RADIO
Zij vertrouwde het
zaakje niet
D G A R R I C E
URROUGHS
Geen varkens en koeien
onder één dak
Locomotief gekanteld
Onze Oost
171 rijwielen achterhaald
Karimata wacht op mooi weer
Een Blauwbaard aan het werk
Een land zonder
werkloozen
Als Hugo de Groot
Ifaliaanscbe tempel in Spanje
PROGRAMMA
E
B
DOOR
No. 59.
Een jager met een twintigtal glimmende
zwarte krijgslieden had stilgehouden na de
eerste gil van Meriem. Hg wist niet, dat er
nog andere blanken dan hijzelf in de omge
ving van dit wilde land waren. Toen er op haar
derde gil een diep stilzwijgen volgde, haastte
de vreemdeling zich in de richting waar hij
wist, dat een vrouw zich in nood bevond. Jens-
sen bereikte het toneel eerst en kwam de tent
binnen juist toen Malbihn het meisje tot stil
zwijgen had gebracht. Hij duwde zijn slacht
offer van zich af toen hij gestoord werd en
keerde zich om terwijl hg in het woedende ge
laat van Jenssen keek. Hij trok zijn revolver.
Jenssen, dié het zag, trok eveneens zijn revol
ver en beide mannen schoten tegelijk. Op dat
ogenblik kwam Jensen naar zijn kameraad toe,
maar de afgeschoten kogel raakte hem, hij
stond stil en sloeg voorover op de grond. Mal
bihn schoot van korte afstand nog twee kogels
in het lichaam van zijn metgezel. Hij stond
over de gevallen man gebogen en schopte hem
kwaadaardig; daarna wendde hij zich weer tot
Meriem. Weer greep hg haar beet en op dat
zelfde ogenblik vloog de tent weer open. Een
grote, blanke man trad binnen. Hij liep vrg
vlug de tent door;, stapte over het lichaam
van Jenssen heen en de eerste gewaarwording
van Malbihn, die nu zijn duivelse voornemens
niet kon uitvoeren was een zware hand op zijn
schouder. Hij keek in het gezicht van een
zwartharige vreemdeling met grijze ogen, in
khaki gekleed. Malbihn greep naar zijn revol
ver, maar de hand van de vreemdeling was
vlugger en even later hield hg de Zweed in een
stalen greep. Malbihn schopte en vocht, doch
werd op een armlengte afstand van de man
gehouden. Daarna riep hij zijn mannen om te
komen en de vreemdeling dood te schieten.
Maar inplaats Van zijn eigen zwarte bedienden
kwamen de glimmende, krachtige zwarten, die
in het geheel niet leken op het uitschot dat
de Zweden in hun gevolg hadden gehad, bin
nen en Malbihn was spoedig ongevaarlijk ge
maakt.
Melk neemt allerlei reukstoffen
gretig in zich op.
Verbouwing boerderijen een ge
schikt werkobject.
Al zijn er in ons land duizenden boerde
rijen, waaronder vooral kleinere, waar men
den koestal en de varkenshokken in hetzelf
de achterhuis of in denzelfden schuur ver-
eenigd vindt, loch is deze combinatie
vooral in den nieuweren tijd zeer onge-
wensclit en om verschillende redenen zelfs
af te keuren, schrijft het orgaan van de F.
N. Z.
Iedereen weet dat de varksenhokken, en
wel vooral die van mestvarkens, voortdu
rend een zeer onaangename lucht versprei
don tot ver buiten de grenzen van het hok.
In het geheele achterhuis, eventueel de
schuur blijft dan ook aldoor de vieze lucht
hangen.
En daar melk allerlei reukstoffen
gretig in zich opneemt en vasB
houdt, spreekt het vanzelf dat de
stallucht zuiver moet zijn, daar in
onzen tijd aan de consumpticmclk
en ook aan d industriemelk hooge
eischen gesteld worden. Het is dan
ook een billijk verlangen, dat ge
wonnen melk niet gedurende en
11 a het melken met reukstoffen in
aanraking komt, die later elk goed
aroma van de melk en het zuivel
zouden uitsluiten of zelfs in het te
gengestelde ervan zouden doen over
gaan.
