PONTI
JI.v.d.WITIi
Agenda
Toen de Torpedodienst nog
in de luren lag
Echt en goed
vOome Ariede pionnieraan het woord
Een gouden
zakenjubileum
Zaterdag 12 Februari 1938
Tweede Blad
Meneer Wentholt. de ooievaar
en z n „meikevers"
Geboortefeest
blijkt een succes
Het Marine-Concert
Het dankbare moedertje
De vlootplannen van
Japan
Vervoer naar alle plaatsen
per „ESONA"
iPdadinieuuM
aan den ouden Xonp£xlcuiienii
We zullen hem Oome Arie noemen.
Oome Arie: thans 72 jaar, maar met
een dosis vitaliteit en levenslust, die me
nig modern jongmensch van schaamte
zou doen blozen en met een schat herin
neringen, zooals men maar zelden aan
treft.
Oome Arie heeft bij de Nederlandsche
Marine gediend. Lange jaren... méér dan
30 in getal en het was het mooiste deel
van z'n leven.
De Marine van een halve eeuw terug.
Toen het er tegelijk strenger en vrijer
was. Een Andere marine, maar een ma
rine, waarover de oude garde nog steeds
spreekt als van iets heiligs, iets zeer
zeer schoons, en allen zijn trots bij haar
gediend te hebben. Ook Oom Arie, die
thans in Den Helder woont, aan een lom
merrijk grachtje, alleen met z'n vrouw
en z'n herinneringen.
Een man met geest, die de dingen
soms heel juist weet op te merken, en
alleen in de w ij z e van zeggen soms wel
eens wat minder parlementair uit den
hoek kan komen. Maar ook dat kan men
gevoeglijk op rekening van die oude
marine schuiven.
Wij waren zoo fortuinlijk hem dezer
dagen aan de praat te krijgen en wat hij
een onzer vertegenwoordigers mededeel
de was zóó interessant, dat we er zonder
een moment aarzeling eenige artikelen
aan besloten te wijden.
Want het toont ons een marine, zóó an
ders, in een zóó eclatant ander beeld
dan hèt huidige, dat zoowel de oude
varensgasten als de jongere er ongetwij
feld met genoegen kennis van zullen
nemen.
Hjj zit vóór ons: breed-uit, met zijn gezon
den kop en blauwe oogen, waarin je soms
plotseling onweerstaanbaar vroolijke twin
kelingen ziet lichten. En hij vertelt: van den
torpedodienst op Hellevoetsluis, toen die
eigenlijk nog in de luren lag.
Op de „Stalen Boot".
Van '87, toen Oome Arie ook aan boord
was van de z.g. „Stalen Boot", waarmede
dag-in, dag-uit gelanceerd werd in het Voorn-
sche Kanaal, aan het einde waarvan zich het
in die dagen even lieflijke als vreedzame
Hellevoetsluis bevond.
Lanceeren in '87... dat was eerlijk gezegd
in dat Voornsche Kanaal een hachelijke on
derneming, waar soms leven en dood zeer
nauw aan verwant waren.
Want weliswaar waren de toredo's maar
klein, doch als schietbaan werd een slechts
smal kanaal genomen, met alle risico daar-,
van.
Torpedo's als bruinvisschen.
„Ja," zegt Oom Arie, „dat viel soms
niet mee, want torpedo's zijn gekke din
gen. Ze deden meestal precies wat je er
niet van verwachtte, ze sprongen en hup
pelden als meikevers in en uit het water,
dat je je oogen niet kon gelooven. Als
bruinvisschen plonsden ze op en je wist
nooit waar zoo'n apparaat z'n baan zou
eindigen. Maar dat was natuurlijk voor
ons-lui een sensatie op zich zelf!
u eet
*em\i
Zoo gefleurde het, dat ze om de haver
klap in de beschoeiing van den kant kwamen
te zitten en met hun kop in den modder. Je
moest je dan in 't zweet werken om ze weer
los te krijgen. Of ze hadden geen trek om
in 't water te blijven en gingen aan land.
Dan snorden ze den Kanaalweg over en dat
er nooit een sterveling zoo'n springende dol
fijn in z'n ribbekast gekregen heeft is een
wonder. Maar... tenslotte waren we toch
pionniers, is 't niet.
