Marine-llni u M TRIUMPH Met de „Gelderland" op de thuisreis *N TRIOMFATOR Herman Nypels' IN SMAAK ROOKT Een pater aan boord enslecht weer Tweede Blad MtacUnieuiuó Zon en schaduw Het prima Krantz-laken de keurige pasvorm en bovendien de lage prijzen Kledingmagazijnen Den Helder Mattheus Passion,, Vervoer naar alle plaatsen per „ESONA" Nieuwe touringcar van garage van der Wijst Langs de Straat De hond en de bontmantel De katholieke kerk en de Duitsche staat FIRMA TONNEMA Cie. SNEEK Onder groote belangstelling en nagetuurd door achterblijvende marinemenschen op het - Waterfort vertrekken we. De kreet: „Ik wil paar huis" wordt nu bewaarheid. De eerste dagen, na vertrek, zijn niet be paald de meest comfortable. Het grootste ge deelte van het dek is ingenomen door een kolendeklast, opgestuwd aan de eene zijde tegen de verschansing en binnenboord ge- Bteund door een dubbele wal bierkisten. Midden in deze kolenhoop is een loopgraaf gegraven, niet om te oefenen, maar om de kok uit zijn kolenisolement te verlossen. Binnen enkele dagen zou de deklast ver dwenen zijn, de werkelijkheid wees echter anders uit. Ook meerdere nieuwe gezichten zien we om ons heen, een repatrieerend detachement mariniers ruilde het thuisvaren per mailboot in tegen dat per „Gelderland", alsmede een pater, onder wiens leiding ver scheidene gezellige uren werden doorgebracht, maar ook hij kon het gezegde, dat een pater aan boord, slecht weer beteekent, niet logen straffen. Het tragische mogen we ook niet vergeten, een marineman, dié vroolijk en opgewekt naar West-Indië toeging en die wij nu geestesziek mee terug voerden. Wij zagen hem aan boord brengen en de eerste week zienderoogen ach teruit gaan, maar wij zagen hem ook opknap pen, toenemende belangstelling en levenslust toonen voor alles om zich heen, wij hoorden, het verzoek aan den dokter gedaan ongeveer een week voor aankomst te Nieuwediep „tractement na al die maanden en verlof", en toen keken wij elkander aan en schudden de wijze hoofden, zoo erg ziek was hij dus niet meer. Memoreeren nog moeten we, het diepe medegevoel van allen voor deze ongelukkige, en kleine ongevraagde attenties hem bewezen, het edele en mooie in een menschenziel kwam gedurende dezen tijd wel heel sterk naar voren. We loopen St. Thomas aan. Na drie dagen blijkt, dat het kolenverbruik, vergeleken met het behoud, abnormaal groot is, waardoor de reserves voor eventueel „slecht weer oponthoud" op den Atlantischen Oceaan, te spoedig uitgeput zouden zijn. Er wordt be sloten St. Thomas als noodhaven aan te doen. St. Thomas is Amerikaansch bezit, er is een goed uitgerust kolen-bunkerstation en het heeft een ruime haven. En nog slechts een halve dag was de vorige deklast verdwenen, of enorme grijpers deponeerden andermaal hun dofzwarte stuivende koleninhoud op het dek, andermaal werden er bierkistenwallen en een loopgraaf gemaakt, echter nu belangrijk hoo- ger. De geheele artillerie stond met tranen in de oogen te kijken naar deze kolensmijterij en moest met leede oogen aanzien hoe kanoné, die nog slechts enkele dagen tevoren er uit zagen als om door een ringetje te halen, onder deze kolenmassa's verdwenen. Na slechts enkele uren oponthoud vertrekken we weer, vuiler dan ooit te voren. We passeeren Som brero en beginnen de groote oversteek. Lang zaam verdwijnt de deklast. Schoonschip, de Oceaan helpt mee. 20 Februari, alles is verwerkt, Generaal Schoonschip, en deze keer verlangt een en hoog goudgehalte voor uit monstering en borduursels, alléén in ieder er naar, zelfs de Oceaan helpt een handje mee, spoelt bak en B.B.-zijde van het schip goed schoon en neemt tegelijker tijd B.B.