De drieling morgen 1 jaar
VOGELLEVEN
'n GERMAAN
Op bezoek bij Annie, Kees en Jansje
Itectedcuid
Woensdag 25 Mei 1938
Tweede Blad
«0
Dg Heldersche drieling, zooals ze eergisteren vereeuioigd werd
Juffrouw Remijnse waschte
13.800 luiers
287177
Anna Paulowna
Vergadering schoolfeest
Van Ewijcksluis
Botsing
Havenkom wordt uitgebaggerd
Wieringen
Derde opvoering revue
Den Oever
Visschers opgelet
in de Duinen
I>at rammelt niet.
De reserve officieren bij
de Kon. Marine
x
Inwendige zending in N. Holland
Zweden en Noren in
„Eigen gebouw"
Vischafslag Den Helder
Op 26 Mei van het jaar 1937 gebeurde het.*
Toen stonden alle huismoeders van de Brou
werstraat, met bonte schorten en door agitatie
roodgebloste wangen aan de deuren en be
spraken het ongehoorde dat juist hun buurt
ten deel gevallen was: een drieling.
Juffrouw Baas was inderdaad moeder ge
worden van een spruit in drievoud, en weken
lang had Nieuwediep z'n sensatie! Hetgeen te
begrijpen is.
Morgen is het wéér 26 Mei en volgens
deze tijdrekening zal dan het feit herdacht
worden, dat de Heldersche Drieling één
jaar getuige geweest is, zij het onbewust,
van het wereldgebeuren.
Een jaar Heldersche Drieling.
Het was voor ons aanleiding het Brou-
werstraatsche huisje gisteren op te
zoeken en eens persoonlijk de gedragingen
van het driemanschap te aanschouwen.
Annie, Kees en Jansje verleenen
audiëntie.
In de kamer die aan de straat ligt bevindt
zich het drietal. Annie, Kees en Jansje.
De zon staat op het huis en kruipt door de
ruiten. Heeft de kamer gevuld met zilveren
en gouden lichtsprankels, die dansen en trillen
op het glas der portretjes, op het lak der 3
ledikantjes en in de zuigfleschjes op tafel.
In de 3 geel-groen glanzende ledikantjes lig
gen drie bijna éénjarige menschenkinderen. De
een blijkt oneindig ver van het aardsche ge
beuren weg te zijn en toeft in droomenland, de
ander is bezig te ontwaken, en gluurt met een
vakerig oog den indringer aan, terwijl de
„Dritte im Bunde" geestdriftig de inhoud van
een flesch, gevuld met melk, beschouwt.
Een weelde van jeugd.
Zoo ze daar liggen begrijpt men iets van de
geijkte uitdrukking: „kinderweelde", want deze
drie menschjes zijn een ware verzameling ge
zondheid, levenslust, blauw-oogigheid en goed-
geheurdheid. 6 beentjes steken als 6 rose
kluifjes uit 6 kraakzindelijke luierbroekjes,
3 kuifjes staan recht overeind op 3 blanke
voorhoofdjes waarop het leven nog geen kans
kreeg een enkele rimpel te krassen, en 6 minia
tuur-handjes liggen gebald tegen 3 vogelmond
jes. Een stilleven van tevredenheid en jeugd.
Een dichter zou er over in extase kunnen ge
raken.
Annie, Kees en Jansje gaat het goed. Af en
toe huilen ze, maar ze lachen meer. Ze hebben
met z'n drieën een gevaarlijke slijmhoest dap
per doorstaan en genieten thans weer een voor
treffelijke gezondheid.
Ze zijn goedleers, want ze kunnen al aardig
de Nederlandsche taal gebruiken. Tot nu be
staat hun woordenschat uit Dada, hoera, pappa
en mamma, maar alles wijst er op, dat een uit
breiding van vocabulaire voor de deur staat.
De 13.800 luiers.
Een nieuwe wereldburger beteekent voor de
Steunt tucht»er(fe<J7g1rv8$fonds!
Postgiro Den Haag
ten name «B°
betreffende moeder altijd een niet onbelang
rijke uitbreiding van werk, maar als men ver
rast wordt met een drie 1 i n g komt er nog
iets anders kijken. Vandaar dat het maar goed
was, dat een aantal burgers de hoofden bij
elkaar staken en juffrouw Baas het eerste
jaar hulp toegewezen kreeg. Het jaar is nu
om en... de hulp afgeloopen.
