Ch
arme
paansche invloed
op de mode
i
Het laatste
woord
Mayonnaise-geheimen
RADOX
De eischen voor een mannequin
Vierde blad
Transformabele japonnen»
Knoopen en voiles
VETWORMPJES?
EENVOUD SLUIT CHARME NIET UIT!
Een simpele stroohoed, een eenvoudig witzijden piqué zomerkleedje,
waarop bonte veldbloemen geborduurd zijn, dat is èllesl Maar er man
keert ook niets aan!
De directeur van een groote Londensche
modezaak vertelde aan één der verslagge
vers van de Daily Express, aan welke
eischen de mannequins, die hij voor zijn
shows noodig had, moesten voldoen. Hij zei-
de: „De mannequins moeten in de eerste
plaats goed gebouwd zijn en bekoorlijk kun
nen lachen. Het maakt voor mij echter geen
Verschil of zij blond zijn of bruin, als ze
er maar gelukkig en tevreden uitzien! Ik
stel echter nog één voorwaarde, waaraan
zij absoluut moeten voldoen! Ze moeten niet
meer dan twee, hoogsten twee en een halve
minuut noodig hebben om zich te verklee-
den! Op onze laatste show demonstreerde
iedere mannequin in den tijd van veertig
minuten acht verschillende toiletten! En
daarvan werd de meeste tijd aan het para
deeren voor de bezoeksters besteeddus
rekent u maar uit!
En wilt u wel gelooven", zoo besloot de
mode-man het interview, „dat déze eisch de
zwaarste is voor een vrouw? Mijn vrouw
heeft bijvoorbeeld altijd minstens een uur
noodig om zich voor een of ander uitgange
tje toonbaar te maken. En ik vrees, dat het
bij de andere dames, die zich niet voor haar
brood hoeven te verkleeden, wel niet veel
beter is
Wij vinden, dat de echtgenoote van den
Engelschen zakenman het er nog mooi af
brengt. Wat is nu een uur?
In een vroeger artikel heb ïk ln
het licht gesteld dat het Oosten, in
het bijzonder het Mohammedaan-
sche Oosten, een groot aantal avond
toiletten sterk beïnvloed heeft. Maar
één Europeesch land is er dat zich
door den Oriënt niet in een hoekje
dringen laat. Dat land ijl Spanje.
Is het omdat het Iberische schiereiland
met zijn ongelukkigen burgeroorlog nu al
zoolang één der eereplaatsen op de Buiten-
landsche Nieuws-pagina der kranten in
neemt? Is het omdat Spanje een der laat
ste landen van ons werelddeel is waar alle
romantiek nog niet is gestorven, die roman
tiek, waaraan elke vrouw, ook dè meest
praktische, ook de meest-alledaagsche, in
het diepst van haar hart toch altijd wel een
beetje behoefte heeft? Of is het omdat
Spaansche ontwerpers en teekenaars, door
Vliegtuigen en kanonnen verjaagd, aan de
oevers van de Seine toevlucht gezocht heb
ben en daar thans schaar en potlood han-
tceren? Hoe het antwoord op deze vragen
ook luiden moge, zeker is dat de mode van
dit seizoen, behalve oriëntaalsch, ook in
hooge mate Spaansch beinvloed is. Dat ver
mindert haar aantrekkelijkheid zeker niet.
Dat de bolero, Spaansch kleedingstuk bij
uitnemendheid, in alle collecties een groote
rol speelt reeds vroeger had ik gelegen
heid er op te wijzen. Maar de bolero is niet
alleen gebleven. In zijn gevolg heeft hij de
mantilla en de kanten sjaal meegebracht.
En verder siermotieven, die specifiek
Spaansch zijn, ontleend voornamelijk aan
het Spaansche barok „barrueco in de
taal der hidalgos knoopen en ceintuur
gespen, waarvan de kleurigheid en het ro-
coco-karakter niets Noordelijks hebben,
maar onmiddellijk aan Catalonië en Casti-
lië denken doen.
Nu moet u niet denken dat de Spaansch-
beïnvlnede toiletten er zóó Madrileensrh uit
zien, dat ze voor een vrouw van bo\en de
Pyreneeën eigenlijk alleen ter gelegenheid
Vau het carnaval kunnen dienen. Alles is
fecstyieerd en de Spaansche motieven zijn I
dermate vervormd en geslepen, dat ze soms
zelfs bijna niet meer te herkennen zijn. Dat
kon niet anders. Costuums uit vreemde lan
den laten zich zóó maar, zonder eenige trans
formatie te ondergaan, niet overplanten. Wij
willen ons wel kleeden, maar niet vérklee-
den.
