Ingezonden Abonnementsprijzenj MUidAnLeiiwJ De weg terug De uiterste zorgvuldigheid Uaetihcd WlxvïirudkeAUthUri Dinsdag 23 Augustus 1938 Tweede Blad De beperking van onze haringexport naar België Welke vogels broeden in Den Helder Klokkenspel Langs de straat Het Raadhuis baadt zich in een zee van licht Vijf huizen voor 300 gulden Gevaarlijk visschen Het programma voor de reserves De Spaansche kwestie Reist per „ESONA" Burgelijke Stand van Den Helder Voor onze stad van geen beteekenis. Het besluit van de Belgische regeering om den invoer van gedroogde, gerookte of gezou ten haring afhankelijk te stellen van een in voervergunning is voor de Heldersche vis scherij van geen beteekenis. Hoe groot het nadeel ook is voor de visscherij te IJmuiden, Katwijk, Scheveningen en Vlaardingen, onze visschers zullen er niets van merken. De eenigste haring, die van hier nog naar Bel gië gaat, is de versche voorjaarsharing, en aangezien het met den aanvoer daarvan treu rig gesteld is, zou een beperking ook daar van zelfs weinig nadeelige gevolgen hebben voor onze visschers. Het gaat met onze visscherij nog steeds in achteruitgaande lijn. De vangst wordt regelmatig minder en de opbrengstcjjfers geringer. Het eenigste wat in groote hoe veelheden wordt aangevoerd, Is puf. En daarover maken zich deskundigen hoe langer hoe meer ongerust. Volgens hen moet een vangst van 150 tot 200.00 kg puf in de maand funest werken op den vischstand. Een leek kan immers nagaan, dat bij een zoo intense vernietiging van jonge visch, de ontwikkeling van de visch ernstig wordt benadeeld en het feit, dat de aanvoer van volwassen visch steeds geringer wordt, zou dit pessimisme vól kernen rechtvaardigen. i In deze kringen ziet men als eenigste mid del voor het behoud van onzen vischstand een absoluut pufverbod. Het bezwaar, daaraan verbonden, is, dat onze visschers, die het toch al zoo bar slecht hebben, de opbrengst van deze pufvisscherij niet kunnen missen. Maar toch mag dat geen reden zijn, den vischstand den groei onmogelijk te maken. Regeerings- steun voor de gedupeerde visschers zou wen- schelijk en gerechtvaardigd zijn. Maar als men, doorgaat met de pufvisscherij op de wijze, waarop dit op het oogenblik gebeurt, dan graaft men zijn eigen graf en zal over eenige jaren de visscherij in het geheel niets meer opleveren. Het versteken der trommel in 1938. De heer Tj. Joh. Dito, Stadsbeiaardier, schrijft ons: Ieder uur van den dag wordt door het auto matische speelwerk de gedachte, in zich hou dend den eerbied voor de redders en de waar deering voor de reddingmaatschappijen, ver levendig... Dan klinkt uit het vijftien meter hooge klokkenkoor een zeemans- of ander toepasselijk lied, dat zich op stille tijden tot op grooten afstand over onze stad, onze zee en ons land laat hooren. De inhoud der klan ken, zal ter gelegenheid van het veertigjarig regeeringsjubileum van H.M. de Koningin van tweeërlei aard zijn. Eenerzijds blijven zij, vanwege het beginsel gericht op redders en reddingmaatschappijen, anderzijds zullen zij worden gericht op het feest ter eere van onze Vorstin, door aan de gebruikelijke liederen ons volkslied toe te voegen. Dit lied zal, tusschen de wijsjes, welke zich thans op den trommel bevinden, gedurende de feestweek van 8 uur voormiddags tot 10 uur namiddags om de 3 uren ten gehoore worden