ym
Ned. Middenstandsbank N.V.
RADIO
O**
H
T
Vleesch noch visch!
„Oostersch"
Plaatsing van Nederl.
arbeiders in
Duitschland begonnen
EDGAR RICE
BURROUGHS
menschenras in Zeeland
PROGRAMMA
Kinderen vinden hun
ouders dood in Jed
ETHEL M. DELL
No. 39.
Tarzan begroef de kok van de Kinsaid, dat
was alles wat hij kon doen voor de man, die
zrjn leven in de waagschaad had gesteld om
de vrouw en zoon van de aapman te redden.
Daarna begon hij opnieuw met de achter
volging van de Rus, overtuigd dat de schurk
Jane gevangen hield. Toen de duisternis in
viel, begon het hevig te regenen en geduren
de een week stormde het zo hard, dat het
spoor, dat de aapman zocht, volkomen weg
gevaagd was. Toen eindelijk de zon weer
doorbrak was Tarzan de wanhoop nabij. Voor
het eerste in zijn leven was hij in de jungle
verdwaald. En ergens in dit woeste land
waren zijn vrouw en zijn zoon in de macht
van zijn aartsvijand Rokoff. Het was wan
hopig.- Had de natuur hem gedwarsboomd?
Tarzan van de Apen wist niet welke richting
hij moest inslaan! Tenslotte besloot hij noord
oostelijk te gaan en enige dagen later kwam
hij bij een negerdorp, waarvan de inwoners
op de vlucht sloegen, toen ze hem zagen,
Tarzan achtervolgde hen en had na korte tijd
een jongen krijgsman te pakken. Deze ver
telde hem, dat een troepje blanken enkele
dagen te voren zijn dorp hadden bezocht en
verteld, dat de vreselijke blanke duivel en
zijn demonen hen achtervolgden. Verder ver
telde de neger, dat de blanke man hen aan
zienlijke geschenken had beloofd als het hen
zou gelukken de blanke duivel te doden. Tar
zan zag hierin de hand van Rokoff. Hij vroeg
de man, of de blanke mensen een blanke
vrouw en een klein kind met zich meevoerden.
„Ja, 'bwana", zei de wilde. „Er was een
vrouw bjj hen en een klein, blanke dreu
mesje. Het kindje stierf en werd hier be
graven".
Wat de graven openbaren-
Michiel de Ruyter van het door
Duitschland verfoeide type.
In het jaarverslag van het Zeeuwsch Ge
nootschap der Wetenschappen publiceert de
heer P. J. van der Feen Jr., conservator van
het Kabinet van Natuurlijke Historie, eeni-
ge merkwaardige gegevens over bevolkings
rassen in Zeeland. Hij put daarbij uit een
hoek van F.ugène Pittard „De rassen en de
historie". Pittard verdeelt de Zeeuwsche be
volking in twee rassen:
Het Noordsche ras, waarvoor men thans
in Duitschland zooveel propaganda maakt,
gekenmerkt door een langwerpigen schedel,
een hoog smal gelaat, een rechten smallen
gewelfden neus, een lang uitgegroeid
lichaam, blauwe oogen en blond haar, en
ten tweede het Alpine ras, gekenmerkt door
donker haar, bruine oogen, een korten ron
den schedel, een breed, kort gelaat met kor
ten neus, kleinen mond, dikke lippen, een
ronde welgevormde kin, middelmatige tot
korte breedgebouwde gestalte. Een type dus,
zooals men onder de tegenwoordige bevol
king van Zeeland nog vaak tegenkomt.
De Zeeuwsche Alpinen behooren
tot de groote groep der rondhoof
den, die van Toerkestan tot in En
geland wonen en die Ariëns Kappers
neo-Aziaten noemt. In het huidige
Duitschland noemen leidende mensch
kundigen het Alpine ras tegenwoor
dig „Oostersch". Daar al wat uit
het Oosten komt, in Duitschland
weinig in tel is, heeft ook de term
„Oostersch" een ongunstigen klank.
Over de geestelijke eigenschappen
dezer rondhoofden laten zij zich ze
ker geringschattend uit.
