Bloedig treffen tusschen Engelsche en
Duitsche Marine
Toeleg slaagdemet opoffering van 170 dooden
400 gewonden en 45 vermisten
Dinsdag 26 April 1938
Tweede Blad
De nacht van 22 April 1918 in Zeebrugge
UW VOETEN MOETEN EEN
MENSENLEEFTIJD MEE!
ALLEEN 1/ ADDETIÜ
verkoper ivurrtii
Verzendt en ontvangt Uw
goederen per „ESONA"
Drie ministers op de Java
Komt U ook in t
Wespennest
Ernstig
verkeersongeval op de
Binnenhaven
%ctscn
Duitsche wenschen en
verlangens
Voor onze jonge
werklooze vrienden
Burgerlijke Stand van Den Helder
'(Van een maritiemen medewerker)
Drie oude kruisers.
Een onderneming als deze eischte natuur
lijk een enorme en intensieve voorbereiding,
wilde zij een kans van slagen hebben. Voor
het versperren van het kanaal wees Keyes
drie oude kruisers aan n.L de „Thetis", „in-
trepid" en „Iphigenia". Deze kruisers zouden
op eigen kracht de plaats van bestemming
bereiken en moesten extra beschermd worden
tegen het te verwachten vuur op zeer korten
afstand door de Duitsche batterijen af te
geven. Machinekamer en stookplaats werden
daartoe met een laag cement bedekt, welke
substantie tevens het lichten van het schip
zeer moeilijk zou maken. In den dubbelen
bodem werd een springlading van dynamiet
gelegd, die zoowel in het voorschip als in
het achterschip tot springen gebracht kon
worden. Waar vooral het gevaar van vijan
delijke mitrailleurs en van springstukken der
granaten verwacht werd was de brug der
zinkschepen beschermd met oude matrassen,
die de schepen wel een zeer zonderling aan
zien gaven.
De schepen werden zooveel mogelijk ont
takeld, ook al het koperwerk werd er afge
nomen, omdat juist in dezen tijd de Duit-
echers geen stukje oud koper ongebruikt zou
den laten. Van de bewapening bleven alleen
3 kanonnen van middelbaar kaliber staan.
Bij elk kanon werden 20 scherpe patronen
gereed gehouden om het vijandelijke vuur
althans eenigermate te kunnen beantwoor
den. Het aan boord geplaatste personeel zou
op 15 mijl afstand van het doel voor het
grootste gedeelte door een begeleidende mij-
nenlegger afgehaald worden. Dit om zoo min
mogelijk menschenlevens te riskeeren en om,
zoodra de schepen hun opdracht zouden heb
ben volbracht, het resteerend deel der be
manning in kleine motorsloepen, die de vloot
vergezelden, van boord af te kunnen halen.
Engelsche matrozen té enthousiast!
Achteraf bleek, dat het enthousiasme der
Engelsche matrozen de vlootleiding tenslotte
leeliike parten speelde, want toen op 15 mijl"
afstand van het doel de mijnenleggers langszij
kwamen om het personeel over te nemen,
bleek het grootste gedeelte van de bemanning
zich verstopt te hebben, zoo gaarne wilde
men de onderneming van het begin tot het
einde meemaken. Het gevolg was, dat toen
de schepen eenmaal gezonken waren, het voor
de motorsloepen een zeer gevaarlijke onder
neming werd om alle overlevenden te ver
voeren, hetgeen uiteindelijk toch met goed
gevolg werd volbracht.
Hoe de troepen te laten landen?
Een tweede vraag was op welke wijze de
troepen geland moesten worden, die de vijan
delijke batterijen onschadelijk zouden maken.
Admiraal Keyes koos daartoe den buiten
kant, dus de zeezijde van den strekdam. Hier
toch zouden zij het minst verwacht worden,
terwij 1 bovendien vlak onder den hoogen
muur de kans bestond dat de schepen gevrij
waard zouden zijn voor het vuur der Duit
sche batterijen.
