Pachtwet voor
zoetwatervisscherij?
s.
Postvlucbten op Indië
O
Trekt de H*A*C*0*
onrechtvaardig
Slechte aardappelen
op tafel
„Bloembollencultuur"
vergadert
5SSf l3inRaP' 10 Apr |Band- 10 Apr.
Nederlandsche tuinders,
op Uw hoede!
Geheimzinnig geval te Laren
„D r voorzienigheid heeft
Duit 3chland en Oostenrijk
hereenigd"
Moordaanslag te Maarsscn
KLACHTEN van ZOETWATERVISSCHERS
OVER VERWAARLOOZING VAN HUN
BELANGEN.
Tweede proef met houtingbroed
in het IJsselmeer.
„1937 heeft voor de zoetwatervis
scherij helaas nog geen voelbare op
leving gebracht, al is er toch ook
nog wel iets goeds van te zeggen."
aldus Mr. J. C. A. M. Mortel, voorzitter van
de afd. Zoetwatervisscherij van de Ned. Hei
de Mij., welke, naar de N.R.Ct. meldt, dezer
daeen te Utrecht vergaderde.
De aal- en palingprijzen toch waren, zei-
de spr., op een beter peil dan in voorgaande
jaren, toen ons land werd overstroomd met
hnitenlandsch goed. hetwelk vaak tegen el-
ken prijs van de hand moest worden ge
daan. Jammer is intusschen weer, dat de
vangsten in het algemeen (behalve dan op
het IJsselmeer, dat met 3.5 millioen kg. tot
heden zijn maximum-jaaropbrengst heeft
gegeven) verre van gunstig waren, zoodat de
gelukkig weer wat vaster prijzen toch geen
ruimer inkomsten zullen hebben gegeven.
Met de snoek gaat het helaas blijkbaar hoe
langer hoe meer bergaf.
Zal aalmaatverhooging helpen?
Dat van de nu op handen zijnde voor-
jaarsvangsten verscheidenen een grooter
percentage dan voorheen zullen moeten la
ten zwemmen, is moeilijk anders te verwach
ten en dat zij meenen slechter af te zijn is
evenzeer aan te nemen. De jaarrekening
zal echter den doorslag moeten geven bij de
beantwoording der veelomstreden vraag of
de nu een feit zijnde aalmaatverhooging
overeenkomstig de verwachting meer geld
aan den visscher zal geven.
Uit de bespreking van diverse voor
stellen bleek, dat de vergadering
unaniem een steun voor de zoetwa
tervisscherij wilde handhaven. Het
hoofdbestuur heeft daarvoor reeds
stappen bij de regeering gedaan. Aan
een steunregeling voor 1938 wordt
thans hard gewerkt.
Tijdens de debatten werd nog opgemerkt,
dat de belangen der zoetwatervisschers wor
den verwaarloosd, doordat zij in verkeerde
handen zijn!
Motie afd. Noord-Holland.
In de middagvergadering werd er van
verschillende zijden over geklaagd, dat de
afzet van zoetwatervisch niet voldoende door
de regeering bevorderd wordt.
Een motie van de afd. Noordholland, waar
in er bij de regeering op werd aangedron
gen, den steun te verhoogen en den uitvoer
te bevorderen, zonder stemming aangeno
men.
De directeur van de visscherijccntrale, de
heer Jansen, gaf een uiteenzetting van het
werk der centrale. Er was geklaagd, dat
alleen de groote handelaren contingenten
voor Frankrijk konden krijgen, doch de
Fransche regeering wilde de bestaande han
delsrelaties in sland houden. Het is wel
licht waar, dat er in Frankrijk nog meer
snoek geplaatst zou kunnen worden, maar
de regeering daar wil ze niet doen invoe
ren en stelt daartegenover andere eischen,
die onze regeering niet kan inwilligen.
Uitzetting houtingbroed in het
IJsselmeer.
Besloten werd het hoofdbestuur uit te
noodigen er aan ede te werken, dat een
tweede proef worde genomen met de uit
zetting van houtingbroed in het IJsselmeer
De vergadering nam tenslotte met algemee-
ne stemmen een motie aan, waarin de wen
schelijkheid werd uitgesproken, alles in 't
werk te stellen om een pachtwet voor de
zoetwatervisscherij te verkrijgen.
Ook de eigen trekking zou niet
wettelijk zijn.
