Bloedig treffen tusschen Engelsche en Duitsche Marine Toeleg slaagdemet opoffering van 170 dooden 400 gewonden en 45 vermisten Dinsdag 26 April 1938 Tweede Blad De nacht van 22 April 1918 in Zeebrugge UW VOETEN MOETEN EEN MENSENLEEFTIJD MEE! ALLEEN 1/ ADDETIÜ verkoper ivurrtii Verzendt en ontvangt Uw goederen per „ESONA" Drie ministers op de Java Komt U ook in t Wespennest Ernstig verkeersongeval op de Binnenhaven %ctscn Duitsche wenschen en verlangens Voor onze jonge werklooze vrienden Burgerlijke Stand van Den Helder '(Van een maritiemen medewerker) Drie oude kruisers. Een onderneming als deze eischte natuur lijk een enorme en intensieve voorbereiding, wilde zij een kans van slagen hebben. Voor het versperren van het kanaal wees Keyes drie oude kruisers aan n.L de „Thetis", „in- trepid" en „Iphigenia". Deze kruisers zouden op eigen kracht de plaats van bestemming bereiken en moesten extra beschermd worden tegen het te verwachten vuur op zeer korten afstand door de Duitsche batterijen af te geven. Machinekamer en stookplaats werden daartoe met een laag cement bedekt, welke substantie tevens het lichten van het schip zeer moeilijk zou maken. In den dubbelen bodem werd een springlading van dynamiet gelegd, die zoowel in het voorschip als in het achterschip tot springen gebracht kon worden. Waar vooral het gevaar van vijan delijke mitrailleurs en van springstukken der granaten verwacht werd was de brug der zinkschepen beschermd met oude matrassen, die de schepen wel een zeer zonderling aan zien gaven. De schepen werden zooveel mogelijk ont takeld, ook al het koperwerk werd er afge nomen, omdat juist in dezen tijd de Duit- echers geen stukje oud koper ongebruikt zou den laten. Van de bewapening bleven alleen 3 kanonnen van middelbaar kaliber staan. Bij elk kanon werden 20 scherpe patronen gereed gehouden om het vijandelijke vuur althans eenigermate te kunnen beantwoor den. Het aan boord geplaatste personeel zou op 15 mijl afstand van het doel voor het grootste gedeelte door een begeleidende mij- nenlegger afgehaald worden. Dit om zoo min mogelijk menschenlevens te riskeeren en om, zoodra de schepen hun opdracht zouden heb ben volbracht, het resteerend deel der be manning in kleine motorsloepen, die de vloot vergezelden, van boord af te kunnen halen. Engelsche matrozen té enthousiast! Achteraf bleek, dat het enthousiasme der Engelsche matrozen de vlootleiding tenslotte leeliike parten speelde, want toen op 15 mijl" afstand van het doel de mijnenleggers langszij kwamen om het personeel over te nemen, bleek het grootste gedeelte van de bemanning zich verstopt te hebben, zoo gaarne wilde men de onderneming van het begin tot het einde meemaken. Het gevolg was, dat toen de schepen eenmaal gezonken waren, het voor de motorsloepen een zeer gevaarlijke onder neming werd om alle overlevenden te ver voeren, hetgeen uiteindelijk toch met goed gevolg werd volbracht. Hoe de troepen te laten landen? Een tweede vraag was op welke wijze de troepen geland moesten worden, die de vijan delijke batterijen onschadelijk zouden maken. Admiraal Keyes koos daartoe den buiten kant, dus de zeezijde van den strekdam. Hier toch zouden zij het minst verwacht worden, terwij 1 bovendien vlak onder den hoogen muur de kans bestond dat de schepen gevrij waard zouden zijn voor het vuur der Duit sche batterijen. Als grootste transportschip werd de „Vindictive" gekozen, een kruiser van het zelfde type als de zinkschepen. Dit schip werd geheel voor de onderneming verbouwd. Aan bakboord zou het gemeerd worden, aan deze zijde werd een verhoogd sloependek gebouwd met breede, naar stuurboord