TARZAN
■SI
VAN
Hoe smokkelaars van sigaretten
papier te werk gaan
Bi
Radioprogramma
jEDGAR R1CE
"burroughs
Stempellokalen als afzetgebied
JAARBEURS
ETHEL M, DELL
DOOR
I
No. 26.
Aan de punt van twee der kano's stonden
de renboden, die het hoofd drie uur geleden
weggezonden had. Het was duidelijk, dat zij
aan het bevel gevolg hadden gegeven en deze
mensen terugbrachten, terwijl het teken van
de bank niet kon worden misverstaan. De ka
no's werden nu op de zandbank getrokken.
De wilde krijgers sprongen er uit en met hen
een half dozijn norse, en gemeen uitziende
blanken. Maar niemand had een duivelser ge
zicht dan degene, die hen aanvoerde. „Waar
is de blanke man, die bij U kwam, zoals Uw
boodschappers mij vertelden?" vroeg hij aan
het opperhoofd. „Deze kant, bwana", ant
woordde deze. „Kom vlug. Hij ligt in mijn
dorp te slapen." „Help ons," zei de leider, „en
ik zal U een geweer en wat kogels geven."
Het hoofd leidde hen nu naar de hut waar
achter Tarzan lag te slapen. Achter de beide
mannen kwamen de anderen. Allen slopen
doodstil en onhoorbaar nader. Toen de bei
den de reusachtige gestalte van de aapman
bemerkte, kwam er een wrede grijns over
hun gezichten. De aanvoerder wenkte zijn
mensen en zes mannen slopen naar de ver
wonderde Tarzan, en bonden hem stevig, voor
dat hij aanstalte kon maken om te ontsnap
pen. Toen legden zij hem op zijn rug en hij
keek in het gemeene gelaat van Nicolaas Ro-
koff. Er kwam een grijns over de lippen van
den Rus. Toen gaf hij de gebonden man ver
schillende gevoelige schoppen. „Dat is voor
je welkom," zei hij. „Weer, stommeling, heb ik
je gevangen! Heb je nog steeds niet geleerd,
dat het verstandiger is om Nicolaas Rokoff
uit de weg te blijven? Vannacht, voordat
deze mijn vrienden, je oppeuzelen, zal ik je
vertellen, wat er allemaal al met je vrouw en
kind gebeurd is en wat ik voor verdere plan
nen voor hun toekomst heb."
(Nieuwe spelling.')
'Autoverhuurders vaak de dupe.
Het smokkelen van sigarettenpa
pier heeft in den laatsten tijd
zeer ernstige afmetingen aangeno
men. Bij duizenden tegelijk worden
de boekjes sigarettenpapier van
België uit in ons land gebracht, en
men kan het aantal boekjes, dat
jaarlijks clandestien in ons land
binnenkomt, veilig op ettelijke mil-
lioenen schatten!
Alleen in het district Breda worden er
Jaarlijks reeds 500.000 in beslag genomen
en men mag aannemen, dat er toch altijd
nog 'n vrij aanzienlijk percentage met succes
wordt binnengesmokkeld. Immers zouden
de smokkelpogingen voortdurend op een
fiasco uitloopen, dan zou de animo spoedig
verminderen.
'Rijksadvocaat de wanhoop nabij.
Mar de animo is helaas groot, zeer groot
zelfs. Er gaat nagenoeg geen dag voorbij
of er dienen voor de Bredasche Rechtbank
een of meer smokkelaffaires. De Rijksadvo
caat voor Noord-Brabant, mr. G. van Zin-
niccr Bergmann uit Vught, wordt er wel
haast wanhopig onder. Bij tijden bestaat
zijn werk voor 90% uit het behandelen van
smokkelzaken.
Men had gehoopt, dat men het smokkelen
van sigarettenpapier grootendeels de kop in
zou drukken door de bepaling, dat ook de
winkeliers strafbaar zijn, indien men onge-
banderolleerd sigarettenpapier in hun ma
gazijnen aantreft, maar men is in dit op
zicht bedrogen uitgekomen.
