompelde zij, „dan weet ik ook, dat het een zeer gelukkige avond zal worden." HOOFDSTUK XVIII. Was het, vroeg Peter Cradd zich af, gebrek aan ervaring van zgn kant, een tactlooze han deling misschien, een onvoldoende begrip van wat van hem verwacht werd, dat bijna een noodlottig slot maakte aan een overigens zoo genoeglijken avond? „Henri" was het aller eerste „intime" restaurant waar hij dineerde. De tafeltjes waren klein en stonden ver uit een; de eenige verlichting bestond uit schemer lampjes op de tafels. Kellners gleden onhoor baar over het buitengewoon dikke tapijt. De wijnen waren uitmuntend en zijn gezellin de herinneringen aan dien avond bleven Peter Cradd nog zeer lang bij scheen aan verlei delijkheid en beminnelijkheid niets te wenschen over te laten. Zij was weer in 't zwart. In het begin was hij eenigszins verlegen, en bepaalde zich er toe naar haar te luisteren, maar aan 't einde van het maal sprak ze vrijer tegen hem. „Het zal u verwonderen, waarom ik hier in Londen ben, wanneer ik Italië zoo liefheb. Ik weet het eigenlijk zelve niet. Het leven hier heeft mij vele teleurstellingen gebracht, maar ik blijf hier talmen ter wille van anderen. Ik kwam hier vol illusies. Geen enkele is uitge komen. Ga ik naar Italië terug, dan is dat de erkentenis van mijrt falen, en het leven zal mij daar zeer moeilijk gemaakt worden," eindigde ze met een zucht. „Ik weet zoo weinig van uw werkkring hier af," merkte hij op, „maar u is aan het tooneel geweest, nietwaar?" „Ja," erkende zij, „maar niet aan het tooneel van Maisie Fairburn en baars gelijken. Ik was zangeres, en of het door uw mist kwam weet ik niet, maar mijn stem ging achteruit. Van morgen heb ik nog proefgerepeteerd, maar ze was niet geschikt voor de rol, die men mij aan bood. Ik zou in een variété kunnen optreden, maar dat behaagt mij niet. Verveel ik u, Mr. Cradd?" „Volstrekt niet. Ik hoor u graag praten, maar het spijt me zoo voor u. Het komt mij voor," vervolgde hij, „dat u op het tooneel zoo'n prachtig effect zou maken, geheel anders dan andere vrouwen." Zij glimlachte om dit, een van zijn zeldzame complimentjes. „Dat is aardig van u," zei ze, „maar ik ver schijn niet graag op de planken om naar het uiterlijk bewonderd te worden, weet u, want hoewel ik niet groot van stuk ben, heb ik een zeer mooi figuur. Daarvoor ben ik niet hier gekomen. Alles is zeer teleurstellend." Peter Cradd was bewogen, zij het ook een weinig vaag. Zij had zich tot een droeve stem ming opgewekt, en haar oogen vulden zich met tranen. „Ik moet naar Italië teruggaan," hervatte zij bedremmeld, „maar ik wensch het niet. Toch moet ik," herhaalde ze na een kort zwij gen, „of, als zooveel anderen, een minnaar nemen." „Dat zou u in uw beroep niet helpen, wel?" waagde hij te vragen. „Misschien niet, maar men moet leven, en als men maar niet altijd zoo met rekeningen lastig gevallen werd. Ik was vanmiddag bij mijn modiste, en ze was niets vriendelijk en eischte geld van mij. Ik weet niet wat ik be ginnen moet. Zetten ze de menschen hier in uw land voor schulden in de gevangenis?" „Zoo erg is het niet," stelde hij haar monter gerust. „Hoeveel bedraagt die schuld?" „Veel geld zevenentachtig pond." „Als ik er u een plezier mee kan doen, en u wilt mij het voorrecht schenken, dan zal ik die voor u betalen." Zij keek hem een oogenblik ademloos aan. Hij zag voor de eerste'maal roode vlammetjes in haar donkerbruine oogen. Haar volle lippen scheidden zich en haar mooie tanden kwamen bloot. „Waarom zoudt u dat doen?" vroeg zij. Hij haalde de schouders op. „Waarom zou ik niet doen wat mij behaagt?" antwoordde hij. „Ik zie de menschen graag gelukkig, en maakt u zich zorgen daarover, dan moet er iets aan gedaan worden." „Maar," bracht ze hem aarzelend onder het oog, „ik ben bijna een vreemde voor u." „O neen," antwoordde hij. „Wij zijn gisteren bijna den geheelen avond samen geweest, niet waar?" En vanavond opnieuw, en wie weet hoe het morgenavond zijn zal?" Zjj zwegen, want er werd een nieuw gerecht opgediend. Zij scheen in diep gepeins ver zonken. „Maar, als ik dat geld van u aanneem, Mr. Cradd," zei ze daarna, „als ik u die rekening laat betalen, dan..." „Welnu?" mompelde hij aanmoedigend. „...verlies ik mijn vrijheid." „Geen sprake van!" riep hij uit. „Dat mag u geen oogenblik denken. Zet dat alstublieft uit uw hoofd. Zoodra ik u de chèque gezonden heb, zal ik er nooit meer aan terugdenken, dat beloof ik u." Zij streelde zijn hand. „U is een lieve man," glimlachte ze, „en ik begin mij af te vragen of ik wel zou wenschen, dat u het vergat." Aan het einde van het maal gaf zij blijken van zonderlinge rusteloosheid. „Zullen we een bedrijf van een komedie gaan bijwonen?" stelde hjj voor. „Of ergens gaan dansen?" „Het bevalt mij hier," zei ze, een sigaret aan stekende. „tT praat zoo onderhoudend. Ik houd niet van komedies en dans alleen wanneer ik opgeruimd ban ik voel mij vanavond zeer gelukkig, maar ben ernstig, niet vroolijk. Ik blijf het liefst met u praten, en denken." „Vertel mij eens wat van Italië," verzocht hij. „Ik wensch daarheen te gaan. Ik begrijp niet veel van schilderijen, maar ga er zeer veel van houden, en de beste schilderijen, die ik nog gezien heb, waren Italiaansche." „Ga met mij mee, en ik zal u Italië toonen," bood zg glimlachende aan. Een plotselinge herinnering maakte hem eensklaps sprakeloos. Iemand anders even weinig ernstig misschien had ook aange boden hem Italië te toonen. „Ik zou een uitmuntende gids zijn," sprak ze voort, „ik weet overal den weg, en u moet iemand hebben, die de taal kent. Misschien was ik niet voorbestemd tot zangeres, maar tot „courrier de luxe", Mr. Cradd." „Geen zeer geschikt beroep voor u," merkte hij op. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7