VAN Uit het jaarverslag van den K.N.V.B. Ons lostrillende rijwielachterlicht Cijfers die spreken Radioprogramma kW* \\V EDGAR RICE BURROUGHS Onweer boven Drente In moeras terecht gekomen Brandweer stond machteloos ETHEL M. DELL DOOR L No. 48. Met fonkelende ogen rees het meisje op, toen ze Korak herkende. Vlak bij haar lag de speer van de doder vergeten. Meriem zag hem en nam hem op. Zij voelde geen vrees bij het zien van deze primitieve vechtpartij. Zij was verbaasd maar koel en onbevreesd. Want vocht Korak niet met de Mangani, die haar gestolen had? Diep in het wilde hart van de aap plantte zij de scherpe speer. Korak had deze hulp niet nodig, maar glimlachte over haar dapperheid. Het scheen, dat hjj Meriem met andere ogen zag. Was ze in die paar uur van zijn afwezigheid opeens zo veranderd? Hoe slank en fijn gebouwd was ze! Hoe lang het geleden was sinds hij haar in haar vaders dorp had gevonden, een klein Arabis meisje, wist hij niet. Tijd speelt geen rol in de jungle en hij hield geen boek van de voorbije dagen. Zijn starende blik ging van Meriem naar de dode aap. Plotseling werd hem iets duidelijk. De ogen van Korak werden wijd, daarna ver nauwden ze zich weer tot kleine spleten, toen ze op het geweldige lichaam van de dode aap aan zijn voeten neerkeken. En even later kleurde hij zelf toen hij naar Meriem keek. Want, hij keek naar haar met nieuwe c/ren, de ogen van een man, die naar zijn geliefde kijkt. Hij kwam dicht naar haar toe, een glans van liefde op zijn gelaat; maar zij begreep het niet, zij wist niet, hoe dicht zij beiden bij het vol- aan zijn voeten neerkeken. „Meriem!" flui sterde hij en zijn stem stokte. „Meriem!" Plot seling trok hij haar naar zich toe. Ze keek lachend naar hem op, hij boog zich over haar heen en kuste haar. Zelfs nu begreep zij het nog niet. Zij kon zich niet herinneren ooit te voren gekust te zijn. Het was heerlijk. Ze dacht, dat het de manier was waarop Korak wilde uiten hoe blij hij was. Korak wilde iets zeggen, wenste haar te zeggen, hoeveel hij van haar hield, maar de emotie overweldigde hem. Uoet&al Nog altijd groei. Uit het naar gebruik uitvoerige jaarverslag van Onze nationale voetbalorganisatie, den K.N.V.B., die in 1939 zijn Gouden Jubileum zal 0 vieren, blijkt dat het ledental nog steeds groeiende is maar dat de z.g. erkende bonden een geringen achteruitgang vertoonen. Deze achteruitgang is echter geenszins verontrustend. Immers waren in 1937 een aantal van 123664 voetballers bij het onder opperbevel van den K.N.V.B. staande neu trale voetbal aangesloten, in 1938 bedroeg dit 123114, wat op een teruggang van 0,5 procent neerkomt. Het aantal voetbalclubs in neutraal ver band bedraagt thans 1803 (vorig jaar 1816.) Minder strafzaken. Ofschoon men nu niet meteen al te op timistisch mag worden, vertoont de staat van straffen en schorsingen een verheugen de daling. 1935-'36 1936-'37 1937-'38 Aantal straffen 552 781 696 Voorloopig gesch. spelers 299 524 424 Gem. sohorschingsduur in maanden 3,7 6 4,6 Hieruit blijkt dat de met ingang van 1936'37 ingevoerde verscherping van de bepalingen een geduchte stijging van het aantal strafzaken teweeg gebracht heeft. Hiervan hebben de spelers blijkbaar ge leerd. Want ofschoon het toezicht niet is verslapt is het aantal strafzaken flink ver minderd. Ongevallen. De Medische Commissie van den K.N.V.B. vermeldt 96 ongevallen van meer of min der ernstigen aard, die in de 8930 K.N.V.B. wedstrijden zijn voorgevallen. Dat doelverdedigen riskant is blijkt wel uit de mededeeling dat 18% van alle onge vallen den keeper betreft. Financiën. Het Ncderlandschc elftal heeft voor den Bond dit jaar bijna een ton gouds ver diend. NederlandBelgië en Nederland- Schotland gaven elk ongeveer 100.000 gul den aan entrée. Diverse onkosten moeten natuurlijk van de bruto-ontvangsten af; de gemeente Amsterdam beurt 20 procent ver makelijkheidsbelasting, terwijl het Stadion in de winst deelt. Sommige Imitcnlandsche elftallen laten zich duur betalen. Ned. en België komen