Varkens lokken meer vliegen
Maar er is meer. Een koestal vraagt ook
een andere temperatuur dan een varkens
hok: dit laatste moet. immers minder warm
zijn. Verder is de vliegenplaag in een ruim
te, waar óók varkens in gehuisvest zijn,
steeds veel erger dan wanneer er enkel
kooien in verblijven.
Er zijn dan ook boeren, die gaarne er toe
zouden overgaan om hun boerderij te ver
bouwen, met het oog op de grootc bezwaren
aan het verblijf van do beide genoemde vee-
soorten in dezelfde ruimte verbonden. Maar
de nog steeds treurige uitkomsten van het
bedrijf remmen ook hier de verbetering. Ook
dit is een der noodlottige omstandigheden,
door de crisis veroorzaakt, en waar wij, he
laas nog steeds maar in blijven verkeeren.
Onze ricgeering mocht ook uit dezen ge
zichtshoek' het heden en de toekomst van
onze boeren wel eens bekijken, want met
het op de been houden van de bestaande,
bedrijven en hoe stumperig dan nog in
duizenden gevallen! blijft élke verbetering
die thans in den concurrentiestrijd met het
buitenland zoo dringend noodig is, geheel
achterwege. En wanneer ooit stilstand ach
teruitgang heeft beteekend, dan is dat zeer
zeker in onzen tijd het geval.
Het streven naar verbetering van de kwa
liteit van onze zuivelproducten zal danook
mede gericht moeten zijn op verbetering in
den bouw onzer boerderijen.
Kan hier, zoo besluit het blad, door onze
organisaties een plan ontworpen worden dat
beoogt, met steun der Regeoring, verbouwing
van boerderijen te bevorderen, om zóó mede
een gewaardeerd werkobject te scheppen tot
vermindering van de werkloosheid?
Machinist en stoker sprongen
van de machine.
Bij het vertrek van een goederentrein van
het rangeerterrein der Nederlandsclie spoor
wegen te Eindhoven, botste do locomotief
tegen een rangeermachine, welke op een zij
lijn te dicht bij een wissel was geplaatst.
De locomotief van den goederentrein ver
loor het bovenstel en kantelde om.
De machinist en de stoker konden zich tij
dig in veiligheid stellen door van dg machi
ne te springen, voordat de twee locomotie
ven met elkaar in botsing kwamen.
Ook de rangeermachine werd ernstig be
schadigd.
Wie is de heler?
„Mataram" meldt:
De recherche smaakte het groote genoe
gen in het gouvernementspandhuis te 51a-
ranganom niet minder dan 171 rijwielen
aan te treffen, waarvan fabrieksnummer en
eventueel andere herkenningsteekens ver
wijderd zijn.
Bovendien is uitgekomen, dat al deze
rijwielen werden beleend door één persoon,
vermoedelijk dus de opkooper van gesto
len rijwielen.
Men heeft ongeveer kunnen vaststellen,
dat deze rijwielen moeten zijn gestolen na 1
Juli 1937 en het is niet onmogelijk dat uit
deze groote verzameling gestolen rijwielen
uit Magalang Salatiga, Djoka en Solo terug
gevonden kunnen worden.
En bleek gelijk te hebben.
„Goeden morgen mevrouw, ik
ben de nieuwe opzichter en ik kom
de huur halen." Het deze woorden
begint het gesprek tusschen een net-
uitziend persoon een een bewoonster
in de Saffierstraat te Amsterdam,
nadat eerstgenoemde had aangebeld
en de bewoonster de voordeur had
geopend.
Maar de bewoonster vertrouwde den- nieu
wen opzichter niet en toen deze in gebreke
bleef zich te legimiteeren, klapte de deur
weer dicht.
