WEK DE GAL IN UW LEVER OP in Avonturen het Hooge Noorden Met de „Huddersfield Witte Zee in de ytqenda Minder schol en meer aal Afscheid van den heer L. Labout De Batakzending Museum-nieuws De „Vischbuurt" iri nieuw gewaad Weigering bouwvergunning perceelen Vijzelstraat De lighallen in de Donkere Duinen Verhooging crediet storthuis en tweede vuinistransportvaartuig Nederlands plaats in de Hal der Naties Als Bevolkingsagent op de Secretarie. Wegens het bereiken van den pensioen gerechtigden leeftijd heeft de heer L. Labout, bevolkingsagent van den Burger leken Stand, gisteren den dienst der ge meente met dankbetuiging van het ge meentebestuur verlaten. Op instigatie van den ambtenaar ter secre tarie was een bijeenkomst in de trouwzaal van het Raadhuis belegd, welke gistermiddag ge houden werd en tijdens welke men de gelegen heid had van den heer Labout-als-ambtenaar afscheid te nemen. Om circa half vijf arriveer den de heer en mevrouw Labout, alsmede hun dochter, mevr. Zuidervliet, in het Raadhuis, waar mevr. Labout reeds dadelijk een fraai bloemstuk in ontvangst te nemen had. De scheidende ambtenaar werd daarop door een drietal heeren toegesproken; allereerst door den gemeente-secretaris, Mr. Dr. E. van Bol huis. Deze schetste de vreugde van de ambte naren, nu zij zagen, dat de gezondheidstoe stand van hun collega Labout, welke de laat ste jaren nogal eens te wenschen overliet, weer in zooverre goed was, dat hij op deze bijeenkomst kon komen. Spr. wees op den weemoed, welke er is bq elk afscheid: partir c'est mourir un peu. Die weemoed is ook hier, omdat men voortaan de vertrouwde figuur en den vriendelijken omgang van en met den heer Labout zal moeten missen. Uit de aanwezig heid van de vele ambtenaren, van de oud hoofdambtenaren, de heeren D. Bakker en J. Fraij, en van den verificateur, den heer A. C. de Koster, trok de heer Van Bolhuis de con clusie, dat allen groote vriendschap voor den scheidende koesteren. Het beste bewijs daar van was wel de fraaie rustbank, welke spr. daarop namens de ambtenaren en onder het uitspreken van den wensch, dat de heer La bout nog vele jaren van zijn welverdiend pen sioen mag genieten, aanbood. De heer Bakker bracht den heer Labout dank voor de vriendschap, hartelijkheid en welwillendheid, welke hij steeds, zoowel in als buiten kantoor, van hem ondervonden had. Al hebben we wel eens met de neuzen tegenover elkaar gestaan, die momenten waren toch spoedig vergeten. Als derde sprak de heer J. H. Wijker, chef van de afd. Bevolking, die uit de „krijgarti- kelen" voor het huwelijk de drie woorden „trouw, hulp en bijstand" lichtte en ze van toepassing bracht op den heer Labout, van wien spr. zoo zeer overtuigd is, dat hij alles gedaan heeft om het belang van de gemeente te dienen. Door zijn groote lokale kennis was de heer Labout een bevolkingsagent in optima forma, wien niet ten onrechte den bijnaam van „wandelend bevolkingsregister" geschonken werd. Spr. haalde herinneringen uit het ver leden op, om tenslotte een blik in de toekomst te werpen, waarin hij den heer Labout nog vele jaren van zijn welverdiende rust zag ge nieten. De scheidende sprak tot allen een vriendelijk dankwoord, waarna men onder het genot van een kopje thee en gebak nog wat genoeglijk bijeen bleef. Werk van groote geestelijke en cultureele waarde. Gisterenmiddag voor de jeugd en gisteren avond voor de ouderen, heeft in de bovenzaal van het Chr. Militair Tehuis, Kanaalweg, de film gedraaid over de Batakzending. Een film, die een fragmentarisch beeld geeft van den arbeid onder de Batakkers. 