Reuzen dansen in Belgisch stadje 40*^ DE VROUW VAN GOLIATH IN EEN HOEPELROK. Er leven in België reuzen. Men ziet hen op gezette tijden van het jaar dansen en wandelen in de ste den waar zij wonen en alle voor bijgangers l>ewonderen hen en: juichen hen toe. Iedere stad is trotsch op haar reuzen en zij, die er geen bezitten, benijden de ge meenten, die een geheele familie binnen haar grenzen hebben: Brussel, Antwerpen, Doornik en Ath en nog andere steden en dorpen in Vlaanderen en liet Walenland. De reuzen vertooncn zich gewoonlijk bij gelegenheid van de jaarlijksche gemeente feesten en zoo waren het deze week Goli ath, zijn vrouw en kameraad, die zich in de straten van het aardige Waalsche stadje Ath lieten zien. Ath is, aldus de N. R. Crt., een van de oudste gemeenten van België en de bewo ners zijn daar trotsch op. Voor de toeris ten op weg naar Doornik bestaat er weinig aanleiding in Ath uit te stappen, want behalve een mooi kerkje treft men er niets bezienswaardigs aan, doch gedurende de „Ducasse" de kermis met den uitgang van de reuzen, is het zeker de moeite waard eens in de stad rond te kijken. Het optooien van de reuzen. Lang van te voren is men bezig met de voorbereidingen tot de feestweek, die ook nog een artistiek tintje draagt, omdat tij dens de „Ducasse" alle plaatselijke kunst schilders hun werk tentoonstellen. Dit keer waren zelfs zeven exposities ingericht! Dit alles en zelfs het versieren van de praalwagens voor den grooten jaarlijkschen optocht, is niet zoo belangrijk als het op tooien van de reuzen. Deze arbeid kan niet aan iedereen toevertrouwd worden, evenmin als iedereen zich mag belasten met de zorg van de reuzen gedurende den tijd van het jaar dat zij thuis blijven. Een van de oudste families van Ath is daarvoor uitverkoren en zij kwijt zich met den grootsten ernst van die taak. ■Madame Goliath bijvoorbeeld, had, alvorens uit te gaan, dringend een paar nieuwe krullen noodig zij heeft een haardos, die tot haar middel reikt en haar gezicht moest siellig opgeverfd worden. 'Met behulp van een ladder zij is 4.50 M. lang bereikt men dus haar gezicht en dat van haar man Monsieur Goliath en van haar ka meraden. Mademoiselle Victoire, Samson's en Goli- ath's vrouw hebben behoefte aan wijde hoepelrokken die bij het walsen kunnen zwieren en die tevens haar uit riethout be staande onderstel moeten bedekken. Ambio- rix, een krijgsheld uit den tijd der Bour gondiërs, draagt een wijden mantel en Satnson en Goliath bezitten een alles be dekkend kuras Gevecht tusschen David en Go liath. Als dragers kiest men de sterkste man nen van het dorp en geheel in het, wit gekleede jongelui, die een last van 112 kilo hebben te torsen. Ook al lossen zij elkaar voortdurend af, wordt er veel van hun krachten gevergd, want de reuzen moeien dagen achtereen onvermoeibaar dansen. Dezer dagen vond te Ath voor het stad huis het tradiüonecle gevecht plaats tus schen David en Goliath en werd de plechtige ommegang gehouden. Het was vol in de stad, veel Brusselaars kwamen kijken en ook uit Halle en Doornik was men, nieuws gierig naar de reuzen, naar Ath gekomen. Het stadje maakt, vooral tijdens de feeste lijkheden, een blijmocdigcn indruk. De smalle straten hebben niet het benauwde van kleine provinciesteden: netjes gerijde huizen met spionnetjes en men wordt ver rast door een markt, waar alle wegen op uit loopen, die door de enkele oude