Dl linjpg 0 H n iii bst BEESTEN! 4^ is ffSar 8LnKr 1 1 IH Ik Sftm IIhw Jk Volendam, een vreemdelingen-fuik WSsSÊÊSlvtól i'lmÊk mPr/nfeBSUv irXlBW? Een ernstige waarschuwing aan een idyllisch dorp Jongerenhulde aan H.M. de Koningin Wielfienrien Dc ronde van Purmerend Radioprogramma 1 i TARZAN l EDGAR RICE BURROUGHS Omgooiïng van het roer een eisch ETHEL M» DELL u it iluu r l wiU DOOR ■■■tNiiHiiiiMiaMttHm* No. 31. Rokoff sprong op, draaide zich om en zag de Zweedse kok. „Ga weg!" brulde de Rus. Als antwoord ging de grote hand van de kok langs de maag van Kokoff, terwijl het lange, scherpe mes, dat de kok als wapen had hee- gebracht, hem beroerde. Rokoff zag deze be weging en hield op. Toen sprak hij in het Frans tegen Lady Greystoke: „Ik wacht mor gen uw antwoord. Als U niet uit uzelf naar me toekomt, dood ik uw kind voor uw ogen!" Na deze vreselijke woorden verliet Rokoff de /iut. Na een ogenblik zwijgen begon de Zweed te spreken. De idiote trek was van zijn ge zicht verdwenen en maakte plaats voor een van wilskracht. „Hij denkt, dat ik gek ben", fluisterde hij. „Ik versta Frans. U bent goed voor me geweest, hij behandelt me als een vuile hond, ik zal U helpen, Mevrouw U alleen maar. Ik zal U helpen ontvluchten". Jane kon haar oren nauwelijks geloven. Was ontvluchten dan mogelijk? Later op de dag, toen hij haar voedsel bracht, fluisterde hij heel zacht:" pak uw kleren in en rol uw dekens op. Ik kom nu gauw terug". Hij wilde de hut verlaten, maar Jane legde haar hand op zijn arm. „Mijn kind?" vroeg ze. „Ik kan niet zonder hem vluchten". Hij ant woordde niet. Toen hij weg was, overviel de vrouw van Tarzan een gevoel van eindeloze verlatenheid. Daarbij huiverde ze, als ze aan de Zweed dacht. Maar, overlegde ze bij zich zelf, ze kon in zijn gezelschap het nooit erger krijgen dan bij Rokoff en zijn handlangers. Eu dus gaf zij gehoor aan de instructies van de kok. Tegen middernacht werd er zachtjes op haar deur geklopt. Voorzichtig opende zij hem en zag de dikke figuur van de kok. Hg kwam dicht bij haar. En een van de bundels, die hij droeg, legde hij in haar arm. „Stil, maak geen leven", zei hij, „dit is uw kind". (Nieuwe spelling.) Volendam is levensmoe.» De Afsluitdijk heeft zijn werk gedaan. Houdt nu in stormnachten de opdringende wateren tegen en heeft dit land vele duizenden hecta ren vruchtbare klei geschonken, waarop een nieuwe provincie aan het verrijzen is. Een ontzaglijk werk, een werk van kleine jnenschen tegen een grootsche natuur. In Volendam denkt men er anders over. In Volendam staan de Zuiderzeevisschers van weleer met de handen in de zakken en de rimpels in de gebruinde koppen. Ze staan uren en uren lang op de haven, te staren naar de zee, in de etndelooze verten. Een bron is opgedroogd. Er is geen vreugde meer op Volendam, en hoe zou dat ook kunnen, nu de visscherij den doodsteek gegeven is en een belangrijk deel der bevolking op straat staat. Er is daar achter gevallen gordijnen en gesloten luikjes meer leed dan men zou ver wachten in een dergelijk sprookjesstadje, waar de kinderen doen denken aan pop pen uit een voorbije rococo en de ouderen aan levend geworden figuren uit een kleurige boerenbruiloft gemaald in Jan Steensche kleuren. Er is een bron van inkomen opgedroogd en zien wij de werkelijkheid, dan zal Volendam een andere moeten aanboren. Of de bestaan de bronnen nog beter moeten exploiteeren. Te Intensieve exploitatie. Buiten de visscherij is daar het vreemde lingenverkeer, dat jaarlijks vele duizenden in de Volendammer la-tjes brengt. Franschen en Engelschen, gezwegen van de vaderland- sche belangstellenden, komen er in groote kudden en met recht kan over Volendam gesproken worden als over een der voor naamste touristen-trekpleisters van Neder land in het algemeen en Noord Holland in 't bijzonder. Exploiteert Volendam z(jn vreemde lingenverkeer Ongetwijfeld doet het dat. Het ge- heele dorp ls er op uit den vreemdeling te „ontvangen" en het is hier, dat. wjj „des Pudels Kern" raken. Volendam ontvangt z(jn bezoekers nameljjk te