75 jaar geleden begon de zendeling Wour- men-sen in de kracht van een optimistisch en onverwoestbaar geloof, dezen arbeid en 54 jaar stond de moedige strijder op de bres voor de geestelijke en maatschappelijke belangen van dit volk, dat „in duisternis" zat. Toen hij zijn hoofd neerlegde waren er 180 duizend menschen tot bekeering gekomen en op het oogenblik telt dit deel van Sumatra 400.000 christenen. De film geeft een beeld van het resultaat van de Rijnsche zending. Zij toont de moeilijk heden waarmee de pioniers te worstelen had den, doch laat vooral zien, wat er in geestelijk en niet minder op maatschappelijk gebied be reikt is. Kerken en scholen werden gesticht. De vrouwen werden opgeheven uit hun minder waardige positie en werden bekwaamd voor hun taak in het gezin. Vooral het werk aan de jeugd is schoon en zegenrijk, terwtjl we een beeld krijgen van de zelfopoffering in de me- laatsche kolonies en de groote toewijding zien in de blindenkolonies. Ook laat de film ons genieten van de prach tige natuur in dit stukje van den O.-Indischen Archipel en zien we b.v. het Tobu-meer en de Asahan-rivier met zijn stroomversnellingen en schitterende watervallen. De film werd toegelicht door den heer J. Hemmers van 's-Gravenhage. Het was even wel jammer, dat men op de achterste zitplaat sen van deze explicatie, door het draaien van het filmapparaat, weinig kon hooren. De belangstelling, zoowel 's middags als 's avonds, was zeer bevredigend. INBREKERS OF. Vannacht om een uur of één schrok een fa milie in de Janzenstraat wakker door vallend glas. Tegelijkertijd hoorde men één of twee personen zich hardloopend verwijderen. Bene den constateerde men alras, dat de groote spiegelruit van den straatkant ingedrukt was. Men alarmeerde nog dienzelfden nacht de politie welke een onderzoek instelde, doch voorloopig geen reden had aan een poging tot diefstal te denken. Mogelijk is, dat een paartje wat al te zwaar tegen het raam geleund heeft Natuurgeheimen van den Balkan, Jan Strijbos, de natuurkenner en zwerver, maakte het vorige jaar een reis van ruim 7000 km in een oud wagentje, trok door Duitschland, Hongarije en Roemenië, ging met een boot naar het enorme moerassen gebied van Dobroedsja, zag keizersarenden, haviken, mantelgieren met een vlucht van 3 m, maar ook grote steuren, vol met kuit, die door de Lippowanen en Russen gevangen worden om door Joodsche handelaren als kaviaar verwerkt te worden, 't Is deze tocht, door de Ufa op de film vastgelegd, die men a.s. Zaterdagmiddag, 3 uur, in Rialto op het doek met Strijbos kan meemaken. Een natuurfilm van de beste soort, die ons de prachtige natuur van de ondoordringbare Donau-delta laat zien, toegelicht door een scherp waarnemer en enthousiast causeur als Strijbos. Ten overvloede wijzen wij er op, dat dit geen smal-, maar gewone normaalfilm is. Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij naar de advertentie in dit nummer. Gezien de enorme belangstelling voor de vorige Museumfilms, raden wij ieder ten sterkste aan zich tijdig van kaarten te voor zien. HAVEN VAN NIEUWEDIEP. 28 Febr. 1938. Aangekomen van Londen en vertrokken naar Harlingen het Eng. s.s. „Falcon". Er is de laatste jaren veel critiek geleverd op het plaveisel der plaatselijke straten wegen en hoewel het niet aangaat hiervoor in eerste instantie het gemeentebestuur verant woordelijk te stellen, moet gezegd worden, dat deze critiek grechtvaardigd was. Fietste men op sommige wegen, dan wist men vooruit half geradbraakt thuis te komen, terwijl ver schillende straten meer hadden van het onder deel van een „shimmey" dan van een straat, Uiteraard waren het bepaalde kwartieren van onze stad, waarin zich dit euvel demon streerde en een ervan was de „Vischbuurt". Deze stadswijk met zijn vele straten en straatjes was voor den fietser of autobestuur der een verdriet. Het materiaal werd zwaar op de proef gesteld, om van de bestuurders zelve maar te zwijgen. Geheele straatgedeel ten bestonden