Boer Kwalm krjjgt. een voltreffer.
Wat hebben we niet beleefd met die din
gen. Daar heb je die keer, dat boer Kwalm,
de betrouwbare tijdmeter,
verzekerd tegen verlies
diefstal breuk
Sierlijke modellen, stofdicht
onbreekbaar, antimagnetisch
roestvrij
VERTEGE N WOORDIGER
Horloger
Keizerstraat 103, Tel. 575
dat is die vent die iederen morgen met z'n
zuster de melk kwam brengen. Hij woonde
even voorbij de eerste vlotbrug.
Op een goeie morgen kwam ie weer. Hij
modderde dan op ons af in zoo'n vierkant
prauwtje, en of die vent nou niet uitkeek of
dat een torpedo de kolder in z'n kop gekre
gen had... dat weet ik niet, maar op een ge
geven oogenblik daar hoorden we allemaal
Kwalm gillen of ie vermoord werd. En ja
hoor, de torpedo had weer 's z'n baan niet
gehouden en was precies in het fregatje van
Kwalm gemarcheerd. Een kunstenaar had
het ons niet kunnen verbeteren, want het
ding zat klemvast onder het doffie.
Kwalm huilde tranen met tuiten, dat
ie z'n pontje kwijt was, en we hebben er
allemaal over de reeling naar leggen kij
ken. Nog nooit te voor en nooit er na
heeft de torpedodienst zoo'n schot gefa
briceerd. Het was dé ideale voltreffer,
een schot zooals er maar één in de dui
zend jaar gelost wordt.
Maar die huilende vent bleef maar brullen
en hield niet op of de timmerman moest hem
beloven een nieuw praampie te fabrieken.
Toen was het mooie schot nog een duur schot
ook!"
Pionnierswerk
,Ja," zegt Oome Arie, „het was een mooie
tijd. Er gebeurde altijd wat, veel meer als zoo
tegenwoordig. Iederen dag beleefde je avon
turen, al was het alleen maar op het vlot dat
je noodig had bij het inschieten. Dat vlot dreef
Op holle vaten en strijk en zet werden die
okshoofden in den grond gepaft. Of de duvel
er mee speelde. En dan hing je weer op dat
geval, half in, half boven het water. Je ver
dronk zoowat tienmaal per week. Maar dat
hoorde erbij. Het was tóch een gezellige dienst.
Ik weet nog goéd, wie in die dagen bij ons
commandant was, zegt Oome Arie. Dat was
meneer Wentholt, een beste man. Iemand die
hart voor zijn werk had, iemand die met tor
pedo's opstond en er mee slapen ging. Hij
leefde maar voor gén zaak: de torpedo's.
„Smeeren maar jongens!"
Nog zie ik 'm loopen over de „Stalen Boot"
met z'n duffelsclje jas, En steeds was hij bezig
ons in vervoering te brengen over die dingen.
„Smeeren jongens...!- smeer ze in hooi...! ge
bruik de blubberpul maar, daar moet het van
komen. Ze moeten loopen als kievieten. Smeer
er maar op los. 't Is je moeder niet!"
En wij smeerden maar, heele dagen lang,
zoodat die springende bruinvisschen van lou
ter snelheid op den weg terecht kwamen.
Voor andere dingen was op de boot geen
tijd. De krijgsartikelen waren vergeten en
plunjeinspecties werden niet meer gehouden.
De torpedo oefende een soortement dictatuur
uit.
Ik zal U eens een voorbeeld geven hoe gek
die meneer Wentholt met z'n torpedo-kinde
ren was, zegt Oome Arie.
De ooievaar en meneer Wentholt.
Op een keer, toen we weer bij de eerste
vlotbrug lagen, kwam ineens de dienst
bode van meneer uit Hellevoetsluis geloo-
pen. Die stond op den kant en riep tegen
hem: Meneer, mevrouw laat vragen of
Uwes drekt thuis wil komen.
Maar meneer was juist met «en torpedo
bezig, en riep verstoord tegen de Helle-
voetsluische schoone: „Smeer 'm maar.
Ik heb geen tijd!"
