Agenda Mevrouw Coolhaas doopt de Marine-Baby Schoolvoetbal- tournooi 1938 exit Maandag 25 April 1938 Tweede Blad Madésueiuuid De „Tromp" is Hr.Ms. „Urania!' geworden Commandant Coolhaas dankt zijn helpers Tooneelvereeniéing „Het Noorderlicht" Sprekende cijfers Komt U ook lachen 't Wespennest in Vervoer naar alle plaatsen per „ESONA" Zaterdagmiddag 2 uur heeft op de Marine werf de doop en overdracht plaatsgevonden van het motorjacht „Tromp", hetwelk, zoo als wij reeds schreven, den naam kreeg van Jir. Ms. „Urania". Het is een ...ooi schip, zooals het daar aan de Marnixkade ligt. Een schip, waarnaar ieder zeiler jaloersche blikken zal werpen en dat reeds nü de oogappel is van den comman dant, overste Coolhaas. Na tal van jaren bezit dus onze Nederlandsche Marine eindelijk weer een zeilschip, waarmede de adelborsten ten minste behoorlijke zeereizen kunnen maken. Het is aan geen twijfel onderhevig, of de woorden van den commandant van het Koninklijk Instituut, kolonel C. J. Baron van Asbeck, zullen in vervulling gaan voor wat betreft het aankweeken van meer kennis ten aanzien van „romance of the sea". Van de belangstellenden b(j de plechtigheid noemen wij o.a. schout bij nacht J. J. Dikkers den commandant van de Kooy, kolonel K. van Aller, overste W. Moree, overste J. J. A. van Staveren, burgemeester Ritmeester, den di recteur van de werf, Ir. S. Visman, den gar- nizoens-commandant, overste J. H. C. Bentz v. den Berg, enkele leeraren van het Kon. Insti- tu it, den heer Nierstrasz (de vorige eigenaar van de „Tromp") en de senaat en tweede jaars adelborsten. Rede kolonel van Asbeck. Het is kolonel C. J. Baron van Asbeck die Cm 2 uur precies de volgende rede uitspreekt: Geachte Aanwezigen. Het doet mij een groot genoegen U hier te Zien om getuige te zijn van de doopplechtig heid en de indienststelling van het Instituuts- jacht „Urania", bestemd om op de Noord- en Oostzee te zeilen met een bemanning van adelborsten en daardoor aan onze aanstaande zeeofficieren begrippen bij te brengen, die ik zou willen vereenigen onder den naam: „Ro mance of the sea." Veel van de oude romantiek is verloren gegaan bij den overgang van zeil naar stoom en motor en toch kunnen we die romantiek miet geheel missen als we werkelijk van de zee als ons element willen houden. Dan blijft het noodig om zichzelf afhanke lijk te weten van de nukken van Poseidon en Aeolus; om zich maar een klein mensch te gevoelen bij stormweer en om bij het maken van plannen steeds het woord voor oogen te hebben: „Weer en wind dienende". Die gevoelens en die begrippen worden op een zeilschip zeer duidelijk ingeprent en daar om heeft het zeilschip nog steeds opvoedkun dige waarde, al heeft het zeilvermogen als economische wijze van voortstuwing voor eeuwig afgedaan. Het is om deze redenen, dat ik 2 jaar ge> leden aan Zijne Excellentie den Minister van Defensie voorstelde om voor de opleiding van adelborsten weder de beschikking te mogen krijgen over een zeilschip da' niet alleen de Zuiderzee moest bevaren maar juist en vooral buitengaats zou kunnen vertoeven, dat zou kunnen zeebouwen. Nadat op de begrooting 1938 een bedrag voor dit doel was uitgetrokken is de uitvoe ring van het plan met sneltreinvaart geschied, waarvoor ik hier dank wil brengen aan Zijn, Excellentie den Vice-Admiraal A. Vos, Hoofd van de afdeeling Materieel aan het Departe ment van Defensie. De keuze van het schip. Gelukkig behoefde naar het object, het schip zelve, niet lang te worden gezocht. Onze menschen gingen niet uit naar een driemast-volschip, zooals dit bij vreemde Ma rines in gebruik is. Een dergelijk schip kost veel geld en veel personeel en het is voor mij de vraag of een dergelijk schip rendabel is te maken. Bovendien eischt een opleiding op zoo'n vaartuig veel tijd en bij de opleiding op het Koninklijk Instituut moet reeds worden gewoekerd met den tijd. De schepen die tien jaar geleden nog bruik Ibaar waren, de loodskotters en loodsschoeners zijn