Van verkleeden gesproken. De couturiers
maken het ons in dat opzicht steeds gemak
kelijker. Ze houden er ten volle rekening
mee dat we niet altijd gelegenheid hebben
naar huis te gaan om de eene japon uit
en een andere aan te trekken, terwijl het
toch soms noodig is van kleed te wisselen.
U herinnert zich, lezeres, de corresponden
tie in deze kolommen tusschen „een man"
en „een vrouw" over redelijkheid? Of u her
innert het zich niet? Nu, het doet er niet
toe, maar in ieder geval spraken we met u
af, dat „de vrouw" het laatste woord zou
hebben. Daar bent u 't mee eens natuurlijk!
Dat ging echter maar niet zóó! Want
eenige dagen nadat de Zaterdagsche vrou
wenpagina met de aankondiging: „aan óns
het laatste woord" was verschenen, kwam
de lezer-ingezonden-stukken-schrijver, die
zich „een man" genoemd had, zich op onze
redactie melden. „Dat vind ik onredelijk",
zei hij. „Dat is echt vrouwenwerk, óns den
mond te snoeren en zelf het laatste woord
hebben!" Het hielp niet, of wij al zeiden,
dat „het laatste woord" reeds bijna ter perse
was en we geen ruimte meer in de krant
hadden voor 's mans ontboezemingen. „Dan
maakt U maar ruimte"! antwoordde de ver
ontwaardigde lezer-schrijver.
Op dat oogenblik zweefde de Muze der
journalisten, de Inspiratie, binnen.
„Gaat u achter dat bureau zitten", invi
teerden we den man, die nu ineens niet
meer wist hoe hij het had. „We bellen de
tegenpartij „de vrouw" op en geven u sa
men zeventig krantenregels voor een twee
gesprek over het onderwerp „Het laatste
woord".
Eenige oogenblikken later bogen de Man
en de Vrouw zich over één blocnote en
schreven den volgenden dialoog:
Vrouw: Jullie, mannen spreken altijd over
dingen, die ons niet interesseeren en je
zwijgt over de zaken, welke ons het naast
aan het hart liggenJe denkt dat je ons
daarmee amuseert, maar in werkelijkheid
amuseer je alleen jezelf
Man: Ik praat niet tegen mijn vrouw.
Mijn vrouw praat. Ik zwijg.
Vrouw: Ook uw zwijgen, waarde heer, Is
vervelend. Maar als u thuis zwijgt, spreekt
u elders zooveel te meer. Bij begrafenissen,
op vergaderingen, bij officieele openingen,
overal dringt u zich naar voren, opdat niets
van uw gulden woorden aan de publieke
aandacht ontsnappe. Den volgenden dag
springt u op, als de krant in de bus komt,
u rent naar de deur, u wil weten, met eigen
oogen zien, hoe uw woorden
Man: Ik nietIk vergader wel. Ik be
graaf ook. Een ander. Mezelf niet. Wel
gauw. Want u praat me dood. Nu zwijgen
ze me dood. Leest u de krant ook? Dan
staat er wel es: Wij merkten op den heer
van Goudenburg tot Geefmaaruit., den heer
Dikzak Vettenstein. En vele anderen. Dat
ben ik „vele .anderen"
Vrouw: O, dat is nog véél erger! Want als
man uit het publiek weet U het natuurlijk
béter dan de sprekers op die vergaderingen
en wij worden dan, als U thuis komt, getrac-
teerd op al die betweterij.
Man: Tóch ben ik rtie't zoo eigenwijs als
u. Want u weet het nóg beter. U spreekt
mij tegen. Daar kan ik niet tegen.
Vrouw: Neen, omdat u geen argumenten
kunt aanvoeren! En wij wèl! U zegt: „Zóó
is het en daarmee uit!" De vuist op tafel er
bij! Teeken van onmacht! Maar wij bewij-
z e n
Man: Ik noem dat langdradigheid.
Vjouw: Het is logica.
Man: Ik zeg niks meer.
Vrouw: Het éérste verstandige woord!
(door ome Kook- en Huishoudspecialiste.)
Behalve het aanmaken van ver
schillende soorten sla met azijn
en citroensap, zooals we de vorige
week zagen, kan men ook in veel
gevallen mavonnaise gebruiken.
