Reuzen dansen
in Belgisch stadje
40*^
DE VROUW VAN GOLIATH IN EEN
HOEPELROK.
Er leven in België reuzen. Men
ziet hen op gezette tijden van het
jaar dansen en wandelen in de ste
den waar zij wonen en alle voor
bijgangers l>ewonderen hen en:
juichen hen toe.
Iedere stad is trotsch op haar reuzen en
zij, die er geen bezitten, benijden de ge
meenten, die een geheele familie binnen
haar grenzen hebben: Brussel, Antwerpen,
Doornik en Ath en nog andere steden en
dorpen in Vlaanderen en liet Walenland.
De reuzen vertooncn zich gewoonlijk bij
gelegenheid van de jaarlijksche gemeente
feesten en zoo waren het deze week Goli
ath, zijn vrouw en kameraad, die zich in
de straten van het aardige Waalsche stadje
Ath lieten zien.
Ath is, aldus de N. R. Crt., een van de
oudste gemeenten van België en de bewo
ners zijn daar trotsch op. Voor de toeris
ten op weg naar Doornik bestaat er weinig
aanleiding in Ath uit te stappen, want
behalve een mooi kerkje treft men er
niets bezienswaardigs aan, doch gedurende
de „Ducasse" de kermis met den uitgang
van de reuzen, is het zeker de moeite
waard eens in de stad rond te kijken.
Het optooien van de reuzen.
Lang van te voren is men bezig met de
voorbereidingen tot de feestweek, die ook
nog een artistiek tintje draagt, omdat tij
dens de „Ducasse" alle plaatselijke kunst
schilders hun werk tentoonstellen. Dit keer
waren zelfs zeven exposities ingericht!
Dit alles en zelfs het versieren van de
praalwagens voor den grooten jaarlijkschen
optocht, is niet zoo belangrijk als het op
tooien van de reuzen. Deze arbeid kan
niet aan iedereen toevertrouwd worden,
evenmin als iedereen zich mag belasten met
de zorg van de reuzen gedurende den tijd
van het jaar dat zij thuis blijven. Een
van de oudste families van Ath is daarvoor
uitverkoren en zij kwijt zich met den
grootsten ernst van die taak.
■Madame Goliath bijvoorbeeld,
had, alvorens uit te gaan, dringend
een paar nieuwe krullen noodig
zij heeft een haardos, die tot haar
middel reikt en haar gezicht
moest siellig opgeverfd worden.
'Met behulp van een ladder zij
is 4.50 M. lang bereikt men dus
haar gezicht en dat van haar man
Monsieur Goliath en van haar ka
meraden.
Mademoiselle Victoire, Samson's en Goli-
ath's vrouw hebben behoefte aan wijde
hoepelrokken die bij het walsen kunnen
zwieren en die tevens haar uit riethout be
staande onderstel moeten bedekken. Ambio-
rix, een krijgsheld uit den tijd der Bour
gondiërs, draagt een wijden mantel en
Satnson en Goliath bezitten een alles be
dekkend kuras
Gevecht tusschen David en Go
liath.
Als dragers kiest men de sterkste man
nen van het dorp en geheel in het, wit
gekleede jongelui, die een last van 112 kilo
hebben te torsen. Ook al lossen zij elkaar
voortdurend af, wordt er veel van hun
krachten gevergd, want de reuzen moeien
dagen achtereen onvermoeibaar dansen.
Dezer dagen vond te Ath voor het stad
huis het tradiüonecle gevecht plaats tus
schen David en Goliath en werd de plechtige
ommegang gehouden. Het was vol in de
stad, veel Brusselaars kwamen kijken en
ook uit Halle en Doornik was men, nieuws
gierig naar de reuzen, naar Ath gekomen.
Het stadje maakt, vooral tijdens de feeste
lijkheden, een blijmocdigcn indruk. De
smalle straten hebben niet het benauwde
van kleine provinciesteden: netjes gerijde
huizen met spionnetjes en men wordt ver
rast door een markt, waar alle wegen op uit
loopen, die door de enkele oude gevels, een
eigen karakter draagt. Deze Grand Place
werd nu geheel in beslag genomen door
de kermisaantrekkelijkheden waar zich een
vroolijke menigte verdrong, terwijl de bal-
cons van de particuliere huizen, hotels en
café's al bezet waren door do belangstellen
den, die den stoet afwachtten.
