RADIO De malaria in Indië B D G A R R I C E URROUGHS Ongerustheid bij de weggebruikers Duitsch oordeel over Koningin Wilhelmina Nederlanders zijn knappe menschen Onze ontgoochelde jeugd Ook kinderverlamming te Pijnacker PROGRAMMA DOOR No. 71. Behoedzaam klom Meriem in een dikke boom en vanaf zijn hoge takken overlegde ze, wat ze moest doen. Ze dacht, dat Malbihn dood was, zo vreselijk was de slag, die zij hem gegeven had, doch nauwelijks had zij zichzelf in veiligheid gebracht of ze zag de Zweed uit zjjn tent komen. Hij veegde het bloed van zijn gezichf en stortte een stroom van vragen over de hoofden van zijn verschrikte bedienden uit. Dadelijk begon het hele kamp naar haar te zoeken. Meriem wachtte tot ze buiten het ge- gehoor waren. Stil sloop ze naar de rivier. Ze durfde niet in de Krokodillenrivier te zwem men. Op een open plek zag ze de kano, die haar naar deze kant had gebracht. De aanleg plaats was echter in het volle gezicht van de wachter, die achtergelaten was en de kano zou door een meisje alleen slechts langzaam voortbewogen kunnen worden. Doch er was geen andere manier om zich te redden en ze moest de rivier over. Vlug rende ze uit haar schuilplaats naar de rivier toe. Niet zodra had zij de kano losgegooid en van de oever afge stoten of een schreeuw van achter het kamp vertelde haar, dat zij ontdekt was. Even later zag zij Malbihn en zijn mannen naar de kant van de rivier rennen en een grote kano van het strand meedragen. Maar Meriem kreeg weer hoop; ze konden haar niet inhalen vijf minuten voorsprong was alles wat zij nodig had. Malbihn dreef zijn mannen met scheld woorden en slaag tot groter spoed aan, want hij begreep, dat het meisje hem anders zou ontglippen. De kano, waarin hij aan de boeg stond, was slechts een honderd meter achter de vluchtende Meriem, die al haar krachten inspande om de overhangende bomen te be reiken, die haar in veiligheid zouden brengen. Malbihn riep haar stil te houden. Het leek wel of hij gek werd van woede, nu hij zag, dat hij haar niet kon inhalen. Hij nam zijn geweer, legde het tegen zijn schouder, mikte zorgvuldig op het slanke -meisje, dat juist de bomen be reikte en vuurde! Malbihn was een uitste kend schutter! SCHOOT DE REGEERING TE KORT? In het geneeskundig tijdschrift van Ned.-Indië, waarvan het Augustus nummer gisteren verscheen, komt op een zeer opvallende plaats de vol gende uiteenzetting voor van prol. C. Bonne, die bevestigt wat ook on der het groote publiek in stijgende mate wordt gevoeld; „Dat de D.V.G. ten aanzien van het malariavraag- stuk ernstig is tekort geschoten, sohrijlt het Bat. N.bl. Na de verklaring van den vlootvoogd in zake het prijsgeven van het plan tot een vlootrevue te Priok te hebben aangehaald, vraagt prof. Bonne: Zal dit nu eindelijk indruk maken? De doode» vallen in Priok en val len zelfs op onze schepen. En hoe veel dooden ei'scht de malaria niet ver weg van de plaatsen, waar de groote dagbladpers zetelt en waar van men alleen iets verneemt wan neer men toevallig de getroffen streek bezoekt? Hoeveel volkskracht laat zij niet verloren gaan? Zal amen nu eindelijk weer willen in zien, dat de malaria nog steeds de belangrijkste tropische ziekte van Indië is? Ik weet namens ve len en namens zeer bevoegden te spreken, wanneer ik zeg, dat vrees bestaat dat de overheid de laatste jaren te weinig aandacht heeft ge schonken aan cfe studie en bestrij ding dezer ziekte. Kennis, geld en organisatie zijn noodig. Ik herhaal wat ik op de eerste bladzijde van dezen jaargang reeds schreef: Onze kennis der malaria-epidemiologie in Indic stagneert. Er is een