Zaterdag hééft voor den Haagschen Kan
tonrechter wederom terechtgestaan de direc
teur van de HACO wegens overtreding van
de loterijwet. Indertijd heeft de Hooge Raad
de Haco veroordeeld wegens spelen op de
trekking der Staatsloterij. Nadien voerde de
Ilaco eigen trekkingen in. Volgens den amb
ténaar bij het kantongerecht zijn deze niet
conform de prospecti van de Haco, die thans
terecht stond omdat zij had uitgegeven
schuldbrieven aan toonder, elk groot f 100,
in 20 series van elk 21.000 stuks, tot een to
taal bedrag van f 42 millioen. Behalve dat
de houders van deze schuldbrieven recht
hadden op een jaarlijksche rente speelden zij
ook mede in een loterij met premien gelijk
aan die op een 1/20 lot in de staatsloterij.
Vergunning voor deze loterij was niet ver
leend.
Het O.M. merkte op, dat nog net op de
valreep van de nieuwe wet de schuldbrieven
van de HACO zijn verschenen, voordat de
wet in werking trad.
De „leening" bedroeg 42 millioen, doch in
werkelijkheid is slechts een fractie daar
van uitgegeven, volgens een systeem, dat on
der de nieuwe wet niet meer toelaatbaar is.
Het merkwaardige is, dat alle prijzen wor
den uitgekeerd, behalve die beneden f 100,
welke voor het bedrijf zelf zijn bestemd (be
halve in het uitzonderlijke geval, wanneer
de volstorting volledig was geschied).
De H.A.C. meent zich van den plicht
tot aflossing ontslagen te achten, zoolang
niet alle schuldbrieven zijn uitgegeven. Er
■moet echter per „geplaatste" serie worden
afgelost, ook al is zij niet „geheel" ge
plaatst. Ware dit niet ozo, dan zou de II.A.
CO. nimmer behoeven af te lossen zoolang
er nog maar één van de 21000 stuks niet
ware uitgegeven. Natuurlijk is dit niet de
bedoeling van de amortisatieverplichting.
Spr. was van oordeel, dat we hier te doen
hebben' met een loterijwetsovertreding en
hij requircerde f 1000.boete subs. een
maand hechtenis.
Verdachtes raadsman wees erop, dat wc
hier te maken heben met een sinds jaren
loopend bedrijf, waarvan 100.000 Nederlan
ders nremieloten hebben en waaraan eeni-
ge honderden menschen een bestaan ver
dienen. De H.A.C.O.-obligaties gaven recht
op eiken prijs of elke premie, welke op de
staatsloterij op het overeenkomstige num
mer viel zonder eenige korting, doch met
uitzondering van ,„eigen geld". Door de
wetswijziging moest de H.A.C.O. tenslotte
tot invoering van een eigen trekkingssys
teem overgaan. Andere trekkingen dan de
in 1926 aangekondigde zijn niet geschied.
Het trekkingsplan staat vermeld op de
gedrukte stukken.
Wat de aflossing betreft, er is geen ver
schil tusschen „geplaatste" en geheel ge
plaatste" series. Overigens staat in de
voorwaarden, dat de leening binnen 69
jaar moet zijn afgelost. De H.A.C.O. kan
350 stuks per 'jaar aflossen, mits zij maar
zorg drage, dat binnen 69 jaar de aflos
sing is geschied. Naar de meening van spr.
is verdachte niet in overtreding geweest,
waar er nog geen enkele serie volledig is
geplaatst.
Na re- en dupliek deelde de kantonrechter
mede, dat hij de volgende wee'k schriftelijk
vonnis zou wijzen.
Door verhoogde keffinq op Mal
ta-aardappelen.
De invoer van Malta en andere buiten-
landsche aardappelen wordt, zooals men
weet, tot 15 Mei belast met f 3 en tot 1
Augustus met f 5 per 100 kilo.
Naar aanleiding daarvan schrijft
ons, aldus het Hsb., de voorzitter
van den Bond van Grossiers in Mal
ta-, Italiaansche, Spaansche en Ca-
narische aardappelen, dat hoewel
importeurs herhaaldelijk hebben ge
tracht, om bij het vaststellen der
heffing lang organisatorischcn weg
tegen overdrijving te waken, de ver
hooging tot f 5 voor de zooveelstc
maal zonder overleg tot stand is
gekomen.