Het eenige wat met deze bepaling
bereikt werd is het uitschakelen
van den winkelier. Het sigaretten
papier wordt thans meestal direct
aan den verbruiker verkocht Vooral
de stempellokalen en omgevingen
zijn ideale oorden om te dienen
als „sigaretten-papier-markt"»
De werkloozen zijn de belangrijkste af
nemers van sigarettenpapier en de smok
kelaars of hun handlangers doen bij hen
goede zaken. Men kan dan ook wel aanne
men, dat de werkloosheid 't smokkelen van
sigarettenpapier ten zeerste in de hand
heeft gewerkt, niet alleen omdat de werk
loozen door hun lediggang er spoediger toe
komen om te gaan smokkelen, maar ook
otm de hierboven omschreven reden.
Veel gelegenheids smokkelaars.
Dat de werkloosheid inderdaad van groo-
ten invloed is op het smokkelen, blijkt
vooral uit het feit, dat speciaal de z.g.
gelegenheidssmokkelaars sterk in aantal
toenemen. En het ergste van alles is wel,
dat die gelegenheidssmokkelaars vaak
worden tot beroepssmokkelaars.
De gelegenheidssmokkelaars loopen
herhaaldelijk tegen de lamp. Zij
missen de noodige routine in het
„vak" en het komt vaak voor, dat
deze lieden, wanneer zij door de
douaniers worden aangehouden,
zich zeer stuntelig gedragen, zoo
dat spoedig argwaan gewekt wordt.
Maar helaas blijkt, dat het spreekwoord:
Door schade en schande wordt men wijs
hier maar al te zeer van toepassing is,
zoodat zij, die aanvankelijk nog leeken
waren, na verloop van eenigen tijd gerou
tineerde rotten zijn geworden.
Vooral in het district Breda heeft het
smokkelen in sigarettenpapier een veront
rustenden omvang aangenomen. In dit
district bevinden zich de groote toegangs
wegen naar Brussel en Antwerpen eener-
zijds en naar Rotterdam, Den Haag en
Amsterdam anderzijds. De smokkelaars wo
nen lang niet altijd in de grensstreek. Vaak
komen zij van Amsterdam, .Rotterdam en
andere plaatsen haar de grens om te
smokkelen.
Argelooze autoverhuurders.
Deze menschen huren dan een auto,
waarmede zij naar de grens trekken. Meer
dan eens worden argelooze en volkomen te
goeder trouw zijnde autoverhuurders hier
van de dupe. De smokkelaars huren n.1.
de auto's voor eenige dagen. Zoodra zij de
hurauto in hun bezit hebben, brengen zij
de veranderingen aan, die zij noodig ach
ten, d.w.z. zij brengen een dubbele bodem
aan of iets dergeiijks.
Vervolgens trekken wij naar de grens. Dit
soort smokkelaars koopt zijn smokkelwaar
meestal niet dicht bij de grens, zooals hun
„collega's", die in de grensstreek wonen.
Meestal rijden zij door tot Antwerpen, waar
zij het sigarettenpapier koopen en in de
daartoe bestemde bergplaats in hun auto's
laden. Vervolgens keeren zij via den gewo
nen autoweg terug naar de grens, waar zij
uiteraard nogal eens tegen de lamp loopen.
Wordt er nu een dubbele bodem of een an
dere geheime bergplaats in de auto aange
troffen, dan vervalt de auto aan het Rijk,
onverschillig of deze het eigendom is van
de smokkelaars, of dat gebruik werd ge
maakt van een huurauto. In vele gevallen
riskeeren de smokkelaars hun eigen auto
niet en zoo gebeurt het zeer vaak, dat vol
komen te goeder trouw zijnde autoverhuur
ders zeer ernstig gedupeerd worden.
Krachtige bestrijding.
Met alle beschikbare krachten wordt het
kwaad der smokkelarij bestreden. Er bestaat
langs de grens een z.g. verboden zone, waar
zij, die eenmaal op smokkelen betrapt zijn,
niet mogen komen. Voorts is het toezicht
aan de grens zeer sterng, zoowel op de we
gen als op de heide en in de bosschen, met
het gevolg, dat het aantal arrestaties legio
is.