tekort aan wetenschap pelijke bewerkers en deze beschikken niet over voldoende fondsen en over 'n voldoende organisatie voor bestrijding. Indië voelt den toestand in Priok als een blamage daarbij waarschijnlijk niet beseffende hoe ingewikkeld de omstandig heden bij een malaria-explosie soms kun nen zijn. Het is echter betreurenswaardig, dat de gerustheid bij vele medici ont breekt, dat in de wetenschappelijke en or ganisatorische ontwikkeling van den dienst der malariabestrijding al bet mogelijke ge daan is. 200 MILLIOEN DOLLARS VOOR AMERIKA'S VLOOT. Admiraal Leahy heeft na een bezoek aan president Roosevelt verklaard te verwach ten, dat het congres een crediet van 200 millioen dollars zal worden gevraagd voor vlootuitbreiding. Verkeersbonden wenden zich tot den minister. Ingevolge de Wegenverkeerswet van 13 September 1035, die binnenkort in werking zal treden, dient een motorrijtuig in de naas te toekomst voorzien te zijn van een „rijtuig- bewijs''. Afgifte van een dergelijk bewijs kan worden voorafgegaan door de keuring van het motorrijtuig. Blijkens de bij de behandeling van die wet gewisselde stukken, ligt het niet in de be doeling bij de afgifte van het bewijs voor elk voertuig een bepaalde keuring te eischen, omdat dit zeker zeer veel moeite, kosten en oponthoud zou veroorzaken. Echter diende de mogelijkheid van een zoodanige keuring in de wet te worden opengehouden, opdat bij eenigen twijfel ten aanzien van de ge schiktheid van een motorrijtuig een onder zoek zou kunnen worden gelast, terwijl zoo- noodig onderzoeken op den weg door opspo ringsambtenaren voldoende preventief zul len werken t.a.v. motorrijtuigen, welke in minder goeden staat verkeeren. Ondanks deze positieve mededee- lingen schijnt er onder de weggebrui kers groote ongerustheid te heer- schen, omdat blijkbaar toch beoogd wordt een andere vorm van keuring, n.I. een algemeene, resp. periodieke keuring voor alle motorrijtuigen in het leven te roepen. De A.N.W.B. en de K.N.A.C. heb ben zich thans gezamenlijk in een adres tot den Minister van Water staat gewend, waarin zij betoogen, dat een algemeene keuring van hoogst ingrijpenden aard is voor de belangen der motorweggebruikers. Aan een zoodanigen maatregel zullen ver strekkende consequenties voor de betrokke nen verbonden zijn. De gevolgen zullen niet alleen van financieelen aard zijn, doch te vens zal veel verlies van tijd en 'n aanmer kelijke overlast bij de voortdurende contro le ondervonden woren. Bij periodieke keu ring zullen ook de kosten bij herhaling we- derkeeren. De A.N.W.B. en de K.N.A.C. zijn tot dus verre geenszins overtuigd, dat de bestaande materiaal-toestanden een dergelijk ingrijpen noodzakelijk maken, te minder, daar hun inziens reeds aan de hand van bestaande voorschriften voldoende voor excessen kan worden gewaakt. Tenslotte verzoeken genoemde vereenigin- gen met eventueele ontwerpen tot regeling dezer materie in kennis te mogen worden gesteld en daarop, als erkende vertegen woordigers van het motorwegverkeer, van advies te mogen dienen. Een gelukkige vereeniging van traditie en modernen geest. Naar aanleiding van het veertigjarig re- geeringsjubileum van Koningin Wilhelmi na bevatten alle Duitsche bladen in harte- lijken toon geschreven artikelen, waarin hulde wordt gebracht aan de verdienste van H.M. de Koningin voor Nederland. Het „Berliner Tageblatt" schrijft: „Het Duitsche .volk neemt oprecht deel aftn de vreugde van het Nederlandsclie volk tijdens deze dagen. Goede nabuurschap verbindt het natio- naai-socialistische Duitschland met Neder land en België. De menschelijke sympathie