WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
in
Avonturen
het Hooge Noorden
Met
de „Huddersfield
Witte Zee
in de
ytqenda
Minder schol en
meer aal
Afscheid
van den heer L. Labout
De Batakzending
Museum-nieuws
De „Vischbuurt"
iri nieuw gewaad
Weigering bouwvergunning
perceelen Vijzelstraat
De lighallen
in de Donkere Duinen
Verhooging crediet storthuis en
tweede vuinistransportvaartuig
Nederlands plaats in de
Hal der Naties
Als Bevolkingsagent op de Secretarie.
Wegens het bereiken van den pensioen
gerechtigden leeftijd heeft de heer L.
Labout, bevolkingsagent van den Burger
leken Stand, gisteren den dienst der ge
meente met dankbetuiging van het ge
meentebestuur verlaten.
Op instigatie van den ambtenaar ter secre
tarie was een bijeenkomst in de trouwzaal van
het Raadhuis belegd, welke gistermiddag ge
houden werd en tijdens welke men de gelegen
heid had van den heer Labout-als-ambtenaar
afscheid te nemen. Om circa half vijf arriveer
den de heer en mevrouw Labout, alsmede hun
dochter, mevr. Zuidervliet, in het Raadhuis,
waar mevr. Labout reeds dadelijk een fraai
bloemstuk in ontvangst te nemen had. De
scheidende ambtenaar werd daarop door een
drietal heeren toegesproken; allereerst door
den gemeente-secretaris, Mr. Dr. E. van Bol
huis. Deze schetste de vreugde van de ambte
naren, nu zij zagen, dat de gezondheidstoe
stand van hun collega Labout, welke de laat
ste jaren nogal eens te wenschen overliet,
weer in zooverre goed was, dat hij op deze
bijeenkomst kon komen. Spr. wees op den
weemoed, welke er is bq elk afscheid: partir
c'est mourir un peu. Die weemoed is ook hier,
omdat men voortaan de vertrouwde figuur en
den vriendelijken omgang van en met den heer
Labout zal moeten missen. Uit de aanwezig
heid van de vele ambtenaren, van de oud
hoofdambtenaren, de heeren D. Bakker en J.
Fraij, en van den verificateur, den heer A. C.
de Koster, trok de heer Van Bolhuis de con
clusie, dat allen groote vriendschap voor den
scheidende koesteren. Het beste bewijs daar
van was wel de fraaie rustbank, welke spr.
daarop namens de ambtenaren en onder het
uitspreken van den wensch, dat de heer La
bout nog vele jaren van zijn welverdiend pen
sioen mag genieten, aanbood.
De heer Bakker bracht den heer Labout
dank voor de vriendschap, hartelijkheid en
welwillendheid, welke hij steeds, zoowel in als
buiten kantoor, van hem ondervonden had. Al
hebben we wel eens met de neuzen tegenover
elkaar gestaan, die momenten waren toch
spoedig vergeten.
Als derde sprak de heer J. H. Wijker, chef
van de afd. Bevolking, die uit de „krijgarti-
kelen" voor het huwelijk de drie woorden
„trouw, hulp en bijstand" lichtte en ze van
toepassing bracht op den heer Labout, van
wien spr. zoo zeer overtuigd is, dat hij alles
gedaan heeft om het belang van de gemeente
te dienen. Door zijn groote lokale kennis was
de heer Labout een bevolkingsagent in optima
forma, wien niet ten onrechte den bijnaam van
„wandelend bevolkingsregister" geschonken
werd. Spr. haalde herinneringen uit het ver
leden op, om tenslotte een blik in de toekomst
te werpen, waarin hij den heer Labout nog
vele jaren van zijn welverdiende rust zag ge
nieten.
De scheidende sprak tot allen een vriendelijk
dankwoord, waarna men onder het genot van
een kopje thee en gebak nog wat genoeglijk
bijeen bleef.