Nou, en dat hitje ging terug, maar nog
geen uur later, of daar kwam de marinier
van meneer aangehold, die thuis oppasser
bij hem speelde.
„Meneer," schreeuwt die vent, nou moet
U toch gauw komme, de ooievaar zit al
op het dak!"
Maar meneer was nog zóó druk bezig en
werd nog boozer, „Smeeren jongens," riep
hij tegen ons, en tegen den marinier 3e
klas: Vent, ga uit m'n oogen, zeg maar
dat ik geen tijd heb."
Ja... zoo was het vroeger bij ons in den
torpedodienst. Mooi werk was het. En we had
den er allemaal even veel plezier in.
Behalve de vrouw van meneer Wentholt,
want die had eens op een nacht een geweldige
opdoffer van meneer gehad, omdat die in z'n
slaap met z'n armen de torpedo's nog banen
liet maken...
Zóó stapel was ie' ervan!"
De heeren A. J. Leewens en C. Prinsen
hebben eer gehad van hun vervaardigde com
positie „Geboortefeest".
Ten eerste mocht men dezer dagen van
Soestdijk het volgende schrijven ontvangen
van den Kamerheer van de Prinses:
In opdracht van Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Juliana heb ik de eer den Heeren
A. J. Leewens en C. Prinsen te Den Helder
Haren dank over te brengen voor de zeer ge
waardeerde aanbieding van het door hen ver
vaardigde lied „Geboortefeest", hetwelk door
Hare Koninklijke Hoogheid met bijzondere
erkentelijkheid is aanvaard.
Dat ook het publiek het werk op prijs stelt,
wordt duidelijk bewezen door het feit, dat
reeds in de eerste week na het verschijnen
de verkoop dusdanig was, dat Polak's Muziek
handel zich verplicht zag een herdruk aan te
vragen.
zijn Poeder* olleen wanneer zij de hand-
teekening drogen
van den fabrikant
Maagpoeders, Hoofdpijnpoeders, Kiespijn
poeders, Hoestpoeders, Wormpoeders, enz.
Per poeder 8 ct. Per doos van 6 stuks 45 et.
De zaak van de firma Troost bestaat
50 jaar.
Het was 15 Februari 1888 toen de heer C.
Troost de kleermakerij vaarwel zei, en het
kleine winkelhuis, Spoorstraat 62, de helft
van het tegenwoordige pand, betrok voor het
beginnen van een hoeden- en petten-affaire,
en zich ijverig ging toeleggen op het maken
van de destijds algemeen door de jonge garde
gedragen loods- en marinepetten. In 1890
bracht de heer Troost zijn zaak over naar
het perceel Spoorstraat 41, hoek Koning
straat, wat toentertijd wel opzien baarde en
een pracht reclame was.
De oprichterde heer C. Troost.
De heer Troost had zich spoedig op het
terrein der marine-uniformpetten begeven en
behaalde hierin zooveel succes, dat zijn arti
kelen, ook bij het personeel der koopvaardij,
ingang vonden, en zulk een opgang maakten,
dat hij een beduidend afzetgebied kreeg, niet
alleen in ons land, maar ook in Oost- en
West-Indië.
In 1904 werden de perceelen Spoorstraat
6062 geamouveerd en daarop vestigde de
heer Troost het tegenwoordige pand en be
trok dit op 19 Oct. 1904.
Een deel van de fabriek naar
Amsterdam.
In 1906 verplaatste hij een deel van zijn
fabriek naar Amsterdam, Prins Hendrikkade
72, waar hij zich hoofdzakelijk toelegde op de
fabricatie van sportpetten en daarmee den
strijd aanbond tegen den belangrijken invoer
uit Engeland. Dat de heer Troost hierin mocht
slagen bewijst wel het feit, dat hij in 1911 het
oude fabrieksgebouw kocht van de fa. Van
Abbe (Sigarenfabriek Karei I), Rustenbur
gerstraat 25, Amsterdam, en daar de eerste
Nederlandsche Fettenfabriek vestigde. Hij
mocht het genoegen smaken de productie
op te voeren tot 3600 stuks per week, tot hij
door het uitbreken van den wereldoorlog een
groote belemmering ondervond in het impor
teeren van voor de fabricatie benoodigde
grondstoffen. Gezondheids omstandigheden in
zijn gezin noodzaakten hem Amsterdam te
verlaten en hij vond een gunstige gelegen
heid zijn fabriekszaak in Amsterdam te ver-
koopen.