voor H.M. de Koningin Wilhelmina, wel ke ook Prinses Juliana geniet, in Duitschland, geldt de indrukwekken- de persoonlijkheid en vrouwelijke waardigheid van een Koningin, die in haar regecring traditie wist te vereenigen met een modernen geest. De „Deutsche Allgemeine Zeitung" sclirij'ft dat H.M. de Koningin Wilhelmina in de veertig jaar van haar regeering voor opga ven is gesteld, welke niet gemakkelijker waren dan die, -welke haar voorvaderen moesten oplossen. Ook als heerscheres was Zij een voorbeeld van moederlijke en huis- vrouwelijke deugden. Bij Haar jubileum zal de Koningin kunnen zien hoezeer Zij door haar volk wordt bemind en door het bui tenland geacht. Zelfs de dienstboden spreken drie talen, zegt men in Duitsch land De Duitsche pers bevat in de laatste da gen een groot aantal aan Nederland gewij de, steeds zeer sympathiek gestelde, arti kelen. Zoo schrijft Kolf Italiaander in het „Berliner Tageblatt" in een opstel over Nederlands boekhandel: „Iedere beschaafde Nederlander leest ook Duitsche, Engelsche en Fransche boeken in het origineel, ja zelfs het grootste deel van het dienstperso neel vermag twee of drie talen vrij goed te spreken en te lezen.„De vrouwen hebben op het oogenblik in de amusements lectuur meer succes dan de mannen, wan neer men afziet van de romans van Vlaam- sche auteurs Zelden was er zooveel goede Hollandsche lyriek als op het oogen blik, waarbij in het bijzonder de Amstcr- damsche school invloed heeft. Men behandelt daarbij zijn themata za kelijk. Deze zakelijkheid vindt men overi gens ook in den goeden roman. Een ty pisch voorbeeld daarvoor is de Vlaming Wallschapp, dien het Duitsche publiek nog in vertaling zal leeren kennen." „Op het looneel wenscht het publiek op het oogenblik geen problemen behandeld te zien. Echter worden boeken met wijsgee- rige of wetenschappelijke problemen in Ne derland even zeer verlangd als in andere landen. Bijzondere belangstelling heeft men voor populair-wetenscliappelijke wer ken, waaronder men een groot aantal voor treffelijke vertalingen uit 't Duitsch vindt". Pessimisme en afkeer van het leven. In een letterkundig artikel wijdt de N.R.C. een beschouwing aan de hedendaagsche jeugd. De afkeer der jeugd, lezen wij, blijft zelden tot den geest eener oudere generatie beperkt zij richt zich tegen het leven. Pessimisme is het kenmerk van vrijwel elk nieuw geslacht hoezeer zich dat later ook wijzigen mag en als er één generatie recht heeft op pessimisme, dan zeker de jeugd, die omstreeks den oorlog geboren werd. Ik behoef hier geen deerniswekkend tafercel op te hangen van den nood van den tijd, luidt het verder, waarmee reeds vol doende gesold wordt door lieden van aller lei slag, maar één ding is zeker: zij die nu veertig zijn, hebben nog iets gekend van een veiligheid, een althans uiterlijke gezondheid, een idyllische stabiliteit, die weliswaar spoe dig niets dan schijn bleek te zijn, maar ook do schijn heeft zijn waarde en voor de op dit moment jeugdige menschen heeft zelfs die schijn niet bestaan. Zij denken dat wij droomen of fahuleeren of zwetsen als wij vertellen over de jaren waarin wij ontwaak ten. Het is waar, ook wij zijn in menig op zicht en zelfs niet tot ons nadeel ontnuch terd zij daarentegen werden ontgoocheld geboren. Gepaard aan epidemische kink hoest. In dé gemeente Pijnacker hebben zich twee gevallen van kinderverlamming voor gedaan. Beide patiëntjes zijn naar het ziekenhuis vervoerd. De burgemeester van Pijnacker heeft een geruststellende bekendmaking gepubliceerd waarin hij er onder meer op wijst, dat beide patiëntjes de besmetting