Bestaat er overstroomingsgevaar
voor Den Helder?
DOUWE EGBERTS
k mast... n
Ontstellende cijfers over de afname
der duinen
Dinsdag 1 Maart 1938
Tweede Blad
De onzichtbare vijand
F
Vlug en goed vervoer
gaat samen per ESONA"
Langs de Straat
Avro's bonte trein
weer in Den Helder
Kannewasser s 8 koopjesdagen
Burgerlijke Stand van Den Helder
De Fransche politiek
in nieuwe banen?
Het cadeautje
Golfbrekers, machtige beschermers tegen, den onzichtbaren vijand.
ECHTE FRIESCHE HEEREN-BAAI - 10 15 - 20 - 25 CT. PER '/2 ONS
OUD-HOLL. PIJPTABAK - SCHOUT 15 CT. - COOPVAERT 10 CT. P. >/2 ONS
Toen eenige weken geleden Nieuwediep
bezocht werd door een abnormaal hoogen
waterstand, en een groot gedeelte van den
j.'buitenkant" blank stond, hebben wij tal van
etadgenooten de verzuchting hooren slaken:
„als de boel hier maar niet onderloopt" en
„nog éven hooger en we zijn er geweest!"
Het viel ons daarbij op, dat deze veronder
stelling blijkbaar niet post gevat heeft bij
een enkel persoon, doch integendeel, bij een
groot deel der inwoners. Wij meenden in
verband hiermede eens de meening te ver
nemen van een terzake alleszins deskundige,
namelijk die van den heer A. van Hoepen,
technisch ambtenaar van Rijkswaterstaat,
die ons op de meest welwillende wijze van
advies heeft gediend.
Het water kan nog hooger komen.
Op de vraag of er gevaar voor Nieuwe
diep bestaat bij hooge waterstanden, zooals
o.a. die van enkele weken geleden, antwoord
de de heer Van Hoepen ontkennend. Er is
geen enkele reden om aan direct gevaar te
denken.
De hoogste vloed, hier ter plaatse
geregistreerd, is die van 21 op 22 De
cember 1894. Hij bedroeg toen 2.48 meter
•boven N.A.P.
De maximum stand, door de indertijd
ingestelde Staatscommissie Lorentz ver
wacht bedraagt 2.91 meter boven N.A.P.,
zoodat er aldus nog een zeer belangrijke
speling overblijft. Vergelijkt men daarbij
den stand van het water van 4 weken
geleden, dan blijkt dat deze 2.42 meter
bedraagt, en dus circa 70 centimeter
onder het maximum ligt. Wel duidelijk
treedt hieruit naar voren, dat van over
stroomingsgevaar bij dergelijke vloeden
geen sprake is.
Op onze vraag hoe het met de huidige con
stellatie van den zeedijk gesteld is, antwoord
de heer van Hoepen, dat deze zich in uitste
kende conditie bevindt. Evenwel, het is voor
Waterstaat geboden hier permanent op haar
qui vive te zijn. Het water in de Marsdiep-geul
heeft op verschillende plaatsen een groote
diepte. Tot 40 meter zelfs. Het komt nimmer
tot stilstand. Integendeel: 24 uur per dag
schuurt het langs de zeewering en met name
bij Kaaphoofd bezit deze schuring een groote
kracht. Het is duidelijk, dat dit voor den dijk
funeste gevolgen kan hebben als men niet
steeds controleert, op welke wijze de zee
wering aangetast wordt.
Dit is niet eenvoudig, want het gevaar is
onzichtbaar. Het zit ónder den zeespiegel en
voor controle is men goeddeels uitsluitend
aangewezen op het peilen.
Men onderschat dezen onzichtbaren vijand
echter niet en zoodra blijkt dat voorzorgs
maatregelen gewenscht zijn, worden de zink-
stukken ter plaatse vernieuwd of verzwaard
en beschermt men het dijkgedeelte met steen
stortingen.
Een direct gevaar.
Sprekende over den dijk memoreerde de
heer Hoepen nog terloops het feit dat men
telkens weer bemerkt, dat door jongelui
steenen uit den dijk gehaald worden. Men
moet het gevaar hiervan niet onderschatten
en reeds was men verplicht een gedeelte van
enkele honderden meters met cement te moe
ten aanvullen, o.a. op tiet stuk dwars voor de
Langestraat. Een waarschuwing is hier zeker
op zijn plaats.
De positie van het strand.