Dit Alpine of „Oosterschc" ras komt be
halve in Zeeland, ook talrijk voor in
Waalsch België, Bretagne, Auvergne, Zwit
serland, Elsasz, Baden, Beieren, en Oosten
rijk-
Onder historische personen is Michiel
Adriaanszoon de Ruijter een goed voorbeeld
van het Alpine type en ook admiraal Kor-
tenaar, Kenau Simonsd. Hasselaar en de
echtgenoote van Hugo de Groot, Maria Rei
gersbergen, worden als voorbeelden ge
noemd.
De graven van hot strand bij Domburg,
de men omstreeks 700 of 800 na Chr. kan
dateeren, bevatten geen enkelen schedel van
het korthoofdige ras, het kerkhof van het
plattelandsdorp Nieuwlande (in 1530—'32
ondergeloopen) en de middeleeuwsche be
graafplaats in Wanteskuipen (Noord-Beve
land) daarentegen leverden uitsluitend Al
pine schedels op, terwijl de tegenwoordige
bevolking van Zeeland gemengd is.
Uit deze en andere feiten kan men
concludeeren, dat het Alpine en het
Noordsche ras oorspronkelijk geschei
den in Zeeland gewoond hebben. Het
ligt voor de hand, dat zij zich niet
tegelijkertijd in Zeeland gevestigd
hebben.
Nieuwe schedels opgegraven.
Op de begraafplaats te Wanteskuipen,
welke al eens eerder schedels voor het on
derzoek opleverde, heeft de heer van der
Fecn opnieuw schatten voor zijn weten-
schappelijken arbeid doen opgraven. Een
tiental schedels zijn wederom voor het mu
seum geborgen.
Gemeten zijn ze nog niet, daar het
schoonmaken bijzondere zorg vereischt. Op
één schedel vond de conservator nog rijkelijk
donker haar, een kleur, die juist bij het Al
pine ras past. Wellicht is bij voorzichtig
praepareeren ook aan de andere schedels
zoo iets te vinden.
Bemiddelend werk door de drie
groote landarbeidersorganisaties.
De Regecringspersdienst meldt:
De directeur van den Rijksdienst
der Werkloosheidsverzekering en
Arbeidsbemiddeling deelt mede., dat
de plaatsing van groepen land- en
veenarbeiders in Duitschland is
begonnen.
In vele gemeenten in landbouwstreken
hebben zich reeds een groot aantal arbei
ders voor dit werk aangeboden. Er zijn
echter nog streken en gemeenten met een
groot overschot aan landarbeiders, vooral
in Groningen en Friesland, waar zich wei
nig of geen arbeiders aanbieden.
In deze gemeenten zal worden nage
gaan, of gehandeld wordt in den geest van
de circu'oire van den minister van Sociale
Zaken d.d. 2 Maart 1938.
Omtrent de plaatsing van landarbeiders
in Duitschland werden door genoemden
directeur kortgeleden besprekingen gehou
den met de besturen der drie groote land
arbeiders-organisaties, te weten de R.K.,
de Christelijke en de moderne bonden.
Deze bonden hebben zich bereid
verklaard deze bemiddeling te be
vorderen. Daarbij bestond eenstem
migheid over de opvatting, dat het
werk in den landbouw in Duitsch
land alleszins geschikt is voor on-
gehuwden en kostgangers en in het
algemeen ook voor gehuwden, doch
dat bij de plaatsing van gehuwden
rekening dient te worden gehouden
met de gezinsomstandigheden.
Door den directeur werd er vooral noc
op gewezen, dat personen, die bezwaar ma
ken te"-en verwijzing naar werkgelegen
heid in Duitschland, en die in zorg zijn,
de beslissing van den minister van Sociale
Zaken kunnen inroepen.
In gelijken zin heeft de directeur van
voornoemden Rijksdienst geschreven aan
de directeuren der districtsarbeidsbeurzen,
die de plaatselijke agent terzake zullen in
lichten.
De Nederlandsche Middenstands-
bank N. V. gebruikt, naar zij in
haar verslag over het jaar 1937 me
dedeelt, 't winstsaldo ad f 200.012,73
(v.j; f 178.394.28) grootendeels voor
afschrijvingen en reserveeringen en
keert 5 dividend uit op de pre
ferente aandeelen.
