Pi Ti^yc- K Beste Jongens en Meisjes SNELTEKENEN Hoe groot kunnen ijsbergen zijn? Wat de dieren in het bos aan het Prinsesje brachten De zwevende oliekogel edgar rice burroughs Ziezo, weer een week dichter naar het Jicht, 's Morgens om zeven uur behoef je geen licht meer op je fiets op te hebben en •a avonds om half zes kan je het ook alweer zonder je lampje naar huis r ijden. De dagen lengen. Gelukkig, want toch eigenlijk verlangen we allemaal naar het feest van de lente en de vreugd' van de zomer. Een van de meisjes, het is ook bijna altijd een meisje, heeft het boek gewonnen en die kan tenminste een paar grauwe regendagen gezellig doorbrengen met het lezen van een fijn meisjesboek. Ze mag het vanmiddag komen halen. De gelukkige is: NEL NIEUWDORP, Ankerpark 6. Klaas Jellema. Ja, dat zetfoutenduivel tje heeft weer een van z'n gemene streken uitgehaald, Klaas, met dat raadsel van jullie, maar jullie zijn bijna allen al zo verstandig geweest je niet te pakken te laten nemen. Gerard Jellema. Dat raadsel van Sim- eon, twee weken geleden, was een soort „fop- raadsel" Gerard. 't Was helemaal niet moei lijk, maar toch vlogen er heel wat in. Jij ook, en nu je de oplossing gezien hebt, geef je jezelf een tik voor je hoofd en zegt: „Hoe kon ik toch zo dom zijn." Buffalo. Dat was zeker een grapje van je, Buffalo, over dat roken, want daar heb je veel te veel verstand voor. Je briefjes zijn zo gezellig en goed, dat ik niet geloof, dat jij nu al van plan bent, je verstand te verroken. Met roken moet je wachten tot je groter bent. Heus, voor jongens, zo groot als jij,is roken nadelig. Leuk, dat die J. W. B., die jij als voorletters kan voeren, juist de namen van het Koninklijk gezin zijn. Rozeknop. Half Den Helder heeft „houten benen" gehad na het festijn van 1 Februari, Rozeknop, maar dat is nu wel weer over en als er vandaag weer feest zou zijn, zou men met evenveel vreugde de danspartij opnieuw beginnen. Jij ook? Piet Strous, Vlissingen. Jullie hebben je ook braaf geweerd daar, aan de andere kant van het land, Piet, in de tweede Marinestad van Nederland. Ik begrijp best, dat je vorige week geen tijd kon vinden om nog te schrijven. Nu is het bij jullie zeker ook weer rustig, net als hier. Jan Strous, Vlissingen. Nu, het was in Den Helder niet minder koud dan in Vlis singen, Jan, met de zanghulde aan den bur gemeester. Er waren twaalfhonderd kinde ren voor het Raadhuis en Jan de Wind was in zijn slechtste humeur, hij blies door alle dunne jurkjes en truitjes heen, zodat de kinderen stonden te bibberen als schoot hondjes. Maar er was toch reuze veel plezier en je weet, dan voel je minder van de kou. Repelsteeltje. Vorige week heb ik geen briefje van je ontvangen, Repelsteeltje. Je bgrijpt toch wel, als ik het van jou krijg, dat ik het geen week laat liggen. Ik denk, ik denk, dat jij het in je schooltas of in je jaszak hebt laten zitten of misschien wel in je kabouterblouse. Gretha Piller Ja, dat zou leuk zijn, Gretha, een taart, die nooit minderde, hoe veel je er ook van afsneed en er van opat en die nooit zuur werd. Wie zo'n taart nog eens weet uit te vinden, die wordt door alle kin- ders om zijn hals gevlogen, maar door de koekbakkers ik zal het maar niet zeg gen wat. Want stel je voor, je kocht natuur lijk nooit meer taart. Maar 't zou toch mis schien op de duur vervelen en daarom is het zo maar goed, zo af en toe dan blijft het ook een feest. Rika Koningstetn. Nee, die zetter had lnplaats van "mij,, me gezet en je begrijpt toen kwam de vraag niet uit en zaten jullie met de gebakken peren. Maar ik heb zo'n massa verstandige vriendjes en vriendinne tjes, dat de meesten het toch begrepen heb ben en me de goede oplossing zonden. Henk Korbee. Een raar