Komende op het strand en de duinen, was
de heer van Hoepen iets minder optimistisch
gestemd. Inderdaad zijn de waterstanden sinds
de drooglegging der Zuiderzee hier hooger
geworden, doch dat door den zelfden factor
ook het strand en de duinen den laatsten tijd
herhaaldelijk geduchte knauwen krijgen, werd
door hem betwijfeld. Gaat men de historie na,
dan blijkt dat de positie van het strand in
1900 nog belangrijk ongunstiger was dan
thans, ondanks het feit, dat er in die jaren nog
geen afgesloten Zuiderzee was.
Pessimistisch cijfermateriaal.
Het is echter inderdaad juist dat er harde
klappen op de natuurlijke zeewering gevallen
zijn. Héél harde en een ervan werd eerst voor
kortgeleden uitgedeeld, namelijk op 29 Januari
Het is jammer, maar het valt niet te ontken
nen dat de duinen in den Noordkop van onze
provincie steeds meer afnemen. Ieder jaar
wordt het minder, gemiddeld wel niet zoo veel,
maar de afname is een onloochenbaar feit.
Met eenige cijfers illustreerde de heer
van Hoepen zijn betoog: Zoo blijkt bij
voorbeeld, dat sedert 1900 de duinvoet
tusschen Kijkduin en de Kaap niet minder
dan 47 meter teruggedrongen is en sedert
1843 zelfs 71 meter.
Tusschen de Kaap en Callantsoog drong
de duinvoet sedert 1900 19 meter terug en
sedert 1843... 112,5 meter!
Tusschen Callantsoog en Petten sedert
1900 21 meter en sedert 1843 73 meter.
Huisduinen krijgt het volle pond.
Ziethier, enkele getallen van slechts een
klein stuk van de Noordzeebarricade, doch die
wel heel duidelijke taal spreken. Vooral bij
Huisduinen is het geboden steeds op z'n hoede
te zijn voor eventueel onverwachte gebeurte
nissen bij stormweer. Hier toch bevinden zich
„Piet Hein tratata boem Piet Hein,
tratata boem.
„Piet Hein, zijn naam is klein," schettert
vroolijk en klaar „de Staf" door de Koning
straat. Opgewekt en veerkrachtig loopt de
tamboer maitre voorop en pikt met z'n scep
ter kleine gaatjes in de Heldersche lucht.
Het koper glinstert in de zon; het jubelt,
dat die kleine Piet z'n daden groot „benne".
Geweldig, wat geniet die Kees ervan. Voorop
loopt hij, maar achteruit, dan ziet hij 't ook
meteen. Te hooren is heerlijk, mee te mar-
cheeren reusachtig; maar meteen alles nog
zien is het summum van heerlijkheid. Als hij
naar die „groote tromman" kijkt, daar mid-
denenin, wordt ie nog vroolijker, want 't lykt
hem of die muzikant net kijkt, of ie 't vol
gend oogenblik in lachen zal uitbarsten.
Menschen kinderen, is dat genieten! Hij
loopt vast en zeker mee tot de Buitenhaven.
Als de groote voorman met z'n tooverstaf
op den hoek by Nijpels onnavolgbare tirelan-
teinen maakt en die staf op de maat vervol
gens op en neer beweegt, doet Kees automa
tisch mee. Alleen hy heeft niet zoo'n prach
tige staf in z'n handen, maar een net in pa
pier ingepakt kop en schoteltje voor zijn
moeder.
Kort geleden had hy zoo'n mooi kopje
gebroken? Maar morgen was zijn moedertje
jarig. Geen betere gelegenheid dus om het
weer goed te maken, dan net zoo'n mooi
kopje te koopen. Mams zou er vast erg
blij mee zyn. Eén vijftig had ie meegenomen,
dat was zyn heele spaarpotvermogen. Wat
hinderde 't als hij dat voor moeder uitgaf?
't Kostte maar 75 cent, dus dat viel 'm
reuze mee. Tegen den mijnheer uit dien win
kel had hy al gezegd: „as ik wou, kon ik er
wel twee koopen." „Nou, jij bent een rijke
Jan Dirksen", had hem de winkelmijnheer
geantwoord, waarop Kees vroolyk en vol
daan had geknikt. Het nu meteen naar
in de directe nabijheid van de kust geen ban
ken (zooals dat wel het geval is bij paal 2)
en staat het land bloot aan de directe kracht
der golven.
De golfslag Is zwaarder geworden
Opmerkelijk is hierbij de zware golfslag.
