Greetje wil niet naar de stad Heide jxmqmt en meibjeA! Oplossing raadsel vorige week edgar rice burroughs Een extra grote taart ligt op kantoor te wachten op het vriendje, dat deze week de gelukkige was. Als hij er iedere dag een hapje van neemt, i\eeft hij net voor twee maanden genoeg. Toch raad ik hem dat met aan, omdat dat laatste hapje nu ja... wat minder smakelijk zou mogen zijn. Mor gen hebben jullie vacantie, tenminste van mij, voor de grote schoolvancantie zal je nog een paar weken geduld moeten hebben, nog een paar weken hard moeten werken, om met mooie rapportcijfers van je vrij heid te genieten. Voor die tijd schrijf ik jullie dus niet meer en vandaag kom ik dan alvast met m'n beste wensen voor die fijne vrije dagen in het laatst van Juli en de hele maand Augustus. Natuurlijk wens ik, dat ze zonnig mogen zijn, zó zonnig zelfs, dat je iedere dag naar het strand en de duinen kan, dat je als koffie zo bruin en als de leeuwerik zo vrolijk mag worden. En nu zal ik gauw vertellen wie die grote taart gewonnen heeft, want jullie zitten vandaag natuurlijk allemaal te springen van ongeduld op je stoel, om dat te lezen. Nu, hier staat zijn naam: ANTOON VOS, Zwaanstraat 8 a, Jij hebt er bij geboft, Antoon, dat je juist van de week, na enige weken van absentie, pen en papier weer opgepakt hebt. Je moeite is beloond met iets heel fijns. Eet smakelijk. Als ik je vanmiddag bij me in de buurt zie, zal ik kijken of je lippen nog loopt af te likken. Jan Strous, Vlissingen. Mijn vacantie valt in Augustus, Jan, de eerste twee we ken, als de. kinderen ook vrij hebben van school. Dan kunnen we uitgaan de hele dag. Van Vlissingen naar Den Helder fietsen is inderdaad wel een beetje te ver. Of je moet er drie dagen over doen. Nu, je zoekt me wel op, hè, als je door Nieuwediep rond zwalkt. Piet Strous, Vlissingen. Twee maan den zijn gauw om, Piet, te gauw, en dan gaan we weer met nieuwe zin aan het pen nen, jullie aan mij en ik aan jullie. Laat ons hopen, dat we veel zon gehad hebben en veel frisse zeelucht gehapt, zodat we ver jongd de winter tegemoet gaan. Rika Koningstem. Je zal naar de speeltuin in Bergen moeten, Rika, om te schommelen en te „rupsen", want op de kermis kan je het niet. O nee, in Bergen is ook geen rupsbaan, wel een rutchbaan. Nu, dan zal je naar de duinen moeten, daar zijn wel rupsen en dat is nog gezonder ook, want je wordt er niet zo draaierig van en het kost je geen „duppie". Piet Dirks, Breezand. Jullie hebt het Woensdag getroffen met het weer, Piet, toen die school van jullie is uitgevlogen naar Hiusduinen, naar Schoorl en Bergen en naar Amsterdam. Met welke groep ben je mee geweest? En volgende keer als je me schrijft, ben je van school af en schil dersleerling. Dat zal een groote verandering zijn. Je moet me dan nog eens schrijven hoe of het je bevalt. Gerard Jellema. Jullie hebben dus ste keltjes thuis, 't Is te hopen, dat je er een mannetje en een kuitschieter bij hebt, dan kan je nog kleine stekeltjes krijgen en dat is zo leuk. Het bouwen van het nestje eerst en dan het kuitschieten en het groeien van die speldenkopjes van stekeltjes. Daar kan je weken van genieten. Klaas Jellema. Jullie zijn wel op erg gemakkelijke wijze aan je stekeltjes geko men, Klaas, 't Is alleen de vraag of ze in leven zullen blijven, als ze al op de kant lagen Ze zijn niet zo erg sterk, maar mis schien, als je er goed voor zorgt en er om denkt, dat je eenige waterplanten krijgt; want dat is nodig voor de zuusrtof. Loesje Flotat. 