-baksspier mee, hetgeen nu niet de bedoeling was. Dadelijk na het schoon schip maken is het plunjewasschen, veel langer had dit dan ook niet moeten wach ten of we hadden de „schoonste vuile plunje" nog een keer moeten aantrekken. Er wordt gewasschen, hard gewasschen met handen en voeten en de meest onoogelijke jas of broek- begint zijn oorspronkelijke kleur weer terug te krijgen. Vooral staande in een balie alles schoon stampende geeft goede resultaten. Nu nog twee dagen en dan ver dwijnt de laatste herinnering aan de tropen: tenue blauw, de bamboehoeden gaan met bos jes overboord. De blauwe uniform schept direct een zekere sfeer van gezelligheid, van elkaar beter aanvoelen, het is alsof men in het blauw elkaar beter kent. Maar met de blauwe tenue komt de wind en daarmede de zee opzetten. Aan dek zijn grijplijnen gespannen, toch blijft het zaak je niet meer te verplaatsen dan strikt noodzake lijk is, het rustigst is het dan ook op een schip met slecht weer, en ieder heeft zijn oppertje waar hij zich opschiet en waar hij zoo min mogelijk vandaan komt. Tafel en banken kun nen door het slingeren van het schip niet wor den opgetuigd. In de volksverblijven zijn de terrienen met stamppot opgehangen. Om nu te eten, tracht je tusschen twee slingeringen in, een of meerdere scheppen in je schaft- blikje te deponeeren, waarna de grond de beste eetzitplaats biedt. In de longroom zijn dienzelfden ochtend de beide tafels gevloerd en voorloopig onbruikbaar, stoelen en restan ten tafel liggen nu vastgesjord in een hoek. Als het stormt. Ook hier gaat zittende op den grond de terrien met stamppot rond. In den inhoud der schaftblikjes vergiste men zich echter nogal eens en moest het laatste hapje dikwijls weg gewerkt worden met een glas bier. Weg spoelen eerst bij de tweede portie was echter geen uitzondering. Behalve de grond waren de meest mooie zitplaatsen uitgevonden, alhoewel de „op den grond zittenden" waarschijnlijk nog het beste er aan toe waren. De pater in de knel. Het gebeurde dan ook gedurende een der gelijke maaltijd, dat onze pater van zijn bank afschoof met in de linkerhand een glas bier en rechts zrjn schaftblikje, steeds verder gleed hij weg, hij wilde zich vastgrijpen, maar hoe, wat moest hij los laten, zijn bier of zijn blikje. Zijn besluiteloosheid werd gestraft, het volgende moment tornde hij tegen twee eters op, de inhoud van zijn schaftblikje werd gedeponeerd in het glas bier van de een en zijn glas bier in het schaftblikje van den ander. Het teleur gestelde gezicht bij het zien van deze ver woesting wekte daverende lachsalvo's op. Intusschen zet een overkomende zee het volksverblijf blank, en slaat een andere met een knal als van een kanonschot twee patrijs poorten stuk. Dit spel van zee en wind duurt tot twee dagen voor Ponta Delgada. dan neemt de wind af, de golven worden langer en regelmatiger. Het scheepsleven begint weer meer normaal te worden. De Zondag voor Ponta-Delgada, gedeeltelijk geduren de de rijsttafel, beluisteren we den voet balwedstrijd Holland-België en wanen ons reeds thuis en het enthousiasme is niet van de lucht. Lange diepe ravijnen op Ponta Delgada. Dan ten tweede malen Ponta Delgada, dezelfde bedrijvigheid weer kolenladen, en een autotocht. Nu echter naar een ander ge deelte van het eiland, ditmaal langs peillooze HR 31 afgronden, op griezelig smalle wegen, opmer kingen als „nooit weer", „hoe kan iemand zoo kort voor thuiskomst zoo stom zijn om mee te gaan" zijn niet van de lucht. Een blik in het ravijn is adembenemend. Een algemeen protest als blijkt dat we langs denzelfden weg terug moeten, besluit het eerste gedeelte van den tocht. Maar wat genieten we van het