loopende trap pen. 18 loopbruggen werden aan bakboord vastgemaakt die direct na het meeren van het schip op de „mole" zouden worden neer gelaten, zoodat direct een overstelpende hoe- DUS WEL DEGELIJK DE MOEITE WAARD OM ZUINIG OP UW ONDERDANEN TE ZIJN Neem 'n gratis ver zekering voor uw voeten Koop Uw voeten zullen U dankbaar zijn Med. Gedipl. Voetkundige veelheid stormtroepen den hoogen wal zouden kunnen beklimmen. Twee ferry booten op de Iersche zee in gebruik de „Iris" en de „Dafodil" waren aangewezen om een deel der stormtroepen te embarkeeren en om verder de „Vindictive" tegen de kade op te drukken wanneer het schip bij de meermanoeuvre hinder ondervond. Bovendien zouden deze schepen mocht de „Vindictive" onverhoopt ontijdig in den grond geschoten worden, de terugkeerende storm- en vernielingstroepen opnemen. Totaal werden 4 compagniën matrozen en 1 bataljon mariniers aangewezen om aan de actie op de „Mole" deel te nemen. Het grootste gedeelte was ingedeeld bij de „storming force" om den weg naar de batterijen vrij te maken voor de „demolition force" die het vernielende werk moest verrichten. Voorbereiding en geheimhouding. Om dit onderdeel van de Zeebrugge-actie ook maar eenigen kans van slagen te geven, moest een goede vooroefening gehouden wor den. In Deal, een plaatsje op de Z.O.-kust van Engeland, werd een pier gebouwd, geheel conform die van Zeebrugge. Deze laatste was destijds door Fransche ingenieurs gebouwd, zoodat de Engelschen over alle bouwkundige gegevens konden beschikken die zij maar wenschten. Op deze wijze werd voorkomen, dat de deelnemende troepen op voor hen onbekend terrein zouden moeten ageeren. Was voor vroegere geprojecteerde onder nemingen op de Belg. kust steeds de grootst mogelijke geheimhouding bevolen, waren de menschen in de strengste afzondering ge oefend, thans volstond Keyes ermede zijn menschen op het hart te drukken, dat een strikte geheimhouding der onderneming ge- wenscht was. Zelfs brieven censuur werd niet toegepast. Voorbereidingen. Inderdaad vond ook Keyes het zwakste punt van de „Mole" verdediging liggen in het viaduct van stalen buizen. Om dit te ver nielen en zoodoende de verbinding tusschen pier en vasten wal te verbreken werden twee onderzeebooten de Cl en C3 aangewezen. Ook deze booten waren voorzien van een spring lading met lontontsteking, terwijl er een automatische stuurinrichting op was aange bracht. De bemanningen, bestaande uit 2 officieren en 4 man, zouden tijdig de booten kunnen verlaten, terwijl deze dan verder ge heel op eigen kracht, automatisch bestuurd, op het zwakke viaduct zouden aanvaren, om een oogenblik later te springen. Speciaal daarvoor aangewezen motorsloepen zouden de bemanningen van de C-booten afhalen. Mocht dit eventueel mislukken, dan waren altijd nog brandladders aan boord waarmede na de aan varing tegen de pier opgeklommen kon wor den, zoodat nog kans bestond, dat het leven dier dapperen op de „Vindictive" in veilig heid gebracht zou kunnen worden. Het uitgekozen personeel. Speciale aandacht werd natuurlijk besteed aan de werving van het personeel voor deze stoutmoedige onderneming. Gehuwden kwamen om te beginnen niet in aanmerking. Aan alle vlagofficieren werd afgevraagd of zij speciaal, voor deze Zeebrugge-actie in aanmerking komende zeeofficieren kenden. Hieruit werden de commandanten van de „Vindictive", de onderzeebooten en de zinkschepen gekozen. Anciënniteit was niet de voornaamste factor. Zoo kon het gebeuren, dat de comman dant van het zinkschip „Iphygenia" „Bllly Leake" werd, een luitenant ter zee 2e klas van slechts één jaar anciënniteit. En juist dit