Aan de grens van de gemeente stonden de
reuzen reeds, onbeweeglijk nog, alsof zij zich
spaarden voor de komende vermoeienissen.
Men zou trouwens niet vertrekken voordat
de rijtuigen met burgemeester en wethou
ders en hun dames zoudem zijn aangeko
men. In Wallonië zoowel are in Vlaande
ren is het bijna gewoonte geworden, dat
alle evenementen 'n uur later beginnen dan
aangekondigd is
Dansende duivels.
Eindelijk was het zoover. De stoet zette
zich in beweging, voorafgegaan door ma
rechaussees en dansende duivels. Daarna
volgde de tweekoppige adelaar, het wapen
van de stad. De vogel werd geleid door 'n
bleek jongetje met fel rood omrande
oogen, die wat zenuwachtig heel in de
hoogte zat en de teugels hield.
Goliath vermaakt de inwoners van het
Belgische stadje Ath.
Na fanfaremuziek van een van de vele
muziekcorpsen die deelnamen aan den
stoet, kwam de eerste reus, Samson, die
nog een stuk pilaar in zijn handen gekneld
hield.
Dóór de menschenjnenigte zag men
eerst zijn kolossalen romp opdoe
men, toen het star blikkende ge
zicht. Statig deinde hij op en neer,
draaide den hoek om en zakte wat
in en stond stil.
„Dansez, dansez!" werd er geroepen en
van de balcons werd met bloemen en
ook wel met geldstukken geworpen.
Een muziekkapel zette een wals in en plot
seling leefde de reus weer op. Het boven
lijf wat naar achteren, het hoofd naar
voren gericht begon hij zijn dans. Hij tolde
rond, zoodat de jange haren slierden. Toch
behield de immense gestalte zijn waardig
heid, misschien door de onverschilligheid
van het gezicht alsof dit alles Samson in
wezen niet aanging. Het publiek keek
gespannen, ademloos, steeds weer verrukt
door het dansen van de reuzen.
Rangverschil.
De praalwagens, hoe mooi - ook opge
tuigd, kregen nimmer zoo'n applaus als de
reuzen. En onder die reuzen bestaat ook
een merkbaar rangverschil. Samson, Am-
biorix en Mademoiselle Victoire, hoe popu
lair zij ook zijn, kunnen niet tegen Goliath
en zijn vrouw op, de eenige reuzen, die
nooit van elkaar scheiden en die men al
tijd samen ziet dansen
Nog vóór zij op de markt te zien waren
zag men hen in een spiegelruit, eentonig
om elkaar draaiend, log een buiging voor
elkaar makend, van elkaar heenwijkend en
weer naderend. Op de markt zette de mu
ziek een nieuw wijsje in en nu draaiden zij
ver van elkaar af. De gekrulde lokken van
Madame Goliath zetten uit, haar rokken
bolden op en haar gazen sluier stond
bijna recht van haar hoofd af. Plotseling
bewoog Goliath zich in haar richting, ving
haar op en beiden maakten een deftige
révérence. Toen zakte al hun leven uit
hen... en twee doodvermoeide dragers kro
pen uit het onderstel van het tweetal.
Verrassing voor étagebewoners.
Het feest ging door. Na den optocht
dwaalden de immense gestalten door de
stad, omstuwd door de massa.
2?ij gluurden plotseling door de
ramen van de bovenhuizen, door
hun afmetingen toch even verschrik
kend en aangehitst door de feest
vierders dansten zij en tolden zij
tot laat in den avond. De duivels
slopen door de straten heen, klap
pen uitdeelend met een varkens
blaas, of plotseling op een klein kind
afschietend om het de hand te
drukken. Het kind met wijdgeopen
de oogen kijkend.
Voor kinderen is er veel vermakelijks te
zien in Ath tijdens de feestweek. En niet
alleen voor hen. Op weg naar het station
sloeg Samson plotseling den hoek van een
stille straat om, reusachtig tegen de lage
huizen, stom voortwaggelcnd. Dan loopt
men onwillekeurig wat sneller om weer
in het licht en bij menschen te zijn
DE AANHOUDER WINT.
Hii trouwde toch met de vrouw
zijns harten.
De vijf en zeventigjarige Samuel Bonner
trouwde te Leyton met de drie en zeventig
jarige weduwe mrs. Ann. Pierce.
