Duitsch anti fascist voor het Hof Wand van brandkast uitgesneden Steun aan pluimveehouders trof doel Handelaars in blanke slavinnen gevat Radioprogramma D G A R R I C E URROUGHS Kruiden tegen mond- en klauwzeer Den dood gezocht uit armoede Dronken achter het stuur Invoer van uien in Frankrijk DOOR NO. U. Nauwelijks was Tarzan op de rug van 't hert terecht gekomen, dat door de schok door zijn knieën zake, toen hij het gewei vastgreep. Met een enkele krachtige ruk brak hij het dier de nek, voordat het zelfs maar in staat was tegen te spartelen. Nu brulde de leeuw in grote woede vlak achter hem. Als een bliksemflits zwaaide Tarzan het hert over zijn schouder en rende naar de boom. Hij greep de tak met zijn krachtige handen en op het moment, dat Numa sprong, zwaaide hij zichzelf en zgn prooi buiten het bereik van de klauwen van de leeuw. Met een doffe smak sprong het woedende dier op de grond terug. Veilig op een hogere tak gezeten keek Tarzan met grijzend gelaat naar de glinste rende gele ogen van het wilde beest, dat hem hongerig op de grond stond op te wachten. Tenslotte begon dit spelletje den aapman te vervelen, hij zwaaide zich door de takken naar een boom in de nabijheid, waar hij in de vork van een dikke, dode tak met behulp van een paar droge takjes een klein vuur maakte en roosterde een heerlijk stuk vlees. Nooit in de fijnste restaurants van Londen had het eten beter gesmaakt! Als de Peers van het House of Lords nu Lord Greystoke eens konden zien! Toen hij klaar was, liet hij de rest van het dier in een hoge vork van de boom, waarin hij gegeten had, achter. En met Numa op wacht achter hem aan, om hem zo mogelijk te bespringen, ging hij terug, door de bomen naar de bladerenhut, die hij vroeg in den avond had samengebogen in de top van een hoge boom, dicht bij het strand. Hier sliep Tarzan tot het opgaan der zon. De paar volgende dagen besteedde hij aan het vermeerderen van zijn wapens en het onder zoeken van de jungle. (Nieuwe spelling.) Nasleep van den brand in het Rijksdag gebouw. Het Haagsche gerechtshof behandelde gisteren in hooger beroep de strafzaak te gen den Duitscher E. E. J. F., die door de Rotterdamsche rechtbank wegens het ge bruik maken van een valschen reispas tot een gevangenisstraf van vier maanden was veroordeeld, met aftrek van de preventie ve hechtenis. Uit het verhoor ter terechtzitting bleek, dat verdachte, die pacifist en anti-fascist is, zich na het uitbreken van den Rijksdag brand voor de politie in Duitschland heeft moeten schuil houden, daar hij als tegen stander van de nationaal-socialistische re geering werd gezocht. Van hem bevriende zijde kreeg hij een reispas met zijn foto, doch met valschen naam en op dezen pas reisde hij naar Ne derland. De procureur-generaal, achtte bewezen, dat verdachte van een valschen pas gebruik heeft gemaakt. Wat de straf betreft, zeide spr. dat hij de ze gezien de ernst van het feit, geenszins te hoog vond en vorderde bevestiging daarvan. Voor verdachte komt de straf er echter niet veel op aan. De preventieve hechtenis heeft hij al ge heel ondergaan, maar het is nu nog de vraag, of hij thans niet vastgehouden zal worden als vreemdeling zonder middelen van bestaan. Hooge Raad van meening ver anderd. De verdediger betoogde, dat verdachte geen „gebruik" heeft gemaakt van den val- sche pas. Vroeger heeft de Hooge Raad be slist, dat ieder toonen van een valsch docu ment ook al was men daartoe niet ver plicht gebruik maken beteekende. In een recent arrest is de Hooge Raad omgegaan en heeft beslist, dat men elk geval op zich zelf moest beschouwen. In het onderhavige geval achtte pleiter dit gebruik niet aanwezig. Wel heeft verdachte den pas getoond, doch er later bijgezegd, dat de pas valsch was. Pleiter zag hierin een begin van uitvoering van een delict, waar van verdachte vrijwillig is teruggehouden vóór het was voltooid. Pleiter concludeer de derhalve tot ontslag van rechtsvervol ginR- Uitspraak 14 Maart. Bevredigende