gevels, een eigen karakter draagt. Deze Grand Place werd nu geheel in beslag genomen door de kermisaantrekkelijkheden waar zich een vroolijke menigte verdrong, terwijl de bal- cons van de particuliere huizen, hotels en café's al bezet waren door do belangstellen den, die den stoet afwachtten. Aan de grens van de gemeente stonden de reuzen reeds, onbeweeglijk nog, alsof zij zich spaarden voor de komende vermoeienissen. Men zou trouwens niet vertrekken voordat de rijtuigen met burgemeester en wethou ders en hun dames zoudem zijn aangeko men. In Wallonië zoowel are in Vlaande ren is het bijna gewoonte geworden, dat alle evenementen 'n uur later beginnen dan aangekondigd is Dansende duivels. Eindelijk was het zoover. De stoet zette zich in beweging, voorafgegaan door ma rechaussees en dansende duivels. Daarna volgde de tweekoppige adelaar, het wapen van de stad. De vogel werd geleid door 'n bleek jongetje met fel rood omrande oogen, die wat zenuwachtig heel in de hoogte zat en de teugels hield. Goliath vermaakt de inwoners van het Belgische stadje Ath. Na fanfaremuziek van een van de vele muziekcorpsen die deelnamen aan den stoet, kwam de eerste reus, Samson, die nog een stuk pilaar in zijn handen gekneld hield. Dóór de menschenjnenigte zag men eerst zijn kolossalen romp opdoe men, toen het star blikkende ge zicht. Statig deinde hij op en neer, draaide den hoek om en zakte wat in en stond stil. „Dansez, dansez!" werd er geroepen en van de balcons werd met bloemen en ook wel met geldstukken geworpen. Een muziekkapel zette een wals in en plot seling leefde de reus weer op. Het boven lijf wat naar achteren, het hoofd naar voren gericht begon hij zijn dans. Hij tolde rond, zoodat de jange haren slierden. Toch behield de immense gestalte zijn waardig heid, misschien door de onverschilligheid van het gezicht alsof dit alles Samson in wezen niet aanging. Het publiek keek gespannen, ademloos, steeds weer verrukt door het dansen van de reuzen. Rangverschil. De praalwagens, hoe mooi - ook opge tuigd, kregen nimmer zoo'n applaus als de reuzen. En onder die reuzen bestaat ook een merkbaar rangverschil. Samson, Am- biorix en Mademoiselle Victoire, hoe popu lair zij ook zijn, kunnen niet tegen Goliath en zijn vrouw op, de eenige reuzen, die nooit van elkaar scheiden en die men al tijd samen ziet dansen Nog vóór zij op de markt te zien waren zag men hen in een spiegelruit, eentonig om elkaar draaiend, log een buiging voor elkaar makend, van elkaar heenwijkend en weer naderend. Op de markt zette de mu ziek een nieuw wijsje in en nu draaiden zij ver van elkaar af. De gekrulde lokken van Madame Goliath zetten uit, haar rokken bolden op en haar gazen sluier stond bijna recht van haar hoofd af. Plotseling bewoog Goliath zich in haar richting, ving haar op en beiden maakten een deftige révérence. Toen zakte al hun leven uit hen... en twee doodvermoeide dragers kro pen uit het onderstel van het tweetal. Verrassing voor étagebewoners. Het feest ging door. Na den optocht dwaalden de immense gestalten door de stad, omstuwd door de massa. 