De mevrouw besloot de politie in het
geval te mengen, en het duurde niet lang
of in gezelschap van enkele agenten ging
zij den huurophaler zoeken.
„Daar loopt ie!" zei zo plotseling en inder
daad, de agenten kregen beet.
Spoedig viel het verdachte personage
door den mand en bekende dat hij geen
opzichter was, maar straatmuzikant, die
door huurophalen zijn inkomsten trachtte
te vermeerderen.
Dank zij het wantrouwen en het door
tastende optreden van de bewoonster ging
deze vlieger niet op.
Wegens poging tot oplichting is de 48-
jarige man in het bureau Pieter Aertzstraat
opgesloten.
Vermoedelijk heden weer draaien!
De reparaties aan de „Karimata" zullen
naar alle waarschijnlijkheid niet zooveel tijd
vorderen als aanvankelijk gedacht werd.
Het laat zich aanzien, dat de molen heden
weer „baggerklaar" zal zijn. Indien het weer
gunstig is, zal de „Karimata" heden naar de
plaats van het wrak gesleept worden en
daar den arbeid voortzetten.
Havas meldt uit ^Cleveland (V.S.), dat
de politie in een veld aldaar twee vrou
wenlijken heeft gevonden; één er van was
onder een blok beton verborgen en in
stukken gesneden.
De politie veronderstelt, dat het hier het
elfde en twaalfde slachtoffer betreft van
eenzelfden moordenaar, die sedert ecnige
jaren zijn luguber bedrijf uitoefent.
Alle staats- en gemeenteambte
naren in Letland die zelf land be
zitten of familieleden willen helpen
bij het binnenhalen van de oogst,
krijgen extra vacantie, aangezien
er tekort aan werkkrachten is Let
land- kent geen werkloosheid en
ieder jaar komen duizenden land
arbeiders uit Polen en Lithauen in
den zomer naar Letland om op
het land te werken.
„Niet kantelenstond op de kist
waar de dief in zat!
Onlangs had een reiziger in het station
te Knocke, aan de Vlaamsche kust, een
grooten koffer in bewaring gegeven, samen
met een valies, dat hij voor 8000 fr. had
laten verzekeren. Toen luj later zijn reis
goed kwam afhalen, bleek het valies on
vindbaar. De eigenaar eischte toen de uit
betaling van de 8000 fr., waarvoor hij dit
had laten verzekeren.
Daar de zaak een verdacht tintje had,
werd een ambtenaar van de speciale com
missie van toezicht er op af gezonden, die
zich naar het hotel van den eigenaar be
gaf, waar hij in den teruggekregen koffer
het valies vond, dat uit de bewaarplaats
verdwenen was.
De koffer bleek aan de vier wanden van
deuren en van onzichtbare luchtgaten voor
zien te zijn. De eigenaar hoeft een volle
dige bekentenis afgelegd, aldus de N.R.Crt.
Hij had als medeplichtige een bultenaar,
die zich in den koffer verstopt had en die
in de bagagebewaarplaats uit zijn schuil
plaats was bekropen, het valies in den kof
fer had gedaan en nadien weer in zijn
schuilplaats was gekropen. Voorzichtigheids
halve hadden de twee dieven, die thans
ingerekend zijn, op den koffer de vermel
ding laten aanbrengen: „Niet kantelen!"...
Voor de gesneuvelde Italianen.
De ItqJiaansche acedemie te Rome heeft
een prijsvraag uitgeschreven voor plannen
voor een Italiaanschen tempel, welke in
Spanje zal worden gebouwd ter eere van de
gesneuvelde Italianen, op de plaats waar de
meeste Iatlianeii zijn gesneuveld voor de
verdediging van de Latijnsche beschaving
en de onafhankelijkheid van Spanje.
VRIJDAG 19 AUGUSTUS 1938.
Hilversum I. 1875 m.
8.00 VARA., 10.00 VPRO. 10.30 VARA.
12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00
VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten)
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10.40 Gramofoonmuziek.