buiten de gemeen te hebben opgedaan. De plaatselijke goneesheeren achten het echter noodig, dat er voorzichtigheid wordt betracht ten opzichte van de epidimiseh heerschende kinkhoest. In verband hiermede zullen sommige jubileumfeestelijkheden vervallen en de filmvoorstellingen voor de schoolkinderen op 5 en 6 September a.s. niet doorgaan. VRIJDAG 2 SEPTEMBER 1938. Hilversum I, 1875 m. 8 00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.0» AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.0012.00 VARA. 8,00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Ber.). 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.00 Vervolg declamatie. 11.20 Orgelspel. 12.00 „The Romancers" en gramofoonmuziek, (Om 12.15 Berichten) 1.30 Orgelspel. I.45 Het Lyra-trio. 2.30 Causerie „De tuin in September" 3.00 Jonny Kroon's ensemble en soi.oi.en 4.00 Gramofoonmuziek.' 5.00 Voor de kinderen. "5.30 Orgelspel. 6.05 Esmeralda-septet. 6.30 Grepen uit de vakbeweging. 7.00 Causerie „Stad en platteland". 7.20 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Causerie „Langs steden en dorpen". 8.00 Het Hollandsch Trio. 8.30 Causerie: „De Nederlandsche cultuur in 40 jaar". 9.00 Radiotooneel met muziek. 10.00 Fantasie. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. II.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II, 301,5 en 415,5 m. Algemeen programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.15 Berichten). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Bijbelsche causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek. 3.15 KRO-Kamerorkest. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.15 KRO-orkest (5.00—5.15 Gramofornmuz.) 6.05 Land- en tuinbouwcauserie. 6.25 KRO-Melodisten en solist. 7.00 Berichten. 7.15 Luchtvaartcauserie. 7.35 Musica catholico. 8,00 Berichten ANP. 8.15 KRO-Melodisten en solLt. 8.30 Xylofoon-ensemble „The Johy Boys" met pianobegeleiding. 8.40 Vervolg van 8.15. 8.55 Vervolg van 8.30. 9.05 Vervolg van 8.40. 9.30 Groninger Orkestvereeniging. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Jean Marcu en zijn Roemeensch orkest. 11.0512.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. 32. „Laten we dat hopen," zei Ivor sceptisch. „Hij heeft alle voordeelm van een goede op voeding, maar voor zoover ik kan zien, heeft hij die voordeelen niet erg weten te benut ten." Zijn woorden hinderden haar en ze sprak snel en met gedempte stem: „Hij zal er ko men! Oh, ik wet het! Vergeet niet, dat hij pas negentien jaar is! Hg heeft me de ver zekering gegeven, dat dit jaar op de univer siteit niet verspeeld geweest is. Och Ivor, geef hem tijd! Wees fair!" „Mijn beste Mary", antwoordde hij stijf, „het is geheel en al mijn bedoeling fair te zijn. Maar aan alles is een# eind. zelfs aan tijd. Wat, wanneer ik eens plotseling kwam te overlijden? Heb je daar wel eens aan ge dacht?" „Natuurlijk niet," antwoordde Molly, een oogenblik geheel uit het veld geslagen. „Maar waarom zeg je dat Ik hoop dat alle kinde ren hun weg zullen hebben gevonden voor een van ons sterft." „Het is heel aardig om optimistisch te zijn. maar daarom kun je toch nog wel practisch blijven. We hebben een groot gezin en „Vele varkens maken de spoeling dun". We moeten vóór alles aan Vivian denken; hij erft den titel en het kasteel en hg moet geld genoeg hebben om er de familie-tradities te kunnen handhaven. Zoo heel veel zal er voor de an deren dan niet overblijven. Jijzelf ^ult genoeg lubben om van te leven, maar dat zal niet voldoende zijn om te voorzien in de eischen van een verspilzuchtigen zoon." „Ivor!" Molly's stem