2?ij gluurden plotseling door de ramen van de bovenhuizen, door hun afmetingen toch even verschrik kend en aangehitst door de feest vierders dansten zij en tolden zij tot laat in den avond. De duivels slopen door de straten heen, klap pen uitdeelend met een varkens blaas, of plotseling op een klein kind afschietend om het de hand te drukken. Het kind met wijdgeopen de oogen kijkend. Voor kinderen is er veel vermakelijks te zien in Ath tijdens de feestweek. En niet alleen voor hen. Op weg naar het station sloeg Samson plotseling den hoek van een stille straat om, reusachtig tegen de lage huizen, stom voortwaggelcnd. Dan loopt men onwillekeurig wat sneller om weer in het licht en bij menschen te zijn DE AANHOUDER WINT. Hii trouwde toch met de vrouw zijns harten. De vijf en zeventigjarige Samuel Bonner trouwde te Leyton met de drie en zeventig jarige weduwe mrs. Ann. Pierce. Na de trouwplechtigheid zeide de bruide gom, dat hij dertig jaar geleden, toen hij en z'n vrouw naast elkander woonden, verliefd op haar werd. Hij was toen weduwnaar. „Wij verloren elkander uit het oog eu trouwden beiden nog eens. Toen stierf haar tweede man en ook mijn tweede vrouw ging dood. En toen ik in de Markhouse-Avenue te Wallhamston ging wonen kwam zij daar ook een huis huren. En ziet nu zijn wc toch een paar geworden!" vertelt de oude man aan een verslaggever van de Daily Express. ZONDAG 4 SEPTEMBER 1938. Hilversum I. 1875 m. 8.55 VARA. 10.30 VPRO. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 8.00—12.00 VARA. 8.55 Gramofoonmuzlek. 9.01 Berichen. 9.05 Tuinbouwpraatje. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.59 Berichten. 10.00 Orgelspel. 10.30 Nederl. Hervormde Kerkdienst. 12.00 Causerie „Weest gegroet met jubel- toonen..." 12.05 Het Omroeporkest. (Van 12.451.00 Sportreportage 1.30 Causerie. I.50 Gramofoonmuziek. 2.00 Boekbespreking. 2.30 Zang met pianobegeleiding. 3.00 Residentie-orkest en solisten. In de pauze: Gramofoonmuziek. 4.305.00 Sportreportage. 5.05 Meisjeskoor van „De Stem des Volks", Wormerveer en gramofoonmuziek. 5.35 Gramofoonmuziek. 6.15 Sportnieuws ANP, hierna: Gramofoon muziek. 6.30 Sportreportage. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Residentie-orkest en solist. 9.00 Gramofoonmuziek. 9.10 Radiojournaal. 9.30 AVRO-Musette-ensemble en solist, 10.00 Radiotooneel. 10.15 Renova-kwintet. II.00 Berichten ANP. Sportreportage. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.4012.00 Orgelspel. Hilversum II. 301,5 en 415,5 m. 8.30 NCRV. 9.30 KRO. 5.00 NCRV. 7.45— 11.00 KRO. 8.30 Morgenwijding. 9.20 Gramofoonmuziek. 10.00 Hoogmis en Te Deum. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 KRO-orkest (1.00—1.20 Boekbespre king). 2.00 Causerie „Amsterdam in het Kronings jaar". 2.15 De KRO-Melodisten en solist. 4.00 Ziekenlof. 4.55 Gramofoonmuziek. 5.05 Gewijde muziek (gr.pl.). 5.50 Nederduitsch Hervormde kerkdienst. Hierna: Gewijde muziek (gr.pl.) 7.45 Gramofoonmuziek. 7.50 Causerie: „Maakt U klaar voor het leven". 8.10 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.25 KRO-orkest. 9.00 Herinneringen uit den regeeringstijd van H.M. de Koningin. 10.20 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.4011.00 Epiloog. MAANDAG 5 SEPTEMBER 1938. Hilversum I. 1875 m. Algemeen Programma, verzorgd door de AVRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten. Van 9.159.30 Ontvangst van de school jeugd op het Prinsenhof). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (Gr.pl.), 10.30 Viool en piano. 11.00 Declamatie. 11.25 Orgel en zang. 12.15 Berichten. Hierna Jetty Cantoris en semble. (Van 1.001.30 Gramofoonmuziek). 2.00 Uit Indië: Toespraak door den Gouver neur-Generaal. 