De optimistische verwachtingen, welke
vele zakenlieden aan het begin van 1937
kosterden, zijn, aldus het verslag, niet ge
heel in vervulling gegaan en aan het einde
van het jaar kon men allerwegen een stem
ming van teleurstelling en vrees voor ver
dere inzinking constateeren.
De groote ruimte op de geldmarkt was
helaas niet in staat het bedrijfsleven in ons
tand te stsmuleoren.; Het keurslijf, waarin
de handel langzamerhand gewrongen is, en
do opnieuw ingetreden depressie maken
verdere expansie vrijwel onmogelijk, zoo
dat men voor handelscredieten geen emplooi
heeft.
Moesten wij, aldus het venslag, in ons vo
rig jaarverslag reeds wijzen op een terug
gang van de rentewinst en een stijging der
provisiebaten, in het jaar 1937 kwam deze
tendenz nog in veel sterkere mate tot
uiting.
Daar de winstverbetering goeddeels te dan
ken is aan de grootere levendigheid ter
beurze en op emissie-gebied, terwijl de in
trestwinst terugliep, acht de Bank een divi-
dend-uitkeering nog niet verantwoord; de
basis van haar bedrijf —de credietenporte
feui 11e is n.1. nog steeds niet voldoende uit
gebreid en er zijn nog geen aanwijzingen,
dat op een blijvende verbetering mag wor
den gerekend.
Wij geven er daarom, zoo besluit het ver
slag, de voorkeur aan de gemaakte winst in
het bedrijf te houden en deze, voor zoover
niet noodig voor afschrijving en bestem
mingsreserves, aan te wenden tot het cre-
eeren van een algemeene reserve, terwijl
daarnaast een deel kan worden bestemd
tot vorming van een personeelfonds, waar
toe wij een afzonderlijke stichting in het
leven riepen.
Felle aanval op de genaturali
seerde Duitschers in Zuidwest.
Afrika.
In de wetgevende vergadering te Wind
hoek (Zuidwest-Afrika) heeft J. D. Lardner
Burke, in een rede betreffende een motie,
waarin de regeering der Zuid-Afrikaansche
Unie gevraagd wordt de bevoegdheden der
vergadering uit te breiden, een feilen aan
val gericht op de genaturaliseerde Duit
schers in Zuidwest-Afrika.
„Ik heb niet langer meer vertrou
wen in de politieke trouw van de
genaturaliseerde Duitschers in dit
land," zoo zeide hij. „Zij beroepen
zich op een dubbele nationaliteit en
wij weten, dat in 999 van de 1000
gevallen zij in de eerste plaats
Duitschers en dan pas Britten zijn!
Zij willen voorrechten en rehten verwe
ven zonder eenige verplichting. Het is eet
verachtelijk optreden, een middel tot nol
tieke doeleinden. Onze nationaliteit, die j
op zoo hoogen prijs stellen, wordt met ve ■-
achting behandeld. Het zijn politieke du
belslachtigen. zij zijn vleesch noijh
visch! Zij willen tegelijkertijd Britsch en
Duitsch zijn en dat is onmogelijk. De be
langen van Zuid-Afrika en Duitschlan'
zijn niet dezelfde. In vele gevallen staif
zij tegenover elkander. Het is onmogejit
uitgebreide bevoegdheden toe te kenmn
aan de wetgevende vergadering, wanner
wij weten, dat een derde deel der beol-
king politieke dubbelslachtige!! zijn.'
Gistermorgen omstreeks acht nu-
zijn in de Peschstraat te Geleer de
36-jarige J. J. v. d. W. en zijn £ht-
genoote dood in bed gevonder De
vrouw had een schot in den jlaap
en de man een in het hart.
Des morgen omstreeks half abt waren
hun drie kinderen, die tien, zeen en zes
jaar oud zijn, naar beneden gstuurd om
koffie te zetten. Ongeveer een half uur
later hoorden zij twee schote- Toen zij
daarop naar boven gingen, vo'den zij hun
ouders dood in bed.