De Heldersche zaak.
Dank zij de trouwe en ijverige krachten van
het personeel, de heer A. H. Wiegel drijft
sinds 1906 de zaak, terzijde gestaan door mej.
A. Jansen ontwikkelde de Heldersche zaak
zich naar wensch. Zij verwierf voor haar uni
form-petten het vertrouwen van de hoogste
autoriteiten der Marine en breidde zich uit
tot een beduidende Heerenmodezaak.
Toen de heer Troost einde 1932 besloot zich
uit de zaken terug te trekken, achtte hij het
zijn plicht, zijn zaak over te dragen aan hen
die hun beste krachten aan de zaak hadden
gegeven, wat voor hem een waarborg was
voor het verder succes. En daarin heeft hij
zich niet bedrogen.
Het mooiste moment in het zakenleven
van den heer Troost was wel, toen van
Z.K.H. Prins Bernhard in 1937 de nooit
gevraagde, doch vurig begeerde opdracht
verkregen werd voor Zijn reis naar de
Kroningsfeesten in Engeland, de benoo
digde uniformpetten, steek, enz. te leveren
Wij hopen, dat de invoerrechten, welke in
ons Indië van de Nederlandsche artikelen wor
den geheven, spoedig verlaagd worden, zoo
dat de export naar die gewesten zich weer
herstellen kan op het vroeger niveau.
De heer Troost is dankbaar voor het ver
trouwen, hem door zijn cliëntele geschonken,
maar bovenal voor de wederzijdsche waardee
ring, welke hij steeds met zijn personeel
mocht onderhouden in het verloop van de
halve eeuw 18881938.
Expositie van historische hoeden.
Ter gelegenheid van het gouden jubileum
wordt in een van de etalagekasten een expo
sitie van historische hoeden gehouden, die een
geestig beeld geven van de verandering van
de mode in de laatste eeuwen. Er is zelfs een
Poortershoed uit 1550.
Het geheel is smaakvol verzorgd. Ook aan
de andere etalagekast is bijzondere zorg be
steed.
Woensdag a.s. wordt het vijfde Marine
concert gegeven, waaraan wij in ons nummer
van gisteren het programma opnamen. Als
piano-soliste zal aan dit concert Mevrouw
Leny KamerlingLintner, een plaatsgenoote,
haar belanglooze medewerking verleenen.
Wij laten hieronder thans eenige interes
sante bijzonderheden volgen van de vermaarde
Ouverture „Egmont" van von Beethoven.
Het mag als algemeen bekend geacht wor
den, dat Beethoven voor zijn tijdgenoot Goethe
groote achting en eerbied koesterde en zijn
werken hoog schatte.
Vele van zijn liederen zijn op tekst van
Goethe gecomponeerd, en toen hem in 1809
werd opgedragen muziek bij de „Egmont" te
schrijven heeft hij met grooten lust en ijver
die taak aanvaard en een reeks muziekstuk
ken geschreven, die meesterstukken mogen
hesXn.
Ons houdt op het oogenblik alleen de Ouver
ture als.no. 1 op het programma geplaatst
bezig, een werk, dat uitmunt van echt klas
sieken eenvoud en vooral grootscheid van stijl.
Veel is er over dit stuk en zijn muzikalen
inhoud en gefilosofeerd en geaesthetiseerd ge
worden! In Wasulensky's Beethovenbiografie
lezen wij bijvoorbeeld, dat de geest van deze
ouverture geheel te verklaren is uit de voor
vallen in de Nederlanden, ten tijde van Alva's
onderdrukking. Men voelt de onderdrukte vol
ken, men speurt den drang naar vrijheid,
kortom, het is een zuiver muzikaal tijdsbeeld.
Of Beethoven dat nu alles precies zóó heeft
bedoeld als zijn commentator het aangeeft, is
moeilijk te bewijzen, maar 't gaat met eenigen
goeden wil toch wel, de verschillende in be
schrijving aangegeven punten weer te vinden,
b.v. de inzet: Hier krijgt men dadelijk het ge
voel van zwaren druk weergegeven; dit motief
drukt wel zeer zeker een klacht uit.