ter ziele. Bovendien moet men zelfs zeilende meegaan met uen tijd die steeds hoogere eischen aan snelheid gaat stellen. Vanzelf kwamen we dus op het begrip „jacht", doch niet in den zin van luxe vaar tuig, doch van snelle zeiler; met voldoende accomodatie om een tiental adelborsten tege lijk met het zeilen vertrouwd te kunnen ma ken. De „Tromp". Een zoodanig schip vonden we in het vaar tuig dat vóór U ligt, het schoenerjacht „Tromp" van den heer Nierstrasz, dien ik hier in het bijzonder welkom heet. U hebt in 1929 een schip laten bouwen dat zeilen kan en geen luxe herbergt, omdat U als oud zee-officier niet naar zee wilde gaan als toerist, maar als een man van het vak. En Uw oude schipper van Laar, die ik niet wil voorbijgaan in mijn welkomstgroet, was Uw rechterhand als het op zeemannen en zeebouwen aankwam. Thans ziet Ge Uw vaartuig reeds in de gedaante van onleidingschip. met een anderen naam en met kleine wijzigingen in het uit en inwendige. Het is voor ons een vreugde om U bij deze plechtigheid aanwezig te zien, al zal de scheiding van Uw oude kameraad „Tromp" U wellicht eenige weemoedige oogenblikken kosten. Moge er troost liggen in de gedachte, dat Uw schip voor een nuttig doel zal worden ge bruikt, een doel, dat U als oud zeem in zoo van harte zult meevoelen. Een bewijs daarvan hebben we in de snelheid waarmee U tot de transactie van den koop door Defensie hebt medegewerkt en in het nieuwe radiotoestel dat U aan Uw schip als een aandenken hebt willen aanbieden. Dit toestel zal de opvarenden inlichten over de weerberichten en over de ge beurtenissen op het vaste land en zoodoenc voor hen het nuttige met het aangename ver eenigen. Ik dank U van harte voor dit ge schenk. Een traditie wordt voortgezet. Thans kom ik van den ouden vader op het jonge kind, want het schip is voor de Marine een baby, die de eerste teekenen van leven nog moet geven. Het heeft Hare Majesteit Onze geëer biedigde Koningin behaagd het schip den naam te geven van „Urania", waarmee een traditie wordt voortgezet. In 1908, nu 30 jaar geleden, ging de zeilkorvet, Hr. Ms. „Urania" naar den slooper en verdween het driemastvolschip uit de opleiding tot zeeofficier, zooals deze aan het Koninklijk Instituut werd gegeven. Slechts de vlag- en hoofdofficieren in ac tieven dienst zullen zich hun „Urania"- reizen op de Zuiderzee nog kunnen her inneren. Dat thans de naam „Urania" weer her leeft op een ander soort zeilvaartuig met een andere bestemming zal aan velen der oude garde een zekere voldoening schen ken, daarvan ben ik overtuigd. Een aardig jong meisje. Mevrouw Coolhaas, aah U als echtgenoote van den toekomstigen Commandant op dit schip, mag ik verzoeken om den doop van de baby te verrichten. Ik weet, dat U met deze baby een ernstige concurrent krijgt in de affectie van Uw man, vooral omdat het zoo'n aardig jong meisje belooft te worden, doch ik ben overtuigd, dat U dit offer gaarne brengt, omdat U den heer Coolhaas zoo door en door kent en weet, aat hij nu eenmaal een amphibie is, dat op het land èn op het water moet leven om überhaupt te kunnen leven. Zoo moge ik U dan verzoeken om de doop plechtigheid thans te verrichten. Het schip gedoopt. Mevrouw Coolhaas grijpt dan de in natio naal dundoek gewikkelde, traditioneele flesch champagne en met een knal wordt deze tegen den boeg van de kits stuks- geslagen. De knal is de verkondiging, dat de „Tromp" ter ziele is en de „Urania" haar plaats heeft ingenomen. Overdracht vait het schip aan com mandant Coolhaas. Thans nu het kind een naam heeft, aldus kolonel van Asbeck, nog een woord tot U, Overste Coolhaas, die het schip zoo straks in dienst zult stellen. Met den aankoop van het schoenerjacht „Urania" voor het Koninklijk Instituut en met uw aanwijzing voor het commando is een groote, ik zou kunnen zeggen, een innige wensch van u in vervulling gegaan, n.1. om nog eens het dek van een zeewaardig zeilschip onder de voeten te hebben en om daarop als bevelvoerende