Het nieuwste soort oorlogsschip de kruiser-duikboot VOOR VELTHUIJS Het kan een artillerie-gevecht met lichte kruiser en jager aanbinden Kon.Ned. Ver. Onze Vloot Het nieuwste soort oorlogsschip de kruiser duikboot ll Reist per „ESONA" Hebt U hem ook al geprobeerd? HEEM AF Ingezonden. Vierdaagsche flitsen Het kan een artilleriegevecht met lichte kruisers en jagers aan binden. De heer Jan Ressing schrijft aan de Nw. Rt. Courant: We vestigen de aandacht op een nieuw soort oorlogsschip: de kruiser-duikboot. We beweren niet dat de Kon. Ned. Marine precies zoo'n zelfde type schip dient te hebben. Maar het is noodzakelijk de in de praktijk bewezen moge lijkheden van den kruiser-duikboot te bestudee- ren. Un homme averti en vaut deux! Een land, dat uitgestrekte koloniën en lange scheepvaart lijnen bezit, moet in zijn militaire marine ook enkele eenheden hebben, die geheel alleen kun nen vechten, als 't ware als „franctireur" of als kaper. Een land, dat voorloopig geen vijande lijke slagvloot in zijn wateren kan tegenhouden, kan haar bij verrassing wel ernstig nadeel toe brengen, haar verbindingslijnen onveilig maken en de eventueel haar volgende of begeleidende troepen transportschepen trachten in den grond te boren. Voor deze rol i£ de kruiser-duikboot het ideale wapen. Door zijn zware verdragende kanonnen en zijn pantser, is dit soort oorlogs schip in staat bij een plotseling verschijnen iederen lichten kruiser van 7000 a 8000 ton en iederen jager groote schade toe te brengen, zoo niet te vernielen, voordat deze gelegenheid heeft door zijn grootere snelheid te ontsnappen of wel vliegtuigen te ianceeren. Voorts kan de kruiser-duikboot ongestraft ieder convooi aan vallen en door een zwaar bombardement paniek aanrichten in vijandelijke havens of vlootsteun- punten. Zijn werkingsradius veroorlooft hem ook eigen convooien over de oceanen te bege leiden en dan nog eigen vèr afgelegen of mis schien door den vijand geïsoleerde steunpunten hulp te gaan bieden. Een gewone duikboot zou, daar eenmaal aangekomen, met zijn torpedo's het bedreigde steunpunt slechts een zwakke assistentie kunnen verleenen. De kruiser-duik boot kan een artillerie-gevecht aanbinden. De artillerie spreekt ter zee het laatste woord, ondanks torpedo's, mjjnen en bommen! Het tasten en zoeken naar deze uitvinding. De eerste ervaringen met deze uitvinding hebben, zooals het meestal gaat, slechts teleur stellingen opgeleverd. De Engelsche, in 1921 ontworpen X 1 was eenvoudig een groote duik boot met geschut en pantser. De juiste vormen van een tevoren nog niet bestaan hebbend schip moeten proefondervindelijk in de praktijk of in den laboratoriumbak (met kunstmatige gol ven) gevonden worden. De X 1 mat aan de op pervlakte 2425 ton, onder water 3600 ton. Zijn lengte was 107 m, zijn breedte 9 m. Zijn 2 moto ren leverde tezamen 6000 pk. Snelheid boven water 19 knoopen, onder water 9 knoopen. Er waren 130 man aan boord, 4 kanonnen van 132 mm, 2 mitrailleuses en 6 lanceerbuizen van 533 mm. Na een moeilijke constructie van 5 jaren, na tallooze proefnemingen en veranderingen, die zijn aanschaffingsprijs van 1 millioen ver dubbelden, na een langen kruistocht in de Roode Zee, hoorde men van den X 1 niet meer spreken. Hij werd het vorig jaar gesloopt. De volgende kruiser-duikbooten, de 3 Amerikaan- sche van het type Argonaut (ontworpen 1925) van resp. 2700 ton boven en 4000 ton onder water, gaven reeds betere resultaten en zijn nog steeds in gebruik. Hun lengte is 116 m, hun breedte 13 m. Hun 2 motoren van tezamen 8000 pk geven hun een snelheid boven water van 17 knoopen en onder water van 8 knoopen. Er zijn 7 officieren en 80 man aan boord, 2 