Zoo bijv. in combinatie met geraspte, ge
kookte bieten of met sla van knolselderie,
gemaakt van dezelfde knol, die men ook
gebruikt om af te trekken al^. soep of als
groente. De knol wordt hiertoe eerst af-
gewaeschen, daar ze na het snijden niet
meer gewasschen mag worden, daarna in
plakken gesneden, geschild, juist langs de
afscheiding die aan den buitenkant van
de plakken is te zien, en daarna geraspt
of in fijne reepjes gesneden. Nu wordt de
selderieknol eenigen tijd met iets zout
weggezet, waarna men
ze uit laat lekken en
met wat mayonnaise
vermengt.
Zelfgemaakte rruav-
onnaise is heerlijk,
maar het bereiden er
van is een moeilijke
kunst, vandaar dat
eenige wenken mis
schien te pa3 zullen
komen.
Bij hét bereiden kan
men uitgaan van ei
dooier of van heel ei.
Wil men heel dikke
mayonnaise hebben,
h.v. om op te spuiten,
dan kan men het best
alleen eidooier gebrui
ken. Hierbij voegt men
wat kruiderijen, gedeel
telijk voor den smaak,
zooals peper, zout,
nootmuscaat en gedeel
telijk om het dik wor
den te bevorderen, ti.1.
mosterdpoeider. Onder
steeds roeren wordt
daarna per eidooier 'n
lepel azijn toegevoegd.
Daarna pas begint
men steeds goed roerende, de slaolie of ge
smolten boter druppelsgewijs toe te voe
gen. Het dik worden van de mayonnaise
berust n.1. op het feit, dat de toegevoegde
olie of boter, dus het vet heel fijn ver
deeld wordt, wat bevorderd wordt door de
azijn, de mosterdpoeder, het zéér goed roe
ren en bij kleine hoeveelheden toevoegen
van de olie. Doet men dit laatste niet, dan
lijkt de mayonnaise mooi te worden, maar
na even staan gaat de olie zich dan toch
weer afscheiden.
Men kan betrekkelijk net zooveel slaolie
toevoegen als men wil. Door meer slaolie
wordt ze steeds dikker, doch op den duur
minder smakelijk. Wil men ze verdunnen,
dan kan men weer wat azijn toevoegen.
Ondanks alle voorzorgen wil het tóch nog
Bolero, het Spaansche
kleedingstuk bij uit
nemendheid.
De onmisbare manoeuvre
bij het maken van slaatjes
Daarvoor is thans de transformabe
le japon uitgevonden, die voor ve
len onzer in „een behoefte voor
ziet."
Dezer dagen heb ik een show
bijgewoond, in den loop waarvan
ons de wonderen der transformatie
met miracoleuse snelheid en han
digheid door voor dit doel zeker
Nog steeds o r g andi
Groot avondtoilet in rose en
marineblauwe ruiten,
speciaal-afgerichte mannequins vertoond
w erden.
Ziehier 't schouwspel, waarop wij werden
vergast: Een pasraeisje toonde ecu aardig
namiddag-ensemble. Het bestond uit een
korte nauwe donkerblauwe rok van een
soort mat zijden krip, een manteltje met
lange mouwen en een drie-kwarts cape, die
aan een der knoopsgaten van het manteltje
vastgemaakt was. Toen de mannequin zich
in deze sierlijke dracht voldoende had la
ten bewonderen, verplaatste zij met vlugge
vingers den strik, die de cape aan het man
teltje hechtte, sloeg het wijde kleedingstuk
om de taille en was zoo, in een ommezien,
uitgedost in een lange rok, die haar van
een aardig sportief meisje op .«taanden voet
ia een vrouw-van-de-wereld omschiep. Ver-
vaak gebeuren, dat de mayonnaise mislukt,
d.w.z. dat de olie zich afscheidt.
Eén van de redenen hiervan is wel, dat
ze aan temperatuurswisseling wordt bloot
gesteld.
Is ze eenmaal mislukt, dan is het kwaad
echter nog dikwijls te verhelpen,
le. kan men wat mosterdpoeder toevoe
gen,
2e. kan men óf de mayonnaise in een
verwarmde kom overgieten, óf een lepel
warm water toevoegen, dit alles onder goed
roeren,
3e. helpt dit niet, dan kan men een nieu
wen eierdooier nemen en hieraan onder
zeer goed roeren de mislukte mayonnaise
langzamerhand toevoegen,
4e. Ook kan men wat boter tot room
roeren en de mayonnai
se hierbij op dezelfde
manier voegen.
Heeft men wat ma
yonnaise over, dan kan
het ook goed bewaard
worden in een schoon
jampotje onder wat sla
olie.