De man en de vrouw, die .eboortig zijn
uit Eindhoven, stonden zeergunstig he
kend. De man, die werkzaa'1 was 'n de
staatsmijn „Maurits". was k°rt gele
den bevorderd tot beambte.'
ZATERDAG 9 APRIL 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
KRO-Uitzending.
3.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Melodisten en solist. (1.001.20
Gramofoonmuziek)
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
3.00 Kinderuur.
4.00 KRO-Orkest. (4.45—5.00 Gramofoonmuz.)
5.30 Gramofoonplaten.
5.40 De KRO-Nachtegaaltjes.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.<5 Gramofoonmuziek.
7J0 Berichten.
715 Causerie „De onbevlekte Ontvangenis".
'.35 Xctueele aetherflitsen.
i.00 Berichten A.N.P. Mededeelingen.
8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
8.35 Het KRO-orkest, de KRO-Melodisten,
solisten en gramaofoonmuziek.
10.30 Berichten A.N.P.
10.40 Filmpraatje.
10.5512.00 Gramofoonmuziek,
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en
Hilversum II, 301,5 m.
7.30—8.00 V.P.R.O.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Continu
bedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek.
I.151.45 „Fantasia".
2.00 Filmpraatje.
2.15 Volkslied<-renconcert.
2.45 Orgelspel.
3.15 Schaakles.
3.30 Residentie-orkest.
4.30 Causerie „Onze hoenderrassen".
4.50 Vervolg concert.
5.30 Gramofoonmuziek.
5.40 Literaire causerie.
6.05 Orgelspel.
6.30 ""wentsche uitzending.
7.00 Filmland.
7.30 Bijbelvertellingen.
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP. VARA-Varia.
8.15 VARA-Orkest, m.m.v. soliste.
9.15 „En nu.., Oké!"
.10.30 Berichten A.N.P., Mededeelingen.
10.35 Community-singing (Gr. opn.).
II.0012.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON.
DOOR
30.
„Dat is tenminste iefs," zei Pax en keek
hem weer recht in de oogen. „Het was
slechts een vftorl ijgaande neiging, en je zult
er nooit meer mee beginnen, niet waar?"
Chris' verslagenheid l -gon ov r te gaan in
koppigheid. „Ik vind niet, dat je het recht
hebt, dat tege: mij te zeggen," zei hij.
„Ik vind van wel," zei Pax. „Ik heb meer
r-cht dan iemand ter wereld en daarom zog'
ik h.t. Je bent het zedelijk verplicht, en als
je die verplichting niet nakomt voor altjjd
dan ben ik zeer in je teleurgesteld; dat
is alles."
„Maar ik begrijp niet, begon Chris.
Pax stond kalm uit den stoel op en verhief
zich in zijn volle lengte. Er was iets indruk
wekkends in zyn houding, iets waarvoor de
jongere ma; instinctief eerbied gevoelde.
„Neen," zei hij: „je begrijpt het niet.
Daarom noem ik het een gunst. Het is de
eerste en zal misschien d laatste zijn, die
ik je ooit zal vragen, je zult mij dat niet
weigeren?"
Chris bewoog zich onrustig. „Het is toch
niet noodig om de zaak zoo ernstig op te vat
ten? Ik bedoel, niemand die zijn verstand
gebruikt, zal je van moord beschuldigen."
„Dat laat ik buiten beschouwing," zei Pax
„Ik verwacht geen werkelijke beschuldiging
van moord. Daarvoor heb ik te veel vertrou
wen in Crofton's doorzicht. Het kan man
slag zijn, of in het geheel niets. Maar wat
het ook zij mijn loopbaan in het leger is
geëindigd. Een man, die zijn majoor heft
doodgeschoten al is het bij ongeluk -
kan niet verwachten, dat het leven zal aocr-
gaan, alsof er niets gebeurd is. Dat gaat
niet."