kanonnen van 152 mm, 4 lanceerbuizen van 533 mm en 60 mijnen. Het zijn dus tegelijkertijd mijnleggers. De eerste kruiser-duikboot, die ten volle aan alle eischen voldoet en zelfs alle verwachtingen overtreft, is de Fransche Surcouf, genaamd naar den Bretonschen kaper, die zoolang voor de Engelschen de zeeën onveilig maakte tijdens de Napoleontische oorlogen. Met den mastodont Normandie, die pantserkruisers, Duinkerque en Strasbourg, de 6 lichte kruisers type Le Gali- sonnière, de kruiser Algérie en de 30 jagers van 2700 ton (43 46 knoopen), behoort de Sur couf tot de mooiste schepen, die ooit in Fran krijk gebouwd zijn. De inrichting. De voornaamste gegevens van dit schip zijn: Waterverplaatsing 2900 ton boven, 4300 ton onder water. Lengte 10'fm, breedte 9 m, diepgang 7.20 m; op stapel gezet in het arsenaal van Cherbourg in 1927; in dienst gesteld 1934. De krachtbronnen zijn 2 Diesel- Sulzer motoren ter gezamenlijke sterkte van 7800 pk. Zij geven den Surcouf een snelheid aan de oppervlakte van 18 knocpen; 2 elec- trische motoren van tezamen 3400 pk geven een snelheid onder water van 10 knoopen. De werkzaamheidsradius is 12,000 mijl met een snelheid van 10 knoopen; de grootste be reikbare diepte is 80 m. De bemanning bestaat uit 150 officieren en minderen; de bewape ning uit 2 kanonnen van 2 0 3 mm in een draaibaren pantserkoepel, 2 van 37 mm tegen vliegtuigen, 4 machinegeweren van 20 mm, 10 lanceerbuizen van 550 mm, 34 Buitenl. Spoorbiijetfen (met kortingen) Scheepspassages Lucht vaarlbiljetten Goedkoope privéreizen Zwits. hotelplanreizen Reismarken, cheques, Vreemd geld Hotel- en treinreserveering REISBUREAU t. o. Postbrug torpedo's in vooraad, 1 vliegtuig met bom men. De geschutskoepel en de commando toren zjjn bepantserd met 120 mm; het boven water uitstekende stuk romp en de bovenzode der ballasttanks ten deele met 120 mm, ten deele met 75 mm. De romp heeft uiterst robust geschraagde staalhuiden, welke electrisch gelast zijn. Door een nauw keurig bestudeerde verdeeling in vakken en schotten hoopt men de uitwerking van inslaande projectielen of in de nabijheid ont ploffende anti-duik boot-mijnen zooveel moge lijk te beperken. De ouderdomsgrens is 13 jaar. De Surcouf is een ware kruiser, die voorraden, munitie, torpedo's, brandstoffen en levensmiddelen bezit, welke hem ge schikt maken voor een langdurigen kruis tocht over de oceanen. Toen de état- major der Fransche marine eenmaal in het bezit was van dit prachtig instrument van ver-verwijderd offensief en van strategische verrassing, heeft hij niet geschroomd om het duchtig aan den tand te voelen. Volgens methode werd de Surcouf voortdurend onder alle mogelijke weersomstandigheden (dus niet slechts bij de gewone manoeuvres der vloot) „in den slag geworpen". Zijn materiaal en personeel werden op de proef gesteld en gewend aan de realiteiten van den kaper- en verdedigingsoorlog. De handigheid van het personeel met een bepaald wapen wordt slechts door langdurige praktijk verkregen. Sinds 4 jaar heeft de Surcouf op voet van oorlog geleefd, in een voortdurenden mate- rieelen en moreelen staat van alarm. Mocht een conflict uitbreken, dan beteekent dit voor de Surcouf alleen de eenvoudige voortzetting van zijn dagelijksche oefeningen. De Engel schen erkennen volmondig, dat de Surcouf een der gevaarlijkste kruisers ter wereld geworden is. De prestaties. In 1934 maakte hjj een kruis-proeftocht van 5400 mijl naar Konakry (Ivoorkust) met de gemiddelde snelheid van 14 knoopen. Zijn bewoonbaarheid was opmerkelijk. Zijn ruime, moderne inrichtingen maken zijn bemanning een lang verblijf in de tropen mogelijk, in op duikbooten ongekende condities van