HET ONBEGREPENE
GOEDE BOEKEN,
Daarom
Ir .J. OORTGIJSEN e.i.
M. v. STRAATEN,
voor Dames- en
Kinderkleeding
Lente
tijd!
0 00
OENEN
In alle afdeelingen bijzondere Paasch-aanbiedingen!
Taai de Samet:
*Vaoi de <Kceïen:
*Vaai au* Jiindcïcn:
Geweldige keuze
Paaschartikelen in onze
afdeeling chocolaterie
SSgBHSpSni
NAAR BOEKHANDEL
KONINGSTRAAT 27
SOEMBASTRAAT 53
De nieuwste modellen;
de mooiste pasvorm;
de meest uitgebreide collectie
tegen de laagste prijzen, vindt U bij
KONINGSTRAAT 47,
Firma C. BOS,
Een prachtsorteering
iOovEi
S. BOENDERMAKER,
een bezoek bij
En dit alles tegen de bekende lage Kapé-
prijzen, ondanks de zeer goede kwaliteit!
voor de Paschen een bezoek aan
In de eerste klas der H.B.S. heerscht
rust.
32 Vulpenhouders glijden in snel tempo
over 32 glanzende vellen folio papier,
waarop de voorjaarszon, die verstolen
door de half-matglazen ruiten naar binnen
komt gluren, de eerste uitgelaten cadan-
zen toovert.
Repetitie Nederlandsche letterkunde.
Jan Been zit voor zijn vel. Staart op het
zwart-glimmend eboniet alsof het een
kostbaar kleinood is, maar zijn gedachten
zijn niet in het lokaal.
Hier en daar zucht een jongen, of slaat
ritselend het vel om. Dan stokt even het
rhythme van een der pennen, om direct
erna weer voort te gaan. Letters... woor
den... zinnen...
Het is Jan Been niet mogelijk een ge
heel uit het opstel te componeeren. De
letters plegen sabotage jegens hem. Wei
geren met groote vastberadenheid zich tot
een logisch gevormd leger zinnen te for-
meeren.
Jan Been is er ook niet met z'n hoofd
bij.
jOp dit oogenblik interesseert de heele
Nederlandsche litteratuur hem niet het
minst. De leeraar nog minder en de H.B.S.
lijkt hem een volkomen overbodigheid.
Een paar woorden schrijft hij automa
tisch op, dan stokt het weer.
Nee, het is niet mogelijk n u te werken.
Dat weet hij heel zeker, zoo zeker, dat hij
besluit de maagdelijke blankheid van het
vel folio niet verder te bezoedelen met
tenslotte toch waardelooze zinnen.
Het brandt achter z'n oogen.
Vannacht is het gebeurd. Vannacht
toen de duisternis het huisje in den Ouden
Helder als met een mantel omhuifde.
Toen hij nog nèt de branding op den Dijk
hoorde zingen.
Toen was het gebeurd, dat zijn moeder
hem was komen halen, zonder iets te zeg
gen hem meegenomen had naar beneden,
in het kleine optrekje, waar grootvader
lag. Nu al 4 jaren.
Grootvader
Voor Jan was hij al lang geen gewoon
mensch meer. Slechts -.-en begrip van hel
denmoed en onverschrokkenheid.
Grootvader was de man, die 23 lange
jaren in de vlet gezeten had, toen het
reddingswezen nog niet zoo geperfection-
neerd was als thans, toen het redden nog
een ontzaglijk gevaarvol bestormen was
van het zee-beest en toen iedere redding
weer was een hachelijk kansspel tussche»
Leven en Dood.
Grootvader was een held. Geen gewone,
maar één, waar je trotsch op mocht zijn.
Zijn naam stond in de boeken en in de
kranten, zijn foto verscheen in de film
journaals, en hoeveel malen was het niet
gebeurd, dat ze Jan gevraagd hadden:
„Zeg, is dat jouw grootvader?" Ter
loops, als gold het iets heel gewoons, had
hij dan ,,ja" gezegd, maar in het diepst
van zijn hart had het getrild, was hij
trotsch geweest, dat hij juist zoo'n groot
vader mocht hebben.
Ze hadden samen in het optrekje ge
staan, waar grootvader 4 jaar gelegen
had.
Vier jaren in het schemerduister van
een bedstee in het oude huis met zijn
duizend herinneringen aan vroeger. Vier
jaren, waarin de 82-jarige nu eens wal
erger dan weer wat minder ziek was ge
weest. Maar nimmer instaat om naar den
Dijk te gaan, naar zijn vrienden op de
barricade.
En nu was hij dood.