Na de trouwplechtigheid zeide de bruide
gom, dat hij dertig jaar geleden, toen hij en
z'n vrouw naast elkander woonden, verliefd
op haar werd. Hij was toen weduwnaar.
„Wij verloren elkander uit het oog eu
trouwden beiden nog eens. Toen stierf haar
tweede man en ook mijn tweede vrouw
ging dood.
En toen ik in de Markhouse-Avenue
te Wallhamston ging wonen kwam zij daar
ook een huis huren. En ziet nu zijn wc
toch een paar geworden!" vertelt de oude
man aan een verslaggever van de Daily
Express.
ZONDAG 4 SEPTEMBER 1938.
Hilversum I. 1875 m.
8.55 VARA. 10.30 VPRO. 12.00 AVRO. 5.00
VARA. 8.00—12.00 VARA.
8.55 Gramofoonmuzlek.
9.01 Berichen.
9.05 Tuinbouwpraatje.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.59 Berichten.
10.00 Orgelspel.
10.30 Nederl. Hervormde Kerkdienst.
12.00 Causerie „Weest gegroet met jubel-
toonen..."
12.05 Het Omroeporkest. (Van 12.451.00
Sportreportage
1.30 Causerie.
I.50 Gramofoonmuziek.
2.00 Boekbespreking.
2.30 Zang met pianobegeleiding.
3.00 Residentie-orkest en solisten. In de
pauze: Gramofoonmuziek.
4.305.00 Sportreportage.
5.05 Meisjeskoor van „De Stem des Volks",
Wormerveer en gramofoonmuziek.
5.35 Gramofoonmuziek.
6.15 Sportnieuws ANP, hierna: Gramofoon
muziek.
6.30 Sportreportage.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Residentie-orkest en solist.
9.00 Gramofoonmuziek.
9.10 Radiojournaal.
9.30 AVRO-Musette-ensemble en solist,
10.00 Radiotooneel.
10.15 Renova-kwintet.
II.00 Berichten ANP. Sportreportage.
11.30 Gramofoonmuziek.
11.4012.00 Orgelspel.
Hilversum II. 301,5 en 415,5 m.
8.30 NCRV. 9.30 KRO. 5.00 NCRV. 7.45—
11.00 KRO.
8.30 Morgenwijding.
9.20 Gramofoonmuziek.
10.00 Hoogmis en Te Deum.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 KRO-orkest (1.00—1.20 Boekbespre
king).
2.00 Causerie „Amsterdam in het Kronings
jaar".
2.15 De KRO-Melodisten en solist.
4.00 Ziekenlof.
4.55 Gramofoonmuziek.
5.05 Gewijde muziek (gr.pl.).
5.50 Nederduitsch Hervormde kerkdienst.
Hierna: Gewijde muziek (gr.pl.)
7.45 Gramofoonmuziek.
7.50 Causerie: „Maakt U klaar voor het
leven".
8.10 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.25 KRO-orkest.
9.00 Herinneringen uit den regeeringstijd van
H.M. de Koningin.
10.20 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.4011.00 Epiloog.
MAANDAG 5 SEPTEMBER 1938.
Hilversum I. 1875 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
AVRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten.
Van 9.159.30 Ontvangst van de school
jeugd op het Prinsenhof).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (Gr.pl.),
10.30 Viool en piano.
11.00 Declamatie.
11.25 Orgel en zang.
12.15 Berichten. Hierna Jetty Cantoris en
semble. (Van 1.001.30 Gramofoonmuziek).
2.00 Uit Indië: Toespraak door den Gouver
neur-Generaal.
2.30 Reportage van den Intocht van H.M. de
Koningin te Amsterdam.
5.30 Het Aeolian-orkest.
6.30 De Twilight Serenaders.
7.15 Gramofoonmuziek.
7.30 Causerie „Veertig Koninklijke Jaren".
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Gramofoonmuziek.
9.00 Declamatie.
9.20 Het Omroeporkest en solist.
10.30 Reportage.
11.00 Berichten ANP. Hierna orgelspel.
11.3012.00 Carillonbespeling en bazuinge*
schal.
Hilversum n. 801,5 en 415,5 m.
NCRV-uitzending.
8.00 Schriftlezing en meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (Om B.3§
geluk wenschen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Christelijke lectuur.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Accordeonkwartet en gramofoonmuziek,
1.00 Gramofoonmuziek.
I.15 Sopraan en tenor met pianobegeleiding. It|
de pauze's: Gramofoonmuziek.