gebracht. Eens in het jaar worden de liederen van het automatisch carillon-speelwerk door an dere vervangen. Men noemt dit trommel- of ton-versteken en dit geschiedt meestal in de maand Augus tus. Dan worden honderden kleine pennen van een draaibare cylinder (trommel of ton) los geschroefd, gecontroleerd en schoongemaakt om daarna door den stadsbeiaardier, geassi steerd door den carillonwerktuigkundige, vol gens indeelingen naar de schema's van de nieuwe liederen, weer te worden bevestigd. Voor zoover het repertoire het toelaat, wordt uit den aard der zaak natuurlijk de voorkeur gegeven aan zeemansliederen. De zeemansliederen, welke heden voor plaatsing in aanmerking komen, zijn: „Hoe zacht glijdt ons bootje" en „Zeeman is mijn leven". Het zijn twee liederen, welke door hun licht ontvankelijke melodieën en aardigen tekst gedurende den loop der jaren tot diep in de volksziel zijn geworteld. Ongetwijfeld zullen zij dan ook voor onze stadgenooten, welke zoo gaarne in het park verwijlen, de vele vacantiegangers, welke bus, auto, fiets of te voet naar het Monument komen zien, en het uurslag medemaken een verrassing zijn. U als klant, WIJ goede waar, Zoo heioen wij elkaar. „De Toelast". per Week: 15 cent per kwartaalstad f 1 Q5 omtrek: f 1.90 post: f 2 50 Indië, zeepost: f 2.50 j Buitenland f 5 50 (bij vooruitbetaling) Velen zullen er misschien belang in stellen te vernemen, welke vogels er in 1938 al zoo in Den Helder ge broed hebben. Ik heb dan ook een ljjstje gemaakt van de broedvogels, waarvan ik de nesten zelf gevonden heb of die mij door anderen zijn mee gedeeld. Hieronder vallen niet de vogels uit de duinen of buiten de be bouwde kom. Misschien zijn er onder de vogelliefhebbers, die nog andere soorten ontdekt hebben en het zal zeer op prijs gesteld worden, indien zij deze ljjst willen complëteeren. Den Helder is rijk aan vogels en bewijst weer eens, dat het begrip Stad en Vogels zeer goed samen kan gaan. Om te beginnen: de Musschen (i), die natuurlijk iedereen kent, de straatjongens onder onze gevederde vriendjes. Of het woord vriendjes bij de meesten, als toe passing op de huismusschen, ingang zal vin den, betwijfel ik echter. De meesten zien ze liever gaan dan komen, vooral zij, die aan tuinieren doen en hun hoop den bodem inge slagen zien, omdat de musschen het zaad ver orberd hebben. Letterlijk overal zijn leden van de musschenfamilie te vinden: zoowel in de oude- als in de nieuwe wijken, in de par ken als langs de haven, hier vechtend en kra- keeHnd, daar tsjilpend van plezier of op andere plaatsen modderbaden nemend. Ze brengen een beetje leven in de brouwerij. Onder menige dakpan was een nest te vinden mte zwart, bruin of grijs bestippelde eitjes. Ook de Spreeuwen (2) zijn hier legio, 't Zijn optimisten tot en met. Tijdens de vele regen achtige dagen, die wij gehad hebben, monter den ze ons een beetje op met hun vroolijk ge- jodel en getierelier, hun aardige imitaties van allerlei geluiden. Verwonderd keken we soms omhoog als we een duidelijk „kiewiet" hoor den, maar schoten in den lach ris het een spreeuw bleek te zijn, die ons voor den mal gehouden had, met klepperende vleugels en trillende keelveertjes. Hoeveel mooie licht blauwe eitjes zullen hier dit jaar uitgebroed zijn 'k zal me aan geen schatting wagen, maar als U eens wilt zien hoeveel