schip was het, dat de opdracht op vol maakte wijze uitvoerde. De eenmaal aan gewezen commandanten mochten hun eigen officieren uitkiezen. Voor het overige personeel werden de besten onder de besten uitgezocht. Is het te verwon deren, dat een met zooveel zorg uitge kozen personeel in staat bleek deze stout moedige en gevaarvolle opdracht te vol brengen Mislukte pogingen. Na 3 maanden van voorbereiding, was men gereed en moest slechts een gunstige gelegen heid van weer, wind en getij afgewacht wor den om de actie te beginnen. Op 9 en op 13 April werd een poging gewaagd, maar alhoe wel de vloot reeds bijna het doel bereikt had, werd de actie in verband met slechte weers omstandigheden ontijdig afgebroken. Op 9 April kwamen de schepen zelfs onder bereik der Duitsche walbattertjen. De factor verrassingen zoo belangrijk bij ieder krijgskundig ondernemen was hiermede verspeeld. Men kon verder rekenen op „erhöhte Bereitschaft" op de Duitsch Belgische kust, hetgeen de onder neming nog riskanter en gevaarlijker maakte. 22 April 1918. Op 22 April zou voor de laatste maal ge tracht worden het eenmaal gestelde doel te bereiken. 7 kruisers van de Harwich forces onder admiraal Tyrwhitt, 2 torpedobootleiders en 14 torpedobooten kruisten N.O. van het gevechtsterrein om eventueel uit die richting komende Duitsche zeestrijdkrachten op te kunnen vangen. Den 22sten April 's avonds om half elf werden 17, bij de onderneming be trokken torpedobooten vooruit gezonden naar Zeebrugge om eventueel aanwezige Duitsche patrouille-vaartuigen weg te jagen. Deze patrouille-schepen waren niet aanwezig. Tegen 11 uur van de Eerste wacht maakten de torpedomotorbooten zich van de hoofdmacht los om de vijandelijke batterijen in te nevelen en zoodoende het vuren onmogelijk te maken. Deze nevelactie duurde tot middernacht en ondervond veel hinder van den, gedurende het nevelen zich ruimenden wind. Het spel begint. Even voor middernacht hooren de Duitsche uitkijkposten op den steiger, het motorgeronk der Engelsche T.M. booten en onmiddellijk vliegen tientallen lichtgranaten het luchtruim in, de omgeving fel verlichtende. Onmiddellijk openen de Duitsche batterijen het vuur op den op 300 meter van den kop van den pier verwijderde „Vindictive". Zware verliezen worden aan boord van dit schip geleden. De stormtroepen hadden zich reeds gedeeltelijk aan dek begeven en de vijandelijke granaten richtten een waar bloed bad aan, o.a. verloor de commandant van de stormtroepen daarbij het leven. Echt Engelsch, beschouwden de deelnemers de actie vooral uit een sportief oogpunt en wilde niemand ook maar iets van dit gebeuren missen. De „Dafodil" drukt het schip ongeveer 300 meter Zuidelijker dan de geprojecteerde landingplaats tegen de kade. Op het moment echter, dat de stormtroepen den wal op willen, blijken er 16 van de 18 loopbruggen door het vijandelijk vuur vernield. Dit gevoegd bij de groote verliezen onder deze stormtroepen aan gericht, maakt dat de stormactie te zwak wordt ingezet en weinig effect heeft. Ook de vernielingstroepen kunnen daardoor hun werk niet naar behooren verrichten. Geheel volgens program. Ondertusschen hebben de Engelschen vlak voor den kanaal-ingang twee calcium-boeien weten te leggen en stoomen de 3 zinkschepen in volgorde „Thetis, Intreped, Iphegenia" naar binnen. Het vuur der Duitschers concen treert zich op het eerst genoemde schip. Dit weet de netversperring voor de haven te for- ceeren, raakt daarin met de schroeven ver ward en moet zich onder overstelpend vijande lijk vuur aan de Westzijde van de kanaal ingang aan den grond zetten. Door de Duitsche vuurconcentratie lukt