Werk van groote geestelijke en
cultureele waarde.
Gisterenmiddag voor de jeugd en gisteren
avond voor de ouderen, heeft in de bovenzaal
van het Chr. Militair Tehuis, Kanaalweg, de
film gedraaid over de Batakzending. Een film,
die een fragmentarisch beeld geeft van den
arbeid onder de Batakkers.
75 jaar geleden begon de zendeling Wour-
men-sen in de kracht van een optimistisch en
onverwoestbaar geloof, dezen arbeid en 54
jaar stond de moedige strijder op de bres voor
de geestelijke en maatschappelijke belangen
van dit volk, dat „in duisternis" zat. Toen hij
zijn hoofd neerlegde waren er 180 duizend
menschen tot bekeering gekomen en op het
oogenblik telt dit deel van Sumatra 400.000
christenen.
De film geeft een beeld van het resultaat
van de Rijnsche zending. Zij toont de moeilijk
heden waarmee de pioniers te worstelen had
den, doch laat vooral zien, wat er in geestelijk
en niet minder op maatschappelijk gebied be
reikt is.
Kerken en scholen werden gesticht. De
vrouwen werden opgeheven uit hun minder
waardige positie en werden bekwaamd voor
hun taak in het gezin. Vooral het werk aan de
jeugd is schoon en zegenrijk, terwtjl we een
beeld krijgen van de zelfopoffering in de me-
laatsche kolonies en de groote toewijding zien
in de blindenkolonies.
Ook laat de film ons genieten van de prach
tige natuur in dit stukje van den O.-Indischen
Archipel en zien we b.v. het Tobu-meer en de
Asahan-rivier met zijn stroomversnellingen en
schitterende watervallen.
De film werd toegelicht door den heer J.
Hemmers van 's-Gravenhage. Het was even
wel jammer, dat men op de achterste zitplaat
sen van deze explicatie, door het draaien van
het filmapparaat, weinig kon hooren.
De belangstelling, zoowel 's middags als
's avonds, was zeer bevredigend.
INBREKERS OF.
Vannacht om een uur of één schrok een fa
milie in de Janzenstraat wakker door vallend
glas. Tegelijkertijd hoorde men één of twee
personen zich hardloopend verwijderen. Bene
den constateerde men alras, dat de groote
spiegelruit van den straatkant ingedrukt was.
Men alarmeerde nog dienzelfden nacht de
politie welke een onderzoek instelde, doch
voorloopig geen reden had aan een poging tot
diefstal te denken. Mogelijk is, dat een paartje
wat al te zwaar tegen het raam geleund
heeft
Natuurgeheimen van den Balkan,
Jan Strijbos, de natuurkenner en zwerver,
maakte het vorige jaar een reis van ruim
7000 km in een oud wagentje, trok door
Duitschland, Hongarije en Roemenië, ging
met een boot naar het enorme moerassen
gebied van Dobroedsja, zag keizersarenden,
haviken, mantelgieren met een vlucht van
3 m, maar ook grote steuren, vol met kuit,
die door de Lippowanen en Russen gevangen
worden om door Joodsche handelaren als
kaviaar verwerkt te worden, 't Is deze tocht,
door de Ufa op de film vastgelegd, die men
a.s. Zaterdagmiddag, 3 uur, in Rialto op het
doek met Strijbos kan meemaken.
Een natuurfilm van de beste soort, die ons
de prachtige natuur van de ondoordringbare
Donau-delta laat zien, toegelicht door een
scherp waarnemer en enthousiast causeur als
Strijbos.
Ten overvloede wijzen wij er op, dat dit
geen smal-, maar gewone normaalfilm is.
Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij
naar de advertentie in dit nummer.
Gezien de enorme belangstelling voor de
vorige Museumfilms, raden wij ieder ten
sterkste aan zich tijdig van kaarten te voor
zien.
HAVEN VAN NIEUWEDIEP.