uit kuilen en regende het, dan beleefde men de twijfelachtige sensatie te wa den tusschen altijd onverwacht opspuitende fonteinen. De Vischbuurt... zij was niet ver wend. Betrad men het Plein bq de „Visch- marktschool", dan verzeilde men in een soort niemansland van knikkerkuiltjes, stof en mod der. En dat was nog maar de entrée van de wijk. Maar men moet nü eens door deze buurt fietsen. Het plein is thans een keurig gepla veide eenheid geworden, waarop het een lust is te wandelen en de straten, welke zich hier achter bevinden, zijn al evenzoo ten goede veranderd. Overal werd het vorige jaar met man en macht begonnen het oude steenen bedeksel op te ruimen en er voor in de plaats een modern wegdek te leggen en wie zich thans per as door de „Vischbuurt" begeeft kan niet anders constateeren, dat de zaken voor honderd procent verbeterd zijn. Het doet prettig aan zooiets, juist omdat men veelal geneigd was dit stadsdeel min of meer als een „acherafje" te beschouwen. Het was een der stiefkinderen van Moeder Den Helder. Hier en daar bevindt zich nog een stukje, in schril contrast staat met de rest, eveneens in de onmiddellijke omgeving, maar dit zal binnenkort wel onder handen genomen werden. Spreken wij de hoop uit, dat binnen afzien- baren tijd de geheele stad een dergelijke pla veisel-verbetering mag verwachten tot vreug de van allen, die zich, zij 't per as, zij het te voet, door Nieuwediep begeven. Bij aanvraag van 10 Januari 1938 werd door K. Harder en D. Bais, alhier, vergunning ver zocht voor het verbouwen van de perceelen Vijzelstraat nos. 173, 175, 177, 179, 181, 183 en 185. Overeenkomstig het advies van den Direc teur van Gemeentewerken en het op de bouw- aanvraag gestelde advies van de Commissie van bijstand voor de Publieke Werken en Plantsoenen is op grond van diverse overwe gingen de vergunning geweigerd. Bij schrijven van 9 Februari komt G. J. de Wit, alhier, gemachtigde van K. Harder en D. Bais, tegen deze weigering in beroep bij den Raad. Op grond van verscheidene bezwaren geven B. en W. den Raad in overweging op het be roep afwijzend te beschikken. BELEEDIGING. Een bewoonster van de Emmastraat werd beleedigd door een Vijzelstraat-bewoner, van welk feit zij aangifte deed bij de politie. ft Het spookt in de Witte ZeeEen orkaan zweept de golven op, jaagt de donkere wolkenpakken in huiveringwek kende vaart langs 't uitspansel In de wateren rond de Noordkaap ploegt de Huddersfield Town" zich met moeite een weg door de schuimkoppige golven. In de verte aan den horizont, braken de 6choorsteenen van de overige trawlers eveneens indrukwekkende rookpluimen uit,, als bewüs, dat ook zjj het zwaar te verduren hebben. De „Huddersfield Town" lijkt een roeibootje, neen, een notedop tusschen de huizenhooge golven, die zich met donderend geraas neer storten op de nietige hulk. Het schipt duikt, en rijst weer, het schommelt en slingert, het wankelt en waggelt, als een dronkeman. Het is noodweer, maarde visscherij gaat door! En boven op de brug staat de schipper, stoere, robuste zeeman in zijn van zeewater- glimmende oliegoed. En telkens weer, als een zware golf als een stortvloed over het schip „schuift", telt hij met angst in de oogen... één... twee... drie... vier... niet éénmaal, maar twee-, ja driemaal. En er ligt blijdschap op zijn verweerde gezicht als hij ziet: niemand vermist! Alles wel!! Want maar al te vaak nemen de overspoe lende stortzeeën een prooi met zich en dan zien de kameraden nog één oogenblik... het bleeke gezicht... de starende, smeekende oogen wijd open... en dan, dknü De dood in deze wateren is snel enGoddankonmid dellijk!! Maar de visscherij gaat door! Al moeten ook de mannen, die op het voor dek staan te werken, zich met één hand vasthouden en met de andere de