spreeuwen al in Den Helder zijn, gaat dan voor de aar digheid eens bij de „Directie" staan op een avond. Duizenden spreeuwen houden daar dan hun „réunion" in de z.g. slaapboomen; de tak ken buigen door onder de zware lasten, die ze moeten dragen en het gekwetter en vleugel- gefladder is niet van de lucht. In vele schoorsteenen en holle boomen heb ben Kauwtjes (3) gebroed. Ook deze toren kraaitjes hebben hun verzamelplaatsen in de boomen bij den Buitenhaven, waar we dan ook den geheelen avond het heldere „ka-ka...ka" kunnen hooren. Toch heb ik nooit geweten, dat de kauwtjes er ook roofvogel-allures op na hielden. Op een morgen in Juni zag ik tot tweemaal toe een kauw er vandoor gaan met een jonge, reeds vlieg-vlugge, spreeuw. Wel wist ik dit van,,de Zwarte Kraaiim., ep Eksters (^),r dié hiér' tér stede öófv'geforped hebben, zij het dan niét in een groot aantal en ik wil me haasten er aan toe te voegen: gelukkig, want deze roovers, want dat blijven ze, kunnen het onze kleine zangertjes soms danig lastig maken. De Lijsterfamilie telde hier twee vertegen woordigers, n.1. de Merel en de Zanglijster (7), de eerste verreweg het veelvuldigst. Op een Zaterdagmiddag in Juni vond ik het nest van een Merel in een holle boom, wat op wat op zichzelf al een tamelijk zeldzame nest plaats is voor deze zwarte lijster. Een week later ging ik weer eens kijken en stel U zich mijn verwondering voor, toen ik tot de ont dekking kwam, dat een paddestoel over de opening was heen gegroeid, zoo, dat deze ge heel en al was afgesloten!! Gauw de parasiet weggebroken: gelukkig!! de broedende merel had bijtijds het gevaar ontdekt en was ge vlucht, maar het nest was doorweekt en de eieren steenkoud! Weer een broedsel naar de haaien. In het park achter het „Paleis" was (en ii het nog) een dorado voor de kleine Zangertjes. In een groote struik van ongeveer twee meter hoogte, vond ik in den top, in een takvorkje, een stevig nestje met vijf rose, bruin-bestip- pelde eitjes. Dat was het home van een Spot- vogeltje (8), een van onze meest begaafde zangertjes. Tijdens het zingen is de snavel wijd geopend en dan kunt U duidelijk de oranje-roode binnenzijde zien. (Dat hebben oo'.c da jongen van deze Groote Gele Hofzan ger). De onderzijde van dit vogeltje is kana riegeel, de rug gelig-groen. Het nest, dat ik vond, was vrij diep en als de vogel er op te broeden zat, zag ik alleen de snavel en een I Zóó snel zagen we nog nooit iemand over den Dijk rennen van Kaaphoofd tot den Windwijzer. En dat kwam door den storm! Een oud heertje, tip-top gekleed, wan delde gisteren in z'n eentje over den Zeedijk naar Huisduinen. Of „wandelen" is eigenlijk het woord niet, hij tornde meer, en dan zeer moeizaam, tegen den straffen Zuidwester op. Hij droeg zoo'n zwart, stijf, rond hoedje, zoo'n kaas-doppie. En die hoed was spik splinternieuw. Met zoo'n prachthoed op je hoofd kan je ook moeilijk in een badpak op den Strand-Boulevard gaan wandelen, zooals sommige badgasten nu wel doen. Vandaar dat hij er verder ook zoo tip-top uitzag! Zoo netjes gekleed, ziet hij er meer naar uit, of hij op weg is naar een bruiloft of zoo iets, dan voor een Dijkwandeling in den storm. Met één hand houdt hij zijn hoedje kramp achtig vast, want het nieuwe, pas gekochte hoofddeksel, dat nog niet zoo erg naar 's mans hoofd gevoegd is, vertoont