2.00 Uit Indië: Toespraak door den Gouver?
neur-Generaal.
2.15 Gramofoonmuziek.
2.20 Reportage van den feestelijken intochf
van H.M. de Koningin te Amsterdam, afge»
wisseld door gramofoonmuziek,
4.10 Gramofoonmuziek.
4.15 Bijbellezing.
5.15 Kinderuurtje.
6.20 Amsterdams Salonorkest.
7.00 Berichten.
7.15 Vervolg concert.
7.45 Reportage, eventueel gramofoonmuziek,
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber.
8.15 Gramofoonmuziek.
8.30 Gedachtenisdienst uit de Westerkerfy
Amsterdam.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.40 Orgelconcert.
10.00 Berichten ANP,
10.05 Apollokwintet.
10.25 Feestklanken.
10.45 Gymnastiekles.
II.00 Vervolg concert.
11.30 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
'T KON NIET MOOIER!
Engelsch schrijver maakt eeif
schipbreuk mee op het oogenblik!
dat hij aan een nieuwen romaqi
over een schlp-in-nood wilde be<
ginnen.
De vijf en dertigjarige acteur Mr. Gibsoit
Cowan; de twee en dertig jarige schilder
Mr. Paddy Trench en een jonge vrouw, wier
naam de Daily Express niet weet mede te
deelen, werden door een Holiandschen mo<
torschoener te Southend aan land gezet De
bemanning van den schoener pikte het drie«
tal op, toen het zich op een zinkend jacht be<
vond, twintig mijlen van North Foreland.
Mr. Cowan vertelde aan den correspondent!
van het blad: „Wij verlieten Harwich vroeg]
in den morgen. Toen ik mij beneden bevond,
om de eerste hoofdstukken te schrijven van'
een nieuwe roman, welke zou handelen over
een schipbreuk, hoorde ik plotseling eert
luid gekraak. Ik vloog naar het dek en zag
ons roer door een stuk wrakhout medege<
sleept. Spoedig daarop begon ons jacht tej
zinken. Wij gaven noodsignalen welke dooi'
de bemanning van een schoener werden op«
gemerkt en zoo konden wij juist op tijd wow
den gered.
IN EEN WESP GESTIKT.
Een nolitieagent, genaamd William Hau*
kins uit Raunds in Northaniptonshire diq
met vacantie te Skegners vertoefde, slikte
aldus de Daily Express een wesp in, toert
hij een glas limonade dronk. lij stikte, voow
dat een dokter ter plaatse was. i
FEUILLETON.
ETHEL M. DELl
Bevend van opgewondenheid wachtte hrj.
De man met de camera stond vlak naast
hem, maar op dit oogenblik was Rollo zijn
bestaan vergeten. Hij trilde van ongeduld. Hij
was nu niet langer bang zich bekend te
maken.
Langzaam kwamen de twee mannen naar
beneden, de kleinste, met één hand geleund
op zijn stok en met de andere op zijn met
gezel, vorderde slechts voetje voor voetje
Maar hij keek vroolijk om zich heen en
lachend zei hij af en toe iets tegen zijn vriend.
Zoo kwamen ze heel langzaam dichter bij
Rollo. Deze kon zich niet langer inhouden en
snel liep hij naar boven om den kreupelen
man zijn hulp aan te bieden.
„Wilt U niet op mijn leunen, sir?" vroeg hij.
Hij werd beloond met een dankbaar glim
lachje.
„Dat is heel vriendelijk van U," zei Geof-
frëy Asferley en zonder 'n moment te aarze
len legde hij een hand op Rollo's schouder
En zoo bereikten ze den wal, terwijl de ca
mera vlak bij hen klikte.
„Hier zijn je stokken, Geoffrey," zei zijn met
gezel.
„Dank je wel!" De ander glimlachte. „Niets
beter dan de „terra firma", wanneer je maar
één been hebt." Hij keek Rollo opnieuw aan.
„Ik heb zoo'n gevoel dat U hier speciaal ge
komen bent om ons te verwelkomen," zei hij.
„Dat is ook zoo," zei Rollo gretig.
„Ik ben een oude vriend, ofschoon Ik er
honderd gulden om wil verwedden dat U niet
weet wie ik ben!"
Ferrars keek den jongen lang en doordrin
gend aan toen stak hij zijn hand uit. „Prach
tig! Ik heb gewonnen!" zei hij. „Je bent Tom
my, is het niet?"