visch schoon maken, ja, al moeten ze soms aan den mast gebonden worden, om niet weggeslagen te worden, al vriezen ook hun oogleden aan elkaar van de hevige vorst... de visscherij gaat door!!! Want de visscherq moet doorgaan, er hangt te veel van af! Het zijn niet alleen de visschers die van de visscherij leven moeten, daar zijn ook de scheepbouwers, de fabrikanten van touw, netten, kisten; de vischhandelaars, de kolen-, zout- en ijsindustrieën, het koelhuis- en opslagbedrijf, het vervoer per spoor en op den weg, dit alles en nog veel meer zijn direct geïnteresseerd bij het visscherijbedrijf, en zou den elders hun bestaan moeten zoeken, als er geen visschers waren, of geen... visch. En dus gaat de visscherij steeds door, weer of géén weer, de visschers trotseeren de kracht der elementen En dan scheurt het uit den aether: „May- day! Mayday! Mayday!" het S.O.S.-sein van de Fransche trawlers, verbasterd van het Fransche m'aidez Helpt mij! Uit het zwarte kastje in de hut van den marconist dringen de klanken: „Jeria roept alle trawlers! Jeria roept alle trawlers!!... Wij zitten vlak voor de rotsen... recht voor den boeg... Nog één oogenblik... Wij zitten er op... Vaarwel, kameraden... Groet mijn vrouw mijn kinderen... Groet Het laatste woord van die noodkreet werd nooit voltooid. „Groet...!!" en dan stilte, alleen maar stilte! Maar de visscherij gaat door! De „Jeria" was te ver af... hulp bieden was onmogelijk... de afstand was te groot. Met schrijnend leed om hun gevallen kameraden en bloedverwanten in het harte werken de mannen door, beklemd door de herinnering aan het besef, dat ook op hèn de zee loert. De zee hun verraderlijke doodsvijand, die hun ondergang zoekt... maar toch ook weer hun vriend, die hen van brood voorziet De mannen werken door. Daar staan ze, aan stuurboord, met gebogen ruggen, zich schrap zettend tegen het geweld van den storm Hun handen klauwen in de mazen, iedere spier is gespannen. En de watermassa's loopen storm op dezen levenden muur, die van geen wijken weet. En de overslaande stortzeeën doen het water opkolken tot de oksels, tot over de schouders, het deert hen niet! En als dan, boven het geloei van den storm 1 uit, de stentorstem van den schipper bevelen schreeuwt: „Klaar om te schieten!... Let go!! dan, met eeiT plons, schiet het vischgerei over boord. De staaldraden zoemen, spannen zich met een ruk. De schoorsteen walmt, en braakt zware rookgordijnen uit, die verfomfaaid, wèg waaien in den wind. In gespannen verwachting staan de mannen daar. Hun oogen volgen de richting van de staaldraden: DéAr, diep onder de onstuimige golvenmassa's, daar op den bodem der zee, daar sleept de „geldzak"... Zal hij boven komen, gevuld met buit, óf... leeg? Dan... plotseling... een knal, een ratelen als van een hevigen donderslag... Als een bliksemstraal, flitsend, kronkelend, schiet de geknapte staaldraad door de lucht... Impul sief duiken de mannen weg, voor het aanstor mende noodlot... De schipper ontzet, stopt onmiddellijk... Te laat!!... Als een woedend gemaakte slang ...suizend snel als een ge rekt elastiek, bespringt de draad den traw ler... Een rauwe gil... de doodskreet van een mensch... Zooeven stond hij daar nog... een kerel, als een boom, in niets verschillend van de anderen en nuwèg, wèg voor goed!!... En de visscherij gaat doorMaar de winch, die langzaam draaiend voorzichtig het vernielde net binnenhaalt, ratelt niet vroolijk als anders ...Neen, het doffe stampen en het aarzelend knarsen zijn als een zwaarmoedig somber klagend requiem, en de loeiende storm roept den smartelijk voor zich starenden vis schers een zegepralend: „Memento Mori!" 106Memento Mori... Gedenkt te sterven!! Het „Heden ik morgen gij" kan voor den visscher ieder oogenblik van den dag bewaar heid