steeds neigingen om op te wippen en er in z'n eentje vandoor te gaan. Dat loopt echter niet zoo gemakkelijk, aldoor zoo'n hoed vasthouden, en het is voor den arm ook een ongewone, ongemakkelijke houding. Hij schiet niet zoo erg hard op, en dat is niet te verwonderen, want hij komt bij dezen harden wind slechts bij scheutjes vooruit. En nu loopt hij nog een beetje in de luwte van den lielderschen bij de vervaardiging van TABLETTEN is de waarborg voor zijn betrouwbare werking bij elke verkoudheid. Let op Oranjeband en Baysrlirul». klein stukje van het spitse kopje en een ge deelte van den staart. Alle vijf jonge spotters zijn uitgevlogen. (Wordt vervolgd). de J. Was het Zaterdagavond het Helden der Zee monument, waar de verlichting voor de a.s. feestweek werd geprobeerd, gisteravond werd het raadhuis door een tiental schijnwerpers be schenen. Hoewel het ontegenzeggelijk fraaier zou zijn, wanneer de gevels en ramen door electrische lampjes waren verlicht, het gebouw leent zich hiervoor heel goed, was het toch een aardig gezicht om de contouren van het gebouw te zien afsteken tegen den donkeren achtergrond. Op het dak waren een tweetal schijnwerpers opgesteld, die het torentje verlichtten en juist dit gaf een bijzonder effect aan het geheel. De activiteit, die den laatsten tijd aan den dag gelegd wordt, waar het de versiering van onze stad betreft, het duidt er op, dat het niet lang meer zal duren of de feestweek is een feit geworden. DE VAANDELCLUB VAN DE SPEELTUIN- VER., AFD. CENTRUM IN ACTIE. De Wandelclub der Speeltuinvereeniging „Den Helder", afd. Centrum, heeft Zondag deelgenomen aan de Jubileum-wandeltochten der A.W.S.V. „de Kaaskoppen" opi de afstan den 20 en 35 K.M. en zij mocht er in slagen buiten de persoonlijke herinnering nog een fraaie groepsprijs te bemachtigen. Door een klein incidentje verspeelden zij jammer genoeg een extra prijs. Het bewijs, dat de club er op vooruit gaat, is op deze wandeltochten wel sterk geleverd. In verband met het jubileum der A.W.S.V. „de Kaaskoppen" is door dé Wandelclub „Cen trum" een fraai Herinnerings-diploma over handigd, vervaardigd door den Voorzitter der afdeeling, den heer Steeman. In een advertentie vaq. den makelaar Koot- stra, Ruijghweg, opgenomen in ons nummer van Zaterdag, werd een blokje huizen op de Achterstraat aangeboden voor den prijs van 300 gulden. Waarschijnlijk zal het bij den ma kelaar, in verband met het huizentekort in onze gemeente storm geloopen hebben. Niet waar, 60 gulden voor een huis, waarvan men met absolute zekerheid kan zeggen, dat het verhuurd is. Dat is nogeens een geldbeleg ging! Maar... het was een zetfoutje en de koop som moest voor de 5 woningen geen driehon derd, maar drieduizend gulden zijn. Nog een goede geldbelegging in onzen tijd! Gisterenmiddag om ongeveer half vijf zat een visscher, zekeren T. Boesberg, een jongen van ongeveer 17 jaar, uit Den Helder afkomstig, nabij het vliegkamp „De Kooy" zijn geluk te beproeven in de Doggersvaart. Op een ongeluk kig oogenblik viel de jongen voorover te water en bleef daar liggen. Door een militair van het vliegkamp werd het ongeluk gezien en die maakte er eenige burgers op attent, die oogenblikkelijk te hulp schoten en den visscher op het droge trokken. De jongen bleek reeds bewusteloos en toepas sing van kunstmatige ademhaling-mocht aan vankelijk niet baten. Met de ziekenauto van het vliegkamp werd hij naar het Marinehospitaal vervoerd. Naar wij hedenmorgen vernamen, is zijn toe stand zeer gunstig. Aan 't einde van de vorige 'week vond in het zwemstadion van het Rijkssportveld te Berlijn de wereld-wedstrijd AmerikaEuropa plaats. De Europeesche belangen in het borstzwem- men werden door den Duitscher Joachim Balke (rechts) verdedigd, dien men hier op onze foto met zijn Amerikaanschen tegenstander Wear- son ziet afgebeeld. 