2.30 Reportage van den Intocht van H.M. de Koningin te Amsterdam. 5.30 Het Aeolian-orkest. 6.30 De Twilight Serenaders. 7.15 Gramofoonmuziek. 7.30 Causerie „Veertig Koninklijke Jaren". 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.00 Declamatie. 9.20 Het Omroeporkest en solist. 10.30 Reportage. 11.00 Berichten ANP. Hierna orgelspel. 11.3012.00 Carillonbespeling en bazuinge* schal. Hilversum n. 801,5 en 415,5 m. NCRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (Om B.3§ geluk wenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Christelijke lectuur. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Accordeonkwartet en gramofoonmuziek, 1.00 Gramofoonmuziek. I.15 Sopraan en tenor met pianobegeleiding. It| de pauze's: Gramofoonmuziek. 2.00 Uit Indië: Toespraak door den Gouver? neur-Generaal. 2.15 Gramofoonmuziek. 2.20 Reportage van den feestelijken intochf van H.M. de Koningin te Amsterdam, afge» wisseld door gramofoonmuziek, 4.10 Gramofoonmuziek. 4.15 Bijbellezing. 5.15 Kinderuurtje. 6.20 Amsterdams Salonorkest. 7.00 Berichten. 7.15 Vervolg concert. 7.45 Reportage, eventueel gramofoonmuziek, 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Gedachtenisdienst uit de Westerkerfy Amsterdam. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.40 Orgelconcert. 10.00 Berichten ANP, 10.05 Apollokwintet. 10.25 Feestklanken. 10.45 Gymnastiekles. II.00 Vervolg concert. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.5012.00 Schriftlezing. 'T KON NIET MOOIER! Engelsch schrijver maakt eeif schipbreuk mee op het oogenblik! dat hij aan een nieuwen romaqi over een schlp-in-nood wilde be< ginnen. De vijf en dertigjarige acteur Mr. Gibsoit Cowan; de twee en dertig jarige schilder Mr. Paddy Trench en een jonge vrouw, wier naam de Daily Express niet weet mede te deelen, werden door een Holiandschen mo< torschoener te Southend aan land gezet De bemanning van den schoener pikte het drie« tal op, toen het zich op een zinkend jacht be< vond, twintig mijlen van North Foreland. Mr. Cowan vertelde aan den correspondent! van het blad: „Wij verlieten Harwich vroeg] in den morgen. Toen ik mij beneden bevond, om de eerste hoofdstukken te schrijven van' een nieuwe roman, welke zou handelen over een schipbreuk, hoorde ik plotseling eert luid gekraak. Ik vloog naar het dek en zag ons roer door een stuk wrakhout medege< sleept. Spoedig daarop begon ons jacht tej zinken. Wij gaven noodsignalen welke dooi' de bemanning van een schoener werden op« gemerkt en zoo konden wij juist op tijd wow den gered. IN EEN WESP GESTIKT. Een nolitieagent, genaamd William Hau* kins uit Raunds in Northaniptonshire diq met vacantie te Skegners vertoefde, slikte aldus de Daily Express een wesp in, toert hij een glas limonade dronk. lij stikte, voow dat een dokter ter plaatse was. i FEUILLETON. ETHEL M. DELl Bevend van opgewondenheid wachtte hrj. De man met de camera stond vlak naast hem, maar op dit oogenblik was Rollo zijn bestaan vergeten. Hij trilde van ongeduld. Hij was nu niet langer bang zich bekend te maken. Langzaam kwamen de twee mannen naar beneden, de kleinste, met één hand geleund op zijn stok en met de andere op zijn met gezel, vorderde slechts voetje voor voetje Maar hij keek vroolijk om zich heen en lachend zei hij af en toe iets tegen zijn vriend. Zoo kwamen ze heel langzaam dichter bij Rollo. Deze kon zich niet langer inhouden en snel liep hij naar boven om den