11.10 Vervolg declamatie.
11.30 Orgelspel.
12.00 Het Kovacs Lajos-orkest.
(Om 12.15 Berichten).
2.00 Causerie met gramofoonmuziek.
3.00 Bartho Decker's ensembl£ en solisten.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.00 „Fantasia"
6.30 Politiek radiojournaal,
6.50 Orgelspel.
7.20 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Causerie „De Veluwezoom, een villa-
streek".
8.20 Zang en piano.
8.30 Causerie „De Nederlandsche cultuur ln
40 jaar".
9.00 VAR A-orkest
9.45 Declamatie.
10.00 Esmeralda-Septet.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwijding.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Jazzmuziek (Gr.pl.).
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 301,5 en 415.5 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
KRO.
8.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Ber.).
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 De KRO-Melodisten, m.m.v. solist.
1.00 Gramofoonmuziek.
I.20 Vervolg concert.
2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek.
3.00 Gramofoonmuziek (Om 4.00 Berichten).
4.00 Pianovoordracht.
4.10 Gramofoonmuziek.
4.20 Vervolg pianovoordracht.
4.30 Gramofoonmuziek.
5.10 KRO-Orkest.
Hilversum I. 1875 en 415.5 m.
6.00 Land- en tuinbouwcauserie.
6.20 KRO-orkest.
7.00 Berichten.
7.15 Luchtvaartcauserie.
7.35 Gramofoomnuziek.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Gevarieerd concert.
10.30 Berichten ANP.
10.40 De KRO-Boijs m.m.v. solist.
II.0012.00 Gramofoonmuziek.
F E U 1 L L E T O N
20.
„ja ja maar blgf dan dicht bg me.
Ik kan me alleen maar de dingen her
inneren, wanneer U bij me bent."
Geoffrey boog zich over hem heen. „Ja,
dat weet ik, beste kerel, maar op den duur
eul je het zonder mij kunnen stellen. Ik hou
het stuur alleen maar in handen, totdat je
het zelf over kunt nemen. En nu ga ik je
iets vragen, maar het hindert niets als je er
geen antwoord op kunt geven. Hoe heet je?"
Langzaam en met nadruk had hij de vraag
gesteld. Er volgde een diepe stilte. De zuster,
aan het hoofdeinde van het bed, stond onbe
wegelijk. als een steenen beeld. Het eenige
wat gehoord werd, was het tikken van haar
polshorloge. Ook Geoffrey verroerde zich niet,
maar toen de oogen, waarop hij de zijne strak
gevestigd hield, dof begonnen te worden van
vermoeidheid door de inspanning, legde hij
er zacht zgn hand over en sloot ze.
„Het hindert niet," zei hij. „Het komt later
wel. probeer het nu maar niet meer."
Maar nu krampten de lange, slanke vingers
zich wild om zijn hand n met een stem. die
als van heel ver scheen te komen, zei hij:
„Zij noemde me Roy... Maar dat is
heel lang geleden."
Uitgeput zweeg- de man op het bed.
Geoffrey zat heel stil. nog steeds met zijn
hand over de gesloten oogen. Toen hg haar
wegnam, was hij in diepen slaap verzonken
het mooie, bleeke gezicht lag onbewegelijk op
het kussen als een ivoren masker.
HOOFDSTUK XVIII.
Het Huis Aubreystone.
„Niets ter wereld haat ik zoo, zei Caro
line Aubreystone, „als huichelarij".
„Vindt U dat nog erger dan oorwurmen?"
vroeg Rollo, die op de armleuning van zijn
moeders stoel zat te wippen.
Ze wierp hem een vernietigenden blik toe.
Daarna vervolgde ze: „Ik ben een heel stuk
ouder dan jij, Mary, en ik kan je zeggen dat
je je af en toe zoo sentimenteel gedraagt, dat
ik mij vaak afvraag of dat nu wel allemaal
echt is."