Dat beteekent dat Cor Remijnse, de hulp
in de huishouding, die gedurende 46 weken
als een tweede moeder over het trio ge
waakt heeft, het huisje gaat verlaten. Cor
Remjjnse, deze kordate jongedame, die in
46 weken tjjds per week 300 luiers van
aardsche smetten reinigde, en dus gedu
rende haar emplooy ten huize Baas het on
gelooflijke aantal van... 13.800 luiers ver
werkte. 13.800 luiers...!
Het is een prestatie, waarbij een eeresaluut
op z'n plaats is. Zelfs zuster De Wit, die de
eerste 6 weken van het Drielingleven behoed
heeft en dag en nacht ermee omgegaan is als
of het trio van haar zelf was, was het met ons
eens, dat dht iets zeggen wil!
Inmiddels komt er leven in het drietal. De
meisjes liggen met hun blauwe kijkers vol be
langstelling naar den bezoeker te staren, tor-
wijl Kees zachtjes ligt te pruttelen, wellicht
uit protest dat ze 'm uit z'n morgenslaapje
gehaald hebben.
Natuurlijk moesten we ze een voor een
op den arm nemen, wat zelfs voor een
journalist een bijzondere sensatie is, hoe
wel de waarheid gebiedt te zeggen, dat
het geen enkele complicatie meebracht..*
zoo opgevoed is reeds onze Drieling!
De wagen, die door het fonds aan moeder
Baas geschonken is, wordt al angstig klein.
Het is er een voor een tweeling en speciaal
Kees, de dikkerd, neemt, onbescheiden veel
plaats in beslag.
We hooren tal van bijzonderheden uit het
leven van onzen drieling. Bijvoorbeeld van
Annie, die altijd uit het raam staat te kijken,
alle buren kent en iederen morgen het eerst
bij buurvrouw Brouwer aan den overkant op
tafel kijkt. En van het eten, dat niet zoo gaat
als moeder het wel zou wenschen.
En steeds kijken de twee paar blauwe en één
paar oogen den man van de krant maar aan,
af en toe ondeugend lachend. Ze zijn volkomen
tevreden met de zon, het gezicht in de Brou
werstraat en hun ledikantjes.
Of zouden ze misschien weten, dat ze mor
gen jarig zijn? Wie zal het zeggen...
Morgen verjaart de Heldersche Drieling.
Ongetwijfeld zullen heel wat moeders even
een kijkje gaan nemen bij dit alleraardigst trio
menschenkinderen, dat tegelijk een plaatsje in
de samenleving opeischte.
Moeder Baas zal het op prijs stellen, want ze
is trotsch alsJa, als een moeder maar
trotsch kén zijn, die drie van die prachtige
rosige baby's mag bezitten.
De vergadering der echoolfeestvereeni-
ging, Maandag in Veerburg gehouden, werd
door den heer G. Geerligs geopend met
een bijzonder woord van welkom tot den
heer Hazeloop, het nieuwe hoofd der Oost
polder school.
De heer Prins, penningmeester, deelde
mede, dat de ontvangsten voor het vorig
feest ongeveer f 700 bedroegen, doch de uit
gaven f 48.75 meer, zoodat het bestaande
batig saldo met dat bedrag verminderd is.
De heeren Jb. Geerligs, D. Rezelman en
Teeuwen controleerden de rekening en be
vonden deze in orde. Onder dankzegging
aan penningmeester en commissie volgde
dus goedkeuring.
In de plaats van den niet-herkiesbaren
heer K. Brugman werd de heer D. Rezel
man tot bestuurslid gekozen.
De steeds grooter wordende uitgaven voor
het schoolfeest, noodzaken een anderen weg
in te slaan, dan tot nu toe gevolgd werd.
Het aantal deelnemende kinderen wordt
elk jaar grooter. Daardoor kan, als het
feest op één dag gevierd wordt, de firma
Naastepad niet voor het heele vervoer
zorg dragen. Dit jaar zou weer een bus
meer noodig zijn en het tekort grooter wor
den. Wordt het feest echter verdeeld over
twee dagen, dan kan Naastepad wel voor
voldoende bussen zorgen en komt men
f 81.50 goedkooper uit, dan bij viering op
één dag en opdragen van het vervoer aan
twee firma's.