De heffing van f 5 zal niet alleen den
consument schaden door prijsverhooging,
maar óók door het feit, dat deze straks ge
noegen zal moeten nemen met de meer
dan slechte qualiteit van de vroege Neder-
landsche aardappelen, omdat de telers
daarvan door de minimumprijs-regeling z.i.
een stimulans zullen hebben, om een groot
aantal kilo's per hectare te verbouwen, ten
koste van de qualiteit.
Bovendien wordt volgens hem door deze
hooge heffing geen enkel belang gediend,
omdat als het gelukt, de circa 700 wagons,
die normaliter ingevoerd worden, het ge
volg daarvan niet zal zijn, dat er een zelfde
quantum Ned. aardappelen méér wordt ge
consumeerd. Volgens hem zal het publiek
wegens de slechte qualiteit van de eerste
Ned. vroege aardappelen zich juist daarvan
afwenden en daardoor ook minder groenten
gaan eten, doch méér brood cn peulvruchten
Ook de inkomsten uit hoofde der heffing
zal z.i. dalen.
Organisatie naar buiten hoofd
taak. Men moet het publiek
niet tentoonstellingsmoe maken.
Vandaag houdt de Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur in het Krelagehuis
haar 186e.algemeene vergadering. De voor
zitter, Dr. A. J. Verhage, sprak de openings
rede uit, waarin hij het overlijden van het
eerelid, Dr. II. J. Lovink, memoreerde.
Sinds in onze laatste vergadering aldus
spr. uitvoerig is gediscusieerd over de
voorstellen der afdeeling BennebrockVoge
lenzang tot reorganisatie der vereeniging
zijn, naar aanleiding hiervan, besprekingen
over deze voorstellen gevoerd, die echter nog
niet tot zoodanige resultaten hebben geleid,
dat deze voorstellen op deze vergadering op
nieuw behandeld kunnen worden.
Terwijl de bollen in den grond zitten, wor
den deze in het buitenland verkocht op con
dities van betaling, lang nadat de levering is
geschied en daardoor is er haast geen be
drijf, waarvoor de gevaren van politieke con
flicten en plotseling ingrijpende economische
maatregelen zoo groot zijn, ais juist het
bloembollen bed rijf.
Spr. bracht dit alles niet naar voren om 'n
geest van pessimisme te kweken. Blind op
timisme is in deze omstandigheden echter uit
den booze.
In de laatste decennia is het organisatiele
ven sterk gegroeid, waardoor het bij even-
tueele schokken eerder mogelijk is geworden,
om deze op te vangen. In dit verband wekt
spr. op, zich sterk te organiseeren.
Te veel tentoonstellingen?
Spr. vroeg zich af, of er niet te veel ten
toonstellingen komen. Publiek zoowel als in
zenders moeten tentoonstellingsmoe worden,
Het kwam spr. dan ook noodzakelijk voor,
dat men zich in dit opzicht wat beperkt.
Het bloembollenvak heeft zich in dit op
zicht niets te verwijten, daar naast de plaat
selijke vaktentoonstellingen slechts periodiek
groote vollegrondstentoonstellingen worden
gehouden.
Tenslotte stond spr. een oogenblik stil bij
de dezer dagen gepubliceerde hcffingsper-
cenfages van hef surplusfonds over den oogst
1937. De lagere heffingspercentages zijn ge
deeltelijk te wijten aan het slechte gewas. De
export was niet onbevredigend, maar ver
toonde, ook al door het slechte gewas, toch
geen vooruitgang. Laten we hopen, dat, on
danks het minder gunstige economische pers-
snectief, onze uitvoer vergroot wordt, want
slechts langs dien weg kan een werkelijke
gezondmaking bereikt worden.
ZAL DE GROND BIJ LANDSMEER
OPNIEUW GAAN WERKEN?
Boringen in het verzakte wegge
deelte.
Over de verzakking, van den nieuwen
weg, welke Zaterdag j.1. bij 't Schouw onder
de gemeente Landsmeer heeft plaatsgehad,
vernemen wij de volgende bijzonderheden.
De boringen, die vanwege den Provincia
len Waterstaat ter plaatse zijn verricht,
hebben aangetoond, dat het opgespoten
zanddepot loodrecht in den lossen veenbo-
dem is gezakt.