28 Febr. 1938.
Aangekomen van Londen en vertrokken
naar Harlingen het Eng. s.s. „Falcon".
Er is de laatste jaren veel critiek geleverd
op het plaveisel der plaatselijke straten
wegen en hoewel het niet aangaat hiervoor in
eerste instantie het gemeentebestuur verant
woordelijk te stellen, moet gezegd worden,
dat deze critiek grechtvaardigd was. Fietste
men op sommige wegen, dan wist men vooruit
half geradbraakt thuis te komen, terwijl ver
schillende straten meer hadden van het onder
deel van een „shimmey" dan van een straat,
Uiteraard waren het bepaalde kwartieren
van onze stad, waarin zich dit euvel demon
streerde en een ervan was de „Vischbuurt".
Deze stadswijk met zijn vele straten en
straatjes was voor den fietser of autobestuur
der een verdriet. Het materiaal werd zwaar
op de proef gesteld, om van de bestuurders
zelve maar te zwijgen. Geheele straatgedeel
ten bestonden uit kuilen en regende het, dan
beleefde men de twijfelachtige sensatie te wa
den tusschen altijd onverwacht opspuitende
fonteinen. De Vischbuurt... zij was niet ver
wend. Betrad men het Plein bq de „Visch-
marktschool", dan verzeilde men in een soort
niemansland van knikkerkuiltjes, stof en mod
der. En dat was nog maar de entrée van de
wijk.
Maar men moet nü eens door deze buurt
fietsen. Het plein is thans een keurig gepla
veide eenheid geworden, waarop het een lust
is te wandelen en de straten, welke zich hier
achter bevinden, zijn al evenzoo ten goede
veranderd.
Overal werd het vorige jaar met man en
macht begonnen het oude steenen bedeksel op
te ruimen en er voor in de plaats een modern
wegdek te leggen en wie zich thans per as
door de „Vischbuurt" begeeft kan niet anders
constateeren, dat de zaken voor honderd
procent verbeterd zijn.
Het doet prettig aan zooiets, juist omdat
men veelal geneigd was dit stadsdeel min of
meer als een „acherafje" te beschouwen. Het
was een der stiefkinderen van Moeder Den
Helder.
Hier en daar bevindt zich nog een stukje,
in schril contrast staat met de rest, eveneens
in de onmiddellijke omgeving, maar dit zal
binnenkort wel onder handen genomen werden.
Spreken wij de hoop uit, dat binnen afzien-
baren tijd de geheele stad een dergelijke pla
veisel-verbetering mag verwachten tot vreug
de van allen, die zich, zij 't per as, zij het te
voet, door Nieuwediep begeven.
Bij aanvraag van 10 Januari 1938 werd door
K. Harder en D. Bais, alhier, vergunning ver
zocht voor het verbouwen van de perceelen
Vijzelstraat nos. 173, 175, 177, 179, 181, 183
en 185.
Overeenkomstig het advies van den Direc
teur van Gemeentewerken en het op de bouw-
aanvraag gestelde advies van de Commissie
van bijstand voor de Publieke Werken en
Plantsoenen is op grond van diverse overwe
gingen de vergunning geweigerd.
Bij schrijven van 9 Februari komt G. J. de
Wit, alhier, gemachtigde van K. Harder en D.
Bais, tegen deze weigering in beroep bij den
Raad.
Op grond van verscheidene bezwaren geven
B. en W. den Raad in overweging op het be
roep afwijzend te beschikken.
BELEEDIGING.
Een bewoonster van de Emmastraat werd
beleedigd door een Vijzelstraat-bewoner, van
welk feit zij aangifte deed bij de politie.
ft
Het spookt in de Witte ZeeEen
orkaan zweept de golven op, jaagt de
donkere wolkenpakken in huiveringwek
kende vaart langs 't uitspansel
In de wateren rond de Noordkaap ploegt
de Huddersfield Town" zich met moeite
een weg door de schuimkoppige golven.