Als grootste transportschip werd de
„Vindictive" gekozen, een kruiser van het
zelfde type als de zinkschepen. Dit schip werd
geheel voor de onderneming verbouwd. Aan
bakboord zou het gemeerd worden, aan deze
zijde werd een verhoogd sloependek gebouwd
met breede, naar stuurboord loopende trap
pen. 18 loopbruggen werden aan bakboord
vastgemaakt die direct na het meeren van
het schip op de „mole" zouden worden neer
gelaten, zoodat direct een overstelpende hoe-
DUS WEL DEGELIJK
DE MOEITE WAARD
OM ZUINIG OP UW
ONDERDANEN
TE ZIJN
Neem 'n gratis ver
zekering voor uw
voeten
Koop
Uw voeten zullen U
dankbaar zijn
Med. Gedipl. Voetkundige
veelheid stormtroepen den hoogen wal zouden
kunnen beklimmen. Twee ferry booten op
de Iersche zee in gebruik de „Iris" en de
„Dafodil" waren aangewezen om een deel der
stormtroepen te embarkeeren en om verder
de „Vindictive" tegen de kade op te drukken
wanneer het schip bij de meermanoeuvre
hinder ondervond. Bovendien zouden deze
schepen mocht de „Vindictive" onverhoopt
ontijdig in den grond geschoten worden, de
terugkeerende storm- en vernielingstroepen
opnemen.
Totaal werden 4 compagniën matrozen en
1 bataljon mariniers aangewezen om aan de
actie op de „Mole" deel te nemen. Het grootste
gedeelte was ingedeeld bij de „storming
force" om den weg naar de batterijen vrij te
maken voor de „demolition force" die het
vernielende werk moest verrichten.
Voorbereiding en geheimhouding.
Om dit onderdeel van de Zeebrugge-actie
ook maar eenigen kans van slagen te geven,
moest een goede vooroefening gehouden wor
den. In Deal, een plaatsje op de Z.O.-kust
van Engeland, werd een pier gebouwd, geheel
conform die van Zeebrugge. Deze laatste was
destijds door Fransche ingenieurs gebouwd,
zoodat de Engelschen over alle bouwkundige
gegevens konden beschikken die zij maar
wenschten. Op deze wijze werd voorkomen,
dat de deelnemende troepen op voor hen
onbekend terrein zouden moeten ageeren.
Was voor vroegere geprojecteerde onder
nemingen op de Belg. kust steeds de grootst
mogelijke geheimhouding bevolen, waren de
menschen in de strengste afzondering ge
oefend, thans volstond Keyes ermede zijn
menschen op het hart te drukken, dat een
strikte geheimhouding der onderneming ge-
wenscht was. Zelfs brieven censuur werd niet
toegepast.
Voorbereidingen.
Inderdaad vond ook Keyes het zwakste
punt van de „Mole" verdediging liggen in het
viaduct van stalen buizen. Om dit te ver
nielen en zoodoende de verbinding tusschen
pier en vasten wal te verbreken werden twee
onderzeebooten de Cl en C3 aangewezen. Ook
deze booten waren voorzien van een spring
lading met lontontsteking, terwijl er een
automatische stuurinrichting op was aange
bracht. De bemanningen, bestaande uit 2
officieren en 4 man, zouden tijdig de booten
kunnen verlaten, terwijl deze dan verder ge
heel op eigen kracht, automatisch bestuurd,
op het zwakke viaduct zouden aanvaren, om
een oogenblik later te springen. Speciaal
daarvoor aangewezen motorsloepen zouden de
bemanningen van de C-booten afhalen. Mocht
dit eventueel mislukken, dan waren altijd nog
brandladders aan boord waarmede na de aan
varing tegen de pier opgeklommen kon wor
den, zoodat nog kans bestond, dat het leven
dier dapperen op de „Vindictive" in veilig
heid gebracht zou kunnen worden.
Het uitgekozen personeel.
Speciale aandacht werd natuurlijk besteed
aan de werving van het personeel voor deze
stoutmoedige onderneming. Gehuwden kwamen
om te beginnen niet in aanmerking. Aan alle
vlagofficieren werd afgevraagd of zij speciaal,
voor deze Zeebrugge-actie in aanmerking
komende zeeofficieren kenden. Hieruit werden
de commandanten van de „Vindictive", de
onderzeebooten en de zinkschepen gekozen.
Anciënniteit was niet de voornaamste factor.