het beide andere schepen om binnen te loopen en zich in het nauwste gedeelte te laten zinken. Behalve dan dat het overdreven enthou siasme der Engelsche matrozen de red dingsactie der bemanningen een oogenblik in gevaar brengt doordat de redding sloepen overvol worden, verloopt deze actie dan toch geheel „programmiiszig" en is hiermede het doel bereikt. Van de onderzeebooten Cl en C3 lukt het slechts aan de C3 om bij het viaduct te komen. De commandant durfde niet op de automatische stuurinrichting te ver trouwen en bleef met zyn menschen aan boord tot het schip tot aan den com mandotoren geboeid zat tusschen het traliewerk. Met 10 mijlsvaart liep het schip tegen den steiger op. Daarna stak den commandant de lont aan en verliet in een motorsloep het schip. Welk een angst zullen deze dappere lieden door staan hebben, toen bleek, dat de motor niet wilde aanslaan en zij zich pagaaiende van het tot detonatie gereed liggende schip moesten verwijderen. Hierin slaagden zij op het nippertje. Twintig minuten over twaalven is de verbinding tusschen de kade en vasten wal verbroken. Terug naar Engeland. Een uur na middernacht trachtte de „Vindictive" het afgesproken sirene-stoom fluit sein te geven, om de wal-detachementen weer aan boord te roepen. Zoowel de sirene als de stoomfluit was echter weggeschoten. Gelukkig kon de „Dafodil" het afgesproken sein geven. De troepen embarkeeren en de „Vindictive" verlaat haar gevaarlijke plaats. Om 2 uur Hondenwacht zijn de Engelsche strijdkrachten weer in veiligheid. De totale verliezen waren 170 dooden, 400 gewonden en 45 vermisten. Alleen op de „Vindictive" waren 60 dooden en 171 gewonden. Aan schepen werden zeer weinig verliezen geleden, n.1. 1 jager en 2 motorbooten. Het doel der actie was bereikt, het resul taat viel tegen. De Duitschers althans meld den, dat reeds 24 uur na het gebeuren naast de zinkschepen een nieuwe geul was gebag gerd. waardoor onderzeebooten wederom zee konden kiezen. Na afloop van den oorlog duurde het echter 6 maanden alvorens de twee zinkschepen waren verwijderd. Wel een bewijs, dat de commandanten hun taak hadden be grepen. Zoo eindigde een actie, die steeds de belang stelling van ons Hollanders zal blijven be houden, omdat zij geschiedde op een kust als de onze, voor een havenopening zooais wij ook op onze Noordzeekust bezitten. Een actie die nu, nu de Nederlandsche maritieme strategie gericht schijnt te zijn op het open houden der havens in oorlogstijd ook zeker alle belangstelling verdient. Het eerste artikel werd opgenomen in ons nummer van Donderdag 21 April. Morgenmiddag kwart over twee komt de „Java" op de reede. Morgenmiddag komt de „Java" terug van zijn laatste dokbeurt In Amster dam. De kruiser heeft hoog gezelschap aan boord. Niet alleen varen de ministers van Koloniën (Weiter) en van Defensie (v. Dijk), van IJmuiden met den kruiser mee, maar niemand minder dan onze minister-president, dr. H. Coiyn, zal de reis meemaken. De „Java" wordt om 2.15 u. op de reede verwacht, waarna de 8 ministers met de admiraalssloep of commandants- slocp van de „Java" naar de haven zullen komen. Het vertrek van de „Java" defi nitief vastgesteld op 's middags 3 uur. Het vertrek van Hr. Ms. „Java" naar Oost Indië is nu definitief vastgesteld op Woensdag 4 Mei, des middags om 3 uur uit onze haven. Onderweg zullen eenige oefeningen worden gehouden, waaronder een schiet oefening met een gemoderniseerde lucht afweerbatterij. Koop dan vandaag nog een kaart van 35 cent. Morgenavond gaat „Het Wespennest" van T.A.V.E.N.U., waarom een deel van onze abonné's zullen lachen, zooals ze in tijden niet gelachen