„O, maar kijk eens hier!" zei Chris er
plotseling zweeg hij alsof iemand eeu hand
op zijn mond had gelegd. Hij stond, zooals hij
zelf het zou uitdrukken als een dwaas
met open mond Pax aan te staren zonder
een woord te kunnen uitbrengen Iets ten
eenenmale onbegrijpelijks in Pax' optreden
was de oorzaak van dien schok. Hij kreeg
plotseling een gevoel van ontzetting en
afkeer, alsof een sluier gedeeltelijk werd op
gelicht over iets afschuwelijks Waarom hij
dien indruk kreeg, zou hij niet hebben kun
nen zeggen, maar de schok was zoo hevig,
dat hij er zich lichamelijk onwel van ge
voelde.
„Wel?" zei Pax.
Chris schrok op en herwon met moeite
zijn zelfbeheersching. „Ik hoop, dat je over
drijft. Maar tet is duivelsch ongelukkig. Na
tuurlijk zal ik er aan denken wat je mjj ge
zegd hebt, „en" hij slikte eenige malen
„ik zal mijn best doen, volgens je wensch te
handelen."
„Dank je," zei Pax. „En nu is het beste,
dat je kunt doen, je verlof verder door te
brengen bij de tijgers.'
„Vind je?" vroeg Chris, naar Elfrida kij
kend, die het been van,' Pax besnuffelde.
„Heb je mij hier niet noodig?"
„Of ik je noodig heb!" zei Pax met een
vreugdeloos lachje. „Wel, natuurlijk heb ik
je noodig en Elfrida ook. Maa' ik vr-:s,
dat ik het binnenkort zonder jullie beiden zal
moeten stellen. Het onderzoek begint over
twee dagen, en daarna Hij zweeg veel-
beteekenend.
Chris kromp onwillekeurig ineen. „Dit is
ontzettend," mompelde hij, en ging toen ,met
heesche stem voort: „Kijk eens! Als je lie
ver hebt dat ik niet bij je blijf, zal ik weg
gaan. Maar je begrijpt toch dat ik het ellen
dig voor je vindt, en dat ik alles zou willen
doen om te helpen.Hij zweeg, omdat hij het
gevoel had, dat hij voor een onoverkomelijke
slagboom stond. „Als er iets is dat ik doen
kan, moet je het mij laten weten," eindigde
hij aarzelend. „En als je vertrekken moet.
wel om 's hemelswil neem dan in elk
geval Elfrida mee! Haar hart zou breken,
als zij zonder jou achter moest blijven."
„Mijn beste kerel!" zei Pax, en een oogen-
blik scheen het alsof zelfs zgn strenge zelf
beheersching geschokt was. Hij legde zijn
hand op den arm van Chris: „Meen je dat
vferkelijk
Chris greep de hand en drukte ze heftig,
maar keek Pax niet aan. „Natuurlijk meen
ik het. Zij hield altijd het meest van jou. Ja,
ze is van jou, oude jongen! En. hoor eens!
is er nu werkelijk niets dat ik voor je doen
kan
„Neen, jongen, niets. Het is veel beter,
dat je je buiten deze aak houdt a.„ je ten
minste niet opgeroepen wordt. Je bent alleen
maar een onnoodige complicatie," zei Pax
met een flauwen glimlach. Met een kramp-
achtigen handdruk ging hij voort- „Dank
voor je komst, en dank voor Elfrida. Als ik
vrijgesproken word. houd ik je aan je woord."
„Natuurlijk word je vrijgesproken!" pro
testeerde Chris woedend. „Praat niet zoo'n
duivelschen onzin. Jjj jij!"
„Je weet nooit hoe het noodlot je te pakken
krijgt in deze wereld," zei Pax.
„Naar de hel -met dezp wereld!" zei Chris
onstuimig. „Ik heb tot nu toe nooit geweten
dat het zoo'n ellendig hol was Weet je," zei
hij zich vlak voor Pax plaatsend, „ik heb het
idee., dat ik op de een of andere manier de
schuld van dit alles ben En als dat zoo is
wel dan zal ik mijn deel van de boete ook
opeischen."
„Wees niet zoo ezelachtig!" zei Pax onver
stoorbaar. „Dat is de soort k°otheid, die alles
in de war stuurt. Zie je da niet wat er ge
beuren zal, als je die houtig aanneemt?"
„Neen, dat zie ik niet,"2ei Chris botweg.