prachtige uitzicht op het duizendkleurige bergmeer en over een nevelachtigen Oceaan met een speelgoedscheepje. Na een uur wordt de terugtocht aanvaard en langs denzelfden weg. Heelhuids arriveeren we in Ponta Del gada en aan boord. Hoeveel hortensiaplanten er medegenomen zijn op dezen tocht is onbe kend, het waren er echter, zooals later bleek verscheidene, ja zelfs een heele struik met knoppen en jong groen prijkte er aan boord. „Hortensia-asperges". Wij vermoeden, dat de bladeren van de plant uitstekend geschikt waren om als onderdeel in de groentesoep te worden verwerkt, gezien het feit, dat deze zeld zaam verschijnende substantie nu eenige malen achtereen op tafel verscheen, toen echter de eerste vruchten „uitjes" bleken te zijn en een hofmeester hortensiatakjes als asperges opdiende, werd het te erg. Het achter slot zetten Van de plant ver eenvoudigde het menu aanmerkelijk. De laatste uren voor vertrek uit Ponta-Del- gada zijn nog getuige van een levendigen ruil handel en zien we een kooitje met drie mooi gekleurde vogeltjes tegen een blik twee ledige bussen en vier ledige bierfleschjes in marinehanden overgaan. Ontmoeting met de Homefleet. Dan is Gibraltar weer het doel van onzen tocht, alwaar we gedurende een drietal dagen tt Donker-droeve orgeltonen Ruischen door de stille kerk. Plechtig en devoot weerklinkt er Bach's onsterflijk Meesterwerk, 't Zachte weenen der violen Mengt zich met koraalgezang, Voor ons geestesoog verrijst hier Christus' Lijden, zwaar en hang Eenzaam doolt de Man van Smarten Door den Hof Gethsèmané, Va» de aller-trouwste vrienden Waakt niet ééne met Hem mee Diep en bitter is de beker Hem tot 's menschen Heil gereikt De soldaten komen nader Als het nacht'lijk duister wijkt. Rouw omfloerst bezingen stemmen 't Grootste onrecht ooit geschied. Doornenkroon en geeselslagen, 't Eeuwig schoone Lijdenslied Op een gras-begroeiden heuvel, Staat het ruwe houten kruis Biddend voor zijn moordenaren Keert de Zoon in 's Vaders Huis. ,,'t Is volbracht!" het clavecymbel Tokkelt teêr een broos accoord; Sober en sonoor bezingt ons De solist het Bijbelwoord. Diep ontroerend klinkt het slotkoor, Zingen wij den Heiland toe, Als Zijn moede hoofd mag rusten: ,Jluhe sanfte, sanfte Ruh Prinsen. van ons over. Nu loopen we de haven van Gi braltar binnen en gaan kolenladen. Eentonig wordt mijn kolenladen iederen keer, nietwaar. Den volgenden dag gaan we weer onder stoom en nu voor de laatste maal, we gaan naar Holland. Verlangend en hopend, immers tien dagen verlof waren in het vooruitzicht, zou het doorgaan? en ja hoor, het gaat door, nu vliegen de laatste dagen voorbij, daar komt jange Jaap in het zicht en na bijna vijf maan den van honk geweest te zijn, ankert een moede „Gelderland" ter reede om den volgen den middag naar binnen te stoomen, even uit te rusten om daarna weer met goeden moed zijn zomercampagne te beginnen. Zou het de laatste zijn?. den convooidienst zullen waarnemen. En daar is het, dat we op een mooien ochtend uit de ochtendnevels vanuit den oceaan de Engelsche Homefleet zien opdoemen en als we ons om draaien komt van de Middellandsche Zeekant de Engelsche Middellandsche Zeevloot te voor schijn. Slagschepen, slagkruisers, kruisers, divisies jagers, onderzeebooten en vlieg tuigmoederschepen, dat, ja dat was voor ons allen iets wat we nog nooit hadden gezien, het mooiste oogenblik van de ge- geheele reis, machtig en imposant, met stomheid waren we geslagen. Wat moet het toch mooi zijn om op zoo'n vloot te mogen dienen. Een dag later worden we afgelost en neemt Hr. Ms. „Hertog Hendrik" den convooidienst Hooge eischen aan degelijkheid en comfort. Het bekende garagebedrijf