2 October: HRC 3—Helder 2. Voor de 1ste ronde van het seizoen 1938-'S9 luidt het programma van de reserve-elftallen onzer KNVB-ers als volgt: Reserve 2e klasse A. 18 September: HRC 2—DWV 2. 25 September: AFC 3—HRC 2. 2 October: HRC 2—ZFC 3. 9 October: KFC 2—HRC 2. 16 October: HRC 2—OSV 2. 30 October: HRC 2Ajax 3. 6 Novemc.er: DWS 2—HRC 2. 13 November: WFC 2—HRC 2. 27 November: HRC 2—O VVO 2. Reserve 3e klasse A. 18 September: HRC 3West Frisia 2. Alcmaria 2Helder2. 25 September: Helaer 2Hollandia 2. HRC 3 vrij. 2 October: IIRC 3—Helder 2. 9 October: Helder 2—WFC 3. KW 2—HRC 3. 16 October: West Frisia 2Helder 2. HRC 3QSC 2. 30 October: HRC 3—Alcmaria 2. Helder 2 vrij. 6 November: Hollandia 2HRC 3. Helder 2—Alkm. Boys 2. 13 November: Alkm. Boys 2—HRC 3. Helder 2—KW 2. 27 November; HRC 3WFC 3. QSC 2 Helder 2. (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie Niet geplaatste stukken worden niet teruggezonden.) Geachte Redactie, „Ds. W. J. Fournier te Scharmer schrijft ons", zo meldt U in de rubriek Kerk en Zending 1.1. Vrijdag. Mag ik naar aanleiding van dat schrijven (over reorganisatie in het N. H. Kerk) een enkele opmerking maken? Bij voorbaat miin dank. Het trof mij, dat Ds. F. de zaak wel enigs zins eenvoudig, haast naief voorstelt. De kerk neme even de formuleringen, door Z. Eerw. voorgesteld aan, en klaar zijn we. Maar mag ik er op wijzen, dat speciaal de belijdenisformule van Z. Eerw. al dadelijk vreemd aandoet? Immers vooraf wordt de Petreische belijdenis aangehaald, maar bij de formulering wordt de kern losgelaten: de Christus, ja; maar ook: de Zoon des levenden Gods! Weet Ds. F. nu echt niet, dat dit niet gemist mag worden, dat het met minder niet kan Dat dit het punt is, waarop z.g. recht en vrijzinnigen uit elkaar gaan? Wil men een oplossing voorstellen, uitne mend; met een eenvoudig negeren van het historisch gewordene komt men er echter niet- Hoogachtend, S. de Böck. klaagmuur. Als hij echter bij den Ringmuur, bij Kaaphoofd, is aangeland, krijgt hij in eens de volle laag! Want hier is het geen flink briesje meer, hier orkaant het! Doch hier is de zee ook geweldig mooi. Vol bewondering staat hij te kijken naar de hooge golven, die maar steeds weer komen aanrollen, en die op het moment dat zij „om slaan" een pracht van een waterval vertoo- nen. En dat gaat zoo maar steeds onafge broken door, de eene golf na de andere. Er staan hier nog meer dames en heeren om het spel der wilde golven te bewonderen. Het zeeschuim spat hen om de ooren, maar dat deert hun niet. Alleen het oude heertje veegt met een vies gezicht wat van dat schuim van zijn smetteloos jasje. Doch deze bewe ging wordt hem noodlottig. Want voor deze reinigingsprocedure moet hij even beide han den gebruiken en hij denkt één moment niet om zijn hoed. En in dit korte oogenblik ge schiedt het nu bijna