kreupelen man zijn hulp aan te bieden. „Wilt U niet op mijn leunen, sir?" vroeg hij. Hij werd beloond met een dankbaar glim lachje. „Dat is heel vriendelijk van U," zei Geof- frëy Asferley en zonder 'n moment te aarze len legde hij een hand op Rollo's schouder En zoo bereikten ze den wal, terwijl de ca mera vlak bij hen klikte. „Hier zijn je stokken, Geoffrey," zei zijn met gezel. „Dank je wel!" De ander glimlachte. „Niets beter dan de „terra firma", wanneer je maar één been hebt." Hij keek Rollo opnieuw aan. „Ik heb zoo'n gevoel dat U hier speciaal ge komen bent om ons te verwelkomen," zei hij. „Dat is ook zoo," zei Rollo gretig. „Ik ben een oude vriend, ofschoon Ik er honderd gulden om wil verwedden dat U niet weet wie ik ben!" Ferrars keek den jongen lang en doordrin gend aan toen stak hij zijn hand uit. „Prach tig! Ik heb gewonnen!" zei hij. „Je bent Tom my, is het niet?" „Waarachtig!" riep Rollo uit. „Ik was heele- maal vergeten dat U me zoo noemde!" „Dacht je dat ik mijn oude vrienden zou ver geten? En dan nog wel wanneer ze me hon derd gulden komen aanbieden!" Rollo greep zijn hand. „Ja, U hebt gewon nen, sir en ik zal het eerlijk betalen. Maar ik had nooit gedacht dat U zich mij nog zou herinneren. Ik hoop niet dat U het erg idioot van mij vindt dat ik speciaal voor U hierheen ben gekomen." „Maar mijn beste jongen, dat is het mooiste compliment, dat ik sinds twintig jaar gehad heb. Natuurlijk herinner ik me je. We waren allebei hopeloos in den put, weet je nog wel?" En toen, hem verder naar voren trekkend: „Geoffrey, mag ik je voorstellen aan een ouden vriend van mij Tommy!" Hij had een charmanten glimlach, waardoor Rollo een oogenblik geheel in de war was ge bracht. De man, die hem bijgestaan had in zijn kinderlijk verdriet, nu acht jaar geleden, kon heelemaal niet glimlachen. Het kwam hem voor dat zijn heele persoon een verandering had ondergaan. Of was hij het misschien zelf, die veranderd was? Hij grinnikte en zei op verontschuldigenden toon tegen Geoffrey: „Ik moet toegeven dat ik U mijn gezelschap ongevraagd heb opge drongen en dat ik speciaal hier gekomen ben om Mr. Ferrars te ontmoeten, maar ik heb heusch niets te maken met de pers." Geoffrey nam hem met welgevallen op. „Ik vind het heerlijk dat er iemand is gekomen om ons welkom te heeten," zei hij. „Is die andere heer een vriend van U?" „Nee, dat is hy niet!" antwoordde Rollo. „Ik ben hier op myn eigen houtje gekomen; ik had namelijk in de courant ge lezen dat Mr. Ferrars aan boord van dit schip zou zijn." „Nu, dan zijn we de pers toch wel eenigen dank verschuldigd," zei Geoffrey, goed ge humeurd. „We zullen nu zeker eerst naar de douane moeten. En daarna gaan we probee- ren een plaatsje in den trein te veroveren." „Wilt U dat niet aan mij overlaten?" vroeg Rollo. „Ik kan plaatsen voor U reserveeren vóór de anderen er kunnen zijn." Hij was blij dat hij zich nuttig kon maken. Hij voelde zich eigenaardig bevangen hij had ook niet verwacht dat Craven Ferrars zoo'n belangrijk persoon zou zijn. Zijn rustige zelfverzekerdheid ontwapende den anders lang niet verlegen Rollo eenigszins en maakte dat hij zich jong en onbeholpen voelde. „Zou U er iets op tegen hebben als Ik met U meerijd?" vroeg hij bijna bedeesd. Ferrars, in druk gesprek gewikkeld met den journalist, draaide zich om en klopte hem op zijn rug. „Ik zou niets liever willen," zei hrj. „Laat ik je, nu