Hollandsche saus.
Een soortgelijke saus
maar wat minder
zwaar verteerbaar is de
Hollandsche saus. Hier
toe gaat men uit van
het sap van *4 citroen
met iets peper. Daarbij
voegt men vier eier
dooiers, die men eerst
losgeklopt heeft, en laat
dit samen op den stoom
van pan of ketel onder
goed roeren dik worden.
Daarna neemt men de
pan van den stoom en
voegt, steeds roerende,
iets boter toe. De bo
ter moet wèl gesmol
ten, maar mag niet
te warm zijn.
Doordat boter minder houdbaar is dan
slaolie, kan deze saus niet bewaard worden.
volgens verdween het korte manteltje en
een zijden sterk-gedecolleteerde blouse kwam
voor den dag, die met de in rok getransfor
meerde cape een smaakvol avondtoilet
vormde. De geheele operatie had nauwelijks
één minuut geduurd. In zestig seconden
was het namiddagtoilet in avond-dito ver
anderd.
Met andere toiletten hebben de dezelfde
goocheltoer nog een dozijn malen zien ver
richten en altijd was het effet even verras
send als harmonieus.
Zulke transformabele j'aponnen lijken mij,
in een tijd, waarin zooveel vrouwen buitens
huis werken of althans geen tijd hehhen
zich telkens en telkens om te kleeden, ware
uitkomsten. Als er op dit gebied eenvoudiger
en goedkooper modellen geleverd kunnen
worden en dat schijnt me volstrekt niet
onmogelijk kan veel tijdverlies worden
voorkomen. Een moeilijk probleem: Waar
en hoe verkleed ik mij? is dan dikwijls met
het grootste gemak op te lossen.
Ook blouses op zich zelf zijn iransforma-
bel. Ons werd bij voorbeeld een heele serie
biouses getoond, die op kantoor en in den
winkel volkomen goed te dragen zouden
geweest zijn; simpele nette blouses, met
lange mouwen en met een ritssluiting tot
aan den bals gesloten. Maar... de mouwen
van die blouses zijn afneembaar, de rits
sluiting heeft maar één rukje noodig, en
het simpele stemmige hlousje verandert in
een avondblouse, die nergens uit den toon
vallen zal. De transformatie is volkomen als
na het openen van de sluiting wat kant of
zijde te zien komt. Zoo kan dan een twee-
kieuren effect van de modernste soort ver
kregen worden.
Voor dergelijke transformabele kleeding-
stukken is de treksluiting als aangewezen.
Knoopen. tenzij het drukknoopjes zijn, blij
ven altijd min of meer hinderen, terwijl de
„éclair", vooral als het staal er van gekleurd
is, op zich zelf een versiersel en een garni
tuur is. Op dit oogenblik wordt in de mode
van zooveel „clips" gebruik gemaakt, dat
knoopenfabrikanfen al de wenkbrauwen ge-
fronsd hebben: Als iedereen treksluitingen
gebruikt, wie zal er dan nog knoopen koo-
pen?
Maar ik geloof niet dat de knoop in zoo
groot gevaar is. Wij koonen knoopen, omdat
we ze mooi en aardig vinden, en hebben ze
niets te sluiten, in 's hemels naam, dan die
nen ze maar voor opschik.
Het is met die knoopen als met de voiles.
Een voile is best te missen. Een vrouw, die
haar huid behoorlijk verzorgt, heeft onder
een voile niets te verbergen. Zij kan haar
gezicht laten zien, en behoeft noch een
hoed te dragen, die de helft van haar ge
laat beschaduwt, noch een voile, die „een
weldoend gordijntje over een troosteloos
landschap trekt". En niettemin worden er
ontelbare hoeden met voiles verkocht. Deze
voiles verbergen niets, maar rompleteeren
den hoed. En het gezicht bovendien. Dezer
dagen werd mij een hoed-met-een-voile ge
toond. Het hoedje was een heel simpel vil
tje, maar de voile. Neen, stel u een voile
voor, die op de plaats van den mond een
motief in roode moesjes heeft, in den vorm
van een paar sierlijk-gebogen lippen! Mis
schien zoudt u de courage hebben er u mee
te vertoonen. Maar ik heb de modiste nede
rig bekend dat ik over zóóveel stoutmoedig
heid niet beschik.
GERTBUDE.
Meng slechts geregeld wat Rado* door Uw wasch*
vater en binnen korten tijd zijn ze verdwenen.
Bij apothekers en erkende drogisten f0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.