onvermijdelijke, het hoedje gaat bij den eersten, den besten wind stoot aan den haal! Wèl grijpt het heertje, dat er zoo -esoigneerd uit ziet, nog met beide handen naar zijn opvliegend hoofddeksel, maar hij grijpt te laat. het kaas-doppie rolt al een heel eindje verder. Alle daar bij den Ringmuur aanwezige heeren, voor zoover óók gehoed, ontblootcn nu als op commando het hoofd. Zij doen dit echter niet als een soort eerbetoon, maar louter uit eigenbelang, omdat zij bang zijn, dat ook hun hoofddeksel er van door zal gaan. Inmiddels is het heertje achter z'n hoed aangerend, achter den hoed, die den weg terug gaat. De man kan zoo. vóór den wind, nog' vrij hard loopen, maar -het hoedje gaat nog harder; het rolt en tolt en het hebbelt, het danst en het springt, nu eens op zijn harden rand, dan weer tuimelt het om z'n lengte-as over den weg. Een oogen blik lijkt het, of het heertje het pleit gewon nen heeft, of hij zijn hoedje zal achterhalen. Dat is, wanneer de speelsche wind den hoed tegen één van de steenen rustbanken aan blaast. Maar juist als de man een greep naar zijn rechtmatig eigendom wil doen, ontfutselt de wind hem dit weer en dobbelt het hoedje als een Razende Roland weer verder over de gemetselde straatsteenen. En het heertje rent er weer hijgend en puffend achter-an. Als het hoedje echter bij den Windwijzer is aangekomen, is het met z'n vrijheid gedaan. Want daar staan als steeds vele blauwe zee ridders uit te kijken naar schepen, die hier maar niet willen stranden. Eén van hen, een nog jeugdige snuiter, ziet het rollende kaas- doppie en en hij ziet daarachter het hollende heertje. Hij begrijpt gelukkig direct de situa tie en rent den hoed tegemoet. Als de hoed hem dicht genoeg is genaderd, geeft de zee ridder in den dop een fermen schop vooruit, en die schop is raak ook, want het hoedje blijft op de punt van zijn schoen hangen; hij heeft den bol met zijn puntigen schoen finaal doorboord. Dat is nu wel jammer en erg be- grootelijk voor zoo'n nieuw hoedje, maar er is één geluk bij: de hoed kan nu tenminste niet meer verder weg rollen. Amechtig, totaal uitgeput, komt nu ook de oude heer aanren nen en met een edelen zwier, zooals het een adspirant-Ridder betaamt, overhandigt de man van den Dijk het door z'n escapade en bij de vangst wel wat gehavende hoedje weer aan den rechtmatigen eigenaar, die er thans schijnbaar niet eens zoo erg gelukkig meer mee is. Hij k(jkt tenminste vrij sip! Weer in het middelpunt der belang stelling. De Spaansche kwestie blijft voor Europa nog steeds een lont, die aan het kruitvat ligt. Alle optimistische verwechtingen, dat er ein delijk een einde aan den strijd zou komen, dat de vrijwilligers zich zouden terugtrekken, waardoor het Europeesche karakter aan dezen strijd zou worden ontnomen, zijn in rook op gegaan. Men strijdt daar lustig voort en Italië blijkt nog een even groote belangstelling voor d j partij van Franco te hebben, als in het begin van den strijd. Vorige week liepen er wederom ernstige geruchten over Italiaansche interventie. Ge ruchten, die door Italië niet op afdoende wijze zijn tegengesproken. Engeland, dat de band met Italië nog maar altijd niet te stevig wil aanknoopen, als het er niet van overtuigd is, dat Italië zich uit Spanje terugtrekt, heeft naar de waarheid van deze geruchten laten informeeren. Het