In de verte aan den horizont, braken de
6choorsteenen van de overige trawlers
eveneens indrukwekkende rookpluimen
uit,, als bewüs, dat ook zjj het zwaar
te verduren hebben.
De „Huddersfield Town" lijkt een roeibootje,
neen, een notedop tusschen de huizenhooge
golven, die zich met donderend geraas neer
storten op de nietige hulk. Het schipt duikt, en
rijst weer, het schommelt en slingert, het
wankelt en waggelt, als een dronkeman. Het
is noodweer, maarde visscherij gaat door!
En boven op de brug staat de schipper,
stoere, robuste zeeman in zijn van zeewater-
glimmende oliegoed. En telkens weer, als een
zware golf als een stortvloed over het schip
„schuift", telt hij met angst in de oogen...
één... twee... drie... vier... niet éénmaal, maar
twee-, ja driemaal. En er ligt blijdschap op
zijn verweerde gezicht als hij ziet: niemand
vermist! Alles wel!!
Want maar al te vaak nemen de overspoe
lende stortzeeën een prooi met zich en dan
zien de kameraden nog één oogenblik... het
bleeke gezicht... de starende, smeekende oogen
wijd open... en dan, dknü De dood in deze
wateren is snel enGoddankonmid
dellijk!!
Maar de visscherij gaat door!
Al moeten ook de mannen, die op het voor
dek staan te werken, zich met één hand
vasthouden en met de andere de visch schoon
maken, ja, al moeten ze soms aan den mast
gebonden worden, om niet weggeslagen te
worden, al vriezen ook hun oogleden aan
elkaar van de hevige vorst... de visscherij
gaat door!!!
Want de visscherq moet doorgaan, er hangt
te veel van af! Het zijn niet alleen de visschers
die van de visscherij leven moeten, daar zijn
ook de scheepbouwers, de fabrikanten van
touw, netten, kisten; de vischhandelaars, de
kolen-, zout- en ijsindustrieën, het koelhuis- en
opslagbedrijf, het vervoer per spoor en op den
weg, dit alles en nog veel meer zijn direct
geïnteresseerd bij het visscherijbedrijf, en zou
den elders hun bestaan moeten zoeken, als er
geen visschers waren, of geen... visch. En dus
gaat de visscherij steeds door, weer of géén
weer, de visschers trotseeren de kracht der
elementen
En dan scheurt het uit den aether: „May-
day! Mayday! Mayday!" het S.O.S.-sein van
de Fransche trawlers, verbasterd van het
Fransche m'aidez Helpt mij!
Uit het zwarte kastje in de hut van den
marconist dringen de klanken: „Jeria roept
alle trawlers! Jeria roept alle trawlers!!...
Wij zitten vlak voor de rotsen... recht voor
den boeg... Nog één oogenblik... Wij zitten er
op... Vaarwel, kameraden... Groet mijn vrouw
mijn kinderen... Groet
Het laatste woord van die noodkreet werd
nooit voltooid. „Groet...!!" en dan stilte, alleen
maar stilte!
Maar de visscherij gaat door!
De „Jeria" was te ver af... hulp bieden was
onmogelijk... de afstand was te groot. Met
schrijnend leed om hun gevallen kameraden
en bloedverwanten in het harte werken de
mannen door, beklemd door de herinnering aan
het besef, dat ook op hèn de zee loert. De zee
hun verraderlijke doodsvijand, die hun
ondergang zoekt... maar toch ook weer hun
vriend, die hen van brood voorziet
De mannen werken door. Daar staan ze,
aan stuurboord, met gebogen ruggen, zich
schrap zettend tegen het geweld van den storm
Hun handen klauwen in de mazen, iedere spier
is gespannen. En de watermassa's loopen
storm op dezen levenden muur, die van geen
wijken weet. En de overslaande stortzeeën doen
het water opkolken tot de oksels, tot over de
schouders, het deert hen niet!