Niemand was er bij geweest. In de
zwarte duisternis van het alcoofje was
het restantje leven heengevloden. Na 82
jaar had het hart in het oude lichaam
opgehouden te kloppen, na al die jaren
was de vriendelijke oude mond nu ge
sloten.
Niets had Jan gezegd. Hij kon zelfs niet
denken op dit oogenblik, waarin 't scheen,
dat de wereld ophield te draaien. Nu het
was alsof de stilte zich manifesteerde tot
een voelbaar waas, dat uit de hoeken van
het spelonkje te voorschijn kwam.
In het llcht-van het lampje zag Jan het
zilverwitte haar op het kussen. De haren,
waaraan hij vroeger getrokken had, en
dat iederen morgen nog gekamd moest
worden.
Lang had Jan gestaan aan het bed. Bij
den ouden 'man, waarmede hij zoo zeer
vertrouwd was, die zulk een richting aan
zijn leven gegeven had. Meer nog dan zijn
vader en moeder.
Buiten had in de verte een kind gehuild
en een hond aangeslagen. Heel duidelijk
kon hrj nu de zee voorbij hooren zingen,
met een diepen bas als van een kerkorgel.
VOOR
Daan Schreuder,
Terug in zijn kamer had hg niet meer
kunnen slapen. Hij had de ramen open
gegooid en was voor het venster gaan
staan.
Hij rook de lente buiten. De lente, die
vochtig-klam op hem afkwam. De geuren
van de zee rook je er in en ook de geuren
van het polderland, dat in de verte lag te
dampen.
Hij kon het niet begrijpen, dat de oude
man met zijn zilveren haren nu had moe
ten sterven. Waarom juist nu, bij het
komen van de lente, bij het komen van de
schoone dagen aan den Dijk, die hg kon
zien in de verte als een donkere borst-
wering tegen het aandaverend water.
De drie dagen erna waren voorbijgegaan
als in een droom. Nog steeds kon hg zich
niet realiseeren, dat de oude man nimmer
meer zou spreken, dat hij nooit meer met
hem zou praten, als vroeger.
En nu vandaag de begrafenis.
Reeds de voorbereidingen hadden hem
bezwaard. Al die maatregelen van de
familie, van de begrafenisonderneming,
van de vrienden en de buren hadden hem'
geleken als iets onteerends, als heilig
schennis jegens de figuur van zijn groot
vader.
Het hoorlooze schrijden van den onder
nemer en zijn assistenten door de oude
kamers van het huis; het werk bij het
bed, waarin de held lag en het binnen
brengen van de kist.
Dat alles was slechts vaag tot hem
doorgedrongen, maar hij besefte helder,
dat het iets was wat grootvader zelf nooit
zoo gewild had.
Nu stonden de auto's voor de deur.
Binnen zaten ze allemaal om de rood
bruine mahonietafel met het gebloemde
kleed erover. De dominee had gesproken
en gebeden. Had verteld over de stormen
in het Leven en de stormen op Zee, maar
het was volkomen over Jan heen gegaan.
De familie had stil voor zich uit zitten
staren. De oudere broers met hun laken-
sche pakken en de groote gouden horloge
kettingen. Met de ringen aan de vingers,
die ze onbewust lieten spelen in de stre
pen zonlicht, die tusschen de gesloten
luiken doorkierden.
In de voorkamer stonden bloemen te
geuren. Tulpen en seringen en witte
anjers. Zoete aromen golfden het geheele
huis door.
Buiten zong de wind langs den gevel.
De wind, waarin de lente gevangen was.
Dan komen de dragers. Eén voor één,
den hoed in de hand, in glimmend zwart,
met effen gezichten, alsof ze meenden
wat nu gebeuren ging, dacht Jan. Nee,
hoe zouden ze dat. Wat wisten die men-
schen van grootvader af, van zijn prachtig
heldenleven, van zijn avonturen op zee, die
Jan nooit vergeten zou.
De familie stond op. Links en luid
ruchtig ineens. Ze knoopten hun jassen
dicht en pasten de hooge zijden op. Keken
naar de spiegelingen op de krakend-
nieuwe schoenen.
Ze snoten hun neus in wit-gesteven zak
doeken en wreven zich met de hand over
de oogen. Een paar vrouwen zaten op hun
lippen te bijten.
Jan kon niet huilen.
Het brandde alleen achter zijn oogen en
het klopte in zijn keel, maar huilen, nee...
dè.t kon hij niet.
Het wachten... wachten... wachten...
Nu wist hij heel zeker, dat ze het bloe-
menkamertje ingingen. De seringen weg
schoven, de tafel opzij duwden...
Nu waren ze bij de kist, hieven deze
op... droegen haar naar de gang.
Het overige was als een droom.