Groote hoeveelheden sigarettenboekfes val
len in handen der douaniers, maar er glip
pen toch altijd nog aanzienlijke hoeveelhe
den door de mazen van het wijdvertakte net
van douane-beambten om in tallooze stem
pellokalen een dankbaar afzetgebied te vin
den.
PETROLEUM VATTE VLAM.
Boerderijtje afgebrand.
Gisterochtend om kwart over negen werd
de brandweer gealarmeerd voor een brand,
in een alleenstaand boerderijtje aan den
voet van de Buiksloterdijk, aan de overzijde
van het IJ- te Amsterdam. Het huisje, dat
uit een van steen opgetrokken woongedeel
te en een groote houten schuur bestond, was
weldra in vlammen gehuld.
De blussching leverde weinig moeilijkhe
den op, aangezien het vuur, dat met in to
taal vijf stralen op de waterleiding werd
bestreden, aan alle zijden kon worden aan
getast. Niettemin brandde de woning ge
heel uit, terwijl de schuur tot den grond toe
afbrandde. Van den inboedel kon niets wor
den gered.
Wat de oorzaak van den brand betreft,
moet worden aangenomen, dat deze te zoe
ken is in een brandend petroleumstel, waar
op een ketel water stond. De bewoonster van
het huisje zag, terwijl zij op het stukje grond
in de nabijheid aan het werk was, op een
gegeven moment, dat de rieten dakbedek
king in brand stond. De schade wordt door
verzekering gedekt. De vele belangstellen
den werden door de politie onder leiding
van inspecteur de Liefde, op een afstand ge
houden.
De nijverheid van Neerland's ras,
Zijn frissche handelsgeest
Ontpopt zich weer als eerste klas
Op 't voorjaars-Jaarbeursfeest.
Producten van het eigen land,
Wat eigen kracht vermag,
Ze komen er aan allen kant
Krachtdadig voor den dag!
We zwierven vroeger over zee,
Den heelen aardbol rond,
En onze vloot droeg schatten mee
Naar eiken vreemden grond!
Thans waait de vlag weer van den mast,
Hoog boven 't Jaarbeurs-plein,
De oude geest is er te gast,
Die onversaagd wil zijn!
Bekwame zeelui grijpen 't roer,
Wij blijven in de vaart,
Het Jaarbeurs-schip blijkt sterk en stoer,
Recht naar oud-Holland's aard.
Al staat de zee der tijden hoog,
Al fluit de wind door 't want:
Houdt immer koers en scherp het oog,
Vooruit! Met vaste hand!
Zoo gonst en streeft het dagen lang
Door 't machtige gebouw.
Machines zingen er hun zang,
Vol vaderlandsche trouw.
Producten toonen, wijd en zijd,
Wat onze vlijt vermag,
Hier komt de beste kwaliteit
Op 't beste voor den dagl
De Jaarbeurs-roep gaat onvervaard
Door voorjaars-Nederland,
We knoopen naar oud-Holland's aard
Opnieiiw een handëlsband!
Al heeft de vaart soms overlast,
Bij minder zonneschijn,
Tóch waait de vlag van Neerland's mast
HOOG BOVEN 'T JAARBEURS-PLEIN!!
Maart 1938. KROES.
(Nadruk verboden).
DRIE MAANDEN GEVANGENISSTRAF
VOOR BELEEDIGING.
Het Haagsche Gerechtshof deed gisteren
uitspraak in de strafzaak tegen den 67-jari-
gen gepensionneerden hulpkeurmeester W.
de H., wonende te Weststellingwerf en den
52-jarigen J. L. B., directeur eener naam-
looze vennootschap te Rotterdam, die we
gens smaadschrift tegen den directeur van
het openbare slachthuis te Rotterdam, Dr. H.
J. J. H. door de Rotterdamsche rechtbank
veroordeeld zijn tot ieder zes maanden ge
vangenisstraf.
Zij hebben, zooals wij dezer dagen uitvoe
rig mededeelden, Dr. H. ervan beschuldigd,
dat hij als directeur van het slachthuis te
Rotterdam en als keurmeester te Sliedrecht
groote hoeveelheden afgekeurd vleesch aan
opkoopers heeft verkocht.