voor eigen rekening bij elkaar op bezoek maar Schotland liet zich de somma van 24.000 gulden betalen voor den wedstrijd op 21 Mei j.1. De zuivere opbrengst van de interland wedstrijden bedraagt: Ned.Frankrijk NedL u xemb u rg Ned.België Ned.Schotland 24.043.66 6.589.2S 44.131.91 21.217.94 95.982.79 Totaal Af onkosten België Nederland 3.213.71 Blijft 92.769.0S Grooter bezoek. Sommige bladen hebben het willen doen voorkomen alsof in Holland de. belangstel ling voor voetbal tanende is. Een onweer legbaar bewijs voor de onwaarheid daarvan levert wel de heffing op die de K.N.V.B. van de entrée's van de aangesloten vereeni- gingen vraagt. Deze heffing bracht nl. 1425.43 meer op dan vorig jaar. Boerderij verbrand, vee gedood. Boven den Zuidoosthoek van Drente ontlastte zich gisterochtend en hevig on weer, waarbij op verschillende plaatsen vee in de weide door het hemelvuur werd gedood. Te Emmenerfseheiderveen trof de blik sem de nog nieuwe kapitale boerderij van den heer H. Loman. In korten tijd stond de geheéle boerderij in lichter laaie. Het woonhuis kon, door spoedig ingrijpen van de brandweer behou den blijven, doch de groote landbouwschuur ging, met alle zich daarin bevindende ma chines en gereedschappen, verloren. Verzekering dekt de schade. Ook te 01- denzaal (O) heeft het geweldig geonweerd. Een dubbel woonhuis werd raakgeslagen en brandde geheel .af. Treurig einde van een moedige. zwaar- Om half tien gistermorgen is in de ge meente Schinnen onder het gehucht Tliul (L.), aan den rand van een moeras het lijk gevonden van de 59-jarige vrouw M. Larue-Huys, aldaar. Sedert Woensdagavond was de vrouw verdwenen. Zij was om zes uur met de bus naar Hoensbroek gegaan om inkoopen te doen, doch was niet teruggekeerd. De plaats is tamelijk afgelegen en niet in de buurt van den weg naar Hoensbroek. Vermoedelijk is zij ietwat zwaarmoedig aan het dolen geraakt en in het moeras te recht gekomen. Half bewusteloos schijnt zij zich nog tot den oever gesleept te hebben, waar zij ge storven is. A.N.W.B. dringt nogmaals op maat regelen aan. De practijk toont aan dat de vei ligheid van het verkeer door het rijwielachterlicht lang niet in die mate verhoogd is, als men had mo gen verwachten. lederen avond ziet men een groot percentage wielrij ders, waarvan het achterlicht niet brandt, deels wel ten gevolge van onachtzaamheid, doch voor een groot deel ook als gevolg van ondoelmati ge constructie van de toch van een Rijkskeur voorziene lichten. Daar sedert de wettelijke invoering van het achterlicht de automobilisten minder ver dacht zijn op wielrijders, welke dit licht niet voeren, terwijl de laatste temidden van an dere fietsers, welke wel een brandend ach terlicht voeren, bijzonder slecht waarneem baar zijn, zijn doop dezen toestand nieuwe en ernstige gevaren ontstaan. Deze geva ren zullen in de komende maanden, waar bij de duisternis steeds vroeger gaat vallen, in belangrijke mate toenemen. De A.N.W.B. is van oordcel dat aan dezen toestand alleen binnen afzienbaren tijd een einde kan komen, wanneer het ondeugdelijke achterlicht zoo spoedig mogelijk uit den han del verdwijnt. Reeds kort na de wettelijke invoering van het achterlicht verzocht de A.N.W.B. den Minister de keuringsbepaling zoodanig te willen aanvullen, dat lostrillen der lampjes bij de van een Rijkskeur voorziene achterlich ten nimmer meer kan voorkomen. Thans heeft de A.N.W.B. wijzen de op het toenemende verkeersge vaar, nogmaals de aandacht van den Minister op deze materie gevestigd en verzocht wel maatregelen te wil len bevorderen, welke het verder fa- hriceeren en in den handel brengen van ondeugdelijke achterlichten zul len verhinderen. Verder raadt de A.N.W.B, hen die een ach terlicht. hebben, hetwelk bij normaal onder houd telkenmale defect is, dit, hoe begrijpe lijk het ook is dat men slechts noode tot deze extra-uitgave besluit, in het belang van eigen en anderer veiligheid zoo spoedig mogelijk te gen een deugdelijk te verwisselen. Verzoekschriften crisispachtwet sterk