raadsel, zeg je, Henk. En je hebt het toch goed. Je briefje heb ik niet gezien, wel dat van Sientje en dat is ook beantwoord. Ik heb het wel druk met de feesten gehad, maar alle briefjes zijn vorige week toch beantwoord, hoor. Dikkie Doorn. Wel allemensen, nu dacht ik nog wel, dat je vader dat konijn vorige week een extra gebakje gegeven had, omdat het Prinsesje geboren was en nu vertel je me, dat hij het alleen maar gedaan had, omdat het diertje het nodig had. Heb jjj dat konijn geen oranje in z'n staart gebonden en een pluim op z'n kop gezet, de vorige week, Dikkie Sientje Korbee. 't Was in orde Sientje, deze week, je naam prijkt bij de goede oplos sers. Henk Prosper. Je behoeft waarlijk niet bang te zijn, dat ik je aan je kuif trek, Henk, als je je raadsels niet goed hebt. 't Enigste wat gebeurt is, dat je naam niet op dat plekje kan komen, waar je hem graag ziet. Wijnand Kersten. Je was net bijtijds naar den tandarts toegegaan, Wijnand, want stel je voor, dat je kiespijn had gekregen, toen je de taart won. Ach, dan lacht de lek kerste taart je niet toe. Marietje Roest. Vandaag krijg je weer een raadsel waarbij je al je hersens gebrui ken moet, Marietje, dus schakel je boven kamertje alvast maar in. Wouter Leen. Maar natuurlijk Wouter mag jij ook meedoen. Waarom zou je niet? Je bent toch geen tachtig, maar je bent tien en daaromhartelijk welkom. Repelsteeltje. Daar vind ik verdraaid jouw briefje van de vorige week nog, Re pelsteeltje, dan heb je het toen bepaald te laat bezorgd. Nu, enfin, voor vandaag' dan maar eens twee brieven in de krant. Is dat even een bof? Reinl Kwast. Dat is geen onverdienste lijk rijmpje, Reinie en daarom zal ik het hier een plaatsje inruimen, 't Plaatje kon er niet bij. Jammer, hè? REGEN. 't Regent, 't regent, 't regent dat het giet, 't Regent op m'n parasol, Doch welnu, dat hindert niet, Wél op mijn kale bol. 't Regent droppels, groot en klein, Alles komt zó uit de lucht. Plotseling komt zonneschijn, Weg is 't drupgerucht. Kuna Visser. Niet zo ongeduldig, Kuna, je kan de lente niet uit de lucht schudden, maar je zal geduldig moeten wachten tot ze komt, met zachte hand en vriendelijk gelaat en tot ze alle bloempjes wekken gaat. Het kan gebeuren, dat je op een morgen op staat en dat daar plotseling de lente geko men is en over heel Europa rondgaat. Mis schien duurt het zo lang niet meer. Teuntje Kloosterman. Heb je de por tretten van Prinsesje Beatrix ingeplakt, Teuntje? Een lieve kleine baby is het, vind je niet, met zo'n rond kopje en van die toe geknepen knuistjes. Cornelia v. d. Vis, Oosterend (T.). Ik begrijp, dat het wel even een teleurstelling voor je was, Corrie, dat je het feest de vorige week in Den Burg niet mee kon maken, ook al heb je je dan evengoed ge amuseerd bij je vriendinnetje. Maar ja, zo'n massa blije kinderen bij elkaar en zoveel vrolijke grote mensen, dat is toch wel gezel lig en geeft het feest iets bizonders. Je hadt het in Den Helder mee moeten maken. Het was daverend, als je goede oren hebt, heb je het op Oosterend kunnen horen. Maarten Reuvers, de Cocksdorp. Kom, kom Maarten, niet zo gauw de moed ver loren. Als de zetter een fout maakt en de corrector ziet hem over het hoofd, dan ga ik hem jullie natuurlijk niet toerekenen en dus is jouw oplossing ook voor goed gere kend. Joop en Willie v. Dijk. Inderdaad heb ben jullie meer geluk gehad dan de vorige keer, Joop en Willie, want jullie waren de derde die de raadsels goed hadden en het is dus wel een beetje tragisch, dat de prijs nog aan je neus voorbijgegaan is. Ja, die broer van je, de molenaar in „Repelsteeltje" ken ik nog wel. M'n oren tuten soms nog van z'n trompetstem in de autobus. Mary Jurg. Ja, dat is wel een grappig verhaaltje, Mary, en