de aanstaande zee-officieren in te wijden in wat ik noemde: The romance of the sea". Die romantiek zal niet bestaan in het turen naar de sterren onder het prevelen van een minnelied, maar eerder in het schieten van de sterren met de sextant en het zingen van de bekende Marine wijs: Rijzen rijzen met verlangen Wilt den man aan het roer vervangen. op welk gezang de helft van de adelborsten uit kooi zal duiken om de wacht over te nemen. Zoo moet het ook zjjn, de romantiek schuilt in de nabijheid van het water, in het klotsen tegen boord, in hef blazen van den wind in de zeilen, maar niet in het mijmeren van de opvarenden. Ge zult ze noodig hebben om zeil te zetten en te bergen, om het bestek te houden, om te sturen en te looden en daar door leeren zjj niet alleen het zeilen, maar ook het zeemannen. Aan u als oude waterrot is deze taak best toevertrouwd en ik wensch u van harte geluk met uw nieuwe commando, dat naar ik hoop mag strekken tot heil van de adelborsten en tot volle bevrediging van uw diepgekoesterde wensch. Ik geef u thans den bodem over ingevolge de verordeningen der Koninklijke Marine. Vlag, geus en wimpel geheschen. Overste Coolhaas geeft het sein en op hetzelfde moment gaan vlag, geus en wimpel naar boven en het is hiermede, dat dan het schip officieel In dienst is ge steld. Overste Coolhaas dankt: De nieuwe commandant komt hierna nog even aan het woord en vertelt hoe zeer het hem vele jaren reeds een ideaal geweest is een zeilschip aan de Marine-vloot toebedeeld te zien. Thans is deze wensch in vervulling ge gaan en spr. voelt zich gedrongen daarvoor den commandant van het Instituut voor zijn vele bemoeiingen hartelijk dank te zeggen. Veel werk is er den laatsten tijd aan de „Urania" moeten geschieden en hoewel het schip nóg niet geheel klaar is, veel scheelt het niet. Van tal van zijden heeft men hulp mogen verkrijgen en daarbij gaat spr.'s dank uit naar den directeur der Marinewerf, Ir. Visman, die alle mogelijke medewerking verleend heeft, naar overste Moree, chef afd. Werktuigbouw, die voor het motorische deel van het schip zorgde, naar Ir. Bijvoet, die het omvangrijke werk der electrische installatie voor zijn reke ning nam, naar den heer Hoogkamer en majoor De Bont, die tal van reparaties aanbrachten, naar overste Deelder, die zorgde, dat ook de inwendige mensch op de „Urania" niet verge ten zal worden, naar zijn rechterhand: schipper Weeda, den sergt.-timmerman de Buck en diens assistenten, den heer Nierstrasz, den oud-schipper Van Laar en tenslotte de militaire werklieden Krook en Reurich. Overste Coolhaas besluit het ceremonieel met een woord apart tot de adelborsten. Hij spreekt de hoop uit, dat de „Urania" hen veel, zeer veel in de toekomst zal mo gen leeren, dat het schip hun liefde voor de zee en voor het werk zal bijbrengen. Opdat zij bekwame officieren van de Ne derlandsche Marine zullen worden. Spr. stelt een driewerf leve de Koningin in, waaraan spontaan gevolg wordt ge geven. De meeste aanwezigen maakten daarna nog van de gelegenheid gebruik een kijkje op de „Urania" te nemen en van diverse zijden ver namen wij uitroepen en enthousiasme over de nieuwste aanwinst der Koninklijke Marine. Hetgeen te begrijpen is! De tooneelvereeniging „Het Noorderlicht" had voor haar laatste uitvoering van dit sei zoen het oog laten vallen op een tweetal kluch ten. En het was meer dan jammer, dat het zaal tje van Dennenheuvel Zaterdagavond niet zoo goed bezet was als gewoonlijk, daar juist deze tooneelstukjes de spelers buitengewoon liggen en het dan ook voor de Noorderlichters niet alleen een succesvollen avond is gewor den, maar voor het publiek, ook een zeer ge noeglijke. Het was de secretaresse, mevr. De Zeeuw, die een kort welkomstwoord uitsprak, waarna direct een aanvang werd gemaakt met de ver tolking van het blijspel „Orkaan". Dit buitengewoon geestige stukje, dat de geschiedenis behandelt van een heer des hui zes, die met zijn schoonzoon de bloemetjes heeft