gedaald. In de mededeelingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek inzake gerechte lijke en armenzorg-statistiek vinden wij eenige interessante gegevens betreffende de crisispachtwet, het hypotheekcommissie be sluit en de crisishypotheekaflossingswet over het tweede kwartaal 1938, Crisispachtwet. In totaal werden in het tijdvak 1 April t.m. 30 Juni 1938 slechts 20 verzoekschrif ten ingediend tot geheele of gedeeltelijke ontheffing van betaling van een pachtter- mijn. Vergeleken met de overeenkomstige tijd vakken van vorige jaren is het aantal in gediende en afgedane verzoekschriften we derom sterk gedaald. Hypotheekcommissiebesluit. In het tweede kwartaal van 1938 werden 5 verzoekschriften ter voorkoming van exe cutie van landelijke eigendommen inge diend tegen 13 in het overeenkomstige kwartaal van 1937. Van de 5 ingediende verzoekschriften hadden er 2 betrekking op landelijke eigendommen in de provincie Noordholland. Crisishypotheekaflossingswet. Zooals hekend, schept deze wet voor den hypothecairen debiteur, die aan bepaalde verplichtingen heeft voldaan, de mogelijk heid van den rechter uitstel te verkrijgen voor de' terugbetaling van de hoofdsom, tot waarborg waarvan hypotheek is bedon gen, of wijziging in zijn verplichtingen tot tusschentijdsehe aflossingen. Daardoor kan voorkomen worden, dat de schuldenaar door een onredelijke terugvordering van de geldleening ernstig wordt benadeeld. In totaal werden in het tweede kwartaal van 1938 bij de kantongerechten slechts 14 verzoekschriften ingediend. Voor het over eenkomstige tijdvak van de jaren 1936 en 1937 waren deze cijfers resp. 90 en 39. Gisterochtend half twaalf is door nog niet bekende oorzaak brand uitgebroken in het woonhuis en de manufacturen- en confec tiezaak van de firma G. A Brethouwer te Aalten. Door de groote droogte en de zeer brandbare artikelen stond het geheele pand in enkele minuten in lichter laaie. De brand weer kon niets redden. De omliggende hui zen, waarvan vooral de kruidenierszaak groot gevaar liep, konden behouden blijven. Huis en inboedel waren verzekerd. ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 7.308.00 VPRO. v.m. en 8.00 Gramofoonmuziek (Om ca. 8.16 Ber.). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con tinubedrijven. 12.001.45 Gramofoonmuziek .(Om ca. 12.15 Ber.). 2.00 „Fantasia". 2.30 Pianovoordracht. 3.00 Reportage. 3.30 Gramofoonmuziek. 4.30 Esperanto-uitzending. 4.50 VARA-Orkest en gramofoonmuziek. 5.40 Literaire causerie. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.30 De Ramblers. 7.00 Filmland. 7.30 Causerie „Wondergeloof en wonderver halen". 8.05 Herhaling SOS-Berichten. 8.07 Berichten ANP. 8.20 VARA-Orkest. 9.15 Esmeralda-Septet en solisten. 10.30 Berichten ANP. 10.35 Orgel, trompet, saxofoon en slagwerk, 11.00 Fantasia m.m.v. soliste. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II, 301,5 m. KRO-uitzending. 4.005.00 HIRO 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.15 Berichten). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkest. 1.001.30 Gramofoon muziek. Om ca. 1.15 Postduivenberichten.) 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Kinderuur. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.05 Feestrede. 4.19 Gramofoonmuziek. 4.23 Causerie „De wetenschappelijke zijde van het spiritisme". 4.37 Gramofoonmuziek. 4.40 Rede. 4.55 Gramofoonmuziek. 5.30 Esperanto-nieuws. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „De ontreddering van de Katho lieke Kerk in Nederland". 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Meditatie met muzikale illustratie. 8.35 Gramofoonmuziek. 10.05 Sport-reportage. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Internationale sportrevue. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. HOOFDSTUK VII. Het Rad des Levens. Toen Molly haar oogen opende, lag ze op een divan in een haar vreemde slaap kamer, met Ivor over haar heen gebogen. Zijn blik was vol bezorgdheid. „Zoo is het beter," zei hij, toen hij merkte, dat ze hem herkende. „Ik ben bang, dat deze dag veel te vermoeiend voor je is geweest. Het lijkt me het beste dat je nu maar met een naar bed gaat." „Oh Ivor," hijgde ze, „laat me eerst naar hem toe gaan naar mijn lieven, kleinen Rollo!" Even fronste hij zijn voorhoofd, maar een oogenblik later glimlachte hij tegen haar en ze was gerust gesteld. „Het is goed, liefste" zei hij. „Hij zai nu wel slapen, maar zoodra je je sterk genoeg voelt, zullen we er heen gaan." „Ik voel me nu wel sterk genoeg," zei ze en meteen ging ze overeind zitten. „Mag ik nu direct gaan?" Hij sloeg zijn arm om haar heen. „We zul len samen naar hem gaan kijken, liefste. Maar je moet je werkelijk niet meer zoo van streek maken. Er was geen enkele reden voor en het is heel verkeerd voor je." Ze boog haar hoofd. „Het spijt me erg en ik zal probeeren niet weer zoo dwaas te doen. Maar het kwam doordatZe ging niet verder; ze voelde dat ze het hem onmogelijk zou kunnen uitleggen en dat hij het boven dien niet zou begrijpen. Een beetje onvast stond ze op en, op zijn arm steunende, begaven ze zich op weg. „Het is erg ver weg," mompelde ze, terwijl ze de lage gang doorliepen. „Ik zal hem nooit kunnen hooren als hij huilt. Ivor gaf hierop geen antwoord, maar ze be greep wel dat dit een omstandigheid was. die hij meer als een voor- dan als een nadeel be schouwde. Eindelijk kwamen ze aan de kinderkamer en vol ongeduld boog ze zich over het kinder bedje. Het kleine ventje sliep, maar er waren nog sporen van tranen op zijn ronde wangetjes. Och wat heeft hij gehuild, mijn kleine schat!" fluisterde Molly. „Ja, mevr... my lady, bedoel ik. Ik kon hem maar niet tot bedaren brengen," zei Rose. „Maar nu slaapt hij rustig en ik zal hier zijn, wanneer hij wakker wordt." „Maar hij zal naar mij zoeken." antwoordde Molly met gesmoorde stem. En plotseling rolden de tranen langs haar wangen. Zachtjes trok Ivor haar van het bedje weg en fluisterde in haar oor: „Je moet oppassen dat hij niet wakker wordt. Het zou jammer zijn. want hij slaapt zoo lekker. Morgenoch tend, zoodra je bent opgestaan, kun je hem weer zien. Hij zal dan al zijn verdriet ver geten zijn." „Laat me hem een nachtkus geven," zei Molly en trachtte zich uit zijn greep los te maken. „Daar zal hij niet wakker van wor den; hij is veel te moe. de lieve, kleine schat." Maar Ivor trok haar verder weg van het ledikantje. „Kom. we gaan nu," zei hij. ..Kun je zelf loopen of zal ik je steunen? Zoodra je op je kamer bent, moet je maar weer naar bed gaan." En zoo vertrokken ze dus. Ze was te ver moeid en te uitgeput om nog te protesteeren en, toen ze op de slaapkamer gekomen wa ren. liet Ivor haar alleen en ging het diner boven bestellen. Ze ontkleedde zich snel en met een zwaren zucht liet ze zich op het weelderige bed neervallen. Toen het blad met het diner arriveerde, kwam Ivor weer binnen. Hij ontkurkte een halve flesch champagne, die hij met haar deelde, ter eere van de gelegenheid. Molly, niet gewend aan geestrijke dranken, zou dit gaarne geweigerd hebben, maar het scheen een deel te zijn van het programma en dus nam ze het glas aan en dronk het leeg. En de champagne deed haar goed. Een gloed ver spreidde zich door haar lichaam en ze voelde zich wat minder vermoeid Zwak glimlachte ze tegen Ivor en hij keek met voldoening op haar neer. Toen ze klaar waren, stond hij op om naar zijn eigen kamer te gaan. „Ik blijf niet lang weg, lieve," zei hij. „Blijf maar rustig zoo liggen en vergeet al je zor gen. Misschien kan je wel een beetje slapen. Hij boog zich over haar heen en kuste haar. Aarzelend legde ze haar hand op zijn arm. „Hoeft er vanavond niemand meer hier te ko men om met mij te spreken?" fluisterde ze angstig. „Goede hemel, neen!" riep hij uit. „Nie mand behoeft hier meer binnen te komen, be halve ik. Ik zal zelf het dienblad buiten zet ten. Heb je alles wat je noodig hebt?" „Dank je. ik heb alles, antwoordde ze. „Je ziet er veel beter uit. Blijf nu maar stil liggen en sluit je oogen." En zich omkee- rende, nam