De ouverture is vanzelfsprekend in den
klassieken vorm geschreven; na het kleine
Coda (hier luistere men goed), dat het tweede
thema herhaalt, volgt een kort en heftig af
breken, als werd het plotseling en gewelddadig
afbreken van 's helden levensdraad gekarak
teriseerd, en daarna plechtige stilte, waarna
plechtige choraalklanken.
Dan vangt het orkest met zachte, woelige
figuren aan: die met een groot crescendo naar
een jubelend vrijheidslied voeren en met ju
belende fanfares ijlt het dan naar een stralend
en zegevierend slot.
Waar de heer Troost vóór vijftig jaar zijn zaak
begon (het middelste winkeltje)
Ze kwam gistermiddag op ons bureau, het
dankbare moedertje. Ze was nog maar kort
uit het kraambed, waarin ze ongeveer tege
lijkertijd met Prinses Juliana was komen te
liggen. En nu was ze er uit en het eerste wat
ze deed was naar ons kantoor loopen om daar
te verzoeken of ze een stukje in de krant
mocht plaatsenNatuurlijk kon dat, hoe
zouden we zoo'n kleine dienst aan een dank
baar moedertje kunnen weigeren. Het stukje
was als de juffrouw zelve: eenvoudig en onop-
smukt. Het eenige was, dat het niet heelemaal
„persklaar" was, maar dat hebben wij even
voor haar gedaan. En hier is het dan:
„Ik ben een van de gelukkige moeders, die
een volledige Oranje-baby-uitzet gekregen heb
ben. Nu zou ik gaarne aan het Baby-comité
mijn oprechten dank willen betuigen, maar ik
heb geen geld om een advertentie te plaatsen.
Nu wou ik U vragen of U dit stukje in de
krant wilde plaatsen. U kunt begrijpen, hoe blij
ik was met al dat prachtige en nuttige, dat in
die oranjedoos zat. Zelfs het speelgoed-beertje
was niet vergeten!
Hoe vurig hoop ik, dat mijn kleine het in ge
zondheid mag verslijten en lang met zijn beer
tje zal mogen spelen. Ik kan het Comité niet
genoeg dankbaar zijn voor het prachtige werk,
dat het doet om ons, jonge moeders, in dezen
ernstigen tijd behulpzaam te zijn".
Een dankbare moeder,
E. de BruinDe Wolf.
Baren zorg aan Amerika, Engeland
en Frankryk.
Alsof we in Europa nog niet genoeg
hebben aan de eigen zorgen, zijn er dezer
dagen de geruchten uit het Verre Oosten ge
komen over de vlootplannen van Japan. Wat
voert Japan in zijn schild? Het wil, men weet
het nu wel zoo langzamerhand, Azië voor de
Aziaten, of anders gezegd, het geheele Oosten
onder de heerschappij van Japan. Het maakt
zich voor dien gigantischen strijd zoo lang
zaam aan gereed en profiteert daarvan van
de moeilijkheden, die Europa in eigen omgeving
heeft uit te vechten.
Het is Japan altijd een doorn in het oog
geweest, dat Engeland en Amerika zich ster
ker mochten bewapenen (verhouding 5-5-3)
ter zee en het heeft daartegen meermalen
protest aangeteekend, zonder resultaat
natuurlijk. Japan heeft dit aangevoeld als een
opzettelijk terugdringen van zijn positie als
zeemogendheid, hoewel daar van den kant
van Amerika en Engeland geen sprake van
was. Het is immers logisch en volkomen te
billijken, dat Amerika zoowel als Engeland,
die belangen te verdedigen hebben over veel
uitgestrekter gebied (Engeland over vrijwel
de geheele wereld) dan Japan, daarvoor een
machtiger vloot noodig hebben.
De geruchten die van Japan kwamen
betroffen het bouwen van slagschepen
van 43.000 ton. Een tonnage, die aan
merkelijk uitgaat boven de tonnage, vast
gesteld in de vlootverdragen van 1921
en 1930.
Engeland, de Ver. Staten en Frankrijk heb
ben er geen gras over laten groeien om hun
licht in Japan op te steken. Zij hebben een
nota gestuurd, waarin gevraagd wordt naar
de waarheid van deze geruchten.