ik zal het hieronder afdrukken. AFGELEERD. Een ezel moest elke dag twee zakken zout naar de stad brengen bij een winkelier. Zijn baas deed aan elke kant een zak en Langoor stapte er van door. Op een dag in Augustus moest Langoor weer naar de stad. Hij had het verschrikke lijk warm en zijn last was ook nog al zwaar. Hij ontdekte echter een ondiepe sloot en ging er in liggen. Na een halfuurtje vervolgde hj zijn weg. Wel, wel wat was zijn last licht gewor den! Hij kwam in de stad aan. De winkelier schrok, toen hij Langoor met twee natte lege zakken aan zag komen. Hj begreep het dadelijk, wat er gebeurt was. Hij schreef een briefje naar de zout handelaar wat er aan de hand was. De volgen de dag ging Langoor weer naar de stad, niet met zout, maar met sponzen. Zijn baas volgde hem echter. Toen Langoor de sloot zag ging hij op een drafje lopen en ging er weer in liggen. Hij wou na een poosje weer op gaan staan, maar wat was zijn last zwaar ge worden. Hj kon niet eens opstaan. Angstig begon hij te balken. Zijn baas kwam nu te voorschijn en haalde de ezel uit de sloot. Na die dag is Langoor nooit meer in het water gaan liggen! Jongens en meisjes, met dit verhaaltje kan ik m'n wekelijks praatje besluiten. Alle briefjes zijn beantwoord, dus tot volgende week. KINDERVRIEND. OPLOSSING KRUISWOORDRAADSELTJE Horizontaal: Dam, tafel, el, rij, leren, ren, Nel. Verticaal: Dalen, af, merel, tel, lijn, el, re. Goede oplossingen ontvangen van: Janna Bruin; Nelly Bruin; Joop en Willie v. Dijk; Riek Hendrikse; Jan Hendrikse; Jan Bruin; Maarten Reuvers, Texel; Eduard en Johan v. d. Pol; Henk Prosper; Mary Jurg; Jan Bek; Freddy Isaksson; Jan Koo- men; Sientje Korbee; Fritsje, Neeltje en Leontine Coster; Johannes Cornelis en Cla- sina v. Doorn; Wijnand Kerstens; Han Grot- zinger; Nelly Visser; Henk Korbee; Rika Koningstem; Annie Krijnen; Henny van Os; Tiny v. Brederode; Nel en Jac. Nieuwdorp; Coentje Coster; Tiny en Beppie Vink; Gre tha Piller; Repelsteeltje; Bali, Annie en Corrie van Bijnen; Jannie Groenhof, Texel; Jan en Piet Strous; Rozeknop; Buffalo; Klaas en Gerard Jellema; Nico Bosschaart; Willie Bronder; Roelof v. Hoolwerf. NIEUW RAADSEL. Dit is weer eens wat anders, 't Ljkt mis schien niet zo eenvoudig, maar toch als je even je beste „raadsel"beentje voorzet, zal je zien dat het erg meevalt en dat het wat leuk is om het op te lossen. X X X X X: lief oud vrouwtje. X X X X X: vis. X X X X X: voedsel. X X X X Xscheur. X X X X X: voertuig. X X X X X: gedeelte van iets. X X X X X: deel van een wiel. X X X X Xafdeling op tentoonstelling of fancy fair. X X X X Xligplaats v. schepen. X X X X X: wapen. X X X X X: plaat. XXX XX: schoof; bundel koren-aren. X X X X X: geest. X X X X X: kleur (speciaal v. haren). X X X X X: gids op zee. X X X X X: slang. X X X X X: naaigerei. 17 woorden van 5 letters. De vierde let ter (s) van boven naar beneden gelezen, vor men de naam van 'n vermaard Ne. dich ter uit onze Gouden Eeuw. Dat ijsbergen een reusachtige grootte kunnen hebben weten wij. Er zijn gevallen bekend dat een ijsberg meer dan een kilo meter lang was en honderd meter hoog, voorzover hij boven water was te zien. En dan moet je nog bedenken, dat dit maar 1/10 van de hele berg is en dat er 9/10 onder water is. Eddie Eekhoorn zat in een hoge denne- boom en keek met z'n scherpe kraaloogjes naar de lange schoorsteen in de verte; want die moesten hjj en zijn 'rouw Ella om de beurt in de gaten houden, zo hadden de andere bosdieren besloten. De schoorsteen behoorde bij de zuivelfabriek van het dorp, en wanneer in het verre paleis het kindje was geboren waar héél het land zo naar verlangde, dan zou de fabrieksfluit* wel vijf minuten achter elkaar in werking worden gesteld, zodat