goed, exploiteert deze bron té intensief, maakt van dit begeerd be zoek een Industrie met alle nadeelen aan een dergelijke Industrialisatie ver bonden. Zóó is Volendam. Het vorige jaar hebben wij aan den Ijjve ondervonden wat het zeggen wil Volendam in zijn reisplan te betrekken. Dat beteekent, dat Uw auto, nog vóór men het stadje der poppenhuis-proporties binnentrekt, aangehouden wordt door bol- broeken, die U vertellen waar Uw vervoer middel geparkeerd of gestald moet worden. Dat beteekent, dat bij het binnentrekken 7 of 8 dorpelingen voor Uw wagen gaan staan, U papiertjes in de hand drukken en verwijzen naar dé ideale garage. Met moeite stuurt ge Uw vehikel over de pittoreske maar middeleeuwsche wegjes, duizend vreezen vreezend, dat ge een jeug dig Volendamsche zult torpedeeren. Paling boeren met glimmende physionomieën en fantastische buiken drentelen midden op den rijweg, tikken tegen de coupé-raampjes en bieden hun (overigens zeer smakelijke) zil veraal aan. Meisjes met steriotiepe lach- gezichtjes klimmen op de treeplank en offree- ren prentbriefkaarten, waarop alle schoon heid van dit dorp in harde kleuren gecon denseerd is. Tenslotte parkeert men, doch dan begint de exploitatie eerst met recht. Men loopt U na, men poseert ongevraagd, gezien het feit, dat U een kodak aan de hand heeft bengelen en meent dat men U de geheele voorraad zilveraal kan slijten. U staat een van die waarlijk alleraardigste winkeltjes te bekij ken, maar op hetzelfde oogenblik is de eigenaar reeds naar buiten gekomen ten einde U op zijn lage prijzen en schoone wa ren te wijzen. Alzoo is een bezoek aan Volendam. Wat vergeten wordt. Nu zijn er menschen, die zich daar niets van aantrekken en hun eigen gang gaan, maar z(jn er ook, die dat wel doen, het grootste deel zelfs. Die het hier zoo hoog- noodige savoir vivre missen om botweg al deze verzoeken en miniatuur-bedelpartijen te kunnen afslaan. Van hen plukt Volendam. Het plukt er veel van en niemand kan het eigenlijk de inwoners kwalijk nemen, dat ze zoo handig zijn om op psychologisch verfijnde manieren de bezoe kers geld uit den zak te slaan. Er wordt echter één ding b(j vergeten. Deze bezoekers z(jn slechte propa gandisten voor Volendam. Ze zullen de schoonheid van dat dorp, dat in zeker opzicht altijd nog een Idylle is aan den waterkant, niet pr(jzen en er nimmer terugkomen. Het ls hierop, dat wjj de aandacht meenden te moeten vestigen, omdat hier een provinciaal belang ln het geding komt. Volendam, let op Uw sa eek. Het seizoen staat weer voor de deur. Ze zullen weer komen, de duizenden, zich lavend aan de verstilde schoonheid van een voormalig Zuiderzeedorp. Doch laten de Volendammers bedenken, dat zjj hun vreemdelingen-industrie niet opvoe ren tot hoogten, waarbij zij ieder gevoel voor proportie verloren hebben. Laat het dorp zijn touristische levensbron gebruiken, desnoods exploiteeren, maar laat het er geen „industrie" in de ongunstigste beteekenis van maken. Laat het bezoek aan Volendam niet zijn een geperfectionneerde gelduitschud- derij, geen exploitatie der portemonnaie van den bezoeker, want hij zal de lof van het idyllische Volgndam niet uitzin gen bij zijn thuiskomst. Het is goed daarop thans de aandacht te vestigen. Omdat Volendam vooral nu alle zei len zal hebben bjj te zetten, om zijn be staan te handhaven. Eén bron is verloren gegaan. Laat men de andere met de noodige tact en liefde behandelen. Het veertigjarig regeeringsjubl- leum. Unieke bijeenkomst in Utrecht. Dezer dagen had i.n de groote vergader zaal van het gebouw voor Kunsten en We tenschappen te Utrecht, onder voorzitter schap van mr. L. J. A. Trip, voorzitter van het Nationale Comité tot viering van het veertigjarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin een zeer druk bezochte ver gadering plaats van vertegenwoordigers van jongerenorganisaties. Er waren zóóvele jongerenorganisaties vertegenwoordigd van allerlei richting dat wij met de opsomming er van, den lezer spoedig zouden vervelen, dus volstaan we met de mededeeling, dat deze samenkomst