hij het blad op en verliet het ver trek. Haar oogen vielen als vanzelf dicht. Een weldadige warmte verspreidde zich door het lichaam. Met een gevoel van dankbaarheid bedacht ze. dat Rollo nu tenminste sliep en ze nam zich voor den volgenden ochtend zoo vroeg mogelijk op te staan. Toen probeerde ze haar gebeden op te zeggen, maar 'net lukte haar niet en met een zucht, meer van tevre denheid dan van spijt, gaf ze het maar op. Ze was moe heel moe: maar er was één ding dat ze nooit had verzuimd en dat ze ook dezen avond niet verzuimde. Ze tastte naar een klein klein, gouden me daillon, dat ze steeds aan een dunne ketting om haar hals droeg. Ze opende het met tril lende vingers en door een mist van tranen keek ze naar de fotografie van een jongen man met vurige oogen en een verlangenden mond. „Goeden nacht, Roy mijn lieveling!" snikte ze. Ze kuste het portret en sloot daar na het medaillon weer. Bijna onmiddellijk daarop viel ze in slaap, het kleinood tusschen haar vingers geklemd. Een heelen tijd later ontwaakte ze, doordat ze het gevoel had dat zich iets naast haar bewoog. Half slaperig nog ging ze overeind zitten en fluisterde: „Rollo, lieveling, ben je wak ker?" Bij het licht van de maan herkende ze Ivor's gezicht en ineens, met een schok, was ze heelemaal wakker. Hij strekte een hand naar haar uit, sloeg zijn arm om haar heen en trok haar zachtjes tegen zich aan. „Alles is in orde, liefste," zei hij met zijn rustige stem. „Ga maar weer slapen; ik ben bij je." „Onwillekeurig maakte ze een afwerend ge baar, maar hij trok haar nog dichter tegen zich aan. Toen brak al haar weerstand en ze barstte uit in een hartstochtelijk snikken. „Kom! kom!" suste hij en streek haar zachtjes over haar haren. Zoo lag ze een heele poos, bitter weenende. Eindelijk werd haar snikken minder heftig en hield op het laatst geheel op. Ze was uitge put overwonnen. Toen keerde Ivor haar gezicht naar zich toe en bij het licht van de maan zag hij haar smartelijke oogen. „Arm kind!" zei hij teeder. „Is alles zoo moeilijk voor je geweest? Maar je zult nu in de toekomst gelukkiger zijn." Ze gaf geen antwoord en hij verwachtte dit ook niet. Hij boog zich over haar heen en kuste haar als een overwinnaar. HOOFDSTUK VIII. De Stamhouder. Dien winter den laatsten barren winter van den oorlog was het op Aubreystone Castle verre van aangenaam. De brandstof was gerantsoeneerd en het was in de groote vertrekken ijzig koud. De oude Lady Aubrey stone verdroeg de ontberingen zonder klagen en haar dochter lachte er om. Maar de nieu we Lady Aubreystone huiverde en zocht de warmte op van het haardvuur in de kinder kamer, waar haar kleine jongen met veel animo speelde. Hij had zichzelf altijd heel goed bezig kunnen houden en bovendien had hij nu voortdurend gezelschap aan Rose. het dorpsmeisje, die dol op hem was. Ilij was er aan gewend geraakt dat zijn moeder er niet altijd was om hem bij alles te helpen, maar hij aanbad er haar niet minder om. Hoewel ze maar stil bij het vuur zat en geen deel nam aan zijn spelletjes, vond hij het toch heerlijk, dat ze daar was. Hij begon nu wat beter te praten en zijn naam voor haar was „Molly". Dat was zoo vanzelf gekomen, toen hij eens probeerde „Moeder" te zeggen. Ze had er om gelachen en sindsdien zei hij altijd Molly tegen haar. Het was veel gemakke lijker dan Moeder en altijd, wanneer hij haar naam zei, lachte hij er zelf om, alsof hjj er iets heel vermakelijks in vond. En dat lachen van hem was haar zoo dierbaar! Het her innerde haar, oh, zoo levendig, aan iemand, die evenveel van hem gehouden zou hebben als zij. Er was overigens weinig meer in haar leven dat haar aan hem herinnerde. Ze be dacht wel eens hoe wonderlijk het was. dat er in deze sfeer, waar ze zich nooit kon thuis voelen, nog iets van haar eigen persoonlijk heid was overgebleven. Als het hoekje er niet geweest was. waar Rollo lachte en speelde, zou daar waarschijnlijk niets meer van over zijn. (Wordl vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7