Zoo kon het gebeuren, dat de comman
dant van het zinkschip „Iphygenia" „Bllly
Leake" werd, een luitenant ter zee 2e klas
van slechts één jaar anciënniteit. En juist
dit schip was het, dat de opdracht op vol
maakte wijze uitvoerde. De eenmaal aan
gewezen commandanten mochten hun
eigen officieren uitkiezen. Voor het
overige personeel werden de besten onder
de besten uitgezocht. Is het te verwon
deren, dat een met zooveel zorg uitge
kozen personeel in staat bleek deze stout
moedige en gevaarvolle opdracht te vol
brengen
Mislukte pogingen.
Na 3 maanden van voorbereiding, was men
gereed en moest slechts een gunstige gelegen
heid van weer, wind en getij afgewacht wor
den om de actie te beginnen. Op 9 en op 13
April werd een poging gewaagd, maar alhoe
wel de vloot reeds bijna het doel bereikt had,
werd de actie in verband met slechte weers
omstandigheden ontijdig afgebroken.
Op 9 April kwamen de schepen zelfs
onder bereik der Duitsche walbattertjen.
De factor verrassingen zoo belangrijk
bij ieder krijgskundig ondernemen was
hiermede verspeeld. Men kon verder
rekenen op „erhöhte Bereitschaft" op de
Duitsch Belgische kust, hetgeen de onder
neming nog riskanter en gevaarlijker
maakte.
22 April 1918.
Op 22 April zou voor de laatste maal ge
tracht worden het eenmaal gestelde doel te
bereiken. 7 kruisers van de Harwich forces
onder admiraal Tyrwhitt, 2 torpedobootleiders
en 14 torpedobooten kruisten N.O. van het
gevechtsterrein om eventueel uit die richting
komende Duitsche zeestrijdkrachten op te
kunnen vangen. Den 22sten April 's avonds om
half elf werden 17, bij de onderneming be
trokken torpedobooten vooruit gezonden naar
Zeebrugge om eventueel aanwezige Duitsche
patrouille-vaartuigen weg te jagen. Deze
patrouille-schepen waren niet aanwezig. Tegen
11 uur van de Eerste wacht maakten de
torpedomotorbooten zich van de hoofdmacht
los om de vijandelijke batterijen in te nevelen
en zoodoende het vuren onmogelijk te maken.
Deze nevelactie duurde tot middernacht en
ondervond veel hinder van den, gedurende
het nevelen zich ruimenden wind.
Het spel begint.
Even voor middernacht hooren de Duitsche
uitkijkposten op den steiger, het motorgeronk
der Engelsche T.M. booten en onmiddellijk
vliegen tientallen lichtgranaten het luchtruim
in, de omgeving fel verlichtende. Onmiddellijk
openen de Duitsche batterijen het vuur op
den op 300 meter van den kop van den pier
verwijderde „Vindictive".
Zware verliezen worden aan boord van dit
schip geleden. De stormtroepen hadden zich
reeds gedeeltelijk aan dek begeven en de
vijandelijke granaten richtten een waar bloed
bad aan, o.a. verloor de commandant van de
stormtroepen daarbij het leven. Echt Engelsch,
beschouwden de deelnemers de actie vooral
uit een sportief oogpunt en wilde niemand
ook maar iets van dit gebeuren missen.
De „Dafodil" drukt het schip ongeveer 300
meter Zuidelijker dan de geprojecteerde
landingplaats tegen de kade. Op het moment
echter, dat de stormtroepen den wal op willen,
blijken er 16 van de 18 loopbruggen door het
vijandelijk vuur vernield. Dit gevoegd bij de
groote verliezen onder deze stormtroepen aan
gericht, maakt dat de stormactie te zwak
wordt ingezet en weinig effect heeft. Ook de
vernielingstroepen kunnen daardoor hun werk
niet naar behooren verrichten.
Geheel volgens program.
Ondertusschen hebben de Engelschen vlak
voor den kanaal-ingang twee calcium-boeien
weten te leggen en stoomen de 3 zinkschepen
in volgorde „Thetis, Intreped, Iphegenia"
naar binnen. Het vuur der Duitschers concen
treert zich op het eerst genoemde schip. Dit
weet de netversperring voor de haven te for-
ceeren, raakt daarin met de schroeven ver
ward en moet zich onder overstelpend vijande
lijk vuur aan de Westzijde van de kanaal
ingang aan den grond zetten. Door de
Duitsche vuurconcentratie lukt het beide
andere schepen om binnen te loopen en zich
in het nauwste gedeelte te laten zinken.