wel eenig in de geschiedenis van de jeugd beweging in Nederland genoemd kan wor den. Mr. Trip sprak het openingswoord uit en deelde mede, dat het denkbeeld van een algemeene hulde van jong Nederland aan H. M. de Koningin ter gelegenheid van haar veertigjarig regeeringsjubileum op 6 September van dit jaar was gerezen Wï het Nationaal Jongeren Verbond. Spr. gaf ver der een uiteenzetting van de juiste tee kenis dezer hulde en het doel der bijeen komst: te weten: het doen van de eerste stap tot het verkrijgen van de algemeene samenwerking om de bedoeling tot haar volle recht te doen komen. H.M. de Koningin heeft in beginseJ haar goedkeuring gehecht aan een hulde van de Nederlandsche jongeren, en het nationale comité en het Amsterdamsche comité heb ben in het programma een plaats inge ruimd voor deze hulde. Op voorstel van mr. Trip zullen de sa menwerkende vereenigingen binnen veer tien dagen mededeelen, welke twee ver tegenwoordigers zij in een te vormen lan delijk comité zullen aanwijzen. Er zal een kleiner uitvoerend comité ge vormd worden, bestaande uit een twaalf personen. Te zijner tijd zullen uitvoerige mededee- lingien gedaan worden over den vorm en het karakter van deze jeugdhulde. De ronde van Purmerend wordt defini tief op Zaterdag 30 April gehouden. Meer dan 100 deelnemers schreven voor dezen wegwedstrijd in WOENSDAG 80 MAART 1988. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO 6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con tinubedrijven. 11.30 Causerie „Boeken over werklozen". 12.00 Gramofoonmuziek. 12.45—1.45 VARA-Orkest. 2.00 Kniples. 2.30 Voor de vrouw. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 Causerie „De mijnwerkers en het Alge meen Mijnwerkersfonds". 6.00 De Ramblers. 6.30 „1938, het zonnevlekkennajaar", cauerie. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.10 Vocaal concert. 7.30 Cyclus „Ons werk en ons geloof". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.15 VARA-Orkest. 8.30 Radiotooneel. 9.30 Gevarieerd concert. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Gramofoonmuziek. 10.20 Solistenconcert. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.3012.00 Orgelspel. Hilversum n, 301,5 m. NCRV-Uitzending. 6,30—7.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 7.108.00 Nederlandsche Evangelische Ver- eeniging. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek (Gr.pl.). 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble v. d. Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuz'ek. 12.30 Vervolg ensemble v. d. Horst. I.30 Gramofoonmuziek. 2.15 Zang en piano. 3.00 Christelijke Lectuur. 3.30 Gramofoonmuziek. 4.40 Felicitaties. 5.00 Voor de kinderen. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Land- en tuinbouwhalfuur. 6.30 Taalles en Causerie over het Binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.10 Causerie „Oorsprong en beteekenis van de Evangelische richting". 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Berichten 8.15 Christelijke Oratoriumvereeniging „Oefe ning en Stichting", het Nederlandsche Kamerorkesten solisten. 10.30 Berichten ANP. 10.35 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. II.00 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing. FEUILLETON. 21. DOOR Zwaar en met in de verte aanrollenden donder viel de nacht en de flauw verlichte kamer kreeg een spookachtige atmosfeer, vol geheimzinnige schaduwen. Een gevoel van onwerkelijkheid kwam over de oudere vrouw een vreemd gevoel alsof geestelijke, vol komen onbekende machten de overhand had den gekregen. Zij dacht aan den gestorven man Guy Chisledon die dien middag met militaire eer begraven was en die minder dan vier-en-twintig uur geleden zich nog in de volle kracht van zijn mannelijkheid tusschen zijn sold ten bewogen had. Zij herinnerde zich, hem juist na de lunch gezien te hebben en hij had gepocht over een krachteischend feit, dat hij dien dag volbracht had. Zijn luide, zelf voldane stem scheen haar nu nog in de ooren te klinken. Hij was altijd zoo vol