't Is weer mis, Loesje, de taart is aan je neus voorbijgegaan. Het spijt me voor je, maar de toekenning is zo eerlijk mogelijk en ik hoop dus, dat je met September wat gelukkiger zal zijn. Piet Goebert. Begrijp je met wat ik er mee bedoelde, Piet, toen ik de vorige week schreef over ons „laatste zomerbab- beltje". Wel, dat is nogal eenvoudig. Voor dat we elkaar weer schrijven is het Sep tember, dat is de herfstmaand. Brrrr, ik ril als ik er aan denk. Marianne Bruin. Hartelijk dank voor je goeie wensen met het oog op m'n vacan tie, Marianne. Ik hoop, dat de mijne net zo prettig zal zijn als die van jou en die van jou zo fijn als de mijne, 't Is een beetje in gewikkeld, hè, om dat uit te zoeken. Jan Koomen. Nu Jan, ik vind het niet zo heel erg, dat je nog niet zwemmen kan, hoor, maar als je toestemming hebt van vader en moeder, moet je het toch gauw leren, want het is „reuze gezond" en we hebben hier water genoeg. Teuntje Kloosterman. Gefeliciteerd, Teuntje, met je verjaardag op 6 Juli. Ik ben vast niet te laat, maar als ik het vandaag niet doe, kan ik je pas met September schrijven en dan staan we er nog verder vandaan. Willy Kerkhoven, Ja, Wil, daar kijken vandaag zestig paar grage ogen naar uit, naar die taart, en evenzovele monden wor den afgelikt. Maar er is er maar één, die hem op zal kunnen eten en dat is het vriendje in de aanvang van m'n praatje ge noemd. Jammer, dat jij het niet was, hè? Maar je begrijpt, het is voor die andere zestig even jammer. Beppie Vink. Dank je wel voor al die vriendelijke wensen, Beppie. Nu, het ziet er voor jou met de vacantie ook prettig uit. Een vader die al zijn verlof nog heeft en de duinen en het strand vlakbij. Wat wil je nog meer. Etha Krigee. Je bent te laat begonnen, Etha, want bij het welkomstwoord van van daag moet ik meteen een afscheidsgroet plaatsen tot September. Eens kijken of ik je dan weer onder m'n vriendinnetjes tel. IMarietje Weeda. Ik heb jou Zondag niet gezien, Marietje, en ik zou wel eens willen weten waar jij vlak achter me ge lopen hebt, want ik weet op het oogenblik niet eens of ik wel de deur uitgeweest ben, dus zal je je vermoedelijk vergissen. Mijn zomerplannen staan nog niet vast, maar als het hier mooi weer is, kan je ook hier fijn genieten. Ik houd veel van het strand en de duinen. De Bengeltjes. Als ik je Dinsdag tegen kom, zal ik je nog wel even aan je haar trekken, Thea, en je een hand drukken als gelukwens voor je verjaardag. Nu, doe ik het in de krant, met deze drukletters. Knip ze uit en hang ze boven je bed en lees ze dan Dinsdagmorgen vroeg. „Heil, heel har telijk gefeliciteerd, een zonnige dag en een zonnig jaar, hoor." Bali, Annie en Cor v. Bynen. Zal ik je eens vertellen welke leuke verrassing ik van de week ontving? Een anzichtkaart van je vader uit Indië, met een heel vrien delijk schrijven. Ik vond het reuze leuk en bedank hem meteen maar in dit ons hoekje. Als de ondertekening in je poëzie-album van dezelfde hand was als het versje, dan is hij niet van mij afkomstig, drietal, maar heeft de juffrouw het er automatisch on dergezet. Als je wil mag je het Woensdag nog wel even op kantoor brengen en dan zal ik het onderteekenen, hoor. Maandag en Dinsdag ben ik niet in de stad. Rika Keyzer, Den Burg. Zweef en draai maar niet te veel, Rika, anders ga je straks nog met draaierij in het leven óm en dat is niet goed. 