comfort en hygiëne; hetgeen zonder twijfel van mili taire waarde is. Ook wordt het brood aan boord gebakken, hetgeen op geen andere duikboot voorkomt. In 1935 maakt hij tal looze oefeningen te zamen met het eskader van Brest; en tactische oefeningen' van be scherming of aanval van convooien in samen werking met vliegtuigen. In 1936 begaf hij zich naar de Antillen, waar met den flottille- leider-mijnlegger Emile Bertin (5600 ton, 40 knoopen, 6 kanonnen van 155 mm) en de jagers Audacieux en Terrible (46 knoopen, 5 kanonnen van 138 mm, 6 lanceerbuizen 550 mm) groote manoeuvres gemaakt werden. Een nachtelijke aanval op het tweede eskader slaagde glansrijk; voorts werd deelgenomen aan de vlootmanoeuvres in de golf van Gascogne. Op 10 Maart 1.1. is de Surcouf voor een kruistocht naar de Antillen via Casa- blanca, vertrokken. Met de terugreis via Konakry was dit een tocht van te zamen 10,000 mijl. De voornaamste eigenschappen van dit schip zijn: uithoudingsvermogen en groote, plotselinge gevechtskracht. (afd. Den Helder). naar Schoorl, Alkmaar, A'dam Algemeene Vergadering. Dinsdagavond had in het Kegelhuis een al gemeene vergadering van bovengenoemde ver- eeniging plaats. Hoewel de opkomst der leden niet groot was, bleek toch in den loop van den avond dat bjj de aanwezige leden veel interesse voor de te behandelen punten bestond. Na het openingswoord van den voorzitter, ir. S. Vis- man, volgde voorlezing der notulen, welke door de alg. vergadering werden goedgekeurd. Hier na kwamen de ingekomen stukken aan de orde, waaronder een schrijven van het Hoofdbestuur over het begrootte tekort ad 1400.voor 1938. Dit schrijven hield een verzoek in om van de leden, die meer dan de minimum contributie betaalden, 50 pet. af te dragen aan het hoofd bestuur. Het afdeelingsbestuur deelde mede, dat aan het Hoofdbestuur de toezegging was gedaan medewerking over de jaren 1937 en '38 te verleenen, en dan verder te zien hoe de uit komst zou zijn over de komende jaren. Hier mede ging de vergadering, na eenige discussie, accoord. De voorzitter brengt vervolgens ver slag uit over het boekjaar 1937, waaruit blijkt, dat het ledenaantal op 1 Januari 19371436 en op 31 December 1937: 1669 bedroeg. Uit deze stijging van het ledenaantal is dus wel te con- stateeren, dat ook bij de bevolking de belang stelling voor onze vloot toeneemt. Temeer is dit te constateeren aan de geweldige groei v. h. ledenaantal in het jaar 1938; dit aantal had n.1. op 1 Juli j.1. de 2300 overschreden. Uit de balans en exploitatierekening blijkt verder, dat ondanks de stijging van het ledenaantal de geldmiddelen niet in die mate toenemen. Dit is ook verklaarbaar, daar het werven der leden kosten met zich meebrengt. In het volgende jaar zal dit zich echter wel tot uitdrukking komen. In de commissie voor het nazien der reke ning en verantwoording over het boekjaar 1937 worden benoemd de heeren Uithol, de Vries en Luiten. Deze aanvaarden hun benoeming. Het volgende punt betreft het regeerings- jubileum van H. M. de Koningin. De voorzitter begon met de mededeeling, dat hoewel de Ver- eeniging „Onze Vloot", afd. Den Helder, niet het initiatief nam tot deze feestviering, zij toch in alle opzichten haar medewerking daartoe wilde verleenen. In de eerste plaats werd de mogelijkheid geopend voor de leden van „Onze Vloot" de vlootrevue, welke op 3 September te Scheveningen wordt gehouden, tegen een gere duceerd treintarief te bereiken. Hiervoor is het echter noodig, dat bekend is hoeveel personen van deze gelegenheid gebruik wenschen te maken, waartoe één dezer dagen een circulaire aan alle leden van „Onze Vloot" gezonden zal worden. Deze feestelijkheden, die de