Molly zuchtte. Ze was er aan gewend ge
raakt op deze wijze door haar schoonzuster
toegesproken te worden en ze had allang op
gehouden zich te rechtvaardigen.
Maar Rollo, die het niet kon verdragen,
dat tante Caroline zoo tegen zijn moeder
sprak, vroeg uitdagend:
„Scheelt U nu meer jaren met moeder dan
vroeger? Iemand kan toch niet vaker dan
eenmaal per jaar jarig zijn?"
Weer trof hem een vernietigenden blik.
„Ben je nu werkelijk zoo brutaal of ben je
misschien idioot?" vroeg Caroline uit de
hoogte.
Rollo wipte op en neer op de armleuning,
blij dat het hem gelukt was vlam te doen
vatten. „Zou U het niet heerlijk vinden als
ik idioot was?" wilde hg weten. „Dan zou
U me kunnen laten opsluiten en U behoefde
me nooit meer te zien."
Molly legde vermanend haar hand op zijn
knie. „Je bent erg onbeleefd, Rollo en ik wil
dat je je verontschuldigingen aanbiedt."
„Oh, dat is heelemaal niet noodig," zei Ca
roline sarcastisch. „Hij .ou er toch niets van
meenen. Een flink pak slaag zou heel wat
beter voor hem wezen. Overigens voel ik mij
best in staat om zelf mijn zaken op te knap
pen met een kind van tien jaar."
„Elf," zei Rollo prompt. „En dat is een
heel stuk ouder dan een van de anderen. En
Molly is geen huichelaarster." En, teneinde
een verder protest van zijn moeder te smo
ren, omhelsde hij haar krampachtig.
„Je bent een domme, kleine jongen," zei
Caroline. „Men zou niet zeggen dat jij naar
een fatsoenlijke school ging. Het is je reinste
geldverspilling."
Rollo grinnikte. „Ik wil ook heelemaal niet
naar school," zei hg'. „Ik zou veel liever blij
ven met Awkins."
„Lieveling," zei Molly vriendelgk, maar
heel beslist. „Ik wil dat ji heengaat. Als je
wilt kun je Awkins gaan opzoeken, maar,
d~nk er om, niet te laat naar bed!"
Met een vreugdekreet sprong hij op. Zijn
oogen schitterden vol jeugdigen vermoed.
Met zijn handen in zgn zakken stond hij van
het eene been op het anderi te wiebelen.
„Kom je nog even bg mij, voor ik ga sla
pen?" bedelde hg, de oudere vrouw zgn rug
toekeerende.
„Wat een baby!" hoonde Caroline.
Hij lichtte zijn voet op een welsprekend
manuaal maar onderwgl keek hg zgn moe
der met zijn ondeugende oogen smeekend aan.
Molly schudde misnoegd haar hoofd, maar
kon een glimlach niet weerhouden. „Niet
langer dan vijf minuutjes", beloofde ze. „En
maak nu, dat je wegkomt en gedraag je be
hoorlijk."
„Bij Awkins gedraag ik me altijd behoor-
lgk," zei Rollo, met nadruk op den naam van
Awkins. „Dag Molly! Ik ben blij dat je jon
ger bent dan tante Caroline. En je bent veel
en vee) aardiger."
Bang dat hij teruggeroepen zou worden,
blies hg snel den aftocht. De deur sloeg met
een slag dicht en tusschen de beide vrouwen
viel een stilte, die Molly in vroeger jaren
ondragelgk zou zijn geworden. Maar nu liet
ze zich niet. zou gauw intimideeren.
„Een compliment voor je opvoeding!" Met
deze hatelijkheid verbrak Caroline eindelijk
de stilte. „Jij en Awkins maken wat moois
van dien jongen!"
Molly glimlachte. „In ieder geval heeft
Awkins een bijzonder goeden invloed op hem.
'Het spgt me dat Rollo zoo onbeleefd was. Ik
«•had gehoopt, dat jij het hem mettertijd zou
toestaan van je te houden."