uitkomsten in 1937. Dezer dagen vergaderde te Utrecht de Ne- derlandsche Federatie van Vereenigingen van Bedrijfspluimveehouders (N.P.F.) onder voorzitterschap van den heer P. J. van Haa- ren uit Tilburg. In zijn openingswoord constateerde de voorzitter, dat gelet op de soberheid van de inkomens uit den land- en tuinbouw in het algemeen en die uit de pluimveehoude rij in het bijzonder de uitkomsten der pluimveehouderij over 1937 bevredigend ge noemd mogen worden. Dit was mede een gevolg van den niet onbelangrijken steun, krachtens besluit van minister Deckers ge durende maanden lang genoten, zonder wel ken steun de uitkomsten niet bevredigend zouden zijn geweest. De heer van Haaren wees verder op den grooten vooruitgang van den uitvoer van eieren in het afgeloopen jaar. Gezien de vermindering van den pluim veestapel, mag naar zijn meening uit deze en andere gegevens zeker wel de conclusie getrokken worden, dat de verbetering van den pluimveestapel op productiviteit zeer belangrijk is geweest en dat de betreffende regeeringsmaatregelen ondanks felle cri- tiek doel hebben getroffen. Bij de behandeling van enkele huishou delijke aangelegenheden werden de Bond tot Bevordering der Pluimveehouderij en Tamme Konijnenteelt in Noord-Holland (B.P.N.H.) en de N. V. Eierveiling voor Hol lands Noorderkwartier, Alkmaar (E.V.N.H.) met algemeene stemmen als lid aangeno men. Succesvolle proeven. Eenigen tijd geleden reeds was gemeld, dat een inwoner van.Luik, de heer Martel- Dethier, een middel tegen mond- en klauw zeer ontdekt had, hoofdzakelijk bestaande uit kruidenaftreksels. De ontdekker van dit middel had echter geen veterinaire be voegdheden, zoodat zijn proefnemingen al leen met medewerking van veeartsen geno men konden worden, hetgeen vertraging met zich medebracht. Naar het schijnt zijn thans de noodige experimenten gedaan en is gebleken, dat het middel inderdaad op verrassende wijze helpt. Binnen 24 uur zijn aangetaste beesten genezen. In het geheel heeft men de remedie toegepast op 46 geval len. Zonder uitzondering trad genezing in tusschen 12 en 36 uur. Tal van Inbraken ln Den Haag. Gistermorgen ontdekte de terreinmeester van het districtskantoor der APC aan de Waldorpstraat te 's-Gravenhage, dat de brandkast was opengebroken en er een be drag van ca. f 400 uit was verdwenen. Het bleek, dat de inbrekers geprobeerd hadden, het slot van de brandkast, welke in een hoek van een op de eerste verdieping gelegen lokaaltje, stond, uit te snijden, wat hen niet is gelukt. Daarna hebben zij de kast naar de gang gesleept en den achterwand fi naal uitgesneden. Dit moet veel tijd hebben gekost, doch daar het pand 's nachts niet bewoond is, konden de boosdoeners ongestoord hun gang gaan. Ook uit het benzinestation van de A.P.C. vermiste men een bedrag van f 30. Slordige bewoners. De politie heeft de zaak in onderzoek en speurt ook ijverig naar de daders van een serie andere inbraken, gedurende de afge loopen dagen in de hofstad gepleegd. Zoo werd uit een linnenkast in een per ceel aan de van Egmondstraat een bedrag van f 900 gestolen. De bewoner had vóór hij uitging, de keukendeur aan de achterzijde van het huis niet afgesloten, dus hadden de dieven vrij entrée. Een bewoner van de Laan van Merdervoort beging dezelfde domheid en werd in den nacht van Zaterdag op Zondag drie gulden lichter. In een huis aan de Honsholredijkstraat moest een buffet het ontgelden. De buit be droeg f 114. Uit een keukenlade van een huisvrouw uit de Statenlaan werd f 12 mee genomen. In natura. .Een inbreker, die in de Dacostastraat zijn slag sloeg, voelde meer voor een prooi in natura. Hij verduisterde een luidspreker, 3 kinderjassen en twee damesmantels. De Haagsche recherche behoeft dus heel wat puzzles op te lossen! Japan beschermt de moeders. Twee jaar geleden is door den „Bond tot bescherming van moeders" een beweging op gang gebracht, welke wetgevende maat regelen nastreefde tot het brengen van hulp aan moeders en