De zwarte kunst der Doekoens Cholera, de groote dood Wal is eigenlijk cholera? Toovenaars o[ moordenaars? Ooeenigheid in het Japansche kabinet Bombardementen op open steden veroordeeld Dokters naar de schoolbanken Onze correspondent Brederode vertelt van t Fluisterend gaan in de dessa's de verhalen rond van de geheimzinnige krachten der Indische toovenaars Een oude Doekoen, Bapa Glgoeng, was aangeklaagd Ondanks strenge bewaking vond men hem dood in zijn cel. Zelfmoord! Maar de bevol king lacht stil voor zich heen en gelooft het niet Als ge een lastigen schuldeischer hebt, dien ge kwijt wil, of een ge lukkigen medeminnaar of een on- prettigen overbuur, dan bestaat er hier een eenvoudig middel tegen: ge gaat naar ben doekoen, een inland- schen tooverkunstenaar, ge klaagt uw nood en legt tevens een zeker bedrag op de tafel en alles komt in orde. De lastige schuldeischer wordt op onnaspeurlijke wijze ziek en sterft; de gelukkige medeminnaar verliest eensklaps alle geluk in de liefde; in het huis van den onpret- tigen buurman gebeuren allerlei vreemde dingen, die hem bewegen te verhuizen. Hebt ge het oog geslagen op een jonge, schoone of een oude rijke vrouw die niets van u weten wil, dan helpt weder de doekoen, natuur lijk tegen goede betaling. En hebt ge zelf last van een doekoen, die door een uwer vijanden is betaald en die uw huis betoovert, u of uw huisgenooten ziek maakt en al uw ondernemingen doet mislukken, dan gaat ge ook naar een doe koen en tusschen de twee doekoens ontwik kelt zich dan een geheimzinnigen strijd met allerlei mysterieuse middelen en het is dan alleen de vraag, wie dieper is ingewijd in de geheimen der zwarte kunst, uw doekoen of de doekoen van uw tegenstander. Niet alleen de Inlanders gelooven aan de macht der doekoens. Ook onder de Indo-Europeanen is dat geloof sterk ver breid en vele in Europa geboren Europea nen beginnen bij een langdurig verblijf in In die er ook geloof aan te hechten. Heeft het warme klimaat daarop invloed, of heb ben deze Europeanen dit bijgeloof al mede gebracht bij hun komst hier? Te Teheran heb ik indertijd een Armeni- aan gekend, die jarenlang gevestigd was als „Oostersche wijze" te 's-Gravenhage. Hij ontving daar zijn klanten, terwijl hij ge kleed was in wijd, Mohamedaansch gewaad met een grooten turban op het hoofd, een gewaad, dat hij natuurlijk in Iran niet dra gen kon, daar hij als Armeniaan geen aan hanger van Mohamed. maar Christen was. Te 's Gravenhage deed deze Mohamedaan- sche k leed ij echter goeden dienst. Zij trok klanten en goed betalende klanten. Na ja ren keerde de man met een vollen buidel te Teheran terug en daar deed hij, wat hij niet doen moest Hij begon een bioscoop enverloor al ziin in Nederland bijeen gegaarde guldens. Dat kan „een wijze uit h"t Oosten" ook in hot Oosten overkomen. Zijn eenige hoop nog eens geld bij elkaar te krijgen, lag toen in het westen, te 's-Gra- vorhage. waar hij weder de rol van „wijze uit h°t Oosten" op zich wilde nemen, maar... d" Nederlandsche consul, die eveneens van a'les op de hoogte was, weigerde hem een visum uit te stellen! Eaton we dus niet te hard lachen over de bijgeloovigheid der menschen hier. De zonderlingste verhalen hoort men hier over doekoens vertellen en het zijn mot alleen inlanders, die de'ze verhalen doen en eraan gelooven. Tc Singosari, een dorp in de omstreken, woont een rijke Arabier, ri:e ontzettend leed aan een zijner beenen, vertelde mij een Etiropeesrhe dame. Hij kon dat heen niet bewegen zonder hevige pijn te gevoelen. Geen Euroneesche dokter ,kon d® oorzaak hiervan vaststellen.. Ten einde raad wendde de Arabier zich tot een doet-oen en deze zeide hem. dat hij een vijand had. die hem door een anderen doekoen had laten bewerken. Dpze vijandi ge doehoen had den rijken Arabier een par tij naalden in het been geschoten. Men behoeft bij het woord „schieten" niet te denken aan een geweer of een kanon. Zulke naalden worden door een doekoen voortgedreven door een geheimzinnige kracht. Zij gaan over grooten afstand door huizen, hoornen en muren heen zonder een spoor achter te laten. Bii den ongelukkige gekomen, voor wien ze bestemd ziin. drin gen ze het liehaam binnen zonder den huid te kwetsen. Meestal