„Van mij te houden!" In verbazing gingen
Caroiine's zware wenkbrauwen omhoog. „Van
mij!"
„Toen hij nog klein was, had hij groote
bewondering voor je," legde Molly uit. „Dat
kwam omdat je zoo goed paard rgdt en, zoo
als je weet, was hij toen al dol op paarden.
Ik had zoo gehoopt, dat het nog eens een
toenadering zou vormen, maar nu zie ik wel
in..." Ze voleindigde haar zin niet.
„Oh, ik ben blij, dat je dat nu inziet," zei
Caroline. „En laat mij je meteen vertellen,
Mary, dat die nietsnut van een zoon van jdu
minder voor mij beteekent dan de stalkat. Hij
heeft afgrijselgke manieren en ik ben er ze
ker van dat jij hem in het geheim nog aan
moedigt ook. En daarom maakte ik zoopas
dan ook die opmerking over huichelarij, dat
zul je misschien wel begrepen hebben. En ik
beschouw het als de brutaalste bedriegerij,
dat je dien jongen beveelt mij zijn veront
schuldigingen aan te bieden, terwijl je heel
goed weet, dat jij het bent, die hem aan
spoort."
Molly zuchtte opnieuw. Wanneer Caroline
in zoo'n stemming was, viel er niet met haar
te redeneeren. „Goed," zei ze. „laten we er
maar niet meer over kibbelen."
„Kibbelen!" echode Caroline. „Ik heb
heusch wel wat beters te doen!"
Molly keek haar schoonzuster eens aan,
maar ze zei niets.
Het was nu ongeveer negen jaar geleden,
dat ze den drempel van het Aubreystone
voor het eerst had overschreden; die jaren
hadden haar inderdaad veranderd, hoewel
haast niet naar het uiterlgk. Vroeger was ze
altgd ineengekrompen van schrik en ver
legenheid voor Caroline. Maar ofschoon deze
laatste nog altijd even hard en wreed was,
had Molly geleerd zich in haar bijzijn te be-
heerschen en ze gaf nooit antwoord op haar
hatelijkheden.
De dood van de oude lady Aubreystone
had niet veel verandering in Molly's leven
gebracht. Caroline had haar plaats ingeno
men en tyranniseerde nu alles en iedereen
een. Weliswaar was ook Ivor een tyran
maar toch altijd gematigder. Maar in de kin
derkamer hecrschte Caroline niet zooveel
had Molly van haar man gedaan weten te
krijgen.
Er waren nu zes kinderen, behalve Rollo.
Vier zonen en twee dochters had Molly Lord
Aubreystone geschonken nog voor haar der
tigste jaar. En ze vroeg zich af of haar taak
in dat Opzicht nu geëindigd zou zgn.
Telkens, wanneer er weer een kind gebo
ren moest worden, was het haar alsof de her
innering aan den man, dien ze liefhad, werd
bezoedeld. En telkens had de komst van een
kind haar vervuld met een diepe verslagen
heid en toch waren ze haar lief, ofschoon
ze lang niet zooveel voor hen voelde als voor
Rollo. Als Ivor niet zoo voortdurend beslag
op hadr legde, zouden de kinderen misschien
meer voor haar gaan beteekenen. Maar Ivor
eischte haar steeds voor zich op. En dan, de
kinderen waren goed verzorgd en ze schenen
haar moederliefde niet noodig te hebben,
daarvoor waren ze te zeer Aubreystones!
Maar per saldo was zij het toch, die over hen
waakte en haar aandacht aan hen wgdde.
Het was Ivor's wensch, dat hg zooveel mo
gelijk geraadpleegd zou worden in alles, de
kinderen betreffende en steeds volgde ze zgn
aanwijzingen. Ze voelde, dat deze kinderen
meer van hem waren dan van haar. Alleen
waar het Rollo betrof volgde ze haar eigen
inzichten en Ivor vond het raadzamer haar
hierin maar te laten gaan.
(Wordt vervolgd.)