hebben. Een allerge- noegelijkste comedie van dwaze verwikke lingen, van groteske verwarringen, en, dol komische situaties. Af en toe heeft men een dergelijke „poe der" tegen de crisis noodig. Hij haalt U even uit den sfeer van alledag en ver- frischt Uw geest. Wij twijfelen er niet aan, of de 800 abonné's van de Heldersche Courant, die we in de gele genheid stellen van onze voorjaars-surprise te profiteeren, zullen deze voorstelling waardee- ren. Ze zullen gaan behooren, zoo ze dit nog niet waren, tot de vrienden van TAVENU en ook een volgende maal niet op het appèl ont breken. De kaartverkoop heeft, zooals bekend ge acht mag worden, plaats aan ons Bureau en zoowel heden- als morgenmiddag aan het loket van Casino. De prijs bedraagt 35 cent, terwijl men zijn plaats van 3 tot 5 uur aan Casino kan bespreken 5 cent per plaats. Zij, die nog in twijfel verkeerden mor genavond Casinowaarts te tijgen, mogen wij nog eens op het hart drukken: koop vanmiddag of vanavond Uw kaart. Hier krijgt ge de kans voor een paar stuivers een stuk tooneel te zien, dat jong en oud 3 uur lang in spanning zal houden en groote vreugde bereiden. Neem deze kans waar. En komt meegenieten van een blijspel, zoo amusant als ge het in tijden niet zag! Motorbestuurder rijdt tegen brug leuning aan. Gistermiddag, te circa 3 uur, heeft op de Binnenhaven een ernstig verkeers ongeluk plaats gevonden, waarvan de heer Van Hllten uit de Nieuwstraat het slacht offer geworden is. Op genoemd tijdstip kwam de 56-jarige heer Van Hilten, die sedert eenigen tijd een garage bedrijf in de Nieuwstraat heeft, aanrijden op de Binnenhaven, in de richting van Onrust. De heer Plooy, die zich juist voor zijn woning bevond, merkte op, dat de motor, een Gilette, vrij hevig over den weg zwaaide. Vandaar dat hij het voertuig nastaarde. Wie beschrijft echter de schrik van dezen ooggetuige, toen h\j plotseling bemerkte, dat de motor op de brug aangekomen nog sterker begon te slingeren, en hierdoor tegen den zij kant van de brug terechtkwam. De heer Plooy snelde toe, en vond naast de beschadigde motorfiets de man bewus teloos liggen. Het bleek, dat deze met volle vaart tegen de leuning der brug was aan gekomen en hierdoor een zware wond aan het achterhoofd gekregen had. De heer Plooy belde oogenblikkelijk vliegkamp De Kooij op, dat reeds na en kele minuten een ambulance-wagen ge zonden had, waarmede het slachtoffer naar het Marine-Hospitaal getranspor teerd werd. De toestand van den heer Van Hilten is ernstig. De oorzaak van het slingeren is niet bekend, hoewel wij er op attent gemaakt werden, dat de ligging van de brug in deze bocht voor het verkeer niet ideaal te noemen is. Duitschland heeft zich uitgesproken ten opzichte van zijn wenschen van Tsjecho- Slowakjje, want achter de figuur van Hen- lein, den leider van de Sudeten-Duitsche partij, die Zondag haar congres beëindigd heeft, staat Berlijn. In een overzicht, naar aanleiding van dit congres, beschouwt de „N.R.Crt." de rede van Henlein uit tweeërlei oogpunt. Eenerzjjds, als wat zij direct is: een formuleering van wenschen van een volks groep, welke bijna een vierde deel van de bevolking omvat, anderzijds, en dan in direct, als een aanwijzing van wat Berlijn op het oogenblik ten opzichte van Praag wenscht. Uiteraard moet daarbij de nadruk op de tijdsbepaling „op het oogenblik" vallen. Want dit zegt niets over de uiteindelijke bedoelin gen van Berlijn. Zoo moet men ook Henlein's rede zien. Zij is een momentopname, een af bakening van de politieke aspiraties voor de naaste toekomst. Zij zegt niets over de verder afgelegen tijden. Want eischen kan men ver