overbruisend leven. Zij kon nooit aan hem denken als een aoode of aan Yvonne dat lachende levens lustige schepseltje als een weduwe. Haar gedachten dwaalden af naar Pax. Het was een vreeselijk ding voor hem. Hoe het gebeurd was, ging boven haar begrip. Het was absoluut niets voor hem om zoo onna denkend naar een ingeving te handelen. Als het Chris Markham geweest was, zou het veel gemakkelijker te begrjjpen zijn geweest. Chris was impulsief, Chris was een heethoofd! Maar PaxI Weer slaakte ze een zucht. Zelfs haar klonk de geheele geschiedenis ongerijmd. En het was alleen omdat Pax het vertelde, dat men er ernstig op inging. Er schenen groote hiaten in te zijn, die Yvonne misschien kon aanvullen. Als zij in gebreke bleef om zijn verklaring te bevestigen, kon men zich niet indenken, wat er gebeuren zou. Zij wist reeds dat haar man Pax' toestand met de grootste bezorgdheid beschouwde. Wat zou Claire van dit alles denken, vroeg zij zich af. Die arme Claire, die in alle haast van Kapoo terugkwam om bij, de vrouw van haar broer te zijn! Claire had veel van Guy gehouden, en juist den laatsten tijd scheen er een vriendschap ontstaan te zjjn tusschen haar en den man, door wiens hand Guy den dood had gevonden. Het zou vreeselijk zijn, indien het meer dan vriendschap ware! Me vrouw Risborough sloot haar oogen alsof zij haar geest voor die gedachte wilde sluiten. Een rommelend geluid in de verte riep haar plotseling terug tot haar onmiddellijke omgeving. Wat zou het zijn? Onweer of een naderende auto Eenige seconden luisterde zij ingespannen. Ja, het was ongetwijfeld een auto. Het kon iemand zijn, die naar de club ging, of misschien was het Claire. Als dat zoo was, had zij bijzonder vlug gereisd en moest ze vreeselijk vermoeid zijn. Zou ze ooit de kracht hebben om die inspanning te verdragen Nader en nader kwamen de wielen en nu hoorde zij, dat de auto het hek binnenreed. Wat was het warm en hoe zou Claire onder de hitte geleden hebben! Als majoor Nicholls er maar in slaagde om de beide meisjes zoo spoedig mogelijk uit Bhanapore weg te zen den! Maar dat zou in zich sluiten, dat Pax alleen stond. En dat dat zou gevolgen hebben, waaraan zij nog niet had durven denken. Ja, de auto stopte voor het huis. Er klon ken stemmen en een lichte voetstap naderde de deur. Mevrouw Risborough ->tond op, de deur werd zachtjes geopend en Claire stond voor haar Claire, bleek, maar volkomen beheerscht. M 3 vrouw Risborough onderdrukte met moeite een snik van dankbaarheid. „O, lieve," zei ze „wat een zegen, dat je hier bent!" Claire stond nauwelijks stil om den wel komstkus van de oudere vrouw te ontvan gen, maar liep recht op het bed toe, waar ze naast Yvonne neerknielde. „Wat heeft ze?" vroeg ze. „De dokter heeft haar een slaapmiddel gegeven," fluisterde mevrouw Risborough. „Hij was bang, dat de schok haar te zeer zou aangrijpen. Maar zij slaapt langer dan wij dachten. Ik denk, dat zij spoedig ont waken zal." Claire streelde Yvonne's hand en drukte er haar lippen op. Toen keek zij op. „Ik heb alleen het ergste gehoord," zei zij. „Ik weet maar heel weinig van alles wat er gebeurd is. Kunt U mij vertellen wat er is voorgevallen „Ik zal het je vertellen, lieve," zei me vrouw Risborough. „Maar je zult wel erg moe zijn na die lange reis. Wil je niet eerst iets gebruiken?" Claire stond op. Als zij eenige vermoeid heid gevoelde, toonde zij het niet. Een nieuwe kracht scheen haar tengere gestalte te be zielen. Haar houding was zoo flink en be heerscht, dat de kolonelsvrouw haar met verwondering gadesloeg. Zij had verwacht, dat Claire haar hulp noodig had, maar zij ontdekte, dat zij zelf reeds op het jonge meisje steunde. Na de lange droevige uren aan Yvonne'3 ziekbed doorgebracht, voelde zij zich zwakker dan het jonge meisje, uit wier houding zelfvertrouwen en moed spraken „Ik voel mij uitstekend," zei Claire, „en ik heb onderweg iets gegeten. Vertel mij als het U belieft alles wat U weet, en tracht het niet voor mij te verzachten. Ik hoor liever dadelijk het ergste, wat ik vroeger of later toch