Het bestuur stelde daarom voor de reis
naar Schoorl enz. op Dinsdag 21 Juni en de
tochtjes naar Huisduinen en Amsterdam op
22 Juni te houden.
Na breedvoerige bespreking werd aldus
besloten.
Als commissieleden voor de reis naar
Schoorl werden gekozen de heeren: J. Geer
ligs, S. Wilms, P. Kooiman, G. Borst en J.
Jongejans, voor de openbare scholen. (Re
serve de heeren .T. Baken en G. Vergaay.)
Voor| de r.k. scholen de heeren: C. op 't Veld,
J. Smit, P. Konijn, H, Rooijakker? en A.
v. d. Vlugt. (Reserve de heeren Van Lierop
en Steen voorden.)
Mw. Hummel en de heer Leijen zullen
het reisje naar Huisduinen meemaken.
Nadat bij de rondvraag verschillende za
ken waren besproken, dankte de voorzitter
het afgetreden bestuurslid den heer Brug
man en diens echtgenoote, die zoovele jaren
het feest meemaakten, voor hetgeen zij in het
belang der kinderen deden en roemde de
prettige samenwerking. De heer Brugman
dankte voor de vriendelijke woorden en
sprak den wensch uit dat men nog vele
mooie schoolfeesten mocht vieren.
Hierna sluiting.
Zaterdagmiddag zijn op het kruispunt
van de Lelystraat en den betonweg langs
het Balgzandkanaal een nieuwe truck van
een vrachtauto, komende vanafl de rich
ting de Kooij en een luxe auto, waarin een
viertal personen, welke van Leeuwarden op
weg waren naar de voetbalmatch Holland
Schotland, zoodanig met elkaar in botsing
gekomen, dat beide voertuigen later moes
ten worden weggesleept.
Naar wij van ooggetuigen vernamen, lag
de schuld hiervan bij den bestuurder van
de luxe auto, die met veel te groote vaart
den bocht trachtte te nemen en daardoor op
de linkerzijde van den weg terecht kwam.
Beide voertuigen bleken afkomstig te zijn
van denzelfden garagehouder in Leeuwar
den. De inzittenden bleven allen ongedeerd.
Zaterdag is hier de baggermolen, een
tweetal woonarken en verder materiaal van
de firma van der Rijt te Medemblik aange
komen, welke de havenkom voor de loswal
binnen de voormalige zeesluis zal uitbag
geren.
Naar wij vernemen zal tot een diepte van
3 meter worden gebaggerd, waardoor het
mogelijk zal zijn, dat schepen van groot
laadvermogen hier zullen kunnen worden
gelost en geladen.
Wederom groot succes.
Zondag had in concertzaal „Concordia"
de derde opvoering plaats van de groote
succesvolle revue „Reken maar 't wordt
wonderbaar'' auteur M. J. Bosker.
Evenals de beide voorgaande keeren, wa
ren er nu ook weer personen die zich met
een staanplaats moesten tevreden stellen.
Voor deze derde opvoering waren de be
woners van het Noorderlicht uitgenoodigd,
terwijl den heer S. Halfweg voor gratis ver
voer dezer oudjes zorgde. Dat ook zij geno
ten hebben bewezen zeer zeker de glundere
voldane gezichten die we zagen, er is trou
wens weer door een ieder oud en jong vol
op genoten en gelachen.
Aan het einde sprak de heer H. Penne-
kamp een dankwoord tot den auteur, den
heer M. J. Bosker. Spr. liet alle aanwezigen
een driewerf hoera uitroepen op den heer
M. J. Bosker.
Maar ook de heer Bosker liet zich niet
onbetuigd; sprak woorden van waardeering
tot den heer Pennenkamp voor het vele
werk door hem gedaan, waarna weer een
driewerf hoera werd uitgebracht, nu op den
heer Pennenkamp.
Een gezellig bal, met dansmuziek onder
leiding van den heer H. .Zon,, besloot de
laatste opvoering van deze fenomenale
revue.