geschiedt dat op een oogenblik. dat het slachtoffer slaapt. Het b'nnendringen van de naalden veroorzaakt geen, pijn, maar daarna beginnen de naal den hun heillooze werking. De door den Arabier te hulp geroepen doekoen wist echter raad. Geheimzinnige krulden. werden in het huis verbrand. Heel den nacht bleef de doekoen aan het bed van den Arabier waken in de met rook bezwangerde atmosfeer. Midden in den nacht ontwaakte de Arabier door een hevige pijn in het heen. Naast liet lied zat de doekoen met de naalden in de hand, de naalden, welke in het been hadden gezeten en er door toover- formules waren uitgekomen ook weder zon der eenige huidwond na te laten. Daarna was de Arabier genezen en „ik heb de naal den zelf gezien", zoo besloot de Europeesche dame haar verhaal. Het is begrijpelijk, dat de politie voor zul- ken doekoens groote belangstelling heeft, maar veel kan ze niet doen, daar de be volking liever niet getuigt tegen een doe koen en ook vele inlandsche politiemannen liever zich met dergelijke zaken niet be moeien. Thans is weder zoo'n doekoen- zaak in onderzoek in de omgeving van Bandoeng Er woont daar een zeer beroemde of beruchte doekoen. Bapa Digoeng geheeten. Deze man stond in verbinding met inbrekers, die hij middelen verstrekte otn on vindbaar te blijven, naar de politie van spionnen vernam. Naar aanlei ding van een inbraak, waarvan de daders niet ontdekt werden, besloot de politie den doekoen Bapa Digoeng een streng verhoor af te nemen. Tenslotte bekende de doekoen door een talisman de inbrekers onvind baar te hebben gemaakt en erken de ook de laatste, paar maanden verschillende personen uit den weg te hebben geruimd, al weder met behulp van een talisman. In de kampong (inlandsch dorp) van den doekoen fluisterde men, dat, als men zich van een vijand wilde ontdoen, men zich slechts te wenden had tot den doekoen. Tientallen namen werden genoemd van menschen, die gestorven waren zonder dat de doodsoorzaak kon worden vastgesteld. Spoorloos verdwenen waren anderen Van dit alles gaf men de schuld aan den doekoen. Wat is er van dit alles echter waar en wat is er te bewijzen? k Bapa Digoeng bekende, dat hij er vier had uit den weg geruimd tegen een som van twintig gulden per stuk. Ook zijn schoonzoon Moernasik had hij op dezelfde geheimzinnige wijze om willen brengen, doch dit was niet gelukt, daar deze Moernasik een gewezen leerling van hem was en thans nog verder gevórderd was in de geheime wetenschap dan zijn vroegere meester. Hij had zich daardoor door een tegenmiddel van het doodsgevaar kunnen redden. Tegen twintig gulden per stuk, hetzelfde tarief dus, als van zijn schoonva der, ruimde Moernasik de menschen uit den weg. Deze Moernasik had zelfs menschen, die hem klanten moesten aanbrengen. De politie besloot daarop ook Moernasik te arresteeren en ook hem werd een streng verhoor afgenomen. Moernasik verklaarde dat hij zijn talisman aan een zekeren Soe- kadma ter bewaring had gegeven. Onmid- IN CHARMANT GEZELSCHAP. De d eelnemers aan den Duitschlandrit von den alleraardigst reisgezelschap. dellijk werd bij dezen man huiszoeking gedaan, doch Soekadma vertelde, dat hij de talisman had verbrand. Soekadma werd op vrij voo^rn gelaten, doch enkele dagen later werd hij verpletterd door een boom, dien hij wilde vellen. De hoofdpersoon in het drama, Bapa Gi- goeng, de oude doekoen, werd onder stren ge bewaking in hechtenis gehouden, doch op een morgen vond men hem dood in zijn cel. "ij had zelfmoord gepleegd, zoo heet het officieel, maar de bevolking gelooft dit niet en allerlei geheimzinnige verhalen doen de rondte. Het onderzoek wordt nog voortgezet, maar wat zal het opleveren nu twee der voor naamste getuigen of schuldigen gestorven zijn? En de bevolking, die misschien iets meer weet, zwijgt, zooals ze steeds zwijgt wanneer het doekoen-zaken betreft. J. K. BREDERODE. EEN VROOLIJKE RIT. De Amerikaansche minister van oorlog, Woodring, heeft in een rede te Jersey City verklaard, dat de groote mogendheden tot een spoedige overeenkomst behooren te ko men, opdat luchtaanvallen beperkt blijven tot duidelijk omschreven mUitaire objec ten. De Amerikaansche negeering is steeds bereid ten aanzien daarvan met de