worden Maar, de visscherjj gaat door!! En opnieuw plonst het net over boord, en wéér staan daar de mannen. En hun oogen volgen den lijn, waar zich het net aan bevindt, daar onder, op den bodem der zee... Maar hun gespannen verwachting is weg, de hoop op een rijke vangst is verdwenen... Hun staat nog slechts voor oogen het beeld van hèm, van hun goeden kameraadEn dan kruist zich over dit beeld dat hndere, het beeld van dien flitsenden, doodenden draad, en dan verweerde koppen buigen zich dieper. Vaster klauwen de ruwe handen in het net. En boven hen fluit de stormwind door de touwen, en naast hen koekt de zee, en zingt haar donderende overwinningslied De schuimende golven storten zich op hen, spoelen over hen heen, smijten hen tegen de verschansing, het deert hen niet. Ze grijpen zich vast, ze worstelen zich weer op de been. ze tornen weer terug, naar hun plaats. En ze hervatten hun taak de visscherij gaat door!! (News of the World). en U zult 's morgens „kiplekker" uit bed springen. Eiken dag moet uw lever een liter ga! In de in gewanden doen vloeien. Wanneer de galafscneiding onvoldoende is. wordt Uw voedsel niet verteerd, het bederft. Er vormen zich gassen in Uw lichaam, u raakt verstopt. Uw organisme wordt vergiftigd en U wordt humeurig en loom. U ziet alles zwart. De meegte laxeermiddelen zijn slechts lapmid delen: een geforceerde stoelgang neemt de oor zaak niet weg. Maar CARTER'S LEVERPILLETJES zullen zor gen voor de vrije toevoer van gal, waardoor U weer geheel herstelt. Een plantaardig, zacht, onover troffen middel om de gal te doen vloeien. Eischt Carter's Leverpilletjes, verkrijgbaar by aoothekers en drogisten in flacons van 0.75. Mededeeling betreffende toekenning van een rijksbijdrage in de kosten van uitvoering. Zooals men zich zal herinneren, heeft de Raad voor het maken van lighallen, enz. in de Donkere Duinen door jeugdige werkloozen, met inbegrip van de bijbehoorende werken, een crediet toegestaan van 9400 Daarbij is er van uitgegaan, dat in het be drag van 7159.40 rijkssubsidie zou worden verleend. Die begrooting is daarna door B. en W. aan den Minister van Sociale Zaken inge zonden, waarna met een vertegenwoordiger van het Departement ten Raadhuize een be spreking heeft plaats gehad. Bij die bespre king is gebleken, dat de kostenbegrooting en kele wijzigingen dienden te ondergaan, welke wijzigingen toen alsnog zijn aangebracht en waardoor het eindcijfer van 7159.40 tot 6907.35 is verlaagd. De Minister van Sociale Zaken heeft thans bericht, dat een nader vast te stellen rijksbij drage zal worden verleend in een gedeelte van deze kosten, t.w. in de kosten van de ver goedingen buiten de centrale werkplaats 925.in de kosten van de sociale lasten 45.en in 2/3 van de materiaalkosten 3871.57, n.1. 2/3 X f 5807.35). Het bedrag van 130.geraamd wegens vergoedingen in de werkplaats dient, naar het oordeel van den Minister, te worden gevonden op de be grooting van de Centrale Werkplaats voor het jaar 1938. De niet door rijk en gemeente te dragen materiaalkosten dienen door de ge meente of wel door particulieren te worden betaald. Aangezien van de Vereeniging tot bestrijding der t.b.c. geen bijdrage als hier be doeld is te verwachten, zullen deze kosten 1/3 van 5807.35 of 1935.78, dus - geheel ten laste van de gemeente komen. In zóóverre ondergaan de door den Raad aanvaarde berekeningen dan ook wijziging, dat voor dit werkobject als zoodanig kan worden volstaan met een crediet van 9000. Bij toepassing van het objectieve subsidie percentage waaromtrent echter geen ze kerheid bestaat zou dan in totaal ten laste van de gemeente komen: a. 27 van 925. 27% 45.