is alsof Gr. Brittannië waarschuwend den vinger naar Italië opheft, maar Mussolini, die al emder een goede wenk van Engeland genegeerd heeft, gaat stil zijn eigen weg. Franco moet winnen, of liever het fascisme moet in Spanje gevestigd worden, al kost het stroomen h''-i. En Mussolini weet, dat wan neer hij niet -.poid g en krachtdadig helpt de beslissing van den strijd niet voor den winter geforceerd zal kunnen w <rden. En wanneer de beslissing in Spanje niet valt, dan zal er geen toenadering tot Engeland kunnen komen. En wanneer er veiwijdering tusschen Engeland en Italië blijft, beteekent dat vermeerdering van den toch reeds zoo gespannen toestand in Europa. De onwil om de vrijwilligers terug te trek ken blijkt ook uit het gisteren gepubliceerde antwoord van Franco op de nota van de niet- inmengingscommissie waarin hij eerst oorlogs rechten vraagt, alvorens toe te stemmen in de terugtrekking van de „vrijwilligers". Zoo blij ven we in een kringetje ronddraaien, maar een feit is, dat Spanje, een Europeesch vraagstuk blijft, dat een gevaar blijft vormen voor de versteviging van den vrede, die toch al zoo uiterst wankel is. naar Schoorl, Alkmaar, A'dam Retour 0.55 0.65 1.10 EEN JUBILARIS. Morgen herdenkt c.e heer H. G. Licher den dag, waarop hij voor 25 jaar in dienst kwam. als drukker bij de N.V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h C. de Boer Jr. ONDERSCHEIDING VICE-ADMIRAAL KRUYS. Bij K. B. van 18 Augustus 1938 is in de Orde van Oranje Nassau bevorderd tot Comman deur de Vice-Admiraal T. L. Kruys, het ver siersel te dragen met de zwaarden. Luitenant ter zee der le kl. J. S. Bax be- stemr voor den dienst in Ned.-Indië, zal zijn bestemming volgen met het m.s. „Baloeran", dat op 31 Aug. van Rotterdam vertrekt. Per m.s. Christiaan Huygens, van Batavia naar Amsterdam, dat op 24 Augustus te Ge nua en 31 Augustus te Amsterdam verwacht wordt, reizen van de Kon. Marine: luit. ter zee le kl. J. G. Broekhuysen, luit. ter zee 2e kl. J. B. M. J. Maas en off. van den M.S.D. Bij beslissing van den Minister van De fensie is de luitenant ter zee der 2e klasse A. F. baron van Tuijll van Serooskerken, dienen de aan boord Hr. Ms. Wachtschip, te Willems oord, den 22sten Aug. 1938 ter beschikking gesteld. Bij beschikking van den minister van De fensie is de luitenant ter zee der le klasse jhr. W. Boreel, den 25 Aug. 1938 geplaatst aan boord van Hr. Ms. „Sumatra". OOST-INDIË. Overgeplaatst van het Departement der Ma rine naar Hr. Ms. Java, de kap.-luit. ter zee H .J. Bueninck; van Hr. Ms. Java naar het Marinevliegkamp „Morokrembangan", de kap. ter zee K. W. F. M. Doorman. AANKOMST MAILTREIN. De N.V. Stoomvaart Maatschappij „Neder land" meldt, dat de speciale trein met pas sagiers en post in aansluiting op het m.s. „Christiaan Huygens" Woensdagmorgen 24 Augustus te 10 u. 20 van Genua zal vertrek ken. Aankomst Donderdagmorgen 25 Augus tus 10.12 te Amsterdam C.-S. KASSI GOOIEN NIET TOEGESTAAN. Een zestal personen werd bekeurd, omdat zij aan den openbaren weg met dobbelsteenen bezig waren elkaar geld uit den zak te kloppen. van 22 Augustus 1938. BEVALLEN: W. F. van Dok—Herkemij, d.J M. B. Bakter Bruggen, d.; A. J. Gunne- manWillems, d.; M. van den BergDozij. d. OVERLEDENE. M. C. van der Vlies Dekker, 58 jaar,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 5