kinderen, aangezien in de laatste jaren steeds vaker gevallen voorkwamen, waarin moeders met haar kinderen den dood zochten uit armoede. Thans is een „wet tot bescherming van moeder en kind" van kracht geworden, waarin geldelijke toelagen worden toege wezen aan arme moeders en haar kinde ren tot een maximum van één yen per dag. De kosten zullen gedragen worden door de regeering en de plaatselijke be sturen. Bestuurder zwaar gestraft. De Rotterdamsche rechtbank heeft den scheepsblokmaker A. V. uit Krimpen aan de Lek, die op 12 Augustus van het vorig jaar in beschonken toestand een auto heeft bestuurd en daarmee «en aanrijding bij Hoek van Holland heeft veroorzaakt, ver oordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf met intrekking van zijn rijbewijs voor den tijd van een jaar. De procureur-generaal bij het Haagsche gerechtshof vorderde in hooger beroep be vestiging van dit vonnis. Conform dezen eisch heeft het Hof gister arrest gewezen. De directie van den Nederlandschen land bouw deelt mede, dat blijkens telefonisch bericht van den rijkslandbonwconsulent te Parijs de Fransche Journal Officiel van he den een besluit bevat, waarbij de invoer in Frankrijk van 6500 ton uien wordt toe gestaan. Politie te Santiago is internatio nale bende op het spoor. In Santiago en Valparaiso (Zuid- Amerika) zijn als gevolg van een onderzoek der politie naar het op treden van een bende handelaars in blanke slavinnen dertig perso nen in arrest gesteld. De bende zou internationaal vertakt zijn geweest. Het onderzoek was begonnen, toen pa trouilles op den grooten weg over de An- des, op een hoogte van 10.000 voet, een autokaravaan hadden aangehouden, welke een groot aantal jonge meisjes vervoerde, die z.g. een contract hadden aangegaan om op te treden in cabarets in steden langs de Atlantische kust van Zuid-Amerika. De Chileensche autoriteiten gelooven thans verscheidene op den voorgrond tredende leiders van den internationale bende in arrest te hebben gesteld. WOENSDAG 2 MAART 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. VARA-uitzending. 10.0010.20 vra. VPRO. 6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.30 Voor Arbeiders in de Continubedrijven. 11.30 Causerie „Wettelijke regeling der werk loosheidsverzekering". 12.00 Gramofonmuziek. 12.30 VARA-Orkest. I.301.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Kniples. 2.30 Voor de vrouw. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.30 Causerie „Weten, begrijpen, handelen", 7.00 Zang. 7.30 Cyclus „Ons werk en ons geloof". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.15 De Ramblers, het Esmeralda-Septet, gra- mofoonplaten, solisten en Causerie over Vonota. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Eddie South and his Band. 10.20 VARA-Strijkorkest en soliste II.00 Gramofoonmuziek. 11.3012.00 Sportreportage. Hilversum H, 301,5 m. NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.). 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble Van der Horst (Om 12.00 Be richten en 12.15 Gramofoonmuziek). I.30 Orgelspel. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Christ. lectuur. 3.30 Tenor en piano. 4.30 Gramofoonmuziek. 4.40 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Land- en tuinbouwhalfuur. 6.30 Taalles en Causerie over het Binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Gramofoonmuziek. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber. 8.15 Koninklijke Christ. Oratoriumvereeni- ging „Excelsior", het Rotterdamsch Phil- harmonisch Orkest en solisten. (Van 9.30 9.50 Gramofoonmuziek). II.00 Berichten ANP. 11.0512.00 Gramofoonmuziek. Na afloop: Schriftlezing. EUILLETON 54. „Dat is misschien niet het geval met wat ik verder te zeggen heb," ging Barnslow voort. „Die zaak met mijn zuster moet uit Ejjn." „Ze is uit," antwoordde Peter Cradd. „Daar ben ik blij om. Ze heeft al genoeg kwaad gesticht," „Het zou mij spijten als er blijvend kwaad hit voortgevloeid was." „De geschiedenis