— 27 2/3 X 5807.35 1/3 X 5807.35 BIOSCOPEN: Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8: „Een mensch stierf onschuldig" en „Vrouwen zijn lastig". Rialto, Spoorstraat, half 8: „De man, die beslag legt" en „Tusschen Sjanghai en San Francisco". Witte Bioscoop, Koningstraat, half 8: „Sabotage" en „De onbekende", kundige Kring. Heden: Casino, 8.15 u. Concert „Held. Mannenkoor", Woensdag 2 Maart. Musis Sacrum, 8.30. N.R.V. Groote Italië, avond. Licht op 6 uur 5 min. Opgenomen om 8 uur hedenmorgen. Barometerstand Den Helder 760.2 Temperatuur lucht 6.4 Laagste temp. lucht gisteren 6.1 Hr. Ms. „GELDERLAND". Hr. Ms. „Gelderland", onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee P. B. M. van Strae- len, is gisteren te Ponta Delgada aangekomen. water- en lichtleidingen algemeene bedrijfskosten 3243.— 1845.60 375.— 5463.60 of rond 5465. in plaats van 3938.86, zooals echter was be rekend. Tenslotte deelen B. en W. nog mede, dat ge tracht zal worden eveneens een provinciale bijdrage in de kosten van het werk te ver krijgen. Voor het vergrooten van het bestaande storthuis van de reiniging, aan de Bassin gracht, werd door den Raad van 27 Juni 1937 een crediet verleend van 62.475. Vastgesteld moet worden, dat dit bedrag voor het werk niet toereikend zal zijn. Na de oplevering van het nieuwe vuilnis transportschip is n.1. gebleken, dat de grootste hoogte van het schip boven de waterlijn 0.40 meter meer bedraagt dan waarop bij den bouw van den bunker is gerekend. Dientengevolge zullen veranderingen in dien bunker aange bracht moeten worden, bestaande o.a. uit het afbranden van de uitstekende driehoekige punten en het dichten van de daardoor ont stane gaten. De kosten hiervan worden ge raamd op 440. Bovendien heeft de Directeur der Gemeente- Reiniging en Plantsoenen enkele wijzigingen voorgesteld, welke hij noodig acht voor een vollediger gebruik van het storthuis. De kosten van deze voorzieningen zullen, volgens ingeleverde prijsaanbiedingen, bedra gen 788.84. Met inbegrip van een bedrag, ad 101.16, wegens aandeel in de algemeene bedrijfskos ten, zal dus in totaal een bedrag van 1330. meer noodig zijn, dan waarop destijds is ge rekend. Het crediet voor den bouw van het tweede motorvuilnistransportvaartuig is nader vast gesteld op 51.160.zijnde de bouwsom van het schip. Bij dit bedrag blijken nog te moeten komen de kosten van voorbereiding van het toezicht tijdens den bouw, alsmede de kosten van het halen van het vaartuig. Voorts zijn er nog enkele andere onkosten gemaakt, te zamen circa 700. Op grond van het vorenstaande verzoekt men de credieten te willen verhoogen met 1330.respectievelijk 700. Oorlogsschip naar New-York. De Nederlandsche gezant in de Vereenlgde Staten, jhr. mr. H. M. van Haersma de With heeft Zaterdag te New York het contract ge- teekend voor een maximum-oppervlakte van 10 000 vierkanten voet in de Hal der Naties en van 90.000 vierkanten voet voor de oprichting "an een paviljoen. Naar verluidt zal tijdens de expositie een Nederlandsch oorlogsschip een bezoek aan New-York brengen. In het door het departement van Econo mische Zaken verstrekte maandoverzicht omtrent de uitkomsten der visscherij in Jan. j.1. en de resultaten van het visscherijonder- zoek wijdt dr. J. J. Tesch, hoofd der afd. Zeevisscherij van het Rijksinstituut voor Bio logisch Visscherij-Onderzoek, eenige beschou wingen aan onze scholvisscherij, waarbij hij opmerkt, dat voor onze stoomtrawlers de schol in de laatste jaren belangrijk aan be- teekenis heeft verloren. Voor deze vaartuigen bestond b.v. in 1928 voor niet minder dan 30.64 van de dagvangst uit schol, daaren tegen was dit in 1936, hoewel de dagvangsten toen aanmerkelijk rijker waren, gedaald tot slechts 5.70 Men weet, dat de schol het talrijkst is op de ondiepe gronden voor onze kust en in de Duitsche bocht. Hier leeft de jonge schol in groote menigte, te zamen met