Heden worden de boringen voortgezet en
zal worden nagegaan of nieuw op te spui
ten zand op het oude weggezakte zand, zal
rusten of dat zich tusschen beide zandla
gen nog slappe veengrond zal bevinden. In
het laatste geval dienen maatregelen te
worden genomen om te voorkomen dat de
grond onder den bestaanden weg opnieuw
zal gaan werken, met alle gevolgen, welke
daaraan zijn verbonden.
Met man en macht zijn de herstellings-
werkzaamheden op het vernielde wegge
deelte ter hand genomen.
Vanwege de N.Z.H.T.M. is men eveneens
druk bezig met herstellingswerkzaamhcden
aan de vernielde trambaan. Heden zal met
een dubbele ploeg worden gewerkt.
Men hoopt vanavond gereed te komen.
Een misdaad?
Gistenniddag heeft een tweetal leidsters
van een padvindersgroep op de heide te
Laren, nabij de witte bergen een stalen-
geldkistje gevonden Het kistje bleek gefor
ceerd te zijn en nog f 95.aan bankpapier
te bevatten, terwijl voorts enkele brieven in
het kistje werden gevonden. Deze bleken te
behooren aan 'n bewoner van Bussum, die
nooit evenwel aangifte heeft gedaan van
een inbraak. De politie stelt een onderzoek
in.
„GOD HEEFT MIJ NAAR DUITSCH-
LAND GEZONDEN". ZEGT HITLER.
In de Nordwestbahnhalle te Wee-
nen, heeft Rijkskanselier Hitier Za
terdag voor een menigte van meer
dan 20.000 menschen zijn laatste rede
voor de volksstemming gehouden.
Hitier zeide, dat hij geen verant
woordelijkheid droeg voor 't uitbre
ken van den oorlog, noch voor den
afloop daarvan en voor hetgeen daar
na over Duitschland is gekomen.
Toen hij in 1918 hoorde, van de in
eenstorting der natie, was het hem
duidelijk geworden, dat degenen, die
schuld hadden aan het verval van
het rijk cn Oostenrijk, niet in staat
zouden zijn ooit weer een herrijze
nis van het Duitsche volk te bewer
ken. Duitschland kon niet gered wor
den door het programma van een
paar dozijn partijen, die elkaar be
streden. Voor ieder volk kan er
slechts een hulp zijn: de hulp, die in
dat volk zelf ligt.
Hitier stelde het nationaal-socialisme te
genover de Marxistische theorieën en ver
klaarde: „De anderen hebben iuchtkasteelen
gebouwd, wij bouwen voor onze Duitschers
een aardsch, maar behoorlijk leven".
Wat het Duitsche economische leven thans
presteert, aldus Hitier, zult gij binnenkort
zelf zien. Het is vervuld van een geweldig
rhythme. Geen werkplaats ligt stil, overal
wordt gearbeid. En dit is voor ons de groot
ste trots, dat deze geweldige verrichting niet
tots tand komt onder toezicht van kapitalist!
sche instanties, maar van mannen, die zelf
uit het volk voortgekomen zijn.
Ten aanzien van het vierjarige plan zeide
de rijkskanselier: „Ik wil niet, dat het Duit
sche volk voor het buitenland capituleert.
Als het buitenland gelooft, onze voedselvoor
ziening moeilijker te kunnen maken, mobi
liseer ik de Duitsche vindingrijkheid, de ge
nialiteit van ingenieurs en scheikundigen, en
Duitschland zal ook op dit gebied vrij zijn."
Tegen de critici, die hem misschien kon
den vragen, of hij het recht had, te Weenen
te spreken, voerde Hitier aan dat dit land is
een Duitschland, zijn menschen zijn Duit
schers. Dit land kan op den duur zonder het
Riik niet leven.
Daarenboven wilde dit volk zich in het
geheel niet van het Rijk scheiden. Na de in
eenstorting van 1918 wilde Duitsch-Oosten-
rijk naar het Rijk terug.
Wien, aldus vervolgde Hitier, ook dit ar
gument geen voldoening schenkt, moet ik
zeggen: beste vriend, het is mijn'Vaderland
(enorme geestdrift! Toen do oorlog af
liep, ben ik door Duitschland getrokken en
heb mij dat land veroverd. Moet het iemand
verwonderen, dat het verlangen bij mij
bleef leven, mijn eigen Vaderland aan dit
Rijk toe te voegen?