Ouden van dagen, aldus onze zegsman, bewe
ren soms dat de golfslag bij Huisduinen en Den
Helder belangrijk zwaarder geworden is in ver
gelijking met vroeger en er is alle reden om
dit aan te nemen, in verband met het
feit, dat de diepe geul steeds meer den wal
nadert. De oorzaak hiervan is te zoeken in de
omstandigheid, dat de Razende Bol zich steeds
verder verplaatst in de richting Texel.
Danaïden-arbeid.
Waterstaat doet echter wat zij kan en hoe
wel voor eenige ongerustheid niet de minste
grond bestaat, laat onze zegsman toch de
eenigszins tragische ontboezeming ontvallen,
dat meermalen het werk, in 2 of 3 jaren
moeizaam aan de zeeweringen verricht, In één
nacht teniet gedaan wordt. Zoo gezien staat
men voor een Danaïden-arbeid.
Verdwijnen de duinen?
Tenslotte hebben wij den heer van Hoepen
gevraagd of hij met eenigermate zekerheid
kon zeggen of de duinen in dit deel van onze
provincie te zijner tijd aan een algeheele
vernieling prijs gegeven zouden worden.
Het was niet mogelijk hierop een definitief
antwoord te geven, daar er té vele factoren
zijn, die hier hun invloed doen gelden. Vast
staat echter, dat er in geen enkel opzicht van
een toename sprake is. Daarbij moet men
rekening houden met het feit, dat de duinen
hier niet breed zijn, zoodat het zeker niet als
uitgesloten te beschouwen is, dat er in den
loop der tijden een einde komt aan het bestaan
der duinen. Doch dan moeten ook alle ongun
stige factoren mee- of beter gezegd, tegen
werken.
Wat er in dat geval te doen zou staan
Waarschijnlijk niet anders dan op dezelfde
plaats een dijk aan te leggen met een
glooiing en zinkstukken, doch het behoeft
zeker geen betoog dat dit met enorme
kosten gepaard zou gaan.
Besluiten wij deze beschouwing met er op
te wijzen, dat er voor overstroomingsangst dus
zeker geen reden is en dat ieder Jutter zich
achter zijn wallen nog veilig verschanst kan
achten
In verband met de buitengewoon groote
belangstelling, welke de AVRO-Revue op 7
en 8 Januari j.l. in Den Helder mocht onder
vinden en waarbij „Casino" beide avonden ge
heel was uitverkocht, zoodat nog vele honder
den teleurgesteld moesten worden, heeft de
AVRO besloten een herhaling van de revue
„De AVRO's Bonte trein" te geven op Maan
dag 14 Maart a.s. in „Casino".
De door de Radio zoo bekende artisten, het
duo Juffrouw Snip en Snap,, zoomede de an
dere bekende AVRO-figuren, zulldn dien avond
weer aanwezig zijn, zoodat wij wel kunnen
aannemen, dat voor deze revue onder de
AVRO-leden weer veel liefhebberij zal bestaan
en dat ook dit keer „Casino" weer te klein
zal blijken te zijn.
De datum, zoomede de tijden van plaatsbe
spreking, zullen zoo spoedig mogelijk per ad
vertentie in dit blad worden bekend gemaakt.
huis brengen? Kun je denken, eerst „de
Staf" uitgeleide doen tot 't allerlaatste eind.
De muziek is intusschen opgehouden, maar
aan 't eind van de Spoorstraat klinkt juist
weer 't vreugde-signaal: „bom bom
bom".
Nauwelijks heeft de muziek ingezet: „waar
die meisjes zijn", of bij Spruit stroomen alle
meisjes van het atelier naar buiten om
vooral niets te missen van „die chance voor
mijn". Streng en correct marcheert de troep
de Weststraat op en in minder dan geen tijd
marcheert Keesje al de Hoofdgracht langs
en dan 't Havenplein op.
Kort en hevig was 't genot. Voldaan gaat
hij nu weer op huis aan. Het pakje houdt
hij nog steeds voorzichtig vast. Alles is nog
in orde, nu verder voorzichtig ermee. Kees
is een beetje moe hij had al vóór dien
tijd een beetje gegoalshot. Had hij nu maar
een fiets of zoo. Maar wat is dat? Daar bij
Grooff staat een vrachtauto, zoo'n rooie,
van de „Esona". Uitnoodigend lokt hem de
holle achterkant. De chauffeur klimt juist in
z'n cabine en Kees meteen achterin.
Nauwelijks zit ie of hij rydt ook al.
Dat gaat fijn, 't gaat snel. Alleen opletten
hoe de chauffeur nu by den Kruisweg doet.