En als dan, boven het geloei van den storm
1
uit, de stentorstem van den schipper bevelen
schreeuwt: „Klaar om te schieten!... Let go!!
dan, met eeiT plons, schiet het vischgerei over
boord. De staaldraden zoemen, spannen zich
met een ruk. De schoorsteen walmt, en braakt
zware rookgordijnen uit, die verfomfaaid, wèg
waaien in den wind.
In gespannen verwachting staan de mannen
daar. Hun oogen volgen de richting van de
staaldraden: DéAr, diep onder de onstuimige
golvenmassa's, daar op den bodem der zee,
daar sleept de „geldzak"... Zal hij boven
komen, gevuld met buit, óf... leeg?
Dan... plotseling... een knal, een ratelen
als van een hevigen donderslag... Als een
bliksemstraal, flitsend, kronkelend, schiet de
geknapte staaldraad door de lucht... Impul
sief duiken de mannen weg, voor het aanstor
mende noodlot... De schipper ontzet, stopt
onmiddellijk... Te laat!!... Als een woedend
gemaakte slang ...suizend snel als een ge
rekt elastiek, bespringt de draad den traw
ler...
Een rauwe gil... de doodskreet van een
mensch... Zooeven stond hij daar nog... een
kerel, als een boom, in niets verschillend van
de anderen en nuwèg, wèg voor goed!!...
En de visscherij gaat doorMaar de
winch, die langzaam draaiend voorzichtig het
vernielde net binnenhaalt, ratelt niet vroolijk
als anders ...Neen, het doffe stampen en het
aarzelend knarsen zijn als een zwaarmoedig
somber klagend requiem, en de loeiende storm
roept den smartelijk voor zich starenden vis
schers een zegepralend: „Memento Mori!"
106Memento Mori... Gedenkt te sterven!!
Het „Heden ik morgen gij" kan voor den
visscher ieder oogenblik van den dag bewaar
heid worden
Maar, de visscherjj gaat door!!
En opnieuw plonst het net over boord, en
wéér staan daar de mannen. En hun oogen
volgen den lijn, waar zich het net aan bevindt,
daar onder, op den bodem der zee... Maar
hun gespannen verwachting is weg, de hoop
op een rijke vangst is verdwenen... Hun staat
nog slechts voor oogen het beeld van hèm,
van hun goeden kameraadEn dan kruist
zich over dit beeld dat hndere, het beeld
van dien flitsenden, doodenden draad, en dan
verweerde koppen buigen zich dieper.
Vaster klauwen de ruwe handen in het net.
En boven hen fluit de stormwind door de
touwen, en naast hen koekt de zee, en zingt
haar donderende overwinningslied
De schuimende golven storten zich op
hen, spoelen over hen heen, smijten hen
tegen de verschansing, het deert hen niet.
Ze grijpen zich vast, ze worstelen zich
weer op de been. ze tornen weer terug,
naar hun plaats. En ze hervatten hun taak
de visscherij gaat door!!
(News of the World).
en U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
Eiken dag moet uw lever een liter ga! In de in
gewanden doen vloeien. Wanneer de galafscneiding
onvoldoende is. wordt Uw voedsel niet verteerd, het
bederft. Er vormen zich gassen in Uw lichaam, u
raakt verstopt. Uw organisme wordt vergiftigd en
U wordt humeurig en loom. U ziet alles zwart.
De meegte laxeermiddelen zijn slechts lapmid
delen: een geforceerde stoelgang neemt de oor
zaak niet weg.
Maar CARTER'S LEVERPILLETJES zullen zor
gen voor de vrije toevoer van gal, waardoor U weer
geheel herstelt. Een plantaardig, zacht, onover
troffen middel om de gal te doen vloeien.
Eischt Carter's Leverpilletjes, verkrijgbaar by
aoothekers en drogisten in flacons van 0.75.