van den heer H. J. v. d. Wjjst in de Bootsmanstraat heeft een belangrijke uitbreiding ondergaan en wel met de aanschaffing van een nieuwe autobus touringcar, waarmede gedeeltelijk den dienst op de Donkere Duinen en de Texelsche boot onderhouden zal worden, terwijl zij even eens disponibel is voor het maken van uit stapjes en excursies. Het is een Ford-touringcar, plaatsbiedende aan 26 personen en die voldoet aan alle te stellen eischen inzake stroomlijn, degelijk heid en comfort. Wij hadden het genoegen persoonijk de bij zonder gunstige eigenschappen van het voer tuig te constateeren en bij het maken van een tourtje door de stad bleek dat de wagen zeer vast op den weg ligt, dat men van het geluid van den 8-cylinder motor niets meer hoort, en dat zij scherp naar de remmen luistert, Er volgt geen fabel van de la Fontaine, neen, de historie die wy aan de vergetelheid wen- schen te ontrukken is zuivere realiteit met wei nig fantasie. Het was een van die mooie zonnige mid dagen, zooals wij ze den laatsten tijd nogal eens krijgen toebedeeld, dat we op weg waren naar een zaak in koek, banket en wat dies meer zij, ter voldoening aan het familiesmaak- orgaan. Genietend van het warme winterzonnetje lie pen we tusschen diverse vierwielige voertuigen, die nog door handbeweging worden voortge reden en achter diverse viervoetige wezen, voorzien van begeleidster, die om de honderd meter zich metamorphoseerden i» drievoetige dieren. Voorts drong, behalve de frissche winterlucht een geur van het een of ander welriekende vocht i» onze neusgaten, afkomstig van een bontmantel met dame, die zich eenige tiental len meters verder voortspoedde. En zoo, zonder dat den minsten wanklank dezen schoonen middagstonde verstoorde, lie pen we tevreden met de geheele wereld in de richting van de pattiseriezaak. Een ongeluk ligt i» een klein hoekje en had den we kunnen weten dat 10 minuten later de lucht zou daveren van de wanklanken, we zou den onzen weg in omgekeerde richting hebben vervolgd. We kicamen bij den winkel en de geur ver telde ons reeds, dat er naast koek en banket ook een dame met bontmantel aanwezig zou ijn. Ondanks dat. stapten we naar binnen en hielden ons, gezien het feit, dat er verscheide- nen voor ons waren, b'escheidenlijk op den ach tergrond. Juist dit zou het noodlot tegen ons uitspelen. Een klein hondje, meer krul dan hond, een guitigen kop met glinsterende oogen, die par mantig en eigenwijs rondneusde, kwam ook bij de gebontmantelde dame terecht. Hier aarzel de het beest, snuffelde even en dan, misschien wel om z'n minachting te kennen te geven, dat hier de huid van medediergenooten werd ge dragen, tilde hij met een zekeren zwier een van zijn klavieren op ende rest willen wij U besparen. Was de bontmantel iets langer geweest en waterproof, we zouden dit verhaal hebben be ëindigd. Maar dank zij het feit, dat. vleeschkleurige kousen er nu eenmaal zijn om den volke ge toond te worden, geraakte een gedeelte, van den hondeninhoud op een plaats waar zulks opgemerkt wordt. Met een kreetje draaide het slachtoffer zich om en keek dan pal in ons ge zicht, dat een grijns niet had kunnen onder drukken. De klceren maken den man, maar een bont mantel nog geen dame, dit moesten wy tot on zen spijt constateeren. Een stroom van woor den in zeer plat, doch aan duidelijkheid niets te wenschen overlatend Nedcrlandsch, werd naar ons arm hoofd geslingerd. Twintig paar dames- oogen richtten zich op ons. Geen tvoord viel er te zeggen, zelfs niet dat de hond ons eigendom den. niet was of dat wy zelf betere manieren had- Het corpus delictum, op zijn achterste beenen gezeten, den kop even schuin, luisterde op