Ze zijn er al; maar wat is dat? De wagen
remt en stopt. Een andere auto komt
langzaam van den dijk de Weststraat op, dus
moet de „Esona" dien van rechts komt,
voorrang verleenen.
Onthutst springt Kees op 't asfalt. Maar
als plotseling de „Esona" weer gas geeft,
rtjdt die zoo snel weg., dat hy den achter
kant niet meer te pakken kan krijgen.
Waarom holt hy nu toch als waanzinnig ach
ter dien auto?... Z'n pakje! z'n pakje!
dét staat nog achter in den vluchtenden
auto. 't Cadeautje voor z'n moeder! Eerst
is 't pakje vlak by, maar dan wordt 't steeds
kleiner. Hy jaagt voort, alsof de duivel hem
op de hielen zit.
Z'n kopje, z'n kopje, zél ie hebben!
Tergend langzaam vergroot zich de afstand.
Gevoelloos wit ligt daar 't pakje en Kees
ziet 't steeds kleiner en kleiner worden.
Daar holt hij al voorbij bakker Bos en ziet
plagend langzaam de „Esona" de bocht ne
men naar de Spoorstraat. Dan, op een
sukkeldrafje sjokt ie dood-op verder. Bij
HR. MS. „JAVA" NAAR ZEE
VERTROKKE^.
Met het week-end weer thuis.
Gistermorgen is Hr. Ms. „Java" uit de
haven naar zee vertrokken, tot het houden
van oefeningen.
Het week-end zal weer in Den Helder
worden doorgebracht.
„KINDEREN OP EEN IJSSCHOTS".
Morgenavond van 79 uur plaats
bespreking.
Voor de vijfde abonnements-tooneelvoor-
stelling, te geven op Donderdagavond aan
staande, dienen de plaatsen besproken te
worden morgenavond tusschen 7 en 9 uur.
Voor bijzonderheden zie men de advertentie.
In de advertentie van de firma Kannewas
ser, opgenomen in ons nummer van gisteren,
behoort de laatste prijs van de prima mol
ton dekens 160 X 190, 99 cent te zijn, terwijl
de prijs van het prima haak- of breikatoen,
2 ons knotten, 23 cent moet zijn.
van 28 Februari 1938.
BEVALLEN: T. MulderHerczeg, d.; T.
StrietVisser, d.; A. Luidingavan der
Veen, z.; N. KooimanKroon, d.; M. Otten
Pielkenrood, z.
FAILLISSEMENTEN.
Geëindigd: J. C. Kooter, Den Helder, ge
ëindigd door het verbindend worden der eenige
uitdeelingslysten.
Luyckx lijkt 't wel of hy een frissche energie
injectie krijgt. De „Esona" auto staat stil
voor de „Singer" Hij holt de brug op... ziet
juist de chauffeur weer uit den winkel ko
men. 't Witte pakje wordt steeds grooter,
de afstand kleiner! Zal ie 't halen? Ja... ja...
nee, oh, verschrikkelijk toch, nou is ie er
vlak bij en daar verdwijnt me die ontzettende
plaagauto weer de Spoorstraat in.
Zou nu él les verlaren zijn. Kees kén haast
niet meer. Zijn hoofd gloeit en bonst, z'n keel
is dik en hij tracht vergeefs die dikte weg
te slikken.
Dof en afgemat sukkelt Kees nog wat
verder.
Hard loopen kan ie niet meer. Hij krijgt
nu ook zelfs pijn in z'n zij, moet zelfs even
stilstaan en diep doorbuigen om ook dat te
bezweren.
Nu staat de „Esona" bij Koppen. Op een
holletje erheen gaat niet meer; hij is totaal
uitgeput.
Snikkend stuntelt ie door de Spoorstraat.
Maar in de verte tintelt in de donkere
auto-holte 't kleine witte pakje!
Ach, lieve, beste Esona-man, kom toch
één keertje eens niet zoo gauw weer uit
dien winkel. Nog is ie er niet uit. Hoop
doet leven. Zou er toch nog eens kansje
bestaan?
Eerst wordt ie heelemaal stil, maar in een
uiterste krachtsinspanning springt ie op. Ja,
een beetje hollen kan ie nog. 30 meter nog
20 nog is de vreeselyke chauffeur er niet
nog 10 nog 5 Haéé, daar omknel
len zyn trillende handen 't pakje. O, wat is
die Kees dankbaar!