Ik sta hier, omdat ik mij verbeeld
meer tot stand te kunnen brengen
dan Schuschnigg. Ik heb door mijn
leven bewezen, dat ik meer kan dan
de dwergen die hier een land naai
den afgrond regeerden. Of over 100
jaar nog iemand zich den naam van
mijn voorganger hier zal herinneren
weet ik niet, maar mijn naam zal
blijven bestaan als die van den groo-
ten zoon van dit land. Ik geloof, dat
het ook Gods wil geweest is. uit dit
land een knaap naar het Rijk te zen
den, hem groot te laten worden en
tot leider der natie te verheffen, om
hem mogelijk te maken, zijn vader
land aan het Rijk toe te voegen.
Toen op 9 Maart Schuschnigg zijn over
eenkomst schond, voelde ik, dat de roep
der voorzienigheid tot mij was gekomen. En
wat zich toen afspeelde in drie dagen, was
ook slechts denkbaar als voltrekking van
den wil dezer voorzienigheid. In drie dagen
heeft de Heer hen geslagen.
En ik verwierf de genade, op den dag
van het verraad mijn Vaderland bij het Rijk
te kunnen inlijven. Zoo worden de droom
en het verlangen van vele geslachten ver
vuld. Duitsch volk, verheft U thans, onder
schrijft mijn woorden en houdt uw lot in
uw handen. Ik wil hem danken, die mij in
mijn vaderland liet terugkeeren opdat ik
dat Vaderland tot mijn Duitsche Rijk zou
doen terugkeeren. Moge op den dag van
morgen iedere Duitscher zich in deemoed
buigen voor den wil van den almachtige.
Vertrek van Aankomst
A'dam 10 Apr.
Rang. 10 Apr.
Jodhp. 10 Apr. Basra 10 Apr.
Athene 10 Apr. Basra 10 Apr.
Singap. 10 Apr. Rang. 10 Apr,
Buizerd Athene 10 Apr.
v terugreis) I
Pelikaan Jjoclhp. 10 Apr.
(heenreis) I
Gier
(terugreis)
Reiger
(heenreis)
Valk
(terugreis)
die in enkele weken een wonder aan ons
gewrocht heeft."
De rede van den Rijkskanselier werd tel
kenmale door geestdriftig gejuich onder-
broken. In de zaal waren o.m. aanwezig;
gouwleider Buerckcl, Rudolf Hess, Goebbcls
Himmler en Seys Inquart.
Na de rede werd op alle bijeenkomsten
in het geheele rijk de Duitsche tekst van
Valerius, „Wilt heden nu treden" gezongen,
waarna overal de kerkklokken luidden.
Hitier is nog des avonds van Wecncq
vertrokken.
Uitvoer naar België bedreigd.
Verwonderlijke aanmatiging
van onze Zuiderburen.
Het Nederlandsch-Belgische handelsver
drag moet in deze maand vernieuwd wor
den en het is in dit verband, dat de Bel
gische tuinders zich opmaken om bij de re
geering voor bescherming van hun produc
ten te pleiten. Wij wezen er in deze kolom
men reeds vaker op, dat de Belgen meenen,
aan den Nederlandschen invoer van tuin
bouwproducten paal en perk te moeten
stellen om langs dien weg hun eigen stal
letje te redden.
Dat de Belg juist, onzen export wil be
knotten, moet o.m. geweten worden aan het
feit, dat hij zijn vroege aardappelen en
bloemkool aan Frankrijk, Duitschland en
Engeland niet meer kwijt kan.
Men moet zich echter wel over
het streven van onze Zuiderburen,
ons de dupe van hun saneerings-
plannen te laten worden, verbazen,
wanneer men weet, dat wij véél
minder naar België uitvoeren, dan
dit land bij ons invoert. Het Hsb. pu
bliceert eenige treffende cijfers. In
1936 was het invoeroverschot f33
millioen, in 1937 zelfs f54 mil
lioen!
Uit de interpellaties van tuinbouw-afge-
vaarciigden, .onlangs in de Belgische Kamer
over dezé kwestie gehouden, citeert het
blad het volgende:
„Alle tuinbouwproducten moeten wor
den beschermd. Tegenover Nederland moe
ten wij speciaal op onze hoede zijn!"
De voorzitter van den Belgischen Boeren
bond drukte zich nog iets sterker uit; zelfs
was zijn toon min of meer dreigend. Hij
schreef aan den minister van Landbouw:
„Indien de nieuwe onderhande
lingen met Nederland niet in een
heel anderen geest worden aange
knoopt, dan zal dit politieke moei
lijkheden tot gevolg hebben!"