buitengezet en die tenslotte door hun respec tievelijke vrouwen op heeterdaad worden be trapt, bracht er bij het publiek de stemming direct in. Dikwijls schaterde het gelach door de zaal, wat niet te verwonderen was, daar de komische situaties, waarin de beide heeren kwamen te verkeeren, op een zeer vlotte en origineele wijze werden vertolkt. Het tweede stukje „De truc van Tinus", een blijspel in twee bedrijven, gaf de toestand weer, waaronder een pantoffelheld kan verkeeren. De vrouw des huizes, liet haar man de kamer doen en dat op zichzelf is niet zoo'n bijzonderheid, maar de manier waarop dit bevel werd gegeven, liet de gedachte aan een eensgezind, gelukkig huwelijksleven direct varen. Om onder de plak van vrouwlief vandaan te komen, simuleert de man een geestelijke afwijking en al met al is een happy end het gevolg. Nu iets over het spel. Mej. de Vries, die in het eerste stukje de rol van echtgenoote ver tolkte. gaf blijk het spel volkomen te beheer- schen. Ze was rolvast in de eerste plaats, maar tevens was haar optreden vrij en ongedwongen. Dit was eveneens het geval met de heeren Blokker en Nieuwland, die beiden reeds ver scheidene malen voor het Noorderlicht op de planken kwamen en de fijne kneepjes, die slechts door de noodige routine ontstaan, aar dig te pakken hebben. Ook de bijrollen werden goed vertolkt. In de truc van Tinus waren het vooral Mevr. De Zeeuw en de heer Makelaar, in de rollen van de beide echtelieden, die de lachlust van het publiek opwekten. Hun samenspel was zeer goed. Absoluut niet overdreven, maar heel natuurlijk. Geen enkele hapering viel er te bespeuren en de regisseur de heer Melief, kan met trots op zijn werk terugzien. Wij zijn ervan overtuigd, dat deze keuze van tooneelstukjes door het publiek ten volle ge waardeerd worden. Voor deze tooneelvereeni ging een garantie voor een geslaagden avond. Een bal hield de aanwezigen nog langen tijd bijeen. De achteruitgang van de haring- visschery. In Den Haag is men voor het cijfermate riaal van Den Helder, dat overduidelijk den achteruitgang van de visscherij, na de afslui ting van de Zuiderzee bewees, bezweken. Onze visschers zullen, als gedupeerde door deze afsluiting, vallen onder de steunrege ling. Zij wachten nu op nadere beschikkingen van Den Haag en hopen natuurlijk, dat deze niet tegen zal vallen. Want er zijn tenslotte heel wat regelingen mogelijk. Met de haringvisscherij gaat het nog steeds in dalende richting. Om eenige cijfers te ge ven. Van 22 tot 29 Maart van het vorige jaar werd voor 5500 gulden visch aan den afslag gebracht. In dezelfde week van dit jaar was dit bedrag gedaald tot 5150. Sterker nog was het met de daarop volgende week, dus tot 5 April. In 1937 werd er voor 8600 gul den geveild, dit jaar was het terug geloopen tot 4450 gulden. De week daarop waren de cijfers respectievelijk voor het vorig jaar en voor dit jaar 3900 en 3600 gulden. Men ziet het, een regelmatige teruggang. De eene week wat sterker dan de andere, maar niet één week, die aan die van het vorig jaar ge lijk is. En 1937 was reeds slecht. Sterker spreken misschien nog de cijfers van den totalen omzet vóór de afsluiting en van die né. de afsluiting. Hieronder zetten we naast elkaar de cijfers van drie jaar vóór en die van drie jaar nó. het leggen van dén dijk. Omzet in: 1929 632.600,— 1934 250.600,— 1930 725.000,— 1935 195.184,— 1931 641.600,— 1936 191.849,— Dit is wel een sprekend en droevig beeld. In drie jaar voor de afsluiting werd aan den Helderschen vischafslag voor bijna rond 2 millioen gulden aan visch geveild. In drie jaar na de afslui ting voor 637.633,Een achteruitgang dus van 1.361.567,of p. jaar 453.859, minder. Wat dat beteekent voor onze visschers, voor onze middenstanders, be hoeft geen commentaar. Ook met de beste steun is dat niet te verhelpen. Een genoeglijke Zaterdagmiddag op het Helder-terrein, met leuk voetbal en een dito prijsuitreiking. Er zijn er heel wat onder ons, die gewend zijn