De Msbd. schreef over deze nota-zending
o.m.:
In de Japansche hoofdstad heeft de nota
der drie „Westersche" mogendheden een d;t-
pen indruk gemaakt; en, zooals overigens
volkomen begrijpelijk is, kwaad blóed gezet.
De pers verkeerde na de publicatie in een
soort consternatie over de brutaliteit van
Londen, Washington en Parijs en verklaarde
onmiddellijk, dat Engeland en Amerika door
deze handelswijze de verantwoordelijkheid
voor den dreigenden (beter: reeds volop be
gonnen wedren in dé Vloötbéwapening op
Japan poogden te werpen.
We weten niet of de Japansche regeering
tenslotte toch nog niet den wijsten weg zal
kiezen en in overleg zal treden met de andere
mogendheden om aan de tonnage der drij
vende forten paal en perk te stellen en aldus
de ondraaglijke kosten van dergelijke wape
nen te vermijden. Maar naar de uitlatingen
in de te dezer zake zeker geïnspireerde pers
te oordeelen, is de kans daarop niet bijster
groot.
Zij dringt er zoo krachtig mogelijk op aan,
dat de regeering het meest absolute stilzwij
gen omtrent haar vlootplannen zal bewaren.
En beroept zich daarbij op het onloochenbare
feit, dat de Japansche regeering geen enkele
verdragsverplichting heeft om cijfers bekend
te maken of eenig ander detail van haar
program te publiceeren. Toen immers het
verdrag van Washington afliep, heeft Japan
zich geen nieuwe bindingen willen opleggen,
integendeel zijn volle handelingsvrijheid wil
len behouden om haar eigen inzicht, grootte
en bewapening van zijn oorlogsschepen vast
te stellen.
Maar als Japan geen antwoord geeft, of
geen bevredigend antwoord geeft, dan zullen
Amerika, Engeland en Frankrijk antwoorden,
met het op stapel zetten van slagschepen,
die de Japansche minstens evenaren of wel
licht overtreffen.
Wat leven we toch in een gezellige wereld.
OP- EN ONDERGANG VAN ZON
EN TIJD VAN HOOG- EN LAAG WATER
Zon
Wintertijd
Febr.
op:
ond.:
Hoogwater
Laagwater
Z
13
7.23
17.05
6.15
18.25
12.00
M
14
7.21
17.09
7.10
19.15
1.00 13.00
D
15
7.19
17.11
8.05
19.55
2.00 13.45
w
16
7.17
17.12
8.45
20.35
2.45 14.30
I)
17
7.15
17.14
9.25
21.15
3.20 15.10
V
18
7.13
17.16
10.00
21.55
4.00 15.45
z
19
7.11
17.18
10.30
22.30
4.30 16.20
Aquarium Zoöl. Station. Voor het publiek
geopend: dagelijks van 9—12 en van 13.30—
17 u. Zaterdags van 912 uur.
BIOSCOPEN:
Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8:
Peter Lorre in „Mr. Moto slaat toe" en De
nachtsleutel".
Rialto, Spoorstraat, half 8:
„Vrouwen van 1938" en „De Tiran".
Witte Bioscoop, Koningstraat, half 8:
„Durf te leven", met Joan Crawford.
Heden:
Casino, 8 u. Jubileumavond H. B. B.
Musis Sacrum, 8 uur:
Feestavond Pluimveevereeniging „Den Hel
der en Omstreken".
Zondag 13 Februari.
Casino, 8 u.: 2e Jubileumavond H.B.B.
Woensdag 16 Februari.
Casino, 8.30 u.: Vijfde Marineconcert.
Licht op s.35
Opgenomen om 8 uur hedenmorgen.
Barometerstand Den Helder 757.7
Temperatuur lucht 6.0
Laagste temp. lucht gisteren 2.7
APOTHEKEN.
Van hedenavond 10 uur tot Maandagmor
gen is alleen geopend de apotheek van de
firma SmeetsSnel Weststraat.
Van Maandag 14 Febr. tot 21 Febr. wordt
avond- en Zondagdienst waargenomen door A.
P. Hoolman, Spoorstraat.