anderen, al naar gelang de tijdsomstandig heden. Eenvoudiger zelfs nog, men behoeft, mits zij ruim genoeg geformuleerd zijn, niet eens de eischen. maar alleen de interpretatie te veranderen. En de formuleering van Hen lein's verlangen voldoet zeker aan hetgeen daarvan tot dat doel vereischt wordt. Wat leert ons Henlein's rede voor het heden?, zoo vraagt het blad. Welke con clusies zijn daaruit te trekken voor de komende maanden? Daarop kan het ant woord niet anders luiden dan dat de voor naamste conclusie deze is, dat Berlijn op het oogenblik geen strijd wenscht. Het wil een regeling van de positie van de Sudeten-Duitsche groep in den Tsjecho-Slo- waakschen staat. Daartoe heeft Henlein zijn eischen geformuleerd, welker inwilliging hij noodig acht voor een vreedzamen ontwikke lingsgang. Deze eischen zijn van verschillend karakter en gehalte. Maar het voornaamste in die eischen is, dat zij een basis voor onder handelingen vormen. Zij laten den weg tot een vreedzame oplossing open. Henlein's acht eischen laten zien, dat de kloof wel breed is, maar niet onoverbrug baar. Dat is tegelijkertijd hoopvol, met name wat betreft de mogelijkheid om tot een over eenstemming te geraken en gevaarlijk, n.1. in het geval, dat die overeenstemming niet wordt bereikt. De eischen van Henlein zijn gematig der dan men zich had voorgesteld. Of dit voor den Tsjecho-Slowaakschen staat een voor- dan wel een nadeel is, staat nog te bezien. De situatie is op het oogenblik zoo, dat beide partijen, de Tsjecho-Slowaaksche regee ring en de Sudeten-Duitsche partij, hun wen schen hebben kenbaar gemaakt. De onder handelingen kunnen nu beginnen. Eerst dan zal kunnen blijken, hoever de partijen van elkaar staan. Zoowel de codifica tieplannen van minister-president Hodzja, als het programma van Henlein openen vele mogelijkheden voor uitleggingen en concessies. Eerst als deze bekend zijn, zal de wereld een oordeel kunnen vellen. Maar dat oordeel zal dan ook van het hoogste belang zijn. Nog steeds vloeien de giften toe. Met dankbaarheid hebben we reeds tal van giften vermeld voor het uitstapje van onze jonge werklooze vrienden van de Centrale werkplaats voor werkloozen. Deze jonge menschen, die hun werkloos heid gebruiken in dienst van de gemeen schap en nuttige gebruiksvoorwerpen maken, waarvan wij straks allen profi teeren, zijn het waard, dat de gemeen schap voor hun ontspanning een offertje brengt. Het gaat om vele kleine gaven en onze oproep was tot heden niet tever geefs. Spontaan brachten tal van stadge- nooten hun gave naar ons bureau. Bij onze vorige verantwoording was in totaal een bedrag van 34.17 ontvangen en sindsdien zijn weer verschillende giften ont vangen. Wij geven er hieronder verantwoor ding van. De uitgaven zijn nog niet gedekt, maar we naderen de grens. Wij vertrouwen, dat nog verschillende stadgenooten zich ge drongen zullen gevoelen voor dit goede doel hun offer te brengen en zullen de gaven gaarne in ontvangst nemen op ons kantoor. Verantwoording volgt in onze krant. Wij ontvingen na onze laatste verantwoor ding van: Nelie 0.25; Lucie 0.25; Freek 0.25; C. A. K. en dochter 0.75; R. B. 1. N. N. 0.25; P. G. G. 0.25; N. N. 0.50: N. N. 0.50: Mevr. B. 1.— M. K. f 1. Mientje 0.25; Gerry 0.10: N. N. 0.25; H. 1.Mevr. B. 0.25: In totaal is nu een bedrag van 42.02 ont vangen. 25 April 1938. BEVALLEN: A. C. BruinPaardekooper, d. M. CorveleijnSio. z. A. M. P. DeeCha- mot, d. G. M. van Woesik—Hollander, z. N. GrinKuut, z. OVERLEDEN: A. KapteinBeenke. 61 jaar. A. Porsius. (v.). 5 jaar. Wed. J. Papo, geb. Th. M. M. Duran, 81 jaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 5