Behalve dan dat het overdreven enthou
siasme der Engelsche matrozen de red
dingsactie der bemanningen een oogenblik
in gevaar brengt doordat de redding
sloepen overvol worden, verloopt deze
actie dan toch geheel „programmiiszig"
en is hiermede het doel bereikt.
Van de onderzeebooten Cl en C3 lukt
het slechts aan de C3 om bij het viaduct
te komen. De commandant durfde niet op
de automatische stuurinrichting te ver
trouwen en bleef met zyn menschen aan
boord tot het schip tot aan den com
mandotoren geboeid zat tusschen het
traliewerk. Met 10 mijlsvaart liep het
schip tegen den steiger op. Daarna stak
den commandant de lont aan en verliet
in een motorsloep het schip. Welk een
angst zullen deze dappere lieden door
staan hebben, toen bleek, dat de motor
niet wilde aanslaan en zij zich pagaaiende
van het tot detonatie gereed liggende
schip moesten verwijderen. Hierin slaagden
zij op het nippertje. Twintig minuten over
twaalven is de verbinding tusschen de
kade en vasten wal verbroken.
Terug naar Engeland.
Een uur na middernacht trachtte de
„Vindictive" het afgesproken sirene-stoom
fluit sein te geven, om de wal-detachementen
weer aan boord te roepen. Zoowel de sirene
als de stoomfluit was echter weggeschoten.
Gelukkig kon de „Dafodil" het afgesproken
sein geven. De troepen embarkeeren en de
„Vindictive" verlaat haar gevaarlijke plaats.
Om 2 uur Hondenwacht zijn de Engelsche
strijdkrachten weer in veiligheid.
De totale verliezen waren 170 dooden,
400 gewonden en 45 vermisten. Alleen
op de „Vindictive" waren 60 dooden en
171 gewonden. Aan schepen werden zeer
weinig verliezen geleden, n.1. 1 jager en
2 motorbooten.
Het doel der actie was bereikt, het resul
taat viel tegen. De Duitschers althans meld
den, dat reeds 24 uur na het gebeuren naast
de zinkschepen een nieuwe geul was gebag
gerd. waardoor onderzeebooten wederom zee
konden kiezen. Na afloop van den oorlog
duurde het echter 6 maanden alvorens de twee
zinkschepen waren verwijderd. Wel een bewijs,
dat de commandanten hun taak hadden be
grepen.
Zoo eindigde een actie, die steeds de belang
stelling van ons Hollanders zal blijven be
houden, omdat zij geschiedde op een kust als
de onze, voor een havenopening zooais wij
ook op onze Noordzeekust bezitten.
Een actie die nu, nu de Nederlandsche
maritieme strategie gericht schijnt te zijn op
het open houden der havens in oorlogstijd ook
zeker alle belangstelling verdient.
Het eerste artikel werd opgenomen in
ons nummer van Donderdag 21 April.
Morgenmiddag kwart over twee
komt de „Java" op de reede.
Morgenmiddag komt de „Java" terug
van zijn laatste dokbeurt In Amster
dam. De kruiser heeft hoog gezelschap
aan boord. Niet alleen varen de ministers
van Koloniën (Weiter) en van Defensie
(v. Dijk), van IJmuiden met den
kruiser mee, maar niemand minder dan
onze minister-president, dr. H. Coiyn,
zal de reis meemaken.
De „Java" wordt om 2.15 u. op de
reede verwacht, waarna de 8 ministers
met de admiraalssloep of commandants-
slocp van de „Java" naar de haven
zullen komen.
Het vertrek van de „Java" defi
nitief vastgesteld op 's middags
3 uur.
Het vertrek van Hr. Ms. „Java" naar
Oost Indië is nu definitief vastgesteld
op Woensdag 4 Mei, des middags om
3 uur uit onze haven.
Onderweg zullen eenige oefeningen
worden gehouden, waaronder een schiet
oefening met een gemoderniseerde lucht
afweerbatterij.
Koop dan vandaag nog een kaart
van 35 cent.
Morgenavond gaat „Het Wespennest"
van T.A.V.E.N.U., waarom een deel van
onze abonné's zullen lachen, zooals ze in
tijden niet gelachen hebben. Een allerge-
noegelijkste comedie van dwaze verwikke
lingen, van groteske verwarringen, en, dol
komische situaties.