Het uitloopen van de gang, het tersluik-
sche opslaan van de oogen en het zien van
het verschrikkelijke en toch ook weer ver
wachte: de vrouwen aan de deuren met
bonte schorten en fluisterende stemmen.
Het was als een vermakelijkheid, door
priemde het Jan's bonzend hoofd, als een
feest.
Dan het wegduiken in de auto met de
neergelaten gordijntjes, met zijn vader en
moeder en oudsten broer.
De motor wordt aangezet en langzaam
rollen de auto's de straat uit.
Het gordijntje waait op, en ineens ziet
Jan den Huisduinerweg.
Aan weerszijden liggen de landen. Groen
en lichtgeel. De zon er stralend boven.
Meeuwen cirkelen over de velden, en de
top van den vuurtoren is in glanzend licht
verborgen.
Het is Lente.
Eindelijk komen de gedachten los in
zijn hoofd. Eindelijk kan hij weer denken,
logisch denken aan dat wat eens was.
Aan dat wat nu nog gebeuren moet.
En ineens striemt het fel door zijn brein,
het verschrikkelijke, het ingehoorde, dat
grootvader juist n u moest sterven. Op
dezen dag, waarop het licht en de zon en
het nieuwe leven vereend kwamen ver
tellen van vreugde, nu men het nieuwe
en jonge overal zag aankomen, nu alles
Electro-technisch bureau
Electriciteit, gas-, waterleiding,
reparaties en nieuw werk
Tel. 448
daarbuiten zong en trilde van ingehouden
kracht.
Nu rolde daar in een zwarte auto zijn
grootvader voort.
Zoel en mild zong de wind buiten het
coupé-raampje. Zong van opgewektheid
en vreugde, van beloften en schoonheid.
Maar grootvader lag in een zwarte kist
in een donkere auto.
In de kerkhoflaan staan de knoppen in
de heesters te zwellen en te botten. Daar
ritselt het nieuwe leven in al zijn felheid.
Duizendvoudig ruischt Jan het leven
tegemoet.
Om de 'groeve staan ze nu verzameld.
De vrienden en kennissen achteraan, de
familie en Jan vlak er bjj.
Witte bloesems worden door eeltige
handen gestrooid op de verzonken kist,
woorden gepreveld door bevende lippen,
een paar oude menschen staan zich te ver
hij ten.
Het is gebeurd. De aarde is in de groeve
geworpen en het rouwkleed heeft deze
bedekt.
Grootvader is hegraven.
Op den terugweg hreekt het los in Jan.
Hij kan het zich niet indenken, dat dit
alles nu heeft moeten gebeuren. Nu de
Lente in de lucht zit, nu het schoonste
gaat gebeuren van ieder jaar.
Waarom deze onrechtvaardigheid?
Waarom moet grootvader nu liggen op
het verlaten kerkhof, waar de meeuwen
overscheeren en je de zee hoort lokken
en roepen?
Het geheele kerkhof staat te leven en
te geuren.
Overal barsten de knoppen open en
voelt men de levensdrift.
Grootvader is gestorven bij de geboorte
van de Lente.
da a.b.
fïaaitdagan
Prima Krentebrood
Fantasie Koekjes
Slagroomkuikens
Diverse soorten gebak
WESTSTRAAT 44 - Tel. 333
OVERHEMDEN
Uil//.
Lenteschoenen kunt U in onze étalages
bewonderen, in alle prijsklassen. Komt
U zien, en Uw keus is gemaakt
Fa. HOOGENBOSCH, Weststraat 65
Telefoon 446
DIT ADRES
Taai de scAaonmaak!
Vitrages, Mystères, Weefstof en
Pluchette gordijnen, papier- en Lan
caster gordijnen. Karpetten, vindt
U in groote sorteering bij
SPOORSTRAAT 69,
hoek HOOGSTRAAT
,.T_
V.„.
T\
■z
:v-
4T.
i
jt
j*
\i^
-
i
f
'f
.VI
KAP
Een zeer uitgebreide sorteering lingerie
en tricotages.
Een groote keuze kousen in de nieuwste
modekleuren.
De laatste snufjes in handschoenen.
Nouveautés in shawls, corsages, jabots,
ceintuurs en knoopen.
De nieuwste modellen op 't gebied van
damestasschen.
Nieuwe collectie byouterieën.
Mooie overhemden en dassen.
Prachtig heerenondergoed, interlock, enz.
Heerensokken, in de bekende kwaliteiten.
Rijwielonder de elen, tegen spotprijzen.
Sportkousen, zeer sterk, voor jongens
en meisjes.
Backpsh-kousen, beige- en zonnebrand-
kleuren.
Goedkoop kinderondergoed, interlock en
geplatteerd.
Leuke kindertaschjes.
Verrassingen in onze speelgoed-
ajdeeling.
KAP