tweede helft van den dag en den avond in beslag nemen, bestaan o.a. uit: Demonstraties van 1618 uur en van 21.3022.30 uur der ver schillende oorlogsschepen, défilé om 15.30 uur, en taptoe na. 22.30 uur. Wat betreft de feest viering in Den Helder werd door den voorzitter medegedeeld, dat hier nog niets definitiefs was vastgesteld. Wel was de bedoeling verschillen de wedstrijden in deze feestweek te doen plaats vinden, o.a. motorwedstrijden, gondelvaart e.d. Tevens zou op één der avonden èen historisch- allegorische optocht plaats vinden, waaraan ook de Vereen, „Onze Vloot" maar medewer king zal verleenen. Na rondvraag volgde sluiting. U moet beslist ken nismaken met den eenigen „tapijtrelnl- ger", den N**, STOFZUIGER W f 90.- iLdÉnmsMBwan Verkrijgbaar bjj: A. HILDERING, Tel. 449. Spoorstraat 88 hoek Palmstraat. Geachte Redactie, In verband met het in Uw blad van Dinsdag 19 dezer gepubliceerde onder Raads- verslag en mede in verband met het voor komende onder „Raadsreflexen", van Zater dag j.1., verzoek ik U mij eenige plaats ruimte te willen verleenen voor het onder staande: „VAN EEN OORVIJG EN VAN EENZIJDIGE INLICHTINGEN GESPROKEN". Uw verslag van de gehouden raadsverga dering op Maandag 18 dezer gaf mij reeds voldoende reden om daarop in te gaan. ten eerste, omdat U het publiek niet volledig heeft ingelicht over hetgeen ik heb gezegd ten aanzien van de te bouwen school, en ten tweede, omdat ik tegen dit voorstel was en m.i. juist word ik door Uw verslag gever aangeduid als „De opposant". Ziehier een persoonlijke of eenzijdige voorlichting van het publiek. Ik zou daaruit ook de con clusie trekken, dat door Uw verslagever een ieder, die tegen een voorstel is, of liever ge zegd, een ieder, die niet alles „slikt", moet worden aangeduid als „De opposant". Uw overzichtschrijver onder „Raadsreflexen" doet er nog een schepje op door te zeggen: „De heer Uithol bleek vrij eenzijdig inge licht" enz. Nu vraag ik me in gemoede af, is deze voorlichting als „Pers" eenzijdig of objectief? Of was Uw verslaggever bevoegd te oordeelen, omdat hij deze materie zoo be- heerscht?of is het slechts zijn indruk? of geeft hij de woorden weer van den wethou der? Indien Uw overzichtschrijver goed naar mij had geluisterd in den Raad, dan moest hij toch tot de conclusie zijn gekomen, dat ik nu niet bepaald eenzijdig was ingelicht, want toen ik sprak, werd mij nog bij interrup tie van S.D.A.P.-zijde toegevoegd, dat ik in goed gezelschap was, want ik citeerde o.a. de woorden van den socialistischen wethouder van onderwijs te Amsterdam, drs. Boekman, gesproken door hem ten aanzien van de proef met de 12-klassige school in Amster dam. Verder gaande over de proef met de 12-kl. school, heb ik gezegd, dat op 18 Juli 1936 door het College van B. en W. in Am sterdam een commissie werd samengesteld bestaande uit: den Wethouder voor het On derwijs, den directeur der afd. Ond., den Rijksinspecteur L.O., een gemeentelijke in specteur, 3 leden van den gemeenteraad, een vertegenwoordiger v. h. Nutsseminarium voor Paedagogiek en een vertegenwoordiger 'van de afd. Bond v. N. O., het N. O. G. en de Vereen, van Hoofden van scholen in Neder land. Ik meen wel te kunnen zegen, dat ik in goed gezelschap was en dat van eenzijdige voorlichting geen sprake kan zijn. Deze commissie kreeg tot taak: een onder zoek in te stellen naar de wenschelijkheid en mogelijkheid van differentiatie bij de groe peering der leerlingen in de scholen en klas sen en voorts naar de wenschelijkheid en mo gelijkheid van de vorming van groote scholen. De bewuste commissie kwam o.a. tot de volgende conclusiën: Binnen het verband eener school is diffe rentiatie behalve