Af en toe heeft men een dergelijke „poe
der" tegen de crisis noodig. Hij haalt U
even uit den sfeer van alledag en ver-
frischt Uw geest.
Wij twijfelen er niet aan, of de 800 abonné's
van de Heldersche Courant, die we in de gele
genheid stellen van onze voorjaars-surprise te
profiteeren, zullen deze voorstelling waardee-
ren. Ze zullen gaan behooren, zoo ze dit nog
niet waren, tot de vrienden van TAVENU en
ook een volgende maal niet op het appèl ont
breken.
De kaartverkoop heeft, zooals bekend ge
acht mag worden, plaats aan ons Bureau en
zoowel heden- als morgenmiddag aan het loket
van Casino. De prijs bedraagt 35 cent, terwijl
men zijn plaats van 3 tot 5 uur aan Casino
kan bespreken 5 cent per plaats.
Zij, die nog in twijfel verkeerden mor
genavond Casinowaarts te tijgen, mogen
wij nog eens op het hart drukken: koop
vanmiddag of vanavond Uw kaart. Hier
krijgt ge de kans voor een paar stuivers
een stuk tooneel te zien, dat jong en
oud 3 uur lang in spanning zal houden en
groote vreugde bereiden.
Neem deze kans waar.
En komt meegenieten van een blijspel,
zoo amusant als ge het in tijden niet zag!
Motorbestuurder rijdt tegen brug
leuning aan.
Gistermiddag, te circa 3 uur, heeft op
de Binnenhaven een ernstig verkeers
ongeluk plaats gevonden, waarvan de heer
Van Hllten uit de Nieuwstraat het slacht
offer geworden is.
Op genoemd tijdstip kwam de 56-jarige heer
Van Hilten, die sedert eenigen tijd een garage
bedrijf in de Nieuwstraat heeft, aanrijden op
de Binnenhaven, in de richting van Onrust.
De heer Plooy, die zich juist voor zijn woning
bevond, merkte op, dat de motor, een Gilette,
vrij hevig over den weg zwaaide. Vandaar dat
hij het voertuig nastaarde.
Wie beschrijft echter de schrik van dezen
ooggetuige, toen h\j plotseling bemerkte, dat
de motor op de brug aangekomen nog sterker
begon te slingeren, en hierdoor tegen den zij
kant van de brug terechtkwam.
De heer Plooy snelde toe, en vond naast
de beschadigde motorfiets de man bewus
teloos liggen. Het bleek, dat deze met volle
vaart tegen de leuning der brug was aan
gekomen en hierdoor een zware wond aan
het achterhoofd gekregen had.
De heer Plooy belde oogenblikkelijk
vliegkamp De Kooij op, dat reeds na en
kele minuten een ambulance-wagen ge
zonden had, waarmede het slachtoffer
naar het Marine-Hospitaal getranspor
teerd werd.
De toestand van den heer Van Hilten is
ernstig.
De oorzaak van het slingeren is niet bekend,
hoewel wij er op attent gemaakt werden, dat
de ligging van de brug in deze bocht voor het
verkeer niet ideaal te noemen is.
Duitschland heeft zich uitgesproken ten
opzichte van zijn wenschen van Tsjecho-
Slowakjje, want achter de figuur van Hen-
lein, den leider van de Sudeten-Duitsche
partij, die Zondag haar congres beëindigd
heeft, staat Berlijn.
In een overzicht, naar aanleiding van dit
congres, beschouwt de „N.R.Crt." de rede van
Henlein uit tweeërlei oogpunt.
Eenerzjjds, als wat zij direct is: een
formuleering van wenschen van een volks
groep, welke bijna een vierde deel van de
bevolking omvat, anderzijds, en dan in
direct, als een aanwijzing van wat Berlijn
op het oogenblik ten opzichte van Praag
wenscht.
Uiteraard moet daarbij de nadruk op de
tijdsbepaling „op het oogenblik" vallen. Want
dit zegt niets over de uiteindelijke bedoelin
gen van Berlijn. Zoo moet men ook Henlein's
rede zien. Zij is een momentopname, een af
bakening van de politieke aspiraties voor de
naaste toekomst. Zij zegt niets over de verder
afgelegen tijden. Want eischen kan men ver
anderen, al naar gelang de tijdsomstandig
heden. Eenvoudiger zelfs nog, men behoeft,
mits zij ruim genoeg geformuleerd zijn, niet
eens de eischen. maar alleen de interpretatie
te veranderen. En de formuleering van Hen
lein's verlangen voldoet zeker aan hetgeen
daarvan tot dat doel vereischt wordt.