des Zaterdagmiddags een uiltje van een paar uur te knappen, maar het staat vast, dat velen van die categorie j.1. Zaterdagmid dag de tribune op het Helder-terrein boven het bed verkozen hebben. Maar laten dezen eerlijk zijn, voor één keer was dit geen ver andering ten slechte! Ja, Zaterdagmiddag was het een ge weldige drukte op de Sportlaan, niet alleen van menschen, maar ook van fietsen, die overal gelegd en gesmeten waren, zoodat er een paar uur later eigenaars genoeg waren, die zich te be klagen hadden over een gescheurde ket- tingkast of andere mankementen. Muziek van Van Baaren daverde over het veld en aanmoedigingskreten uit de opgepropte tribunes maakten het kabaal, dat er rond de „finales" was, volledig. En intusschen streden de elftallen van School 8 en van Breezand om niet minder dan den titel: kampioen van Den Helder. Nou, dat was wat. School 8 was bijzonder favoriet btf de toeschouwers, en wel omdat zij zoo leuk en goed speelde en omdat er een paar van die leuke kleine kereltjes bjj waren, die tot groot pleizier van de tribunes, af en toe grootere tegenstanders in de luren legden. Vooral de linkshalf „Puck van Heel", had de aandacht, niet alleen om zijn imitatie van den beroemden internationaal, maar ook door zijn spel, dat inderdaad een groot voetballer in-de- toekomst verraadt. De schoolachters wonnen gedecideerd, n.1. met 5—0. Later zou hen ver weten worden, dat zjj een belangrijk deel van hun succes aan het dubbele stel kousen te danken hadden, maar o. i. kan het ook wel in de bretels van de Breezander jongens gezeten hebben Voor het kampioenschap van de middel bare scholen bestond een stemming, welke zoo ongeveer gelijk moet zijn als die, welke in Engeland bij de Cup-finale bestaat. Zoowel de ULO als de HBS wer den met enorm enthousiasme begroet, beide teams gingen deftig op een plaatje en de aanvoerders hadden de aardige geste om den burgemeester uit te noo- digen den aftrap te doen. Welke forsche trap een hartelijk applaus aan de toe schouwers ontlokte. De magistraat moest echter beenen maken, want zoo gauw was het leeren ding aan het rollen, of de 22 spelers vingen een gevecht om het bezit ervan aan, die de niet-ingewijde bezoekers even verwonderd deed opkijken. Maar het ongebreidelde enthousiasme bleek toch aan grenzen te zijn gebonden, want meer dan een eerlijke duw, waar men heusch wel tegen bestand was, viel er niet, Ofschoon de HBS favoriet was, bleek ULO gevaarlijker in den aanval, hetgeen vooral te danken was aan den kleine Rottier, die met zijn passes groote verwarring stichtte in de HBS-defensie. Onder onbeschrijfelijk enthousiasme nam ULO de leiding, doch HBS maakte uit een straf schop, welke de gemoederen binnen en buiten de lijnen nogal beroerde, gelijk. Een minuut na de rust nam ULO weer de leiding, en ofschoon HBS steeds sterker werd bleef ULO voor. Zelfs maakte zjj een minuut voor het einde nóg een doelpunt en zoo won de school uit de Molenstraat met 31. De prijsuitreiking. Direct na afloop van dezen wedstrijd vond 'e prijsuitreiking plaats, welke ingeleid werd loor den voorzitter van de Schoolvoetbal- competitie, den heer Sinjewel. Deze bracht aan alle personen en instanties dank, die op eenigerlei medewerking aan het slagen van dit tournooi hadden meegewerkt en had mid delerwijl nog gelegenheid om zijn voorganger, den heer Kramer, een pluim op den hoed te steken voor de wijze, waarop deze negen jaar lang de functie van voorzitter der corfiTnissie had vervuld. Dan kwam de prijsuitreiking, welke ge schiedde door den burgemeester. Onze eerste burger deed dat weer op zijn eigen manier en dat sloeg ook nu bijzonder in. Natuurlijk werd den onderwijzers, die het tournooi ten uitvoer gebracht hebben, de verdiende hulde niet ont houden speciaal de secretaris, de heer Den Broeder en voorzitter Sinjewel mochten wor den genoemd. Toen werd Jacob van der Wal uitgenoodigd om bij den burgemeester te komen. Jacob kreeg een zilveren potlood, omdathrj kans