't Is maar een grapje, hoor, dat begrijp je zeker wel. Arie de Hoop. Fijn, Arie die logé bij jullie, dat geeft altijd iets feestelijks. Ik weet me tenminste nog goed te herinneren, dat wij het thuis vroeger fijn vonden als er een neefje of nichtje kwam, of een oom of tante, of een grootvader of grootmoeder. Annie de Hoop. Zie je wel, daar heb je al iets van dat fijne van zo'n logé, ze ne men bijna altijd wat mee, je zusje een pop, je broertje een bouwdoos en jij drie zak doekjes. Ik dacht het wel, het is te hopen, dat er van de zomer nog maar veel nichten en neven komen. Mary Jurg. Ik hoop, dat je overgaat, Mary, want dan staat die fijne reis naar Rotterdam op het zomerprogramma. En Rotterdam heeft een mooie dierentuin en fijne plantsoenen en niet te vergeten de grote Maasbruggen, waar ik best een dag op zou kunnen staan, zonder me te ver velen, want dat is een boeiend schouwspel, die tientallen schepen en scheepjes, die daar op het brede water voorbijtrekken. Loeki en Leon v. d. Wal. Dat is niet waar, Loeki, dat wanneer je een taart of een boek gewonnen zou hebben, je niet meer mee zou mogen doen met de verlo ting. Het is immers meermalen gebeurd, dat vriendjesdrie of vier boeken wonnen. Dat zou niet eerlijk zijn als je dan uitviel. Het is dus heel goed mogelijk, dat jij een taart wint. 's Is wat erg vroeg om je nu reeds geluk te wensen met je verjaardag, die in de vacantie valt. Vertel me later maar eens wat je gehad hebt. Dank je wel voor alle vriendelijke wensen voor m'n vacantie. Het vriendje dat me over zijn egel en schildpad geschreven heeft, ver zuimde zijn naam te vermelden. Een egel heb ik nooit gehad, maar een broer van me had er een paar en die heb ik 's avonds in het donker wel over de plaats zien schui ven. Net een paar grote ratten. Heus een beetje griezelig. Een schildpad vind ik leu ker. 't Is fijn, dat je een fiets krijgt. Ik was ook reuze blij, toen ik m'n eerste fiets kreeg, ik poetste hem wel viermaal in de week op. Jaap v. Stryen. Ook jij bent aan de late kant met je vriendschap, Jaap, maar natuurlijk ben je welkom en ik hoop je met September terug te zien. Jou kan ik wel feliciteren met de tiende verjaardag, die gelijk met de verjaardag van Prins Bern- hard valt. Leuk, dan zijn er een hele massa vlaggen in de stad uitgestoken en je kan denken, dat het voor jou en Piet is. Nu Jaap, tot September. Gerda Berkhof. Dank je voor het versje, dat je zond, Gerda, toch vind je het hier onder niet. Ik vind het minder geschikt voor de kleintjes. Ze zullen het leuke ervan niet begrijpen. Toch is het een aardig vers, hoor. Leendert Kloosterman Jij hebt een fijn vooruitzicht met dé vacantie, Leendert, je vader en moeder vieren hun koperen bruiloft Je mag dan extra lang opblijven omdat je toch geen school hebt en krijgt natuurlijk een hele massa lekkere dingen. Je moet maar boffen. Tini v. Brede rode, Wat zal je met September veel te vertellen hebben, Tini, want jij kan gezellig schrijven en natuurlijk beleef je een hele massa leuke dingen met al die vrije dagen. Ook het vers dat jij zond van J. P. Heye, is een aardig vers, maar ook niet geschikt voor het Kinderhoekje, 't Is uitstekend voor groteren. Jongens en meis jes van de hoogste klassen of van de MULO, maar niet vkn óns groepje van 8 tot 12. Gerard Molenaar. Afgesproken, Gerard jij stuurt me direct na afloop van jullie driedaagse fietstocht een verhaaltje er over. Misschien kan ik er iets uithalen voor de krant. Beloven doe ik het niet, hoor, ik moet het eerst lezen, 't Is meteen een goede oefening voor je. Jongens en meisjes, 't ls vandaag een lang praatje geworden, maar dat komt om dat ik jullie voor het laatst allemaal een flink portie wilde g'wen. En nu... tot Sep tember, en ongmaals, veel plezier met de grote vacantie. KINDERVRIEND. De Afrikaanse vogel, die snel kan lopen en mooie veren heeft is de struisvogel. Slaap, Tante, Roest, Uilen, Ieder, Schol, Vader, Onder, Ghren, Erker, Leder. Goede oplossingen ontvangen vant Jaap v. Strijen; Loek en Leon v. d. Wal; Frans Groote; Mary Jurg; Annie en Arie de Hoop; Annie en Co Visser; Henny v. Os; Bali, Annie en Corrie v. Bijnen; Johan v. d. Poll; Eduard