Wij wijzen er op dat het rapen van ali
kruiken langs de zeeweringen in onderhoud
bij den Dienst der Zuiderzeewerken met in-
Met den wind in den rug zijn we heel gauw
een eindje van Den Helder afgewaaid. Op de
plaats van bestemming gekomen geven we
de fietsen een goed plekje en nu... de duinen
in. Dreigend en somber welft zich de hemel
boven onze hoofden, terwijl we speurend en
spiedend, naar alles wat maar verband houdt
met de vogels, de duinen doorkruisen. De
wind is aangewakkerd tot een ware storm
en op sommige plaatsen worden we dan ook
haast verblind door het opstuivende duin
zand, maar...
Wie van de natuur wat zien wil,
die zit niet stil,
maar trekt de duinen in!
Een paar weken geleden vond ik in een
duinvalleitje een plaatsje, dat veel geleek op
het begin van een nest. Trouwens er vloog
toen een wulp op, nog geen meter daarvan
daan. Mijn vermoeden was dan ook, daar
nog eens een paar eieren van een Wulp te
vinden, maar dat kwam anders uit. Terwijl
we zoo door de duinen loopen te „snorren",
schiet me eensklaps dat plekje te binnen.
Toch nog eens even kijken voor de aardig
heid. Je kunt nooit weten! Op een afstand is
het polletje reeds te zien, maar niets beweegt.
Ik sta met m'n gezicht boven het overwel
vende gras en nog is er niets te zien. Met
m'n hand buig ik een beetje de halmen opzij
en ...rrrrt, een vogel, zóó onder mijn vingers
vandaan. Laat ik U zeggen, dat, ondanks
mijn vermoeden, ik toch nog zóó geweldig
schrok, dat ik zoo gauw niet kon zien wat
dat voor een vogel was. Dan het legsel maar
eens bekijken: twaalf mooie, roomkleurige
eieren. Eieren van de Wilde Eend, maar dan
een zeer verkleinde „uitgave". Ze zijn van de
Zomertaling, een klein soort eendje,
dat hier lang niet zeldzaam schijnt voor te
komen. Het is op één na het kleinste eendje,
dat we hebben. De Wintertaling is nog weer
iets kleiner.
Mijn vriend loopt een eind verder te „stru-
nen" naar het nest van een Graspieper. Van
mijn vondst heeft hij niets gemerkt. „Hé!
Kom eens hier! Zomertaling!" Als we het
donzen nest met de talingschat lang genoeg
bewonderd hebben, gaan we weer verder.
Ergens in de duinen is een plekje, dat dicht
begroeid is met struikgewas van nog geen
meter hoogte. Als we er langs loopen zit een
eindje verder een ekster luid te schetteren.
Zo« die bonte vriend hier soms een nest heb
ben. zóó laag bij den grond? Ja hoor, daar
zit het kunstige bouwwerk, goed verborgen,
ag dca STOüd. Vier eieren liggen er in,
Dat 's al even solide als de
rest van 'n Germaan, 't Nieuw
kan er af gaan, maar een
rammelkast wordt het nooit.
daar heb je wat aan
N.V. RIJWIELINDUSTRIE P.tJ.v. WERVEN, mippil
dus het legsel is nog niet voltallig. (Toen
we er een paar uren later weer even bijkwa
men, lagen er vijf eieren in.) Eén van deze
eitjes was grooter dan de vier andere: zeker
twee millimeter langer en breeder. Dikwijls
heb ik eksternesten gevonden, maar zoo laag
bij den grond als dit nog nooit.
Maar weer verder. Ondanks de kou hebben
we het danig warm. Het valt ook heusch niet
mee: duin op... duin af... hier en daar strui
kelend, dan over dit, dan weer over dat; toch
maar volhouden, we zijn er nog lang niet.
We komen bij een weiland, waar diepe vo
rens doorheen loopen, welke een tijd geleden
uitgegraven zijn. De modder ligt nog op den
kant. Een honderd meter voor ons, vliegt een
kievit op met loome vleugelslag. Even kij
ken!... die heeft vast en zeker eieren. Zoe
ken, zoeken en nog eens zoeken, maar
geen eieren. Nou dat is sterk!!! Dan gaan we
over een uur nog eens kijken, want dat er
een nest moet zitten, is zeker. Angstig vliegt
het wijfje boven onze hoofden. „Kiet... kiet!"