Mededeeling betreffende toekenning
van een rijksbijdrage in de kosten
van uitvoering.
Zooals men zich zal herinneren, heeft de
Raad voor het maken van lighallen, enz. in
de Donkere Duinen door jeugdige werkloozen,
met inbegrip van de bijbehoorende werken,
een crediet toegestaan van 9400
Daarbij is er van uitgegaan, dat in het be
drag van 7159.40 rijkssubsidie zou worden
verleend. Die begrooting is daarna door B. en
W. aan den Minister van Sociale Zaken inge
zonden, waarna met een vertegenwoordiger
van het Departement ten Raadhuize een be
spreking heeft plaats gehad. Bij die bespre
king is gebleken, dat de kostenbegrooting en
kele wijzigingen dienden te ondergaan, welke
wijzigingen toen alsnog zijn aangebracht en
waardoor het eindcijfer van 7159.40 tot
6907.35 is verlaagd.
De Minister van Sociale Zaken heeft thans
bericht, dat een nader vast te stellen rijksbij
drage zal worden verleend in een gedeelte
van deze kosten, t.w. in de kosten van de ver
goedingen buiten de centrale werkplaats
925.in de kosten van de sociale lasten
45.en in 2/3 van de materiaalkosten
3871.57, n.1. 2/3 X f 5807.35). Het bedrag
van 130.geraamd wegens vergoedingen
in de werkplaats dient, naar het oordeel van
den Minister, te worden gevonden op de be
grooting van de Centrale Werkplaats voor het
jaar 1938. De niet door rijk en gemeente te
dragen materiaalkosten dienen door de ge
meente of wel door particulieren te worden
betaald. Aangezien van de Vereeniging tot
bestrijding der t.b.c. geen bijdrage als hier be
doeld is te verwachten, zullen deze kosten
1/3 van 5807.35 of 1935.78, dus - geheel
ten laste van de gemeente komen.
In zóóverre ondergaan de door den Raad
aanvaarde berekeningen dan ook wijziging, dat
voor dit werkobject als zoodanig kan worden
volstaan met een crediet van 9000.
Bij toepassing van het objectieve subsidie
percentage waaromtrent echter geen ze
kerheid bestaat zou dan in totaal ten laste
van de gemeente komen:
a. 27 van 925.
27% 45.—
27 2/3 X 5807.35
1/3 X 5807.35
BIOSCOPEN:
Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8:
„Een mensch stierf onschuldig" en „Vrouwen
zijn lastig".
Rialto, Spoorstraat, half 8:
„De man, die beslag legt" en „Tusschen
Sjanghai en San Francisco".
Witte Bioscoop, Koningstraat, half 8:
„Sabotage" en „De onbekende",
kundige Kring.
Heden:
Casino, 8.15 u. Concert „Held. Mannenkoor",
Woensdag 2 Maart.
Musis Sacrum, 8.30. N.R.V. Groote Italië,
avond.
Licht op 6 uur 5 min.
Opgenomen om 8 uur hedenmorgen.
Barometerstand Den Helder 760.2
Temperatuur lucht 6.4
Laagste temp. lucht gisteren 6.1
Hr. Ms. „GELDERLAND".
Hr. Ms. „Gelderland", onder bevel van den
kapitein-luitenant ter zee P. B. M. van Strae-
len, is gisteren te Ponta Delgada aangekomen.
water- en lichtleidingen
algemeene bedrijfskosten
3243.—
1845.60
375.—
5463.60
of rond 5465.
in plaats van 3938.86, zooals echter was be
rekend.
Tenslotte deelen B. en W. nog mede, dat ge
tracht zal worden eveneens een provinciale
bijdrage in de kosten van het werk te ver
krijgen.
Voor het vergrooten van het bestaande
storthuis van de reiniging, aan de Bassin
gracht, werd door den Raad van 27 Juni 1937
een crediet verleend van 62.475.