klonk heftig veront waardigd. „Je hebt het recht niet hem zoo te noemen! En waar is het voor noodig dit alles te zeggen? Nog een paar jaar en alle kinderen zijn volwassen en kunnen hun eigen weg banen. Zoolang wij goede voorzorgs maatregelen treffen, behoeven we ons toch niet ongerust te maken." „Dit is geen zaak om er licht overheen te stappen," zei Ivor streng. „Ik wensch dat jij en eigenlijk meer speciaal de jongen Rollo voorbereid is op eventualiteiten. Ah!" hij brak af. „Hier is de thee! Help jezelf, lieve. „Een kopje thee zal smaken." Molly schonk in, onderwijl hopend dat Ivor's stemming mocht verbeteren. Dit had ze niet verwacht. In den regel was hij gema tigder in de uitdrukking van zijn opinie en had hjj meer consideratie voor haar gevoe lens. Zou Caroline gedurende haar afwezig heid gestookt hebben? vroeg ze zich af; hij hechtte altijd veel waarde aan haar opinie. Nu, in ieder geval was Caroline er niet bij en ze begon het als een geluk te beschouwen, dat Ivor haar gevraagd had in Londen te blijven. Alleen met hem zou ze hem mis schien wat zachter voor Rollo kunnen stem men. Gedurende de thee spraken ze over allerlei onbelangrijks. Ivor, in gedachten verzonken, gaf slechts vage antwoorden, zoodat ze op het laatst er maar het zwijgen toe deed. Kwam het door de dreigende lucht buiten, waardoor alles er in de lounge akelig en somber uitzag, dat het haar voorkwam, dat hij vandaag bijzonder bleek was? Ivor dronk zijn thee en stak een cigaret ■>r. ie observeerde hem met een vaag. doch steeds groeiend gevoel van onrust. Waren het zijn gedachten aan Rollo, die hem zoo be zig hielden? Hij had tot nu toe nog nooit eenige werkelijke belangstelling voor het doen en laten van zijn stiefzoon aan den dag gelegd. Ze aarzelde om op het onderwerp terug te komen, ofschoon ze heel goed voelde dat, in dien ze Rollo recht wilde laten wedervaren, ze het er zoo niet bij kon laten. Maar haar in tuïtie waarschuwde haar tenminste voor het oogenblik de discussie niet meer aan te van gen. Onbewegelijk zat Ivor in zijn stoel en toch had ze het gevoel dat hij lang niet zoo rustig was als hij wel wilde doen voorkomen. Misschien kwam het door de dreiging in de natuur, maar ze kon de sensatie niet van zich afschudden dat er iets bijzonders gebeurd was of misschien gebeuren ging. Ze begon zenuwachtig te worden door de spanning. De atmosfeer leek wel geladen met electriciteit. En, plotseling opstaande, liep ze naar het open raam toe. Ze had een gevoel alsof ze stikken zou. „Wat is het heet, hè?" zei ze. Enkele dikke druppels vielen neer uit de pikzwarte lucht boven haar „We kunnen beter naar boven gaan," zei Ivor. „Het zal daar misschien wat koeler zijn." Bij het geluid van zijn stem keek ze om en op dat oogenblik verlichtte een helle bliksem straal zijn gezicht, dat er doodsbleek en heel vreemd uitzag. En terwijl de donder het ge bouw deed schudden, verborg ze bevend haar eigen gezicht in haar handen. Het volgende oogenblik stond Ivor naast haar en legde zijn arm om haar heen. „Kom mee!" zei hij. „Je bent geschrokken. We zullen naar boven gaan, dan kun je wat rusten." Zonder een woord liet ze zich naar de lift leiden. Ze wist hoe afkeerig Ivor was van een scène en ze schaamde zich alreeds. In de lift keek ze naar hem en verbaasd vroeg ze zich af wat haar zoo aan het schrik ken had gemaakt. Er was niets ongewoons aan hem. Misschien zag hij wat bleek, maar dat kon evengoed van het helle electrische licht komen. Hij keek haar aan en rustig zei hij: „Je moet niet zoo zenuwacthig zijn." Terwijl ze uit de lift stapten en de gang doorliepen, trachtte ze