„Waarachtig!" riep Rollo uit. „Ik was heele-
maal vergeten dat U me zoo noemde!"
„Dacht je dat ik mijn oude vrienden zou ver
geten? En dan nog wel wanneer ze me hon
derd gulden komen aanbieden!"
Rollo greep zijn hand. „Ja, U hebt gewon
nen, sir en ik zal het eerlijk betalen. Maar ik
had nooit gedacht dat U zich mij nog zou
herinneren. Ik hoop niet dat U het erg idioot
van mij vindt dat ik speciaal voor U hierheen
ben gekomen."
„Maar mijn beste jongen, dat is het mooiste
compliment, dat ik sinds twintig jaar gehad
heb. Natuurlijk herinner ik me je. We waren
allebei hopeloos in den put, weet je nog wel?"
En toen, hem verder naar voren trekkend:
„Geoffrey, mag ik je voorstellen aan een
ouden vriend van mij Tommy!"
Hij had een charmanten glimlach, waardoor
Rollo een oogenblik geheel in de war was ge
bracht. De man, die hem bijgestaan had in
zijn kinderlijk verdriet, nu acht jaar geleden,
kon heelemaal niet glimlachen. Het kwam hem
voor dat zijn heele persoon een verandering
had ondergaan. Of was hij het misschien zelf,
die veranderd was?
Hij grinnikte en zei op verontschuldigenden
toon tegen Geoffrey: „Ik moet toegeven dat
ik U mijn gezelschap ongevraagd heb opge
drongen en dat ik speciaal hier gekomen ben
om Mr. Ferrars te ontmoeten, maar ik heb
heusch niets te maken met de pers."
Geoffrey nam hem met welgevallen op. „Ik
vind het heerlijk dat er iemand is gekomen
om ons welkom te heeten," zei hij. „Is die
andere heer een vriend van U?"
„Nee, dat is hy niet!" antwoordde Rollo.
„Ik ben hier op myn eigen houtje
gekomen; ik had namelijk in de courant ge
lezen dat Mr. Ferrars aan boord van dit schip
zou zijn."
„Nu, dan zijn we de pers toch wel eenigen
dank verschuldigd," zei Geoffrey, goed ge
humeurd. „We zullen nu zeker eerst naar de
douane moeten. En daarna gaan we probee-
ren een plaatsje in den trein te veroveren."
„Wilt U dat niet aan mij overlaten?" vroeg
Rollo. „Ik kan plaatsen voor U reserveeren
vóór de anderen er kunnen zijn."
Hij was blij dat hij zich nuttig kon maken.
Hij voelde zich eigenaardig bevangen hij
had ook niet verwacht dat Craven Ferrars
zoo'n belangrijk persoon zou zijn. Zijn rustige
zelfverzekerdheid ontwapende den anders lang
niet verlegen Rollo eenigszins en maakte dat
hij zich jong en onbeholpen voelde.
„Zou U er iets op tegen hebben als Ik met
U meerijd?" vroeg hij bijna bedeesd.
Ferrars, in druk gesprek gewikkeld met den
journalist, draaide zich om en klopte hem op
zijn rug.
„Ik zou niets liever willen," zei hrj. „Laat
ik je, nu we elkaar pas weergevonden hebben,
niet meteen weer uit het oog verliezen!"
En Rollo ging met een opgewekt hart heen
om zijn opdracht te volvoeren. Weg was al
zrjn bange twijfel. Hij vond het leven heerlijk
en floot schel een vroolijk deuntje, als een
schooljongen, die een standje verwacht en in
plaats daarvan een belooning krijgt.
HOOFDSTUK XXVIII.
Craven Ferrars.
„Nu, ik geloof dat ik dien journalist genoeg
heb verteld om er een kolom vol over te schrij
ven," zei Craven Ferrars, terwijl hij in den
trein stapte. „Wel, wel, Tommy, dit is reus
achtig!" Hij gaf Rollo een flinken klap op zijn
schouder. „Zit je daar. goed, Geoff?"
„Ja, dank je, best! Daar heeft Tommy voor
gezorgd," antwoordde Geoffrey Asterby en
op zijn smalle gezicht verscheen die glimlach,
waarmee hy iedereen direct voor zich iijnaaj.
„En wat gaan we nu doen? Blijven we hier
kalm zitten wachten totdat d'e trein ver
trekt?"