Wat leert ons Henlein's rede voor het
heden?, zoo vraagt het blad. Welke con
clusies zijn daaruit te trekken voor de
komende maanden? Daarop kan het ant
woord niet anders luiden dan dat de voor
naamste conclusie deze is, dat Berlijn op
het oogenblik geen strijd wenscht.
Het wil een regeling van de positie van de
Sudeten-Duitsche groep in den Tsjecho-Slo-
waakschen staat. Daartoe heeft Henlein zijn
eischen geformuleerd, welker inwilliging hij
noodig acht voor een vreedzamen ontwikke
lingsgang. Deze eischen zijn van verschillend
karakter en gehalte. Maar het voornaamste
in die eischen is, dat zij een basis voor onder
handelingen vormen. Zij laten den weg tot een
vreedzame oplossing open.
Henlein's acht eischen laten zien, dat de
kloof wel breed is, maar niet onoverbrug
baar. Dat is tegelijkertijd hoopvol, met name
wat betreft de mogelijkheid om tot een over
eenstemming te geraken en gevaarlijk, n.1. in
het geval, dat die overeenstemming niet wordt
bereikt. De eischen van Henlein zijn gematig
der dan men zich had voorgesteld. Of dit
voor den Tsjecho-Slowaakschen staat een
voor- dan wel een nadeel is, staat nog te
bezien.
De situatie is op het oogenblik zoo, dat
beide partijen, de Tsjecho-Slowaaksche regee
ring en de Sudeten-Duitsche partij, hun wen
schen hebben kenbaar gemaakt. De onder
handelingen kunnen nu beginnen.
Eerst dan zal kunnen blijken, hoever de
partijen van elkaar staan. Zoowel de codifica
tieplannen van minister-president Hodzja, als
het programma van Henlein openen vele
mogelijkheden voor uitleggingen en concessies.
Eerst als deze bekend zijn, zal de wereld een
oordeel kunnen vellen. Maar dat oordeel zal
dan ook van het hoogste belang zijn.
Nog steeds vloeien de giften toe.
Met dankbaarheid hebben we reeds tal
van giften vermeld voor het uitstapje van
onze jonge werklooze vrienden van de
Centrale werkplaats voor werkloozen.
Deze jonge menschen, die hun werkloos
heid gebruiken in dienst van de gemeen
schap en nuttige gebruiksvoorwerpen
maken, waarvan wij straks allen profi
teeren, zijn het waard, dat de gemeen
schap voor hun ontspanning een offertje
brengt. Het gaat om vele kleine gaven en
onze oproep was tot heden niet tever
geefs. Spontaan brachten tal van stadge-
nooten hun gave naar ons bureau.
Bij onze vorige verantwoording was in
totaal een bedrag van 34.17 ontvangen en
sindsdien zijn weer verschillende giften ont
vangen. Wij geven er hieronder verantwoor
ding van. De uitgaven zijn nog niet gedekt,
maar we naderen de grens. Wij vertrouwen,
dat nog verschillende stadgenooten zich ge
drongen zullen gevoelen voor dit goede doel
hun offer te brengen en zullen de gaven
gaarne in ontvangst nemen op ons kantoor.
Verantwoording volgt in onze krant.
Wij ontvingen na onze laatste verantwoor
ding van:
Nelie 0.25; Lucie 0.25; Freek 0.25;
C. A. K. en dochter 0.75; R. B. 1.
N. N. 0.25; P. G. G. 0.25; N. N. 0.50:
N. N. 0.50: Mevr. B. 1.— M. K. f 1.
Mientje 0.25; Gerry 0.10: N. N. 0.25;
H. 1.Mevr. B. 0.25:
In totaal is nu een bedrag van 42.02 ont
vangen.
25 April 1938.
BEVALLEN: A. C. BruinPaardekooper,
d. M. CorveleijnSio. z. A. M. P. DeeCha-
mot, d. G. M. van Woesik—Hollander, z. N.
GrinKuut, z.
OVERLEDEN: A. KapteinBeenke. 61 jaar.
A. Porsius. (v.). 5 jaar. Wed. J. Papo, geb. Th.
M. M. Duran, 81 jaar.