kleine schar, en trek eerst bij het ouder worden naar dieper water. De meeste visschers hebben evenwel over den groei van schol een verkeerd denkbeeld. Deze visch groeit n.1. in werkelijkheid zeer langzaam, zóó langzaam, dat zij vier of vijf jaren noodig heeft, om tot een marktwaar dige schol van 2425 c.M. op te groeien. Langs onze Waddeneilanden en natuurlijk ook langs de Oostfriesche en Noordfriesche eilanden, wordt zeer veel door onze motor- loggers en -kotters gevischt. Door hun vis scherij op platvisch in het algemeen wordt niet alleen de scholbevolking uitgedund, maar het afploegen van den bodem vernietigd voor een groot gedeelte het scholvoedsel zelf. Verderfelijke uitwassen. De trawlvisscherij, voornamelijk die op puf, waarbij op de ondiepe gronden de jonge gene raties, die het verlies, door de visscherij aan de oudere visch toegebracht, zouden moeten herstellen, doch in massa worden weggevan gen deze visscherij vertoont, langzamer hand, wegens de moderne tecSiniek, uitwas sen, die verderfelijk zijn voor het behoud van den vischstand in de Noordzee. Omtrent de ontwikkeling van den visch stand in het IJselmeer schrijft dr. B. H. Ha- vinga, hoofd van de afd. Kust-, Rivier- en Binnenvisscherij van bovengenoemd Rijks instituut: De Zuiderzee heeft kort vóór de afslui ting nog eenige voor de visscherij rijke jaren opgeleverd: een zeer gunstig jaar was 1930, toen 5.3 millioen kg ansjovis, 11 millioen kg haring, 3.6 millioen kg bot, 1.3 millioen kg spiering en 2.3 millioen kg garnalen werden aangevoerd. De gezamenlijke waarde van de aangevoerde visch bedroeg 4.8 millioen gul den. Dit jaar was heel gunstig, want ge woonlijk schommelde in de jaren voor de af sluiting deze waarde tusschen 2 en 3 millioen gulden. De haring en ansjovis kwamen in de Zui derzee om daar kuit te schieten. Zij verlieten dit gebied weer, zoodra het paaien afgeloo- pen was. Zoodra de afsluitdijk voltooid was, bestond de mogelijkheid niet meer het inmid dels tot IJselmeer geworden gebied, binnen te komen en waren zij voor de visscherij hier verloren. In de 5 laatste jaren voor de afsluiting 1927—1931 werden gemiddeld 787.000 kg aal per jaar gevangen, in de 5 jaren van 1933— 1937 per jaar 2.557.000 kg. De vangst is dus wel zeer sterk toegenomen en er is inderdaad veel meer aal dan vroeger. Bij de afsluiting der Zuiderzee was er alle reden, om zich bezorgd te maken over den aalstand. De aal moet immers uit zee komen en op een of andere wijze naar binnen trek ken. De vroeger open communicatie met de zee was teruggebracht tot een paar schut- en spui-sluizen en de vraag rees, of deze vol doende waren, om een paar honderd millioen stuks aaltjes, welke jaarlijks noodig zijn, om den stand op peil te houden, door te laten. Voor dezen twijfel bestaat te meer reden, omdat door de spui-sluizen alleen een stroom naar buiten gaat en nog wel een zoo krach tige, dat de glasaaltjes er niet tegenin kun nen zwemmen. Daarbij zijn de sluizen volko men glad afgewerkt, waardoor de aaltjes niet als bq het optrekken in de rivieren van allerlei bijkomstigheden als ondiepten langs de oevers, meren, plantengroei en dgl. ge bruik maken. Om nu de aal den toegang gemakkelijk te maken, worden de sluizen, wanneer het wa ter in de Waddenzee en het IJselmeer even hoog staat, een tq'dje qpengezet. De aaltjes, die zich, aangelokt door het zoet water voor de sluizen, opgehoopt hebben, krijgen dan gelegenheid naar binnen te zwemmen of wel zq stroomen naar binnen. De practijk, in kwestie de aalvisscherij heeft uitgemaakt, dat dit systeem uitstekend heeftg ewerkt. De spiering is wel een in zeer groot aantal voorkomende bewoner van het IJselmeer, maar is in economische beteekenis sterk ach teruit gegaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 6