andere mogendheden overleg te plegen en een over eenkomst tot vermindering der wapening te sluiten. Hij zeide: „Ver van het strijd- tooneel hebben bombardementsvliegtuigen hun verwoestende lading laten vallen op open steden, waardoor duizenden burgers, ook vrouwen en kinderen, vermoord zijn. Alle overwegingen van internationaal recht en ieder instinct van menschelijkheid pro testeeren tegen dergelijke practijken." Brengt de oorlog met China de openbare orde in gevaar? Tijdens de buitengewone vergadering van het Japansche kabinet, welke Donderdag werd gehouden en waarin besloten werd tot de economische maatregelen, welke noodzakelijk zijn door de vijandelijkheden in China, schijnen ernstige meeningsver- schillen te zijn gerezen. Verscheidene leden van het kabi net zouden vap meening zijn ge weest, dat de maatregelen zouden leiden tot werkloosheid en tot een prijsstijging, waardoor de openbare orde gevaar zou loopen. De regee ring heeft de mogelijkheid bestu deerd de werklieden, die door de maatregelen zonder werk zouden ko men, over te brengen naar de mu nitiefabrieken, waar tekort aan werkkrachten heerscht. Verder zullen groote openbare werken worden uitgevoerd en zullen officieele prij zen worden vastgesteld voor de eerste le vens behoeften. Bovendien zullen „onge- wenschte ideologieën" gecontroleerd wor den. Daar de Italiaansche regeering van mee ning is, dat medici op de hoogte moeten zijn van de nieuwere theorieën en vindin gen op hun gebied, zullen 12000 dokters uit de provincie cursussen bijwonen op ver schillende instituten en klinieken. In het bijzonder zullen oog- en tandziekten behan deld worden. Wij lezen thans over een drei gende cholera-epidemie in Chi na. In Britsch-Indië heeft de cholera nog niet lang geleden tienduizenden slachtoflers ge maakt. Als het donker wordt, komt een monsterachtige vrouw, de godin der cholera, uit haar hol; ver telt fluisterend de Hindoe-be volking. Cholera is voor de Nederlanders slechts een klank geworden, dank zij de vergevorderde gezondheids maatregelen, die in ons land en in onze overzeesche bezittingen geno men zijn. De waarde hiervan be seft men echter eerst, wanneer men in Britsch-Indië vertoeft, waar Jaar lijks duizenden het slachtoffer van deze vreesclijke ziekte worden. In de maanden Mei en Juni met hun soms tot 120 gr. F. oploopende temperaturen brengt deze ziekte vaak een ware verwoesting teweeg onder de bevolking. En geen won der, want de hygiënische toestan den zijn daar in de binnenlanden nog verre van modern. De afwate- is er meestal bijzonder slecht en de vuile poelen en plassen vormen ideale broedplaatsen voor de gevreesde bacillen. Men kan zich dan ook wel voorstellen, dat de cholera-epidemieën in vroeger tij den nog veel grootere verwoestingen aan richtten. Overigens ligt de geschiedenis van de Aziatische cholera vóór 1871 nagenoeg in het duister. Toch komen in de oude •Sanskrit-geschriften reeds mededcclingcn omtrent deze ziekie voor, waar ze aange duid wordt met den naam „mahamari", wat zooveel als Groote dood beteekent. Eerst uit de voorlaatste eeuw wordt aangaande de cholera het een en ander meegedeeld, wat als waar aangeno men kan worden. Het is bijvoorbeeld wel zeker, dat de cholera van 1768 tot 1771 te Pondiclierrv en omstreken gewoed heeft, waarhij 16.000 menschen over leden. In 1783 hecrschte de gevrees de ziekte aan den bovenloop van den Gangcs en eischte er binnen 8 dagen 20.000 slachtoffers. De ei genlijke geschiedenis van de chole ra begint feitelijk pas wanneer zij zich over geheel Voor-Indië ver breid heeft, om zich dan allengs over alle bewoonde deelen van de aarde uit te strekken. In de vorige eeuw woedde immers deze ziekte ook regelmatig in Europa. In 1821 kwam zij uit Bombav naar de Oost-kust van Arabic, vandaar langs de Perzische Golf naar de Euphraat en verder naar Perzië. In korten tijd waren nu ook Pa lestina en Syrië aangetast en in 1832 had zij te Astrakan Europeesch grondgebied be reikt. Reeds in dat zelfde jaar werd Duitsch land door een cholera-epidemie aangetast. 