dan door het individuali- seeren van het onderwijs in de klasse, slechts mogelijk door het vormen van parallel-klassen, waarvan het vormen van grootere dan de tegenwoordige 6-klassige scholen noodig is. De 12-klassige school biedt de mogelijkheid tot het vormen van twee klassen van ieder leerjaar en daardoor tot een beperkte diffe rentiatie der leerlingen van eenzelfde leer jaar met het oog op de groote verschillen, welke bestaan in aanleg en bestemming dier leerlingen. Voorts zegt de comm.: Ten einde ervaring te verkrijgen omtrent de toepassing van een beperkte differentiatie, verdient het aanbe veling op een of meer scholen een proef te doen nemen." Ook zeide Dr. Vos in de Tweede Kamer, dat hij reeds heeft gehoord, dat de Minister voor differentiatie is. Het bovenstaande heb ik in den Raad ge- Het vertrek. Zoo zijn dan, gisterenmorgen om 7.41 uur, onze Heldersche vierdaagsche tippelaars naar Nijmegen vertrokken. W(j kunnen nu niet zeg gen, dat het bepaald in „alle stilte" is gebeurd. Reeds ver voor den vertrektijd waren zij op 't stationsplein aanwezig en voornamelijk de ldeen van „De Jutter" waren zeer rumoerig, wat onmiddellijk bjj eerste oogopslag te ver klaren was... n.1. door het groote aantal damesleden. De leden van „De Zilvermeeuw" gingen zelf bewust hun weg onder aanvoering van hun leider, welke ook nu blijkbaar nog niet kon scheiden van zijn verbandtaschje, dat eenigs- zins uitdagend, maar tevens dreigend, over zijn rug bengelde. De reis. Tot aan Alkmaar was het gezang(?) niet van de lucht. Het Vierdaagsche lied werd in alle toonaarden gezongen. Eenige mondorgel-vir tuozen verstonden hun vak best. Na het over stappen waren we letterlijk in den trein ge stampt. Verscheidene leden moesten, tot aan Amsterdam, een evenwichts-staanproef af leggen, hetwelk hun tamelijk goed afging. Na Amsterdam, waarin we in een keurig gcreserveerden wagen konden plaats nemen, behoefden we niet meer over te stappen. Tij dens dit gedeelte hadden wij gelegenheid een praatje te maken met eenige individueele wandelaars. Onze Oudste Heldersche deelne mer „Opa Scherer", welke 62 jaar is en thans voor de 5de maal gaat meeloopen, vond zonnig weer beter dan regenachtig weer. Hij merkte doodleuk op: „Ja, ziet U, meneer, daar krijgen ze vast geen rheumatiek van". Of allen zoo zullen denken, betwijfelen w(j. Alras hadden wij Nijmegen bereikt. De aankomst. Reeds b(j het verlaten van het station ver kondigt een groote eereboog de hartelijke ge voelens van Nijmeeg s burgerij. Het „Welkom" is geen ijdel woord, maar komt uit het hart en geeft den nieuwaangekomenen direct het prettige gevoel van in een bevriende omgeving ontvangen te worden. Een ongekende drukte heerschte er. Een taxi-chauffeur verzekerde ons, dat zijn baas 26 taxi's in „de vaart" had en het nog niet af kon. Dit al was echter nog niets vergeleken bij de enorme drukte rond de Prins Hendrik kazerne (Kazerne der Koloniale Reserve). Daar was het een verschrikkelijk gewirwar. Zeer tot hun spijt kwamen onze Heldersche deelnemers niet bij elkaar in één tent te liggen. De deelnemers van „De Jutter" kwamen in de Julia nastraat, Tent No. 49, en die van „De Zilvermeeuw" in de Julianastraat, Tent No. 46. Dit uitgestrekte tentenkamp is ook voorbeeldig ingericht. Wij zagen o.a. de Prins Bernhard- straat en de Beatrixstraat, eenige groote eet zalen en waschtenten. Vrij spoedig hadden al onze deelnemers hun stroozakken plat gesla gen en hun dekens gehaald. De rest liet men voorloopig maar rusten. De inwendige mensch versterken was noodiger. Tijdens dit aangename uurtje zagen wij onze Heldersche marinegroepen, voorafgegaan door de Stafmuziek, keurig netjes naar de