„Dan zal ik het je :erien" Pax keek
hem recht in de oogen rf1 een strengen,
dwingenden blik. ,,DoorJe inmenging ont
steek je een vuur, dat irzul!{ een laaienden
gloed zal branden, dat f bet nooit meer
blusschen kan. En als e da-t gedaan hebt,
dan blijft er voor mij s-'cht-s één ding over."
„En wat is dat?" vro£ Chris met datzelfde
gevoel van afgrijzen, t4' de woorden in zijn
keel deed verstikken.
Pax drukte zijn had nog eenmaal. „Mis
schien begrijp je hetzonder ve®' woorden,"
zei hij. „Maar al zoi/M en wie ook van de
betrokkenen de schu' °P zich willen nemen,
ik weet, wie van on de&ene zijn, die zou
hangen."
„Pax!" barstte Cf's ,'os-
Maar Pax zag hé] njel aan; hij bukte zich
en speelde met Euda s zijden ooren.
„Vaarwel, oude fgen," zei hij zeer 'rustig
en beslist.
En Chris wenc'e Z4C^ om en verliet het
vertrek.
HQ/FDSTUK VIII
De eproefde Dienaar.
„Het helpt i®^s. a'3 U probeert te bewij
zen, dat ik iet/8ez'en heb, wat ik niet gezien
heb," hield p461"3 eerbiedig, maar beslist
vol. „Ik heb alIes verteld wat ik ar.st Er
liep een havi"ozen ta-ander op djn weg,
toen ik dienavond naar de kazerne terug
ging zoo/ ik u reed3 eerder gezegd heb.
Maar de krtein was alleen in huis en ik
heb nieman aaders gezien. Zooals ik zei,
mijnheer, h£ be'Pt niets, dat U probeert mij
anders te denken als ik denk, want dat
kan ik nir"
„Dank Eeters." Crofton maakte eenige
aanteeker"®60- "®n dat wil je onder eede
getuigen
„Dat wil ik, mijnheer," zei Peters en likte
zijn lippen, alsof dat vooruitzicht hem zeer
naar den zin was.
„En die inlander op den weg?" vroeg Crof
ton vriendelijk; „welken kant ging hij op?"
„Den anderen kant, mijnheer," zei Peters
dadelijk.
„Zou je mij willen zeggen wat de andere
kant was?" vroeg Crofton geduldig.
„De tegenovergestelde kant van waar ik
zelf heen ging, mijnheer," zei Peters
„Ben je daar zeker van?" vroeg Crofton.
„Ik wil er opzweren, mijnheer," zei Peters.
Ciofton maakte weer eenige aanteekenin-
gen en het was alsof zijn gezicht betrok.
Toen keek hij Peters aan. „Ik geloof, dat
je zeer gehecht bent aan kapitein Packersiey?"
Peters knipte met zijn schrandere groene
oogen; Dat ik hem graag mag lijden, bedoelt
U, mijnheer?"
„Dat bedoel ik, Peters," zei Crofton.
Peters dacht een oogenblik na. „Wel, ik
eb niets tegen hem, mijnheer, dat heb ik
em altijd gevonden, en een echten sportlief
hebber ook."
„Een goed schutter, hè? zei Crofton.
eters gezicht nam de uitdrukking aan van
een paard dat weigert te springen. „Neen
mijnheer, dat kan ik niet zeggen. Niets bij
zonders, mijnheer alleen een Engelsche
mijnheer, en een goed ruiter, en tegen ieder
een even eenvoudig."
Een flauwe glimlach speelde om Crofton's
lippen. „Je was zijn oppasser in Engeland
voor het bataljon naar Indië ging, niet waar?"
„Juist, mijnheer." Peters gezicht klaarde
op. „En ik ben sedert dien de betrekking
yven vervullen, als ik het zoo mag zeggen,
m'J.nhear. Als je eenmaal oppsaser bij een
officier geweest bent .mijnheer, wil je niet
graag overlaten aan die zwarten, die nergens
iets van weten. Dat heb ik tegen den kapi
tein gezegd, en hij zei dat ik mocht doen
heer WiId6' Wat ik 00k £edaan heb- miJn'
(Wordt vervolgd.)