4er»- iil ook Frankrijk er niet voor gespaard bleef. Gewoonlijk werd de ziekte door het scheepsvolk overgebracht, zoodat het van- zelfspreekt, dat ook Nederland er niet voor gespaard bleef. Omstreeks de jaren 18-49 en 1850 werden er hier in ons land duizen den menschen weggerukt, terwijl ook het jaar 1867 tallooze slacht offers maakte. Door de steeds toe nemende gezondheidsmaatregelen verdween de ziekte langzamerhand uit Europa en in 1894 en 1895 de den zich nog slechts hier en daar enkele gevallen voor. Geheel anders echter in Britsch-Indië, waar men vooral in het binnenland op het gebied van hygiëne nog geen groote vorde ringen gemaakt heeft. Gebrek aan zuiver drinkwater, een slechte afwatering en een vuile behuizing zijn de groote veroorzakers van deze ziekte, waarvoor de bevolking van zelfsprekend zeer bevreesd is. De arme Hindoebevolking brengt dan ook zware offers aan de godin „Kaly", de godin der cholera. Deze monsterachtige vrouw, met twee armen, abnormaal hoofd, slag tanden, loshangend haar en mis vormde voeten, komt, zoo vertelt de bevolking, als het donker wordt, uit haar hol. Wie zij achterhaalt, is ten doode opgeschreven. Vandaar dan ook de ontelbare offers om haar maar gunstig te stemmen. Wan neer dan ook in een dorp een groot deel van de bevolking overleden is, gaan de overgeblevenen over tot een offerfeest voor de godin. Er wordt vee geslacht geiten en schapen of kippen, waarna het vleesch, met gele rijst en bloemen wordt neergelegd rond haar beeld of haar denkbeeldige woonplaats. In de na bijheid wordt ook een vuurtje aangelegd. De deelnemers drinken dan „toddy" een kwaadaardigen li keur uit palmsan verkregen, die de gebruikers spoedig in een soort de lirium brengt. In dezen toestand verklaart één der vrouwen zich bezeten door den „Kaly-geest"; zij trekt haar haren los, begint wtld te dansen, spert de oogen wijd open, gilt en blaast, kortom, ze wordt een ware furie. Tenslotte valt ze uitgeput op den grond neer en deelt den belangstellenden om standers dan mee, wat er aan de godin geofferd moet worden, om haar vriendschappelijk te stemmen. Bij bet bestudeeren van deze ziekte valt hetonmiddellijk op, dat zij zich steeds op dezelfde wijze vertoont, zich liefst langs waterwegen voortplant en met een eigenaar dige hardnekkigheid aan bepaalde streken de voorkeur geeft. Intusschen is de ziekte niet besmettelijk op een wijze als pokken of roodvonk, waar reeds aanraking der huid de ziekte kan overbrengen; de smet stof der cholera moet men zoeken in de ontlaste stoffen der lijders en aan Robert Koch is het te danken, dat wij de „cho- leravibrionen" zooals men de verwekkers noemt, als zoodanig beschouwen. De ziekte heeft meestal een vreeselijk verloop* De lichte gevallen verloopen als een een voudige cholera-diarrhee, waarbij echter door het groote vochtverlies een haast on- leschbare dorst optreedt. Een reeds wat ergere graad van de ziekte wordt cholerine genoemd, waarbij alle verschijnselen hef tiger optreden; de echte cholera heeft meest al den dood tot gevolg. De patiënt voelt zich mat en rillerig, heeft overal pijn, hij begint heftig te braken, zijn gezicht ver valt en een inwendige hitte veroorzaakt een vreesclijke dorst. Langzamerhand wordt de huid rimpelig, handen, voeten en oóren en verder het geheele gelaat worden zwart, terwijl de patiënt een ontzettenden stank verspreidt. Tn den regel blijft het bewust zijn ongestoord, al verkeert de zieke vaak in een apathischen, eenigszins versuften toestand. Ge lukkig maakt de dood meestal na 24 uur een einde aan het lijden. Natuurlijk is tegen deze ziekte wel bef een en ander te doen, zooals onderhuid- sclie inspuitingen, het toedienen van be paalde geneesmiddelen, maar het spreekt \an zelf, dat, wanneer de ziekte zich zoo plotseling over een groote streek ver spreidt, hiertegen weinig of niets gedaan kan worden, vooral wanneer die streek ver van de beschaafde wereld gelegen is. Er zullen dan ook nog jaren overheen gaan, eer men er ook in Britsch-Indië in geslaagd is, een einde aan de epidemieën te maken, die het land er van tijd tot tijd veront rusten. Gezondheidsmaatregelen zijn daar voor een eerste vereisehte en zoover is de Ri ilsch-Tndische bevolking voor een groot deel voorloopig nog niet. De F.ngelschen Kunnen, wat dat betreft, nog heel wat goed werk verrichten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 12