kazerne marcheeren. Bravo, uw eerste indruk was schitterend. De vlaggenparade, welke vorige jaren des middags op het Molenveld plaats vond, moest, daar ook dit veld met tenten is bezet, nood wendig vervallen en zal nu des avonds plaats vinden op de Wedren. Daar het weer zeer zonnig en de tempera tuur hoog was, maakten verscheidenen reeds gebruik van het zwembad. Allen hielden zich verder zeer kalm en con- centererden zich op de komende dagen. De stemming was uitstekend en alles wijst er op, dat hen een paar prettige dagen staat te wachten. Vlaggenparade. Daar is reeds veel over geschreven, maar ieder jaar is de ontroering voor deze zoo een voudige, maar innige plechtigheid groot. Deze plechtige oogenblikken, welke steeds, ook voor hen, die het reeds zoo vaak meegemaakt hebben, opnieuw een genot zijn. Is het niet simpel! Voor ieder land de vlag omhoog, het volkslied en dan 't défilé. Maar ziet ze staan, de mannen en vrouwen, de jongens en meisjes, allen in diepen eerbied hun vaandel njjgend voor de vlag, naar gelang hun eigen manieren of gewoonten hun ingeeft. Het is spoedig voorbij, maar iedereen dacht een oogenblik aan z ij n volkslied, z jj n vlag. z ij n land. Tjjd om lang hierover te denken is er echter niet; reeds speelt het muziekkorps van de Kon. Ned. Marine den Vierdaagsche Marsch, door duizenden medegezongen, en na het défilé trekken velen nog een urtje naar „De Ver- eeniging", om te luisteren naar ,onze staf". Er heerscht in en buiten genoemd gebouw een ongekende drukte, men kan over de hoofden loopen. Nog lang heerscht er een gezellige drukte in de stad, maar de wandelaars zelf zijn dan allang verdwenen, want den volgenden mor gen om 4 uur is het reveille voor het begin der „Vierdaagsche". Eerste nacht ln de tent. We zullen hierover maar niet alles naar waarheid berichten, want anders... Maar één ding is zeker, van slapen is niets, maar dan ook leterlijk niets gekomen. De lezers(essen) behoeven zich echter niet ongerust te maken, de kussengevechten enz. zijn in 't voordeel van de beide Heldersche vereenigingen geëindigd. De eerste dag. 4 uur reveille. Onzen Heldersche menschen was dit aanvangsuur blijkbaar nog te laat. De meesten waschten zich reeds om 3.30 uur. Het ontbijt in de eettent was wederom zeer goed verzorgd. Broed en koffie in overvloed, terwijl t^ens de boterhammen met kaas en/of jam belegd konden worden. Brood om tijdens den marsch te nuttigen kon worden meegenomen. Precies 5 uur verlieten wij de kazerne. Wij werden uitgeleide gedaan door honderden Nij- megenaars, welke zich op dit vroege uur reeds in dichte rijen langs den weg hadden opgesteVt. Het weer was sch'lterend, het dreigde zelfs een warmen dag te v\ orden. Tot groote vreug de van allee verdween de zon echter later achter de wolken, ttrwjjl er wat verder op den dag zelfs nu en dan etut een klein regenbuitje verkoeling bracht. Het parcours was voor dit maal uiterst zwaar. Veel grindwegen, waarop de passeerende autos het noodige stof deden opwaaien. De lange wandelkaravaan slingerde zich langs Berg en Dal, Groesbeek, over den St. Maartensberg naar De Plasmolen, een heerlijk stukje natuur; dan terug op Mook, Heumen, Overasselt en op de kazerne aam. De stemming zat er prachtig in, vooral „De Jutter" met de buitengewoon groote hoeden, oogstte veel succes. Men wordt kwistig bedeeld met reclame- .middeltjes tegen brandende voeten, blaren, enz., terwijl ook de inwendige mensch niet wordt vergeten. Vandaag ontvingen wij gratis thee, chocolade, zoete most, maggi en een stukje sportzeep. Vooral het aardige theeschenkstertje aan den weg naar St. Anna viel b(j de Helderschen in den smaak. Zoo zelfs, dat dit aardige meisje