Nieuwe weefsels En een klein beetje illusie nieuwe modellen Bette Davis viel flauw Het bij zonder e Lieve schipper vaar mij overl Zaterdag 25 Juni 1938 Vierde blad Hoe wij de vacantie van anderen kunnen bederven Waar zullen wij heengaan Ja! eindelijk is er de zon! de zomerzon! Tenminste, nu we dit schrijven. Wie zegt, dat, wanneer deze pa gina ter perse gaat, herfstige regenvlagen onze be wering niet logenstraffen en U met een ontevreden gezicht den blik doen afwenden van alles wat op dit blad aan zomervreugde denken doet? Maar u zult de krant toch wel met eenige piëteit wegleg gen, niet waar, want, wie weet, morgen, of straks, komt de gele zonnebal ons weer stralend verwarmen ennieuwe illusies wekken! Yacantie-illusies! Ook de kinderen moeten in de vacantie gemakkelijk ge kleed zijn. Acteurs en actrices zijn het er over eens, dat de eerste filmtest het onaangenaamste oogenblik van de film-carrière is. Bette Da- vis kwam het eerst voor de camera te Brook- lyn, waar de „test" plaats vond. Bette was opgewonden en buiten adem, toen zij voor de camera plaats nam. „De lichten gingen uit en aan; de camera werd dicht op mij ge richt", aldus Bette. „Verder wist ik mij niets riteer te herinneren en weer tot mijzelf ge komen, vertelde men mij, dat ik flauw was gevallen. Ik kreeg de baan niet. Eenigen tijd later slaagde ik bij een volgende „test" voor Universal en verkreeg een contract voor drie maanden, hetwelk na afloop in één jaar veranderd werd. Daarna ging ik een con tract voor zeven jaar met Warner aan. In het eerste jaar probeerde ik mij steeds wan neer ik maar even de kans kreeg mij met den rug naar de camera te draaien. Ten- slofte kregen de regisseurs een hekel aan ntij en werd menige scène opgenomen, waarin slechts mijn nek en ooren te zien zijn. Het onaangenaamste oogenblik, dat ik ooit bij de film beleefde, was gedurende een „test", welke ik bij Warner Bros maakte voor de film „Cabin In The Cotton". Ik moest „de camera kussen" tijdens een clo- se-up. De camera werd door Richard Bar- thelmess ondersteund en moest ik doen alsof ik hem kuste. Ik deed het, maar zag nooit de foto. Is het wonder, dat ik mij nu zoo gauw niet meer laat „nemen", aldus Bette Davis. worden als afwerking van voorjaarshoe den, terwijl het laatste ook als garneering op japonnen wordt toegepast. Een nieuwe afwerking voor eenvoudige wollen japonnen geeft ons hand- of machi naal breiwerk. We zagen modellen b.v met gebreide bovenpas of voorpanden in ande re kleur en deux pièces, waarvan het bo vendeel een gebreid boord, manchetten en kraag had. Wellicht zullen wij dergelijke aparte garneeringen op modellen der zo mercollectie toegepast zien. Ongetwijfeld zullen ze kans van slagen hebben, omdat men zeer origineele effecten kan krijgen. We geven enkele nieuwe modellen weer van een complet, een costume en een zo- merjapon. Zeer apart werkt het donker blauw zijden complet, dat een middenbaan over de lengte van rok en blouse heeft van chartreusekleurige zijde, hetgeen een bij zonder gekleed geheel vormt. In het midden een driedeelig costume van staal blauw bestaande uit rok, aanslui tende mantel met hoog sluitende kraag en opknoopbare cape, gegarneerd met smal tres. Alleraardigst is de bedrukt zijden japon, waarbij het vlotte hoedje zoo bijzonder goed past. De rok is geplisseerd, doch de niet te smalle plissé's worden tot over de heupen opgestikt. Kraag en manchetten van Valengiennes. Dit avondtoilet werd gecreëerd door Edward Ste- venson, één der meest gevierde mode-ontwerpers van Hollywood. Kerft U ze nog, de kleine meisjes uit onze geïllustreerde Schoolleesboeken? En die van de leesplank? Heette één er van niet Mies, het zusje van Pim? Aap, Noot, Mies, Wim, Zus, Jet Wat heeft Mies nu met de schoone blonde actrice Joan Fontaine, die wij hierboven afbeelden, te maken? Wél, héél véél! Want Mies droeg glad achterover gekamd peenblond haar, dat het hooge, blinkende kindervoorhoofd vrijliet en een donkere kam hield die gladde, glimmende lokken in bedwang. Aan Mies-van-de-leesplank moeten wij denken, als we Joan Fontaine zien, met de achterover geschuierde lokken, niet door een kam, maar door een glanzende vlecht beheerscht. Er is niets nieuws onder de zon! Alleen onze appreciatie verandert. We vonden Mies stijf, maar voor het kapsel van Joan weten we slechts het ééne alleszeggende woord: beeldig! zongen de meisjes in den ouden tijd, doch de meiskens van nü bede len den sclieepsman niet meer, ze werpen de tros uit en hebben, als 'f er op aan komt, den schip per heel niet noodig! De zeil- en strandklee- ding, hier gedemon streerd, doet ons aan vorige seizoenen den ken; slechts de bonte hoofddoek, welke het linksche figuurtje draagt, wijst er op, dat we hier met een hgper- modern mode-snapshot te maken hebben* omer! Deze beide kleuren worden nog steeds veel gekozen voor petites robes met gar neering van wit piqué of toile glacée in den vorm van smalle kraagjes met kleine strik jes, vestjes of uiterst smalle biesjes. Derge lijke