cenigszins weemoedige wijze naar den niet te stelpen woordenvloed. Het werd warm, buitengewoon warm in den winkel en onder het gemompel van „We komen nog wel eens terug", zijn we tenslotte zonder koek en banket, maar wel op een eenigszins gehaaste wijzeden winkel uit gestevend. De twijfel, die bij vele katholieken gewekt is, door de verklaring van den Oostenrijkschen kardinaal Innitzer, is weggenomen door de nieuwe verklaring van den kardinaal, na zijn bezoek aan den' Paus. Het hoogste R.K. ker kelijk gezag trekt ten opzichte van het na- tionaal-socialisme één lijn. Geen tweeslach tigheid dus: een andere houding in Duitsch- lan dan in Oostenrijk. De eerste verklaring van den kardinaal kwam hierop neer, dat hij te kennen gaf met het principe van: „Geeft aan den keizer wat des keizers en aan Gode wat Gods is" en ver trouwen te hebben in de wijze, waarom het nationaal-socialistische régime dit principe in de practijk zou uitleggen en toepassen. Als resultaat van het bezoek aan het Va- ticaan komt dezelfde figuur nu met een toe lichting, welke weinig anders is dan een in trekking van zijn aanbevelingen, schreef de N.R.Crt. gisteren in een beschouwing. In de plaats van de aanbeveling staan nu eischen voor de toekomst, eischen ten aanzien van het Oostenrijksche concordaat, ten aanzien van het onderwijs en de leiding van de jeugd, ten aanzien van het recht der roomsch-katholie- ken hun geloof en de christelijke beginselen te manifesteeren, te verdediging en openlijk te belijden op velerlei gebied van het leven. De strijd, welke in het oude Duitschland kerk en staat verdeeld houdt, wordt in vollen omvang overgebracht naar het nieuw bijge komen gebied. De nieuwe verklaring van kardinaal In nitzer geeft op ondubbelzinnige wijze uiting aan de gevoelens van het Vaticaan jegens de Duitsche opvattingen omtrent de betrekkingen tusschen kerk en staat. Deze duidelijke houding heeft zoowel voor als nadeelen. Het voordeel o.m., dat er onder de geloovigen nu geen twijfel of verwarring meer zal behoeven te bestaan, al zullen de houding van Innitzer en het gebrek aan eens gezindheid onder de Duitsche bisschoppen ve len tot nadenken hebben gestemd. Tegenover het voordeel staat het nadeel, dat de betrek kingen tusschen het Vaticaan en het Duit sche rijk er niet op zullen verbeteren. Want in Berlijn beseft men maar al te zeer, waar de bron van vijandschap ligt en het feit, dat een gedeelte van de geestelijkheid naar eigen overtuiging meent met de nationaal-socialis tische terrein-afbakening accoord te kunnen gaan, zal gemakkelijk de opvatting ingang kunnen doen vinden, dat hier niet-Duitsche invloeden werkzaam zijn en dat een gedeelte van de geestelijkheid zich van vaderland en volk heeft vervreemd. Deze car heeft nog meer gunstige eigen schappen: zoo zijn de zitplaatsen uitermate gerieflijk, terwijl ze, wat haast wel vanzelf spreekt, op keurige wijze met leer en ver chroomd staal afgewerkt werden: er is een behoorlijke ruimte voor net-bagage, tenvijl ook boven op den auto een zeer ruim bagage imperiaal aangebracht is. Het voertuig zit degelijk in de verf, terwijl de instap zoo laag bij den grond gehouden is, dat ook ouden van dagen geen acrobatische sprong meer behoe ven te nemen bij het instappen. Een wagen, die zeker voor het bedrijf van den heer Van der Wijst als een aanwinst beschouwd mag worden. GESLAAGD te Alkmaar voor RJjks- diploma aanleg en onderhoud tuinen onze stadgenoot N. J. Veeken. '.v .V 'v~: Zacht en toch,krbchtig - heerlijk van smaak - op wekkend en verkwikkend, De kenmerken van het edele natuurproduct, waaruit KING pepermunt bereid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 5