te midden der wandelaars op de foto werd gezet. Dezen dag blijft de Roode Krüisdienst vrij wel op non-actief, een enkele moet behandeld worden, maar het meerendeel loopt in vlot tempo door en volbrengt den tocht uitstekend. De Helderschen kwamen ditmaal vrijwel allen gelijk binnen. De Stafmuziek haalde de mili taire groepen met muziek in. Wederom ston den honderden langs den weg om nu den in tocht gade te slaan. En zoo kijken allen reikhalzend uit naar den tweeden dag, welke volgens deskundigen de zwaarste is. Laten wij hopen, dat ook aan het einde van dezen dag gemeld kan worden: geen uitvallers. zegd ten aanzien van de 12-kl. scholen eiw derhalve moet ik constateeren, dat van een zijdige inlichtingen geen sprake is. Wethouder De Boer zeide Maandagavond in den Raad evenwel: „wanneer we den weg gingen, die de heer U aanwjjst, zou dat de gemeente duizenden kosten", maar Uw over zichtschrijver vindt een bedrag van „duizen den" schijnbaar niet voldoende en maakt er „tienduizenden" van. Zooiets noemt men het publiek „voorlichten". Maar nu ter zake. De Van Galenstraat- school heeft reeds 8 lokalen beschikbaar en door bijbouwing van 4 klassen, zou dus een 12-kl. school ontstaan, waarmede in Den Helder zooals door mij werd voorgesteld een proef moest worden genomen, evenals in Amsterdam, welke aldaar met succes wordt toegepast. Voor een school van 6 klassen zijn gemiddeld noodig van 186 plus 50 is 236 leerl. voor 6 onderwijskrachten. Voor een 12-kl. school zal dit getal moeten zijn 186 pl. 7 X 50 is 536 om 12 leerkrachten voor rekening van het Rijk te krijgen, derhalve zal een dergelijke school een klasse-gemiddelde moeten hebben van pl.m. 45 leerlingen. Gezien de groote toevloed van leerlingen (er werd zelfs ge sproken, dat we in 1942 weer een nieuwe school zullen moeten bouwen) zal een 12-kl. school evengoed spoedig bezet zijn, en zal het bedrag aan salarissen van de bovental lige onderwijzers, dat ten laste van de ge- m ente komt, niet zoo groot zijn, ten minste niet zooals u schreef van „tienduizenden'. Trouwens, volgens de commissie is een der gelijke proef met een 12-kl. school in het be lang van het kind, waarvoor we eventueel wel wat mogen overhebben. Door zoo te handelen, als door mij voorge steld, zal men bezuinigen: le. in 4 jaren geen nieuwe school te bou wen; 2e. geen nieuw hoofd te benoemen van een school, die er niet is. Het is toch wel een eigenaardige methode, die thans wordt toegepast, want het nieuw te benoemen hoofd der school krijgt boven zij*- bezoldiging als onderwijzer nog de hoof- denmarge, en zal les (onderwijs) moeten geven in het 2e leerjaar. De wet op het l.o., art. 29 zegt echter: „dat het onderwijs in de twee laagste leerjaren zoo eenigszins mogelijk moet worden opgedragen aan onderwijzeres sen." Wat zal nu voor de gemeenschap goed- kooper zijn, een nieuwe school te bouwen met de daaraan verbonden consequenties (zie boven) of door bijbouwing van 4 lokalen aan school 8, waarvoor de grond reeds aanwezig is, tot een 12-klassige school, om daarmede een proef te nemen? Mocht deze proef in Den Helder niet slagen, dan kan, wanneer dit noodig mocht zijn, deze school weer worden gesplitst in 2 afzonderlijke scholen onder een dak zonder veel kosten. Overigens bleek wel in den Raad, dat aan het technisch gedeelte niet werd getornd, alhoewel Uw verslaggever schreef, „dat de Wethouder van zich af sloeg" en dat het Hoofd van de school, dat mij had ingelicht, een veeg om z'n ooren kreeg van den Wet houder", maar geachte redactie, zulks kan m.i. toch alleen mogelijk zijn, als in eerste instantie werd geslagen en als men met de kracht der argumenten te kort schiet. Geachte