Noch een schoolvriend, die hem roept,
noch een straathond, die luid blaffend een
woedenden aanval doet op 't hoog geheven
pakje, kunnen hem nu weer van zijn doel
afleiden.
Als ie eindelyk thuiskomt, stormt ie met
een op z'n moeder af, geeft haar het pakje
en gelyk een innige pakkert, terwijl ie smee-
kend, met tranen in z'n oogen, vraagt:
„Mams, neem 't nü, astublieft nü, metéén,
niet morgen op uw verjaardag! Want ik
was 't verloren en heb 't gevonden! en felici
teert U mij nou ook maar.
De kentering in de Europeesche politiek
schijnt zich voort te zetten. Het is niet alleen
Engeland, dat een andere oriëntatie gekregen
heeft. De andere, in dit geval Frankrijk, zal
denzelfden kant op moeten, als het straks niet
alleen wil staan. En dat is niets voor Frank
rijk.
De regeering Chautemps heeft een eclatant
succes geboekt. Een meerderheid van 439
'tegen 2 stemmen is inderdaad niet gering.
Maar, zij is daarmede allerminst van een lan
gen levensduur verzekerd, schreef de „Msb."
gisterenavond weinig bemoedigend, want
straks kan de senaat, waar nu het charter
van den arbeid in behandeling komt, heel licht
wenschen te kennen geven en doorzetten,
welke het kabinet voor een vitale beslissing
stellen.
Maar op den achtergrond van alle Fransche
debatten staat de gespannen internationale
toestand, d.w.z. la patrie, het vaderland. Voor
de Franschen is dit een volkomen dominee-
rende factor; als het land bedreigd wordt,
scharen zij zich sterk aaneen.
De jongste debatten in de Fransche Kamer,
welke met de bovenvermelde meerderheid voor
Chautemps eindigden, hebben overigens een
tamelijk vaag karakter behouden.
Als men op den man af de vraag zou
stellen, welke richting de buitenlandsche
politiek van Frankrijk op grond van de
gehouden redevoeringen zoowel van de
regeering als van de met haar te dezer
zak® van opvatting verschillende parle
mentariërs zou moeten inslaan, dan zou
men voor een uiterst moeilijk probleem
komen te staan. Ontdoet men echter de
zaak van de tallooze en ontelbare bijkom
stigheden, dan krijgt men heel sterk den
indruk, dat alle sprekers eigenlijk het
zelfde wilden en dat er tusschen hen zelfs
niet het groote verschil bestaat, dat b.v.
in de politiek van Eden en Chamberlain
duidelijk valt waar te nemen.
Het is vooral het accent, dat, al naar de
uiterlijke omstandigheden, meer speciaal op
de een of andere noodzakelijkheid valt. Zoo is
b.v. de regeering „gebonden" aan 't volksfront,
d.w.z. zij moet het bondgenootschap met
sowjet-Rusland onvoorwaardelijk verdedigen.
Deed zij dit niet meer, dan zou de basis van
dit kabinet wegzinken en zou een nieuw team
op een veel verder naar het centrum liggenden
grondslag moeten optreden. De communisten
houden vanzelf aan Moskou vast; de regeering
heeft de communisten noodig; derhalve...
Maar ernstig kan de vraag gesteld worden,
of Frankrijks buitenlandsche politiek, als deze
op werkelijke samenwerking met Engeland
gesteld blijft en zonder den steun van En
geland achter zich vervalt Frankrijk tot een
tweederangsmogendheid in Europa niet
automatisch op de toenadering tot Italië en
Duitschland en als reactie daarop op wegdrij
ven. ongewild of bewust, van sovjet-Rusland
gericht zal moeten worden.
Zoo beschouwd zijn de Fransche Kamer
debatten ook weer een fase in de merkwaar
dige ontwikkeling, welke Europa momenteel
doormaakt, en welke begonnen is met het per
soonlijk schrijven van Chamberlain aan Mus-
solini in het midden van het vorig jaar, en
een stevige bevestiging vond in de gesprekken
van lord Halifax met Hitier in November j.l.
Wat sindsdien diplomatiek en politiek ge
beurde, lijkt ons slechts een normale evolutie
by het eenmaal gegeven uitgangspunt. Mis
schien zyn de jongste gebeurtenissen uiterlijk
sensationeeler dan de eerdere in de reeks. Dit
komt echter, wijl men zich eerst nu volkomen
begint te realiseeren. dat nieuwe wegen inge
slagen zijn, waarvan de pacificatie van Europa
verhoopt wordt.
De onzichtbare vijand.