alle mensen het blijde feit direct wisten. Als de wind deze kant uit was dan kon men het ook in het bos wel horen en anders zou het toch te zien zijn aan de ontsnappende stoom. Daarom zat een der eekhoorns trouw op wacht en als het zover was zouden ze springend van de ene boomkruin in de andere in een wip op de plek zijn waar de dieren vergaderden. Dat was besloten na lang en veel ge praat, want een bijeenkomst van het dieren- volk is geen kleinigheid! Alle beesten knor den en mekkerden en tjilpten door elkaar, en ze zouden nooit tot een eind gekomen zijn als het grote edelhert niet met z'n hoef zolang op een boomstronk had geklopt, dat allen verschrikt zwegen. Toen was het hert meteen opgetreden als voorzitter en die rol was hem toevertrouwd. Hij had keurig uit eengezet wat er in de mensenwereld zou gaan gebeuren en daarna gevraagd of de dieren mee wilden doen aan een gemeen schappelijk geschenk. Dat wilden ze allemaal, want ze kenden als bewoners van het Veluwebos immers de prinses heel goed, ze hadden haar vaak zien wandelen of rijden 's zomers, als zij op het Loo woonde. En omdat ze wisten, dat de prinses zo heel blij zou zijn met haar klein Prinsesje, wilden ze tonen dat het ook bij de dieren feest zou zijn. Dus: een cadeau. Maar wat? Het was winter; véél hadden de dieren zelf niet. De eekhoorn had in de herfst beukenootjes ver zameld en gul bood hij aan er de mooiste uit te zoeken; maar wat heeft een klein kindje daar nu aan? „Een lekkere kool", zei Hansje Haas. „Wat worteltjes", meende Koos Konijn. Van alles werd opgesomd; maar lekkere hapjes voor dieren zijn voor mensenkinde ren toch niet geschikt. De beesten werden er verdrietig van; zouden ze nu niets kun nen bedenken? Toen kwam het hert op een goed idee. „We moeten de hulp inroepen van de men sen, anders wordt het niets. Boer Berend, die aan de rand van 't bos woont, die zal ons helpen. Weet jullie hoe? We zullen hem aanbieden nuttig werk voor hem te doen. De vogels zullen de schadelijke insecten uit z'n moestuin vangen en verder beloven we allemaal van zijn gewas af te blijven. Het haasje zal niet van zijn kool snoepen, de spreeuwen blijven weg uit de boomgaard en niemand eet van z'n graan en het voer van de kippen. Als ruil vragen we een kalfje." „Een kalfje?" riepen de beesten verbaasd. „En dan?" „Dan wordt dat ons eigendom. We zorgen er goed voor en als het een mooie flinke koe is geworden, dan sturen we haar naar het paleis met het verzoek of ze de koe mag worden van het Prinsesje. Want eerst is het kindje nog zo héél klein en heeft het geen enkel geschenk nodig. Maar later, als het een beetje groter geworden is, moet het lekkere melk drinken en pap eten, en dhn zal blijken dat we een goede keus heb ben gedaan". Zo besloten de dieren met algemene stem men en nu de eekhoorns het bericht hebben overgebracht, dat het hele land met blijd schap heeft vervuld, vieren ze in hun bos een vrolijk feest. Want Boer Berend heeft het goed gevonden en het kalfje is nu hun kameraadje tot de tijd is aangebroken, dat het namens alle dieren naar het paleis zal vertrekken. Agnès E. C. Langerhorst. Als we olie op water gieten, dan blijft de olie drijven en breidt zich als een vette laag uit boven op het water. Gieten we Hiermee kunnen we nu een aardige proef nemen, die als we een beetje omzichtig te werk gaan ook wel zal slagen. We vullen olie in spiritus, dan zinkt de olie naar be neden en vormt een laag op de bodem, on der de spiritus. Dat komt omdat olie zwaar der is dan spiritus, maar lichter dan water. een hoog cylindervormig glas voor de helft met water en gieten daar heel langzaam en voorzichtig alcohol (spiritus) op. Als we nu een kleine hoeveelheid olie op de bovenste laag alcohol