Beide verdachten zijn thans door het Hof
tot drie maanden gevangenisstraf veroor
deeld.
WOENSDAG 23 MAART 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
VARA-Uitzon ding. 10.00—10.20 v.m. VPRO
6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek.
9.30 „Onze Keuken", causerie.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Conti
nubedrijven.
11.30 Causerie „De vestigingswet en de werk
loozen".
12.00 Gramofoonmuziek.
12.30 VARA-orkest m.m.v. solist.
I.151.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Kniples.
2.30 Voor de Vrouw.
3.00 Voor de kinderen.
5.30 De Ramblers.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.10 Orgelspel.
6.30 Causerie „Wat maken wij van onze
woning?"
7.00 Gramofoonmuziek.
7.10 Zang.
7.30 Cyclus „Ons werk en ons geloof".
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 Residentie-orkest.
In de pauze: Causerie.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Declamatie.
10.20 VARA-orkest m.m.v. solist.
II.0012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II, 301,5 m.
NCRV-Uitzending. 6.30—7.00 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart,
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
(Gr.pl.).
8.30 Gramofoonmuziek.
9.30 Gelukwenschen.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Cello en piano.
12.00 Berichten.
12.30 Orgelspel.
I.30 Gramofoonmuziek.
2.00 Zang, piano, en gramofoonmuziek.
2.45 Gramofoonmuziek.
3.15 Hollandsch Kamermuziekensemble.
4.40 Kinderuurtje.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.00 Land- en tuinbouwpraatje.
6.30 Taalles en causerie over het blnnenaan-
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Boekbespreking.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Bericht.
8.15 NCRV-Propaganda-Avond.
10.10 Berichten ANP.
10.15 Damles.
10.30 NCRV-orkest
10.45 Gymnastiekles.
II.00 Gramofoonmuziek, ca. 11.5012.00
Schriftlezing.
FEUILLETON.
DOOR
15.
Toen ze eindelijk gereed was, aarzelde ze
even alvorens de lamp uit te doen. Het was
buiten pik donker en zij herinnerde zich dat
Guy een electrische zaklantaarn in zijn kleed
kamer had. Hij zou het ding niet noodig
hebben, en het dus niet missen. Zacht opende
zij de tusschendeur en gleed naar binnen om
het te zoeken.
Het licht van haar eigen lamp geleidde
haar. Zij vond de zaklantaarn op zijn tafel.
In een oogenblik had ze de lantaarn opge
nomen en was ze terug in haar eigen kamer,
na de tusschendeur gesloten te hebben. Toen
zag ze door de geopende deuren dat het
buiten lichter werd. Er was dus toch maan,
en ze zou de lantaarn niet noodig hebben,
terwijl ze dan bovendien minder gevaar liep
voor ontdekking. Ze legde de zaklantaarn op
haar eigen tafel neer, onder de lamp, en nam
haar rijzweep.
In het huis heerschte een doodelijke stilte,
die hoewel haar een gevoel van veiligheid
gevend, haar tegelijkertijd een rililng door de
leden joeg. Zij zag de raamomlijsting in het
zwakke licht der maan en een groote vleer
muis vloog geluidloos voorbij. In den regel
ontbrak het haar niet aan moed, maar van
avond was er iets dat haar deed aarzelen, en
zij had al haar gewone zelfbeheersching noo
dig om niet te beven over haar geheele
lichaam. Zij vroeg zich zelfs af of zij voor dit
avontuur niet te veel op het spel zette.
Toen herinnerde zij zich dat Chris op haar
wachtte, en dat zij hem dien avond reeds een
maal teleurgesteld had. Zij kon hem niet ten
tweede male tevergeefs laten wachten. Boven
dien, wat was er te vreezen? Guy zou zeker
nog eenige uren doorslapen en ze zou natuur
lijk reeds lang terug zijn, als hij ontwaakte.
Wat het andere gevaar betreft de zwer
vende krankzinnige Hindoe dat verbande
ze geheel uit haar gedachten. Ze konden een
anderen weg nemen, ajs Chris dat beter vond.