haar houding van daar net te verklaren. „Zié je juist toen de blik sem flitste, schrok ik verschrikkelijk. Mis schien kwam het door het licht op je gezicht, maar ik vond dat je er ziek uitzag." „Zoo?" Rustig ontsloot hij de deur van hun kamer en volgde haar. „Nu, misschien ben ik wel ziek." Molly hield haar pas ln en keerde zich om. „Ivor, wat bedoel je daarmee? Oh, vertel het me alsjeblieft! Is er iets gebeurd?" Hij trachtte geruststellend te glimlachen, maar het lukte niet erg. „Ik zal het je ver tellen," begon hij. „Ik was van plan dat te doen, zoodra we alleen waren. Ik voelde me den laatsten tijd niet heelemaal goed en nu heb ik Londen een dokter geconsulteerd." „Oh, Ivor!" riep ze uit. Hij legde zijn hand op haar schouder. „Beste Mary. er is niet de minste reden tot opge wondenheid. Ik 'regel zooveel mogelijk mijn familieaangelegenheden, omdat het zou kun nen zijn dat ik een operatie moet ondergaan geen ernstige, naar ik hoop. Morgen ga ik weer naar den dokter toe en dan zal hij me den uitslag van zijn onderzoek meedeelen." „Maar wat scheelt je dan, Ivor?" vroeg Molly angstig. „Waarom heb je me daar nooit iets van verteld?" Ongeduldig wuifde hij met zijn hand. „Ik doe alles altijd graag op m(jn eigen manier en in mijn eigen tijd," zei hij. „Ik vertel het je nu. Mary, en dat is voldoende. De ziekte is van inwendigen aard, maar verder kan ik je er geen bijzonderheden over vertellen, omdat ik die zelf nog niet weet. In ieder geval zullen we ons niet onnoodig van streek maken. Als ik een operatie zal hebben te ondergaan, moet dat hier in Londen in een z; ekenhuis gebeuren en dan liefst zoo gauw mogelijk; des te eer der heb ik het achter den rug. Ik heb een sterk gestel en je zult zien dat ik het weer gauw te boven ben." Hij draaide het electrische licht aan en liep op het raam toe om dit te sluiten de regen viel nu in stroomen neer. Daarna kwam hij weer naar haar toe en rustig zei hij: „Nu, ik heb er geen spijt van dat ik het je verteld heb. Ik wist wel dat je verstandig zou zijn. Straks praten we er nog eens over, maar eerst ga je rusten. Ga hier op de sofa liggen. Als je wilt kun je deze courant eens inzien." Het klonk als een bevel en Molly zag wel in dat ze voor het oogenblik met vragen niet veel wijzer zou worden. Geen kracht ter wereld was in staat Ivor mededeelingen te ontlokken, die hij niet doen wilde. Met een gebaar, dat geen tegenspraak duldde, overhandigde hij haar de courant en stond daarna ka!m te wachten tot dat ze aan zijn wenschen voldeed. En onwillekeurig ontsnapte Molly een zucht van verlichting. Ivor was dezelfde als altijd; er kon niets ernstigs met hem zijn. Zonder tegenstribbelen voldeed ze aan zijn bevel en zoo lag ze daar, heel stil met gesloten oogen, haar hoofd tegen de kussens geleund, de courant op haar schoot. Maar haar ge dachten concentreerden zich op wat hij haar zooeven verteld had. Vreemd, Ivor was nooit ziek geweest in al de jaren van hun huwelijk. Ze kon hem zich niet voorstellen, hulpeloos, af hankelijk van zijn verzorgers. Misschien had hij gelijk en was het niets ernstigs. Of zou hij dat alleen maar gezegd hebben om haar niet al te ongerust te maken Maar het was nutte loos hier naar te gissen, want hij zou haar zeker niet meer vertellen dan hijzelf noodig achtte. Zoo lag ze daar een poosje en ten langen leste ging haar blik onwillekeurig over de let ters van hpt nieuwsblad op haar schoot. Het onweder was aan het afnemen, maar het regei.de nog fitok. Ook dat zou weer gauw voorbij zijn, want de zon begon alweer door te 'Nreken. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7