Vastgesteld moet worden, dat dit bedrag
voor het werk niet toereikend zal zijn.
Na de oplevering van het nieuwe vuilnis
transportschip is n.1. gebleken, dat de grootste
hoogte van het schip boven de waterlijn 0.40
meter meer bedraagt dan waarop bij den bouw
van den bunker is gerekend. Dientengevolge
zullen veranderingen in dien bunker aange
bracht moeten worden, bestaande o.a. uit het
afbranden van de uitstekende driehoekige
punten en het dichten van de daardoor ont
stane gaten. De kosten hiervan worden ge
raamd op 440.
Bovendien heeft de Directeur der Gemeente-
Reiniging en Plantsoenen enkele wijzigingen
voorgesteld, welke hij noodig acht voor een
vollediger gebruik van het storthuis.
De kosten van deze voorzieningen zullen,
volgens ingeleverde prijsaanbiedingen, bedra
gen 788.84.
Met inbegrip van een bedrag, ad 101.16,
wegens aandeel in de algemeene bedrijfskos
ten, zal dus in totaal een bedrag van 1330.
meer noodig zijn, dan waarop destijds is ge
rekend.
Het crediet voor den bouw van het tweede
motorvuilnistransportvaartuig is nader vast
gesteld op 51.160.zijnde de bouwsom van
het schip.
Bij dit bedrag blijken nog te moeten komen
de kosten van voorbereiding van het toezicht
tijdens den bouw, alsmede de kosten van het
halen van het vaartuig. Voorts zijn er nog
enkele andere onkosten gemaakt, te zamen
circa 700.
Op grond van het vorenstaande verzoekt
men de credieten te willen verhoogen met
1330.respectievelijk 700.
Oorlogsschip naar New-York.
De Nederlandsche gezant in de Vereenlgde
Staten, jhr. mr. H. M. van Haersma de With
heeft Zaterdag te New York het contract ge-
teekend voor een maximum-oppervlakte van
10 000 vierkanten voet in de Hal der Naties en
van 90.000 vierkanten voet voor de oprichting
"an een paviljoen.
Naar verluidt zal tijdens de expositie
een Nederlandsch oorlogsschip een bezoek
aan New-York brengen.
In het door het departement van Econo
mische Zaken verstrekte maandoverzicht
omtrent de uitkomsten der visscherij in Jan.
j.1. en de resultaten van het visscherijonder-
zoek wijdt dr. J. J. Tesch, hoofd der afd.
Zeevisscherij van het Rijksinstituut voor Bio
logisch Visscherij-Onderzoek, eenige beschou
wingen aan onze scholvisscherij, waarbij hij
opmerkt, dat voor onze stoomtrawlers de
schol in de laatste jaren belangrijk aan be-
teekenis heeft verloren. Voor deze vaartuigen
bestond b.v. in 1928 voor niet minder dan
30.64 van de dagvangst uit schol, daaren
tegen was dit in 1936, hoewel de dagvangsten
toen aanmerkelijk rijker waren, gedaald tot
slechts 5.70
Men weet, dat de schol het talrijkst is op
de ondiepe gronden voor onze kust en in de
Duitsche bocht. Hier leeft de jonge schol in
groote menigte, te zamen met kleine schar,
en trek eerst bij het ouder worden naar dieper
water.
De meeste visschers hebben evenwel over
den groei van schol een verkeerd denkbeeld.
Deze visch groeit n.1. in werkelijkheid zeer
langzaam, zóó langzaam, dat zij vier of vijf
jaren noodig heeft, om tot een marktwaar
dige schol van 2425 c.M. op te groeien.
Langs onze Waddeneilanden en natuurlijk
ook langs de Oostfriesche en Noordfriesche
eilanden, wordt zeer veel door onze motor-
loggers en -kotters gevischt. Door hun vis
scherij op platvisch in het algemeen wordt
niet alleen de scholbevolking uitgedund, maar
het afploegen van den bodem vernietigd voor
een groot gedeelte het scholvoedsel zelf.