gieten, dan zinkt die olie naar beneden. Totdat ze op de laag water komt, daar blijft ze op drijven. Nu zou je verwachten, dat er een laagje olie kwam tusschen de lcohol en het water maar dat is niet het geval. De olie vormt een volkomen ronde kogel, die op de grens van water en alcohol blijft zweven. Natuur lijk moet de olie ook weer uiterst voorzich tig op de alcohol worden gegoten, zodat er niet te vee! beroering ontstaat in de vloeistoffen. De kogel moet zowat de grootte hebben van een stuiter of een kleine walnoot. Hebben jullie wel eens een sneltekenaar aan het werk gezien Dat gaat handig en vlug, hè? Rang, rang, met een paar lijnen en strepen staat er een heel landschap of een gezicht op het papier, daar moet je heel wat tekentalent voor hebben! Maar toch kunnen jullie het ook wel eens proberen, al heb je misschien hele maal geen tekentalent. Het zal je zo goed lukken, dat iedereen denkt, dat je een echte sneltekenaar bent en misschien zul len ze zeggen: „Dat heb ik nooit gewe ten!" Wat je er voor nodig hebt, zie je op het plaatje. Een schildersezel, een paar pense len en een bakje. In dat bakje zit gewone slaolie. Zo'n ezel heb je misschien nog wel van het schoolbord, waar je mee schooltje speelde. Nu neem je een plaatje, liefst een lithografie, die ook een landschap of een gezicht voorstelt, in elk geval een duide lijke tekening, b.v. een reclameplaat of zo iéts. Die plaat span je op een houten lijst en daarover heen plak je een vel ondoor schijnend ruw papier, 'zoals krantenpapier. Alleen de randje plak je natuurlijk maar vast met een beetje gom, en zo, dat het er helemaal glad en strak overheen zit. Dit zet je op de schildersezel en nu kun je be ginnen voor je publiek. Je doopt de pen seel in de slaolie en gaat er dan mee over het papier, waarbij je zoveel mogelijk de bewegingen van een echte sneltekenaar na doet. Voor de ogen van de toeschouwers komt dan op het papier, dat eerst hele maal leeg was, de tekening, die er onder zit, te voorschijn. Zo lijkt het net of jij die tekening met een paar streken maakt, en vooral als niemand weet, dat er een an dere plaat onder zit, zul je veel bewonde ring opwekken. DOOR No. 5S. Tegen h:t ondergaan van de zon begroeven ze Clay.c.i naast de graven van zijn oom en tante, de voormalige Lord en Lady Grey- s'.oke. En het was op verzoek van Tarzan, t er drie salvo's werden afgevuurd over de ■tste rustplaats van „een dapper man, die dood moedig onder de ogen heeft gezien." De vader van Jane.die vroeger predikant was geweest, leidde de eenvoudige dienst. Het was een eigenaardig gezelschap, dat om de groeve van de jonge Engelsman geschaard stond. Er waren Franse officieren en matro zen, Engelsen en Amerikanen, een rij van wilde Afrikaanse dapperen en de boven allen uitstekende gestalte van Tarzan van <je Apen. Het was dit toneel, dat Lord Tennington en „Thuran" zagen, toen ze door de jungle naar het strand kwamen. „Wat is daar aan de hand?" vroeg Tennington aan „Monsieur Thuran". Het kleine gezelschap wandelde nu naar het kamp terug, waar Tarzan sprak met de kapitein van de kruiser. Toen „Thuran" naar de troep keek en de grote reus zag. aar zelde hij en werd bleek. Het leek hem onmo gelijk, dat hij hier voor het voprwerp van zijn haat stond, voor Tarzan. De aapman vroeg de kapitein om het vertrek van de kruiser enkele dagen te willen verschuiven, omdat hij enkele mijlen het binnenland in, zjjn bezittingen wilde halen en de kapitein voldeed gaarne aan dit verzoek. Op dat mo ment klok er een schot uit het bos. Er was een vlam, een knal van een geweer en een kogel bestemd om het hart van Tarzan te doorboren suisde door de lucht. (Nieuwe spelling.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 15