Zij vond alles goed. Alleen moest ze nu naar
hem toe gaan.
Het scheen dwaas nog langer te wachten;
het afgesproken uur was reeds lang voorbij.
Zij liep naar het venster, raapte al haar moed
bijeen en stond het volgende oogenblik op de
waranda.
Ja, de maan rees nu snel aan den hemel,
maar de donkere wolken benevelden haar
licht. Het erf lag voor haar in een spook
achtige schemering. Maar zij had de elec
trische lantaarn niet noodig en toen ze de
trap af liep, kon ze het pad duidelijk waar
nemen. Ze behoefde tenslotte slechts eenige
meters te loopen.
In de bijgebouwen zong een bediende een
trieste eentonige melodie. Daarna hoorde zij
Elfrida in de verte blaffen, waarschijnlijk op
het spoor van de tijgerkat. Dat bracht de
gedachte aan Chris met hernieuwde kracht
terug, Chris, die met oneindig geduld op haar
wachtte en zij verhaastte haar schreden.
Ze gleed tusschen de donkere boomen door
en struikelde over het ijzerdraad, dat tusschen
de beide erven gespannen was. Het gaf een
geluid als een gespannen snaar en ze bleef
in nameloozen angst in de duisternis staan
tot alle echo's van het geluid waren wegge
storven. Zij was dwaas zenuwachtig, verweet
ze zich zelf, want er was absoluut geen
gevaar voor ontdekking. Guy sliep, en zou
voorloopig blijven slapen.
Ze klom tusschen de gespannen draden door
en kwam op het erf van het huis waar Chris
woonde. Het zou grappig zijn als Elfrida haar
ontdekte, dacht ze, ofschoon het slimme dier
haar niet voor een wilde kat zou houden. Maar
zaj hoorde niets, ofschoon ze vlak bij de plaats
moest zijn, waar Chris haar wachtte. Alles
was donker om haar heen, en angstwekkend
stil. De geheele atmosfeer scheen geladen met
angstige spanning. Zij had het gevoel alsof
ongeziene krachten op haar inwerkten en zij
was voor het eerst van haar leven onberede
neerd, onnatuurlijk bang.
Een oogenblik spande ze haar zintuigen tot
het uiterste in om een teeken van Chris' aan
wezigheid te bespeuren, maar toen ze niets
hoorde, liep ze op den tast langzaam verder.
Misschien stond hij met de paarden op den
weg. Zij kwam op de afgesproken plaats en
vond die verlaten. Iets in haar had haar ge
waarschuwd, dat dit zoo zou zijn. Maar hij
kon niet ver weg zijn, hoewel het haar be
vreemdde, dat zij geen paardengetrappel
hoorde.
Zij bereikte het open hek, dat naar den
weg leidde en hier bleef ze opnieuw staan.
Want er ging iemand voorbij een inlander
op sandalen. De geheimzinnig verhulde
gestalte deed haar denken aan een wild dier,
dat in den nacht uit zijn hol sloop om op
prooi uit te gaan. Het scheen haar uren toe
voor de zachte voetstappen in de verte ver
dwenen. En zelfs toen ze niets meer hoorde
bleef ze wachten, ofschoon ze nu voelde, dat
het te vergeefs zou zijn. Om de een of an
dere reden had Chris zijn afspraak niet kun
nen houden, maar het was vreemd, dat hij
haar niet gewaarschuwd had.
Zij liep eenige meters den nu geheel ver
laten weg op. De nacht was heet en benauwd,
en haar diepe slaap in den namiddag had alle
verlangen naar rust verbannen. Zij had den
geheelen nacht met Chris willen rijden.
Maar dat was blijkbaar onmogelijk. Een
onvoorziene omstandigheid hield hem van
haar verwijderd. Misschien had hjj dienst, of
had hij een briefje geschreven, dat zijn be
diende vergeten had te brengen. Of, een
plotselinge gedachte verontrustte haar de
inlander, die tien minuten geleden voorbij
kwam, kon naar haar huis zijn geweest om
de boodschap te brengen, en er was niemand,
die het briefje had kunnen aannemen. Het
was niet waarschijnlijk, doch zeer goed mo
gelijk, dat hij het op de waranda had neer
gelegd. Zij zou oogenblikkelijk teruggaan.