Een drie kwartier later komen we daar
da.i ook terug. Niets te zien! Even klappen
in de handen en ja hoor, daar gaat weer de
kievit omhoog, van dezelfde plaats: Beiden
hebben we nu die plek goed in ons hoofd
geprent. Weer geen kievitseieren, maar wel
snort een graspiepertje uit den begroeiden
greppelkant. Och! kijk nou eens... vier nog
haast geheel naakte jongen. Als we met den
mond een piepend geluid maken, sperren vier
vogelbekjes zich wagenwijd open, vragend om
voedsel. Laten we maar gauw weggaan,
anders sterven de jongen misschien van de
koude. De moeder-graspieper zal wel weer
gauw op de kindertjes gaan zitten, hen koes
terend onder de warme vleugeltjes. We rich
ten ons op en tegelijk zien we beiden het
nest van de kievit, geen meter er vandaan,
aan den overkant van het greppeltje. Zat het
me zoowaar op het ruggetje, gevormd door
de uitgegraven modder. Veel werk heeft deze
kievit er van gemaakt: het nest is dik ge
voerd met vezels en strootjes.
Toch zijn er nog zeer veel vogels, die nog
eieren hebben. Hoogstwaarschijnlijk ligt de
schuld bij het weer. (Ik spreek hier over de
eerste dagen van Mei.) Groote troepen vo
gels trekken nog over, goud- en strandple-
vieren. Ook de Scholeksters treuzelen nog.
Wel zitten ze reeds paarsgewijs, maar de
eieren ervan, hebben we nog niet kunnen
ontdekken. De meeste Wulpen echter broe
den reeds. Toch vonden we nog veel nesten,
die nog geen voltallig legsel hadden. Jonge
eenden zijn er reeds bij bosjes. Die wij zagen
waren in 't geheel niet schuw. Kalm liepen
ze door het gras naar voedsel te snappen.
Ook de merels en zanglijsters broeden reeds.
Krijschend vliegen een paar sterns en even
later een paar vischdiefjes over onze hoof
den. Over een paar weken hebben ook zij
eieren. Dan zijn de kolonies weer bevolkt en
is de lucht gevuld met hun snerpend ge-
krijsch.
Als we huistoe gaan, zien we op een wei
land een nog jonge zilvermeeuw zitten. Vlie
gen kan hij niet. Z'n eene vleugel sleept over
den grond, en is besmeurd met olie. Helpen
kunnen we hem niet en hij zal dan ook wel
ten doode gedoemd zijn. Zijn nu nog bruin
gevlekt veerenpakje zal wel nooit het mooie
leiblauwe krijgen, dat de oude zilvers hebben.
Een witte Kwikstaart vliegt met den sna
vel vol bouwstoffen de duinen :'n. Over
eenigen tijd heeft ook dit kwieke vogeltje
eieren.
Een Tapuit zit staartwippend, nieuwsgie
rig naar ons te kijken, maar als we hem te
dicht naderen, gaat hij gauw op de vlucht.
„Tèk!" of zei hij misschien „gek", doelende
op ons, dat we zoo zwaar moesten trappen
om tegen den wind in te torsen?
Het is een mooie ochtend geweest, maar
toch waren we blij, weer in Den Helder te
zijn. Ook van het goede kan men te veel
krijgen. Naar de duinen, met den wind in den
rug is niets; ook een uur of zeven dwalen
door de duinen en valleien niet, n.aar dan
terug, met den wind van voren, geen briesje
maar een storm, dat geef ik U te doen.
de J.
W
Promotiekansen tot overste.
Het is al weer eenigen tyd geleden,
dat door het Marinebestuur een brief
werd gezonden aan de directies van de
groote stoomvaart maatschappijen,
waarin de mogelijkheid van het in lang-
durigen werkel ijken dienst opkomen
voor de officieren der Kon. Marine
reserve, die in het bezit zjjn van den
len stuurmansgraad, werd bekend ge
maakt. De bedoeling was deze reserve
officieren tot den pensioengerechtigden
leeftijd bij de Marine in actieven dienst
te laten doordienen, om het tekort aan
zeeofficieren, dat momenteel bestaat,
aan te vullen.
Zij, die aan dezen oproep gehoor zul
len geven, blijven deel uitmaken van het
korps officieren der Kon. Marine Re
serve en zullen dus niet, zooals dat on
langs in Engeland het geval is geweest,
in de ranglijst der actieve zeeofficieren
worden opgenomen. Ook zullen zij nooit
eerder promotie kunnen maken dan de
beroepsofficieren van gelijken ouderdom
in rang. Evenals dezen, zullen zij zoo
wel ln Nederland als in Ned.-Indië die
nen.