v. d. Poll; Antoon Vos; Henk Prosper; Ali Doves; Hanny Visser; Corry v. d. Kooy; Piet Klik; de Bengeltjes; Riek Hen- drikse; Leontine, Coen, Neeltje en Fritsje Coster; Annie Krijnen; Willy Krijgen; Marie tje Weeda; Etha Krigee; Nelly Rotgans; Beppie Vink; Willie Kerkhoven; Teuntje Kloosterman; Nelly Visser; Marianne Bruin; P. C. Goebert; Lena v. Amesfoort; Loesje Flotat; Jan Bek; Frans Weisenborn; Ma- rietje Eskes; Tiny Bakker; Klaas en Gerard Jellema; Loeki Janssen; Ida Izeboud; An nie Janssen; Pieter Dirks; Rika Koning stem; Jan en Piet Strous, Vlissingen en Rika Kezyer, Den Burg. „Greetje, vanmiddag komen er enige padvindsters hier en die blijven vannacht slapen, vindt je dat niet prettig?" vroeg moeder aan haar dochtertje. Maar Greetje schudde het hoofd. Waar om zou zij dat prettig vinden, zij kende toch die vreemde meisjes helemaal niet. En dan, kinderen uit de stad, die schepten na tuurlijk op en vonden hier buiten alles pri mitief en eigenlijk niet goed genoeg voor hen. Neen, Greetje had veel liever, dat moeder het maar niet aangenomen had, om die meisjes hier te laten slapen. „Kind" zei moeder verder, „wat trek je toch een sip gezicht. Is dat nu alleen om dat je over veertien dagen naar Tante Mien in de stad gaat? Dat is toch voor je best wil. Je weet net zo goed als wij, dat je hier in het dorp op school niet verder le ren kunt en je wilt toch zeker wel meer kennen, dan je op het ogenblik weet?" „Ach moeder, dat is toch niet nodig, laat mij hier bij U blijven en U in de huishou ding helpen", smeekte Greetje, terwijl de waterlanders te voorschijn kwamen. Het was bijna twaalf uur en om kwart over twaalf kwamen vader en de knechts van het land om te eten en dan moest het eten op tafel staan, want de mannen had den hard gewerkt en waren dus hongerig. Maar een ogenblikje tijd had moeder nog wel voor haar kleine meid. Zij ging even op de drempel zitten en trok Greetje op haar schoot. „Waarom vind je het toch zo erg om naar Tante Mien te gaan?" vroeg moeder zacht. „Zij is toch altijd even aardig voor je geweest, als zij hier was." „Ja, dat wel", snikte Greetje, „maar ik ben zo bang voor de mensen in de stad, die zijn altijd zo naar, als zij eens hier langs komen en.... ik blijf veel liever bij vader en U." Moeder zuchtte eens. Het was moeilijk Greetje aan het verstand te brengen, dat het niet anders kon en dat zij de M.U.L.O. in de stad moest doorlopen. Zij zou dan bij tante Mien wonen en iedere Zaterdag middag en Zondag thuis komen, want de stad lag gelukkig nogal dicht bij het dorp. Maar zelfs dat kon Greetje, die enigst meis je was, niet troosten. Moeder ging weer vlug verder voor het eten zorgen, terwij] Greetje haar tranen droogde, want zij wilde voor haar vader niet weten, dat zij zo kinderachtig was. 's Middags vroeg moeder haar om wat bloemen te plukken. Dat vond Greetje een prettig werkje en zij huppelde de weide op, waar zij al gauw een aardig bouquetje bij elkaar had. Terwij] zij druk bezig was met dit werkje, hoorde zij uit de verte het ge zang van een troepje meisjes. Greetje keek eens in de richting waar het geluid van daan kwam en daar zag zij acht meisjes aankomen, die allemaal een padvindersjurk droegen en waarvan het eerste meisje een vaantje in haar hand had. Zij waren bloots hoofds en wandelden opgewekt naar de boerderij toe, terwij] zij een vrolijk mars liedje zongen. Zouden dat de meisjes zijn, die bij ons logeren? dacht Greetje en zij rende wat zij kon om nog voor de meisjes thuis te zijn. Maar zij was juist even te laat, want moe der ontving het troepje juist, toen Greetje aan kwam lopen. „Kijk, en daar is mijn dochtertje, Greetje heet zij", lachte moeder. Greetje