Als men daarbij weet, dat in België geen
sprake is van teeltbeperking, doch de Rc-
gcering den tuinders slechts adviseert, de
productie in te krimpen, dan vragen wij ons
af, of het niet aan óns is, om tegenover Bel
gië op onze hoede te zijn!
Wraakzuchtig ex-verloofde tracht
meisje te vermoorden.
Zaterdagmorgen is een moordaanslag op
een 20-jarig meisje uit Maarssen gepleegd)
waarbij zij in haar ouderlijke woning werd
gewond. De dader is Zaterdagavond door de
politie in zijn woonplaats te Teteringcn ge;
arresteerd. Het is zekere J. uit Breda. H'J
is door de politie overgebracht naar Bre
da en gistermorgen op transport gesteld
naar Maarssen.
Tegenover den burgemeester van Maars
sen heeft hij een volledige bekentenis afge
legd. Het is de gewone geschiedenis van
wraak om een verbroken verloving.
FEUILLETON.
32.
DOOR
ETHEL M, DELL
„Ik weet, dat het ontzettend voor U is."
zei majoor fgicholls. „U behoeft toch in geen
geval als getuige op te treden?"
Zij schudde het hoofd. „Ik heb aangeboden
om te gaan, maar kapitein Crofton zei, dat
het niet noodig was. Hij was zeer behulp
zaam en zei, dat mijn verloving met Pax
zeker in zijn voordeel zou beschouwd wor
den, maar daar iedereen ervan op de hoogte
was, achtte hij het niet noodig mij op te
roepen."
Majoor Nicholls keek bezorgd naar haar
bleek, vermoeid gezichtje. „Het is zeker een
afschuwelijke situatie voor U," zei hij. „Maar
het zal nu spoedig voorbij zijn. Zij kunnen met
geen mogelijkheid voldoende bewijzen bij
elkaar krijgen om hem naar de openbare te
rechtzitting te verwijzen."
„Ie dat niet het ergste wat er gebeuren
kan?" vroeg Claire onverwacht.
Hij wendde haastig de oogen af. „Ik weet
het niet. In elk geval hebb n wij haar er
buiten kunnen houden en dat is een felicitatie
waard. Ik moet natuurlijk zelf getuigen, van
een chirurgisch standpunt, en ik moet nu
gaan. Maar U kunt er zeker van zijn, dat
ik mijn best zal doen voor Pax en U."
Zij slaakte een zucht van moedeloosheid.
„Als de menschen slechts hun verstand wilr
den gebruiken, zei ze. „Hij heeft hun precies
verteld, wat er gebeurd is. Waarom kunnen
zij hem niet gelooven?"
Majoor Nichols haalde de schouders op.
„Zij moeten met de pers rekening houden, en
de dagbladen houden nu eenmaal niet van een
redelijke conclusie, daar is niet genoeg sen
satie in."
„Hoe kunt U dat zeggen?" protesteerde
zij. „Ieder weldenkend mensch moet toch wen-
schen, dat er recht gepleegd wordt."
„Wel, bij Crofton is het recht In goede
handen," zei majoor Nicholls, terwijl hij zich
gereed maakte om te vertrekken. „Het is
een ellendige geschiedenis, en evenals U
zal ik blij zijn als de zaak is afgeloopen."
Claire zuchtte weer. Zij had niet het min
ste verlangen hem te weerhouden, hij had haar
nooit werketyken troost kunnen geven, en zij
voelde, dat zij die martelende onzekerheid beter
alleen kon dragen.
Yvonne was nog onder den invloed van ver-
doovende middelen en had slechts een vaag
idee van wat er gebeurde. Alleen in angst-
oogenblikken, schrok zij op en riep om Claire,
en Claire was altijd bij de hand om haar te
kalmeeren, maar verder kon zij slechts weinig
voor haar doen. Als een zich langzaam afwik
kelend schrikbeeld vertoonde het treurspel
zich voor haar gepijnigde geest, en zij kon
niets doen dan toekijken en afwachten. Het
eenige lichtpunt was het feit, dat Yvonne
totaal ongeschikt was om getuigenis af te
leggen. Met het oog op alles wat aan Guy's
dood was voorafgegaan, voelde zij, dat dit het
allerergste zou geweest zyn. Te moeten aan
zien en toelaten dat Yvonne ondervraagd zou
worden over haar intiem leven met haar man,
waarbij zij waarschijnlijk zoodanig in het nauw
zou gedreven worden, dat zij openlijk zou be
kennen wat nu slechts een gissing was, zou
de genadeslag voor Claire zijn geweest.