is mij niet recht duide lijk," hernam George peinzend. „Ik heb je zooeven gezegd hoe ik over jou denk, maar dat jij de man moest zijn, die een totalen om mekeer bij Louise teweeg bracht, verbaast mij. Ik zal het je eerlijk zeggen. Dit moet een vriendschappelijk onderhoud blijven, Peter, dus zal ik mijn pijp stoppen." Peter Cradd schoof hem het tabakskistje ^oe. Hij stak zelf zijn pijp op, en zijn vingers beefden niet. „'t Is mjj niet duidelijk," herhaalde zijn Vriend. „Nooit. Louise heeft meer huwelijks aanzoeken afgewezen dan bekend is zelfs prachtige partijen. Zij neemt Durcott bijna met tegenzin aan, weigert verscheidene malen om hem te ontvangen, en dan ik heb het uit haar eigen mond wil zij wegloopen met jou. Kun je mij dat nader verklaren, Peter Cradd?" „Ik kan het niet nader verklaren aan jou, aan mezelven, of aan wie ook," luidde het bedaarde antwoord. „Jij bent zes- of zevenenveertig," vervolgde Barnslow. „Je hebt een vrouw, en een on toonbaar gezin. Hoe komt, voor den weerga, bij je op, Peter Cradd, om er voor het oog van de wereld met mijn zuster naar Florence vandoor te gaan? Vergeet, dat ik ook vicaris ben en niet den zedenmeester speel, maar al was Louise gek geworden, hoe durfde jij aan zooiets denken?" „Ik weet het niet," erkende Peter Cradd nogmaals. „Ik heb geen verontschuldiging. Ik heb nooit iemand liefgehad, maar had niette min mijn gevoelens zooals ieder ander. Die sluimerende gevoelens moeten opgelaaid zijn, zij baanden zich een uitweg, en ik ontdekte, dat ik beminde jou zuster. Dat was niets verrassends," voegde hij er bij, „maar ik ben met je eens, dat het verrassend was, dat Louise mij liefhad of dat althans dacht." „O, dat lijdt geen twijfel," gromde de an der. „Jij hebt mij jouw liefde begrijpelijk ge noeg gemaakt, maar tot mijn stervensuur zal ik de liefde van Louise niet kunnen door gronden." „Ik weet alleen te zeggen," opperde Peter Cradd, „dat het begonnen moet zijn, toen zij spijt had mij verdriet gedaan te hebben. En, omdat ik zooveel van haar hield, begon ik haar gedachten en stemmingen te begrijpen. In een van je boeken heb ik gelezen, George, dat sommige vrouwen liefde opvatten voor een man, die zwakker is dan zij. De sterke, goede vrouw heeft aldus dikwijls een zwak ker of slecht man lief. Ik ben niet slecht, George. Ik vraag mij soms af of ik werkelijk zoo zwak ben als ik schijn, maar voor haar moet ik dat wel lijken, omdat iedere gave, die ik niet bezit; alles wat haar kringetje zou laten lachen bij het denkbeeld dat zij van mij houdt, het medelijden in haar hart nog ster ker opwekt een zoet, teeder medelijden en dat zou mettertijd in een ander gevoel kun nen overgaan. Ziedaar mijn verklaring van het wonder." „En ik geloof, dat je den spijker vrijwel op den kop slaat," zei Ge-rge. „Maar nu, Peter, heb je gehoord wat daarna gebeurd is?" Peter Cradd schudde het hoofd. „Ik heb hen niet meer gezien," zei hij. „Wij zaten hier te praten, toen Durcott haar kwam halen. Hij was woedend, maar hield zich goed. Hij nam Louise met zich mee." „En Louise heeft mij in mijn gezicht ge zegd," viel Barnslow uit, „dat als hij niet ge komen was..." „Laat dat, alsjeblieft," verzocht Peter. „Hij kwam, en Louise vertrok met hem." „Laat mij je dan de rest vertellen," ging Barnslow voort. „Louise was gehoorzaam. Ze deed zich aan de lunch allerliefst voor en na afloop ging ze met Arthur en zijn moeder en zijn tante en nij naar de bibliotheek, en zei dat het haar speet, dat ze .niet met Arthur kon trouwen. Zij weigerde een reden op te geven; zij had niemand anders op het oog, maar met Arthur was het ten eenenmale buitengesloten. Ieder hield zich goed, maar Arthur verzocht een woordje met haar en mij apart. De anderen gingen weg. Nooit heb ik Durcott zoo hoog geacht als toen. De ge- heele wereld behoefde de waarheid niet te weten, zei hij, maar hij wenschte zich klaren wijn geschonken te zien. En toen vertelde zij ons van jou. Durcott had het al geraden, geloof ik. Wat