Verderfelijke uitwassen.
De trawlvisscherij, voornamelijk die op puf,
waarbij op de ondiepe gronden de jonge gene
raties, die het verlies, door de visscherij aan
de oudere visch toegebracht, zouden moeten
herstellen, doch in massa worden weggevan
gen deze visscherij vertoont, langzamer
hand, wegens de moderne tecSiniek, uitwas
sen, die verderfelijk zijn voor het behoud van
den vischstand in de Noordzee.
Omtrent de ontwikkeling van den visch
stand in het IJselmeer schrijft dr. B. H. Ha-
vinga, hoofd van de afd. Kust-, Rivier- en
Binnenvisscherij van bovengenoemd Rijks
instituut:
De Zuiderzee heeft kort vóór de afslui
ting nog eenige voor de visscherij rijke jaren
opgeleverd: een zeer gunstig jaar was 1930,
toen 5.3 millioen kg ansjovis, 11 millioen kg
haring, 3.6 millioen kg bot, 1.3 millioen kg
spiering en 2.3 millioen kg garnalen werden
aangevoerd. De gezamenlijke waarde van de
aangevoerde visch bedroeg 4.8 millioen gul
den. Dit jaar was heel gunstig, want ge
woonlijk schommelde in de jaren voor de af
sluiting deze waarde tusschen 2 en 3 millioen
gulden.
De haring en ansjovis kwamen in de Zui
derzee om daar kuit te schieten. Zij verlieten
dit gebied weer, zoodra het paaien afgeloo-
pen was. Zoodra de afsluitdijk voltooid was,
bestond de mogelijkheid niet meer het inmid
dels tot IJselmeer geworden gebied, binnen
te komen en waren zij voor de visscherij hier
verloren.
In de 5 laatste jaren voor de afsluiting
1927—1931 werden gemiddeld 787.000 kg aal
per jaar gevangen, in de 5 jaren van 1933—
1937 per jaar 2.557.000 kg. De vangst is dus
wel zeer sterk toegenomen en er is inderdaad
veel meer aal dan vroeger.
Bij de afsluiting der Zuiderzee was er alle
reden, om zich bezorgd te maken over den
aalstand. De aal moet immers uit zee komen
en op een of andere wijze naar binnen trek
ken. De vroeger open communicatie met de
zee was teruggebracht tot een paar schut- en
spui-sluizen en de vraag rees, of deze vol
doende waren, om een paar honderd millioen
stuks aaltjes, welke jaarlijks noodig zijn, om
den stand op peil te houden, door te laten.
Voor dezen twijfel bestaat te meer reden,
omdat door de spui-sluizen alleen een stroom
naar buiten gaat en nog wel een zoo krach
tige, dat de glasaaltjes er niet tegenin kun
nen zwemmen. Daarbij zijn de sluizen volko
men glad afgewerkt, waardoor de aaltjes
niet als bq het optrekken in de rivieren van
allerlei bijkomstigheden als ondiepten langs
de oevers, meren, plantengroei en dgl. ge
bruik maken.
Om nu de aal den toegang gemakkelijk te
maken, worden de sluizen, wanneer het wa
ter in de Waddenzee en het IJselmeer even
hoog staat, een tq'dje qpengezet. De aaltjes,
die zich, aangelokt door het zoet water voor
de sluizen, opgehoopt hebben, krijgen dan
gelegenheid naar binnen te zwemmen of wel
zq stroomen naar binnen. De practijk, in
kwestie de aalvisscherij heeft uitgemaakt,
dat dit systeem uitstekend heeftg ewerkt.
De spiering is wel een in zeer groot aantal
voorkomende bewoner van het IJselmeer,
maar is in economische beteekenis sterk ach
teruit gegaan.