Aan Pax durfde zij nauwelijks te denken,
maar toch voelde zij, dat ook te zijnen opzichte
de onbekwaamheid van Yvonne om te getuigen
slechts een voordeel kon zijn. Alles was zoo
eenvoudig, als men haar maar gelooven wilde,
en de onwaardige vermoedens, waartoe
Yvonne's lichtzinnig optreden had aanleiding
gegeven, laten varen. Haar verloving met Pax
haar hoogste zelfopoffering kon men
niet. als van geen belang zijnde, over het
hoofd zien. Crofton had gezegd, dat het in
zijn voordeel zou zijn zelfs Crofton, wiens
geheimzinnige methodes haar zoo verontrust
hadden, Men kon toch niet aannemen, dat
Pax haar den eenen dag ten huwelijk vroeg en
haar den volgenden dag zou bedriegen. Zenuw
achtig draaide zij den ring om haar vinger
Pax' ring, dien zij openlijk voor de geheele
wtreld droeg, opdat hij en Yvonne van allen
lagen achterdocht zouden bevrijd worden. Zij
zou toch dat offer niet tevergeefs gebracht
hebben! Hët moest toch tot het goede brengen,
hoe machtig- de krachten ook waren, die tegen
hen samenspanden! God zou nooit zulk een
onduldbare onrechtvaardigheid laten geschie
den!
Terwijl zy op zachte muiltjes Yvonne's
slaapkamer op en neer liep, omdat zij geen
rust kon vinden, trachtte zij te bidden, maar
zelfs de genade van het gebed werd haar dien
eindeloozen dag onthouden. Het licht op haar
weg scheen gedoofd en zij bewoog zich in een
duisternis, die haar steeds dichter omhulde en
haar ten laatste scheen te verstikken.
Als Yvonne er niet geweest was, zou ze al
die spiedende blikken getrotseerd hebben en
zich naar de tot stikkens benauwde zaal be
geven hebben, waar het onderzoek werd ge
houden. Er waren slechts weinige getuigen, en
het zou dus niet lang duren. Maar zy durfde
Yvonne niet te verlaten. Elk oogenblik kon zij
om haar roepen, en als zij niet op haar post
was, zou dat bij Yvonne een wilde uitbarsting
van ansgt ten gevolge kunnen hebben.
Ghulam, de inlandsche bediende van Guy
was als getuige opgeroepen, maar hy kon elk
oogenblik terugkomen en zou de laatste be
richten meebrengen, Zy had Ghulam nooit
mogen lijden, maar zijn toewijding tot MJ'j
meesteres was buitengewoon. Sedert den dood
van Guy, had hij zich zelf tot Yvonne's per"
soonlijke lijfwacht opgeworpen en verliet haar
overdag en 's nachts slechts voor het aller-
noodigste. Het scheen Yvonne rust te geven,
dat zij in staat was zijn tegenwoordigheid te
beseffen. Zij beschouwde hem blijkbaar als een
soort bescherming tegen de vreeselijke schrik
beelden, die haar steeds achtervolgden. HO
was zeker een uitstekende waakhond, en nie
mand zou zonder zijn toestemming zijn geliefde
meesteres kunnen naderen. Hoewel Claire wei
nig van hem wist en hem maar half ver
trouwde, voelde zij toch, dat hij in zeker op
zicht noodig was, en zy wist dat Yvonne hein
zeer zou missen, als zij hem niet langer in
dienst wilde houden. Zij hoopte nu, dat hy
terug zou zijn voor Yvonne uit haar verdoo-
ving ontwaakte en naar hem vragen zou.
Het kon niet veel langer duren, dacht zu-
Crofton, hoezeer hij zich aan de letter der we
vasthield, kon de zaak niet tot in het oneinJ
dige uitspinnen, om de eenvoudige reden da
hij geen materiaal genoeg had. En wat ha^
het voor nut om steeds de tragische omstan*
digheden van Guy's dood te blijven bespreken-
Niets kon Guy tot haar terugbrengen en zij
had het gevoel, dat het bijna een beleedigih?
was om zoo diep op het treurspel van zyn doo
in te gaan.
(Wordt vervolgd.)