mij betreft ik wist wel, dat jullie een hechte vriendschap gesloten had den, maar verder gingen mijn gedachten niet." „Dat spreekt," mompelde Peter Cradd. „Arthur Durcott zei het haar," ging de vicari3 voort, „en zeer duidelijk. Hij zou zijn afscheid dragen als een man, en de vriend schap, die zij hem aanbood, aanvaarden op één voorwaarde. Zij moest hem, en mij, haar broer, haar eerewoord geven, dat zij nooit zou ingaan op het avontuur, dat zij met jou had willen ondernemen. Hjj dreigde haar niet, maar waarheen jij en zij zich ook zouden begeven, hij zou jullie weten te ontdekken en jou vermoorden. En hij zou zoo goed geweest zijn als zijn woord." ,,Zeer verklaarbaar," erkende Peter Cradd. „Dat zou ik waarschijnlijk gedaan hebben als hij gefaald had. Nu is de toestand je dui delijk, nietwaar Peter Cradd? Louise beloof de het." Er heerschte geruimen tijd stilte. „Ik vertrouw Louise, maar toch eisch ik „En jij hadt waarschijnlijk ook iets te zeggen." jouw belofte ook." „Die heb je," antwoordde Peter Cradd. „Dan is het laatste woord gesproken. Mor gen zul je in de Times lezen, dat het voorge nomen huwelijk niet zal plaats hebben." HOOFDSTUK XXXII. Nu verliep het leven van Peter Cradd we ken achtereen langs rustige kanalen. Dagelijks sprak hij Eula die zich in haar nieuwe leven gelukkig scheen te voelen en Barns low. Bij gunstig weer gingen zii zeilen, en somtijds ging hij met George op de jacht, maar daarbij sloeg hij een minder schitterend fi guur. Hij was te verstrooid, en niet weinig trotsch, toen hij zijn eerste gans neerlegde. Zjj waren weer op het Eiland aan 't jagen, toen George iets met den jachtopziener te be spreken had. Eula en Peter Cradd bleven een weinig achter. Het was eigenaardig, maar hoewel zij elkaar dikwijls spraken, waren zij zeer zelden alleen. „Alles gaat uitstekend, geloof ik, niet waar?" vroeg hij. „Heerlijk!" verzekerde ze hem. „Ik voel mij hier gelukkig en al mijn gevoelens voor George zijn herleefd. Ik bekommer mij niet om wat er aan voorafgegaan is dat was de schuld van Manchester, maar jij soms kijk ik je aan, mijn vriend, en er gaat mij een rilling door het lijf. Herinner je je, dat je de rekening van mijn modiste betaalde! en wat deed je daarna voor mij. Had ik het moe ten opsparen en het je teruggeven?" „Gedane zaken nemen geen keer," troostte Peter Cradd haar. „En voorts, je vormde een deel van mijn opvoeding. Je hebt mij geleerd hoe ik een diner moet bestellen en zoo meer." Zij zuchte en vatte vertrouwelijk zijn arm. „Peter," zei zij, „ik denk dikwijls rillend en bevend aan die dagen. Ik was zoo eenzaam. Ik was niet in den grond slecht, maar scheen zoo'n behoefte te hebben aan iemand op wien ik kon steunen, en die altijd lief voor mij was. Ik heb met jonge mannen nooit iets te maken willen hebben maar toen kwam jij, en je leek zoo bedaard, zoo zachtzinnig." „Beste Eula", zei hij, „ik kan het volkomen begrijpen. Vergeet dien tijd. Je hebt George, en vind je het hier 's winters niet uit te hou den, dan zul je het 's zomers zalig vinden. Picnics en zonneschijn en de zee, en als je wilt, iederen avond in het hotel dansen. Doorgaans is iedereen er dan te moe voor." „Het zal heerlijk zijn", zuchtte zij verge noegd. „En ik heb iets met George besproken," ging hij voort. „Ik sta mijn kamers in Londen veertien dagen aan jullie af. Je moet de vol gende maand eens wat afwisseling hebben." „En jij dan?" „Ik zal hier volmaakt tevreden zijn. Jij weet, dat ik langer dan twintig jaren een blok aan mijn been gehad heb, en een stel spruiten, dat altijd zanikte om dingen, die ik hun niet geven kon. Ik heb de weelde van de eenzaamheid leeren waardeeren." Zij gingen naar Londen, en Peter Cradd was drie weken alleen. Hij las en las, onder nam gezonde wandelingen, en ondanks nu en dan een slapelooze nacht, scheen hij als het ware een verjongingskuur te ondergaan. Hij was zwaarder geworden, zijn borstkas was uitgezet. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7