Promotie kunnen deze reserve-offi
cieren maken tot kapitein-luitenant ter
zee, waartoe bevordering uitsluitend bij
keuze zal plaats hebben.
gang van 1 Juni a.s. is verboden. Voor verde
re bijzonderheden verwijzen wij naar 't ad
vertentie hieromtrent in dit nummer.
Nadat gistermiddag een bestuursverga
dering in het Evangelisatiegebomv „Reo-
both" heeft plaats gehad, werd gister
avond een ledenvergadering van de inwen
dige zending gehouden.
Te acht uur heette de voorzitter de aan
wezigen welkom en na dank gebracht te
hebben o.a. aan het Evangelisatiebestuur
voor de ontvangst, werd geopend met het
zingen van Psalm 42 vers 1, hierna werd
uit hoofdstuk 11, Brief aan de Hebreeuwen
het eerste tot tiende vers gelezen met ze
gengebed.
Hierna las de secretaris de notulen, wel
ke onveranderd werden goedgekeurd.
Als spreker betrad de heer Ds. v. d. Heide
uit Broek op Langendijk den kansel.
Als onderwerp had spr. gekozen: „Kerk
en Evangelisatie". Spr. wees ons op de din
gen die de Evangelisatie voor de Kerk doet
Spr. zeide te denken aan de kerk ais aan 'n
Moeder. Een kerk is geen menschelijke
vereeniging, neen zij is een Christelijke in
stelling, een plant van Christus en dan
hebben we te onderscheiden een zichtbare
en een onzichtbare kerk.
Wij zien dan de Hervormde kerk al een
werk van God, wij willen ons als Hervorm
de Evangelisatie mensehen niet afwenden
van deze instelling Gods.
Het lidmaatschap van de Hervormde Evan
gelisatie is een roeping, zij stelt ons in
dienst van den Heer.
In vele plaatsen helaas moeten wij onze
kerkdeuren voorbij loopen omdat men daar
den Christus der Schriften niet meer pre
dikt, maar wij zijn en blijven lidmaten de
zer kerk, al hebben we dan een eigen lo
kaal, wat echter uit een noodtoestand is ge
boren.
Al geeft de kerk dan nog niet dat, wat
ze volgens Gods Woord moet geven, dan
toch laten de kinderen haar nog niet links
liggen.
Hierna besprak spr. uitvoerig het ontwerp
tot reorganisatie waarbij de aanwezigen één-
parig besloten adhaesie te betuigen, inzake
het punt omtrent de evangelisten e.d.
Na de vlotte rede werden nog eenige vra
gen gesteld, die door spr. naar genoegen
werden beantwoord.
Ds. Kreijger sprak nog en liet dan de
aanwezigen zingen Gezang 3 vers 1, waar
na dominee voorging in dankgebed.
Gistermorgen heeft het „Eigen Gebouw"
alhier een excursie van een veertigtal volks
scholieren uit Zweden en Noorwegen ont
vangen. Deze excursie stond onder leiding
van den heer Lindemann, hoofdbestuurder
N.V.V.
Omstreeks half elf arriveerde men in het
„Eigen Gebouw", alwaar de koffietafel ge
reed stond. Na zich wat yerfrischt te hebben,
werd de tocht, die naar de Wieringermeer
ging, voortgezet.
DE STRANDING VAN DE „ASAHAN".
Batavia, 24 Mei. De Raad van Scheepvaart
deed uitspraak inzake de strading van het
motorschip „Asahan" van de K.P.M. op 14
Februari j.1. op het Tomingokr-rif. De Raad
stragte den toenmaligen gezagvoerder, den
heer R. E., wegens onoordeelkundige en
slechte navigatie met twee maanden schor
sing.
Den Helder, 24 Mei 1938.
Aangebracht door korders:
Tongen per kg 0.620.56
ShPs - 0.54—0.48
Schol le soort per kist 6.50—6.00
Schol 2e soort 4.504.10
Schar 1.80—1.20
Aangebracht door haringvisschers
450 kg Ansjovis per kg 0.44—0.40