moet vernemen." „Ik geloof toch, dat zij werkelijk slaapt," zei mevrouw Risborough na een blik op het bed geworpen te hebben. „Zjj is nog absoluut bewusteloos," zei Claire. „De dokter heeft haar wel een sterk slaapmiddel gegeven." „Hij was bang voor de gevolgen van den schok," legde de kolonelsvrouw uit. „Het gebeurde onder haar oogen, het arme kind; het is een wonder, dat zij niet bezweken is onder dien ontzettenden slag." Claire zette haar hoed af en streek het haar van haar voorhoofd weg. Er lag een uitdrukking van beslistheid op haar vermoeid gezicht. „Wilt U mij nu precies vertellen, hoe het gebeurd is?" vroeg ze. De kolonelsvrouw aarzelde een oogenblik en besloot toen aan Claire's verzoek te vol doen, en bovendien was ze te moe en te zenuwachtig om een zachtere lezing van het gebeurde te vinden. „Wij hebben alleen het verhaal van kapi tein Packersley," begon ze. „Die arme Yvonne was te zeer verdoofd om een sa menhangend verslag van hef gebeurde te kunnen geven. Het schijnt, dat ze hier alleen was, toen een inlander, die op de waranda geslopen was, haar een doodelijken schrik bezorgde Z\i dacht, dat het de moordenaar Mirza Khan was en vluchtte naar kapi tein Packersley om hulp. Zij moet zeer op gewonden geweest zijn, want het duurde eenigen tijd, voor hij haar gekalmeerd had, en in den tusschentijd moet majoor Chisle don naar huis zijn teruggekeerd. Niemand schijnt te weten, waar hij geweest is, maar, hoe het ook zij, hij ging onmiddellijk naar het huis van kapitein Packersley om te zien, of hij iets wist. Hij had een electrische zaklantaarn bij zich, die hij voor zich uit zwaaide. Ik denk, dat hij ook overdreven zenuwachtig was. Maar, hoe het ook zij, kapitein Packersley en Yvonne dachten beiden, dat de moordenaar haar gevolgd had, en Packersley schoot in de opwinding van het oogenblik zijn revolver af zonder eerst naar buiten te gaan en te zien wat het was. Toen ontdekte hij helaas te laat dat hij op je armen broer had geschoten." Zij zweeg met een angstigen blik op haar toehoorster. Claire had het geheele verhaal aangehoord met een uitdrukking van ge spannen aandacht op haar bleek gezichtje. Mevrouw Risborough voelde haar zenuwen haar te machtig worden en daar Claire niet sprak, gaf zij toe aan de neiging om lucht te geven aan den angst, die steeds zwaarder op haar begon te drukken. „Zie je, lieve, het vreeselijke is, dat er niemand is, die bevestigen kan, wat kapitein Packersley zegt. Het is zo iets verschrikke lijks en er zijn zeker in zijn verslag eenige zwakke punten, die om opheldering vragen. Natuurlijk is het mogelijk, dat Yvonne ons alles kan verklaren, zoodat iedereen voldaan is. Maar op het oogenblik schijnt er bij een deel der belanghebbende partijen een zeer sterk element van twijfel te bestaan. Het is zoo moeilijk om te gelooven, dat kapitein Packersley impulsief zou gehandeld hebben, maar hij was in zijn pyama en verwachtte dus blijkbaar niemand meer. Hij moet het hoofd kwijt zijn geraakt door het plotselinge van het geval. En toch men zou denken, dat hij de laatste man ter wereld was, die zijn hoofd zou verliezen." „Het was toen reeds laat. Hij was reeds te bed." Claire's stem klonk helder na het angstig gefluister van mevrouw Risborough. „Yvonne vluchtte naar zijn huis om hulp, nadat iedereen reeds naar bed was." „O, neen, lieve, ik vrees van niet. Dat is werkelijk het zwakke punt." Mevrouw Ris borough schudde mismoedig haar hoofd. .Yvonne was nog in haar avondjapon. Toen kapitein Packersley eindelijk den dokter geroepen had, vond deze haar bewusteloos haar kleeren vol bloedvlekken op het bed liggen, terwijl die arme majoor Chisledon dood op de waranda lag. Claire, lieve, ver geef mij deze afschuwelijke bijzonderheden." „Ik wil ze weten," fluisterde Claire, en wendde het hoofd terzijde. „Wie is dat?" „De dokter of mijn man," zei de kolonels vrouw, terwijl ook zij luisterde naar het ge luid van naderende voetstappen. „Ja. het is mijn man. Wil je hem spreken, lieve? Of zal ik gaan?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7