„Ja, dat doe jij," antwoordde Ferrars. „Ik
ga onderwijl eens kijken of ik thee voor ons
kan krijgen."
„Daar heb ik al voor gezorgd," zei Rollo
snel. „Het wordt gebracht zoodra we weg
rijden. Is de bagage al ingeladen? Wil ik er
eens even naar gaan kijken?"
Ferrars glimlachte en plagend zei hij: „Het
schijnt een groot gemak te zijn jou in de
buurt te hebben. Maar wat de bagage betreft
dat is in orde, hoor! Ga ïitten en laat ik
je nu eens goed bekijken. Je bent grooter ge
worden, zeg!"
Rollo lachte. Bij dezen man voelde je je
direct thuis; hij had zoo iets prettigs en hij
deed zoo gewoon heelemaal niet zooals
Rollo gedacht had dat een beroemdheid zich
zou gedragen. „U bent ook wel een beetje ver
anderd, sir," zei hij. „U bent jonger gewor
den.."
„Dat zijn allemaal kunstgrepen," zei de
acteur en, met een knik naar Asterby: „Die
vent is eigenlijk een aartsbedrieger. Hij plakt
de brokstukken weer aan elkaar en dan kneedt
en boetseert hij zijn modellen net zoo lang,
totdat hij er iets toonbaars van gemaakt heeft.
Een van zijn resultaten zie je hier voor je, een
„afgod van het publiek", zooals onze journa
list zooeven zei."
„Wat een brutaliteit!" zei, Rollo veront
waardigd.
„Och, zoo moet je het niet opvatten, myn
jongen. Wanneer iemand niet gesteld is op
publiciteit, zit hem dat in zijn eigen gevoelens.
Daar kan de pers niets aan doen die staat
nu eenmaal in dienst van de publiciteit. Ik voor
mij weiger nooit een interview met het
plezierige resultaat dat nooit iemand iets
meer over mij te weten komt dan ik zelf wen-
schelijk acht."
„Het lijkt me dat daar iets in zit,' gaf
Rollo toe.
„Oh, daar zit een heeleboel in. Alleen zij,
die terughoudend zyn, wekken de nieuwsgie
righeid van het publiek op. Wanneer je da
menschen vermijdt, zitten ze je achterna als
een troep hongerige wolven; zoek je ze daaren.
tegen en schenk je ze je vertrouwen, dan mag
je blij zijn als ze naar je willen luisteren." En,,
met een glimlach van onderwerp veranderend,
vroeg hij: „En hoe is het nu met jou, jongen?i
Je hebt het druk gehad met groeien, naar ik
zie. Heb je ook nog tijd gehad om iets anders
te doen?"
„Een beetje tijd wel,' antwoordde Rollo
lachend. „Maar veel heb ik niet bereikt
eigenlijk nog niets. Met U is het heel wat
anders, sir! U hebt de heele wereld veroverd."
„Tut-tut! De heele wereld daar zeg ja
men nogal zooiets! Ik ben nog niet verder ge-'
komen dan Amerika. Nu ja, ik weet wel dat
ik hier een contract heb, maar dat wil nog
niet zeggen dat ik in Engeland succes zal heb-,
ben."
„Oh, maar daar ben ik van overtuigd! Ik
verwed er wat om dat U een reusachtig suc
ces hier zult hebben» Ik heb het wel geweten
jaren geleden al!"
„Ja, je vertrouwen was toen erg bemoedD
gend," zei Ferrars. „Maar je bent een beetje
royaal met het afsluiten van weddenschappen,
Ben je bijgeval millionnair
Rollo maakte een vroolijke grimas. „OH
nee! Ik ben zoo arm als een kerkrat en
bovendien ben ik thuis heelemaal niet populair.
Ze vinden me daar een nietsnut."
„Maar dat vindt „Molly" toch niet,
wel Ferrars keek den jongen scherp aan.
„Oh nee, Molly natuurlijk niet. Maar soms
twijfelt ze toch ook wel eens aan me. Ik heb
haar niets van onze plannen verteld dat
was toch ook afgesproken, niet?"
„Ja, dat was afgesproken," antwoordde Fer
rars en in zijn herinnering zag hij weer
voor zich het varenboschje, dicht bij Aubrey-
stone Castle. „En wat doe je nu eigenlijk"
Zou het een beleediging zijn als ik vroeg of jo
nog op school bent?"
(Wordt vervolgd.)