garneeringen zijn tevens geschikt om de japonnen, die reeds lang gedragen zijn, op te frisschen. Op een ietwat somber wer kende japon kan men trouwens ook een kleurige bolero dragen, b.v. gemaakt van bedrukt ribslint, dat met overhandsche ste ken met de zelfkanten aan elkander ver bonden wordt en een geheel vormt, dat zeer apart werkt. Shawltjes in mooie voor- jaarstinten kunnen tevens afwisseling brengen, temeer, waar we deze thans in de verschillende modemagazijnen in groote verscheidenheid van kleur en dessin aan treffen. Bloemen en ribslint zullen veel gezien van dit badcos- tuum bestaat uit de wijze, waarop de schouderban den gesneden zijn Door deze coupe wint het figuur aan elegance en bovendien wordt het ideaal van de moderne water nimf: „hoe min der aan, hoe meer geniet ik van zee en zon!" met dit pakje be naderd. Dat is de eerste vraag! Op die vraag wil ik voorloopig niet ingaan, want een andere, véél belangrijker vraag voor ons, vrouwen, dringt zich aan ons op:: „Wat zullen wij aantrek ken?" Dat is het kernpunt van onze overpein zingen in de dagen, die onze vacantie voor afgaan. Ja, hoe zullen wij er uitzien, als wij straks onze entrée maken temidden van andere vacantiegangsters? IJdelheid der ijdelhedenDat vinden vele vrouwen nu eenmaal het belangrijkste van haar vacan tie, dat zij, en voorzoover ze een gezin hebben, man en kinderen er representa- bel uitzien! Hoe kunnen we echter daarmee het va- cantiegenoegen van onszelf en de onzen \aak bederven! Door cischcn te stellen, die hoogcr gaan dan onze beurs, door het on bereikbare te willen hebbenGaan wij niet vacantie om te flaneeren? Om anderen de oogon uit te steken met het moois dat we dragen? „Ja", zal een zekere categorie brouwen moeten toegeven, ,ja! dat is ons vacantie- genoegen!" Het zijn zij, die de dure buiten- landsclie ontspanningsoorden bezoeken, het zijn de decoraties van de deftige boule vardsMaar het zijn óók zij, die den neus ophalen voor ieder, die niet in een onberispelijk reiscostuum gestoken, trein of auto instapt, die geen diner-toilet draagt tij dens de warme maaltijden in één of ander pensionNiets is zoo kwetsend als critick op kleerenzelfs sommige mannon zijn er gevoelig voor! Onvergetelijk blijft het schetsje uit die oudorwetsche en toch iinmer-frissche „Camera Obscura" van Ilildebrand, waarin hij den „onaangenamen mensch in de Haarlemmerhout" toekent, die, op zijn gemak in een restaurant geze ten, een jeugdigen kellner, die in een veel te wijde jas rondloopt, vraagt: „is dat een rok van je vader?" waarop het joch ant woordt: „ik heb geen vader!". In een groot familiepension maakte ik het mee, dat een nog jonge, getrouwde vrouw, tot een paar meiskens, die (het ge val dateert van een 15-tal jaren terug) zwarte kousen bij haar helder gebloemde jurken droegen, zeide: „Dragen jullie altijd zwarte kousen?" En de meisjes, die zeker een héél ouderwetsche moeder hadden, ke ken beschaamd naar haar zwarte kousebee- nen en voelden zich vanaf dat oogenblik allerongelukkigst Gelukkig gaan de meeste reizigsters niet op stap met de gedachte aan haar kleeren alleenBovendien, een groot deel van ons vacantieplezier is, dat we tevreden zijn met de garderobe, waar we tóch mee toe moeten! En anderen vrouwen en meisjes haar vreugde, haar illusie over haar gewa den laten! Dat zij de poëzie van onze vacantie 1938! LÉONTINE, Deze zomer zul len zwarte en blauwe mantels van kantstof op imprimé's gedra gen worden, zoo dat een aardig kleurenspel door deze opengewerk te weefsels waar te nemen valt dat een levendige noot verleent aan een stemmig ge heel. We vinden thans reeds een mooie collectie tailleurs en ensembles, die uitmunten, wat weefsels en kleu ren betreft. Naast pasteltinten zien wij ook weer spre kende kleuren en we zouden zeer onvolledig zijn, indien wij niet tevens de prachti ge ruitdessins noemden. De manteltjes, die bij de nauwe, korte rokken ge dragen zullen worden zijn over het algemeen lan ger, dan het voor gaande jaar. Ze reiken tot over de heupen en zijn zelfs nog langer. Sommige model» len hebben eeni ge ruimte in den rug, andere geven een mooie, aan sluitende lijn, ter wijl de sluiting met één knoop op taillehoogte of met een rij van meerdere knoopen plaats vindt, terwijl we af en toe een „rits zien. Blouses handhaven zich bij voortduring, niet alleen in eenvoudige modellen, doch evenzeer in de meest chique uitvoeringen. Nadat Vrouwe Mode zoo'n groote plaats heeft ingeruimd aan tailleurs en ensembles zijn blouses onmisbaar geworden, evenals dé flatteuse, vlotte jumpers van soepele wol, geweven in alle modekleuren. Voor de iets meer gezette figuren zijn complets, bestaande uit japon en mantel het meest geschikt en deze vindt men zoo- wq) in wol als zijde. Complets van ïmpri- mé-zijde leenen zich eveneens voor gezette dames, mits men weinig opvallende kleu ren en kleine motieven kiest. Het meest afkleedend blijven echter effen weefsels en vooral zwart en donker blauw.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 11