Redactie, ik wil het wel aan U verklappen, dat ik een en ander uit het offi- cieele orgaan „Het Onderwijs" heb geput, dus van „eenzijdige voorlichting gesproken", want ik was in goed gezelschap van personen tot oordeelen bevoegd. De oorvijg (in fig. zin natuurlijk) bestemd voor het hoofd, dat mij zou hebben ingelicht, kan m.i. ook nu ge voegelijk wel achterwege blijven. Geachte Redactie, met dank voor de plaatsing. a. uithol. De heer Uithol had verstandiger gedaan over zijn fiasco in den Raad van Maandag avond te zwijgen. Maar goed, we geven hem graag zijn portie en zullen aan de opmerking, dat we het publiek niet volledig hebben inge licht over wat hij gezegd heeft, maar niet teveel aandacht besteden. Als we den heer Uithol en met hem alle andere twintig raads leden, hun volle portie gegeven hadden, zaten onze lezers nu nog te „genieten" van het raadsverslag in twintig vervolgen. Wij hebben dus de quintessence van de zaak weergegeven. Het spijt ons voor den heer Uithol, dat we onze bewering, in onze raadsreflexen van Za terdag moeten handhaven, dat zijn inlichtingen eenzjjdig geweest zjjn. Het hoofd van de school, dat met den heer U. ook andere raadsleden had ingelicht, had verzuimd, den heer Uithol te vertellen, welke schatten gelds zijn voorstel aan de gemeente zou kosten. Hij had teveel het belang van zijn eigen portemonnaie en te weinig dat van de gemeente in het oog gehou den. En de heer U„ onbekend met de vigee- rende leerlingenschaal, was er met die inlich tingen leelijk ingevlogen. Natuurlijk is het waar, dat bij een dubbel- klassige school de differentiatie eenigszins kan worden toegepast en dat dit het onderwijs dus ten goede zou komen. Maar er is een groot bezwaar aan verbonden, een be zwaar, dat de heer U. tengevolge van zijn een zijdige inlichtingen geheel over het hoofd had gezien en dat was het groote financieele na deel voor de gemeente. Wethouder De Boer wees daarop bij zijn beantwoording. Hij is niet diep ingegaan op de argumenten van het raadslid Uithol, omdat hij begreep, uit wel ken hoek de wind waaide. Maar wel duidelijk heeft hij uit laten komen, en wij hebben dat in ons raadsverslag opgenomen, dat bij de huidige leerlingenschaal groote scholen voor de gemeentefinanciën funest zjjn. Een boventallige leerkracht kan de gemeente reeds duizenden kosten. Hèt voorbeeld van Julianadorp had voor den heer Uithol een waarschuwing moeten zijn om met zijn voor stel te komen. De boventallige onderwijzeres daar kostte de gemeente immers niet minder dan 8400, omdat bij één boventallige leerkracht bij het Openbaar l. O., het bizonder onderwijs, dat^ gelijke rechten heeft, ook aanspraak op zoo'n leerkracht (die dus ten koste van de ge meentekas komt!) kan laten gelden. Stellen we nu eens voor, dat de twaalfklas- sige school, drie boventallige leerkrachten zou eischen, die mogelijkheid is heelemaal niet buitengesloten, dan bestaat de kans, dat de Commeniusschool, de Kath. school en de Chr. school, eveneens voor hun rechten op drie boventallige krachten zouden pleiten, met ge volg, dat de gemeente dus voor de kosten van twaalf boventallige onderwijzers zou moeten zorgen. Twaalf maal, zeg vijftienhonderd gul den, beteekent reeds een bedrag van 18000 gulden. De heer Uithol ziet wel, dat we heusch niet mis waren met onze „tienduizenden", die dit voorstel aan onze gemeente zou kosten. Het ernstig kennisnemen van onze tegen woordige leerlingenschaal, had den heer Uithol zijn zes getikte folio vellen kunnen besparen en het ridderlijk erkennen van een gemaakte vergissing, had hem zijn ingezonden stuk in de pen kunnen doen houden. Red. Held. Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 6