was zo verbaasd, dat de meisjes er zo anders uitzagen, dan zij zich had voorgesteld, dat zij in haar verbazing haar bouquetje bloemen aan het grootste meisje gaf, die het vriendelijk dankend aannam. Het eigenaardige was echter, dat Greetje zich tussen deze meisjes dadelijk op haar gemak voelde, zij deed de spelletjes mee en luisterde 's avonds, toen de leidster aan het troepje enkele mooie verhalen en sprookjes vertelde. N Greetje deelde hen mede, dat zij over twee weken naar de stad moest, om daar op school te gaan, waarop de leidster vroeg: „Wil je ook padvindster worden, dan zul len wij het nu dadelijk aan je ouders vra gen." Dat wilde Greetje wel en de leidster ging naar binnen om deze zaak met de Ouders te bespreken. Dezen waren veel te blij, dat Greetje eindelijk nu wel naar de stad wil de, want zij hadden er allebei een zwaar hoofd in gehad. Zij gaven dan ook onmid dellijk hun toestemming. Toen de meisjes de volgende dag af scheid namen, want zij maakten een wan deltocht en moesten dus verder, kwam er aan het wuiven geen einde en pas toen zij in de bocht van de weg verdwenen waren, keerde Greetje zich met schitterende ogen tot haar moeder en zei: „Hé moeder, ik ben nu zo blij, dat ik naar de stad ga, omdat ik padvindster mag worden, dat ik bijna niet wachten kan, tot de veertien dagen om zijn." En zo vertrok Greetje inplaats van hui lend en bedroefd, als een opgewekt, vrolijk meisje het nieuwe leven tegemoet. In Japan heeft men ontdekt, dat uit haaien olie gemaakt kan worden, die bij zonder goed is voor de motoren van vlieg machines, want ook wanneer de tempera tuur erg verandert, verandert die olie niet. DOOR No. 14. Het doden van den Rus door zijn grote, ge trainde aap was lange tijd in Londen het ge sprek van de dag. De couranten stonden vol van het mysterie omdat er geen spoor van het verdwenen dier werd gevonden. Maar als gewoonlijk kwam ander nieuws spoedig de aandacht vragen en iedereen ver gat dit feit. Maar Tarzan van de Apen be greep. toen alle pogingen om zijn zoon terug te vinden zonder resultaat bleven, dat er op de een of andere manier verband moest be staan tusschen Akoet en de verdwijning van Jack. Op het oogenblik, dat een stoomschip naar Afrika wilde vertrekken, kwamen er op het laatste nippertje nog twee passagiers aan boord. De eene bleek een oude dame te zijn, zwaar gesluierd en zo zwak door haar hoge ouderdom, dat zij door een jonge man geleid moest worden, die vertelde, dat deze invalide zyn grootmoeder was. De jongen stond niet toe, dat er gedurende 3e lange reis iemand in de hut kwam. en er werd niets meer gezien van de oude dame, voordat ze van boord afging. De zorgzame jongen had zelfs het werk in de hut voor zijn rekening genomen, omdat volgens zyn zeggen, de tegenwoordigheid van vreemden meer was dan de oude, zeezieke dame kon verdragen. Buiten de hut en niemand wist, wat hij daar binnen deed, was de jongen heel opge wekt en normaal. Hij sprak met de passa giers en werd de lieveling van de officieren en bemanning. Maar op de vragen betreffen de zijn ..grootmoeder" was hij eigenaardig zwygzaam. Onder de passagiers, die met den jongen in kennis wilden komen, doch met heel weinig succes, was een bekend oplich ter, die in minstens een dozyn landen „ge zocht" werd. Hij had weinig aandacht aan den jongen geschonken tot hij hem op zeke ren dag toevallig een dikke rol bankpapier had zien ontvouwen. Van dat ogenblik af loerde de man er op om een gelegenheid te vinden, dat geld in zijn zak te laten verdwij nen. Hoe slim hy ook was, tot de dag, tot ze op de Afrikaanse kust aankwamen, had hjj nog geen succes gehad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 13