gezien heeft in een uur tijds 27 doel punten door te laten. Daarmede heeft hij ver uit het record-van-de-Paaschweek op zijn naam! De grootere C. v. d. Blom van de HBS werd het minste aantal malen gepasseerd en ofschoon zijn ploeg verloren had, had hij toch een gelukkigen middag, want ook hij ging met een mooi vulpotlood naar huis. Om beurten verschenen de kleine en groote aanvoerders van de winnaars nu voor het tafeltje met de mooie prjjzen en ieder kreeg een fermen handdruk en een vriendelijk woord van den sportieven burgemeester mee. Zoo kwam het einde van het Paaschtournooi 1938, dat evenals vorige jaren weer een groot succes is geweest. Hoe goed Den Helder der gelijke tournooien wel organiseert kon men hooren van den heer C. J. Mol Jr„ die als gedelegeerde van den N.H.V.B. de Heldersche commissie een groot compliment bracht voor de organisatie zoowel als voor de uitvoering. En nu volgen vanmiddag nog de interes sante wedstrijden van de kampioenen van Den Helder tegen die van West-Friesland en dan... is de vacantie om en gaan de Jongelui „ge lucht" en gelouterd, weer aan de studie. Good luck! brengt hulp in gezinnen, waar door geboorte, onvolwaardig heid of ziekte van kinderen bij zondere nooden zijn ontstaan. Zendt Uw bijdrage op Postgiro 75000 Den Haag. Laat U deze voorjaars-surprise niet ontgaan. A.s. Woendagavond gaat in Casion onze surprise-voorstelling van het Wespennest, waarmede vorige week Tavenu zulk een eclatant succes behaalde en welk lach- stuk wij onze abonné's niet wilden ont houden. Wij schreven het reeds eerder: aan den kroon van Tavenu schitteren diverse parels van tooneel-successen, doch nimmer voerde zij een blijspel op, waarom dus danig gelachen is. Het Wespennest is de wonderlijke historie van een familie, die pension gaat houden, en de verwikkelingen zijn der mate dwaas, dat men zich van half negen tot half 12 op de knieën zit te slaan van pret. Dit Wespennest bant Uw zorgen weg, het laat U weer eens uitlachen en wij twijfelen er geen moment aan of zij, die Woensdag avond Casinowaarts zullen gaan, zullen ons dankbaar zijn hen deze verrassing bereid te hebben. 85 cent' De toegangsprijs, wij vermelden hem nog maar eens, bedraagt niet meer dan 35 cent, alles inbegrepen, waarmede wij willen bereiken dat iedere abonné in de gélegenheid gesteld worde dit blijspel te gaan zien. De bewijzen van toegang zijn verkrijgbaar aan ons Bureau, en eveneens van 3 tot 5 aan Casino, hedenmiddag, morgen en Woensdag. Op deze uren kan men tevens S. 5 cent zijn plaats bespreken. Het Wespennest is een goed stuk tooneel, gebracht door Tavenu, die reeds eerder bewezen heeft een volle Casino-zaal eenige uren in spanning te houden. Z(j laat U thans lachen. Lacht U Woensdagavond mee? Het zou U spyten als ge het verzuimde. Nat. Hist. Museum, geopend: Woensoag van 35 uur, Zaterdags van 710 uur.; iedere le Woensdag in de maand van 810 u.; iedere le Zondag in de maand van 35 u. Aquarium Zoöl. Station. Voor het publiek geopend: dagelijks van 912 en van 13.30— 17 u„ Zaterdag van 912 uur. BIOSCOPEN: Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8: „Liefdes Parade". Rialto, Spoorstraat, half 8: „Gravin Alexandra". Witte Bioscoop, Koningstraat, half „Angst" en „Hoe langer hoe gekker". Dinsdag 27 April. Casino, 8 uur: Vara-Avond met Peter Pech. Woensdag 27 April. Casino, 8.30 uur: ,,'n Wespennest" van „Ta venu" voor abonné's Heldersche Courant. Chr. Mil. Tehuis. 7.45 uur: Ds. A. G. Barkey Wolf, over: „Herinneringen aan mijn reis naar Egypte en Palestina". Geref. Kerk, Julianapark, 8.15 uur: Concert Christ. Mannenkoor. Donderdag 28 April. Casino, 8 uur: „Gri Gri" van Harmonie. Licht op 7.43 Barometerstand Den Helder 764.1 Opgenomen om 8 uur hedenmorgen. Temperatuur lucht 7.9 Laagste temp. lucht gisteren 6.7 GESLAAGD: Aan de Grafische School te Alkmaar slaagden voor het eindexamen de heeren W. BLOKKER, D. BOON en 51. J. HOLLESTELLE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 5