Het was niet waarschijnlijk, dat haar man
het zou zien, maar zij wilde niet de minste
kans loopen. Haastig begon zij den terug
weg.
Zij bereikte het hek, dat naar het erf leidde
van het huis van Pax en Chris, en toen
hoorde ze opnieuw het geluid van voetstap
pen. Ditmaal was het geen inlander, het wa
ren geen sluipende sandalen-voeten, maar
stampende Britsche laarzen, die zy hoorde.
Door zenuwachtigen angst bevangen liep zij
het hek binnen, waardoor zij juist het tegen
deel bereikte, want zij liep bijna in de armen
van Peters, die juist het hek uitging. Hij
bleef staan met een gesmoorden uitroep van
verbazing, maar voor hjj van zijn bewonde
ring bekomen was, was Yvonne als een
schaduw verdwenen.
„Alle donders," mompelde hij. „Als ik een
oogenblik later was gekomen, was zy in mijn
armen geloopen."
Hij liep den weg op naar de kazerne,
tevergeefs een oplossing zoekend voor zijn
vreemde ontmoeting.
Yvonne had haastig, maar met de groot
ste voorzorgen den weg naar huis ingeslagen.
Al haar angst scheen noodeloos te zijn ge
weest. alles zou zijn zooals zy het verlaten
had. Zij zou met de zaklantaarn op de wa
randa zoeken naar het verklarend briefje
van Chris, maar als dat gevaar eenmaal was
afgewend, voelde ze dat ze verder niets te
vreezen had.
Zoo, bijna onbewust zich zelf geruststel
lend, bereikte ze haar eigen erf, waar ze
plotseling bleef staan; de woeste schreeuw
van een tijgerkat klonk van dichtbij door de
duisternis. Een koude rilling beving haar.
Was het werkelijk de schreeuw van een
dier, of was het een menschelijke kreet
de stem van een ongelukkige, die, door
woeste, streken zwervend naar rust zocht.
Haastig zette zij deze gedachte van zich
af. Haar zenuwen beheerschten haar geheel
vanavond. Misschien zou het verstandig zijn
naar bed te gaan hoewel het veel vroeger
was dan het uur, waarop zij zich gewoonlijk
ter ruste begaf. Dan kon zij vroeg opstaan
en zou zij Chris vinden, die haar wachtte voor
hun morgenrit.
Met zachte schredep liep zij de trap op
naar de waranda, die in de diepe duisternis
gehuld lag. Met de uiterste voorzichtigheid
zocht zy tastend den weg naar haar kamer
om den zaklantaarn te halen. Eindelijk be
reikte ze de openslaande deur van haar ka
mer, trok het gordijn terzijde en trad binnen.
Een straal maanlicht drong met haar het
vertrek binnen en gaf haar licht. Een zilve
ren lichtstraal viel over haar tafel en zij
boog zich voorover om de zaklantaarn op te
nemen.
Het volgende oogenblik greep een doode
lijke angst haar aan. Zij greep een doos luci
fers en stak de lamp aan. Zij had de zaklan
taarn op de tafel laten liggen. Heel duidelijk
herinnerde zij zich dit. En de inlandsche be
dienden waren allen in de bijgebouwen, zoo
dat niemand in haar afwezigheid had kun
nen binnenkomen. Maar nu bij haar thuis
komst werd zij geplaatst voor het bloote en
onmiskenbare feit, dat de zaklantaarn ver
dwenen was. In bevende spanning zocht zy
ernaar, maar tevergeefs. Al het andere op
de tafel was onaangeroerd. Alleen de lan
taarn was verdwenen. Waarheen Waarom
Een plotseling geluid drong door de stilte
een hoestend geluid, het kwam uit de
kleedkamer van haar man. De ontzetting,
die over haar gekomen was, greep zich ais
het ware nog dieper in haar hart.
(Wordt vervolgd.)