we elkaar pas weergevonden hebben, niet meteen weer uit het oog verliezen!" En Rollo ging met een opgewekt hart heen om zijn opdracht te volvoeren. Weg was al zrjn bange twijfel. Hij vond het leven heerlijk en floot schel een vroolijk deuntje, als een schooljongen, die een standje verwacht en in plaats daarvan een belooning krijgt. HOOFDSTUK XXVIII. Craven Ferrars. „Nu, ik geloof dat ik dien journalist genoeg heb verteld om er een kolom vol over te schrij ven," zei Craven Ferrars, terwijl hij in den trein stapte. „Wel, wel, Tommy, dit is reus achtig!" Hij gaf Rollo een flinken klap op zijn schouder. „Zit je daar. goed, Geoff?" „Ja, dank je, best! Daar heeft Tommy voor gezorgd," antwoordde Geoffrey Asterby en op zijn smalle gezicht verscheen die glimlach, waarmee hy iedereen direct voor zich iijnaaj. „En wat gaan we nu doen? Blijven we hier kalm zitten wachten totdat d'e trein ver trekt?" „Ja, dat doe jij," antwoordde Ferrars. „Ik ga onderwijl eens kijken of ik thee voor ons kan krijgen." „Daar heb ik al voor gezorgd," zei Rollo snel. „Het wordt gebracht zoodra we weg rijden. Is de bagage al ingeladen? Wil ik er eens even naar gaan kijken?" Ferrars glimlachte en plagend zei hij: „Het schijnt een groot gemak te zijn jou in de buurt te hebben. Maar wat de bagage betreft dat is in orde, hoor! Ga ïitten en laat ik je nu eens goed bekijken. Je bent grooter ge worden, zeg!" Rollo lachte. Bij dezen man voelde je je direct thuis; hij had zoo iets prettigs en hij deed zoo gewoon heelemaal niet zooals Rollo gedacht had dat een beroemdheid zich zou gedragen. „U bent ook wel een beetje ver anderd, sir," zei hij. „U bent jonger gewor den.." „Dat zijn allemaal kunstgrepen," zei de acteur en, met een knik naar Asterby: „Die vent is eigenlijk een aartsbedrieger. Hij plakt de brokstukken weer aan elkaar en dan kneedt en boetseert hij zijn modellen net zoo lang, totdat hij er iets toonbaars van gemaakt heeft. Een van zijn resultaten zie je hier voor je, een „afgod van het publiek", zooals onze journa list zooeven zei." „Wat een brutaliteit!" zei, Rollo veront waardigd. „Och, zoo moet je het niet opvatten, myn jongen. Wanneer iemand niet gesteld is op publiciteit, zit hem dat in zijn eigen gevoelens. Daar kan de pers niets aan doen die staat nu eenmaal in dienst van de publiciteit. Ik voor mij weiger nooit een interview met het plezierige resultaat dat nooit iemand iets meer over mij te weten komt dan ik zelf wen- schelijk acht." „Het lijkt me dat daar iets in zit,' gaf Rollo toe. „Oh, daar zit een heeleboel in. Alleen zij, die terughoudend zyn, wekken de nieuwsgie righeid van het publiek op. Wanneer je da menschen vermijdt, zitten ze je achterna als een troep hongerige wolven; zoek je ze daaren. tegen en schenk je ze je vertrouwen, dan mag je blij zijn als ze naar je willen luisteren." En,, met een glimlach van onderwerp veranderend, vroeg hij: „En hoe is het nu met jou, jongen?i Je hebt het druk gehad met groeien, naar ik zie. Heb je ook nog tijd gehad om iets anders te doen?" „Een beetje tijd wel,' antwoordde Rollo lachend. „Maar veel heb ik niet bereikt eigenlijk nog niets. Met U is het heel wat anders, sir! U hebt de heele wereld veroverd." „Tut-tut! De heele wereld daar zeg ja men nogal zooiets! Ik ben nog niet verder ge-' komen dan Amerika. Nu ja, ik weet wel dat ik hier een contract heb, maar dat wil nog niet zeggen dat ik in Engeland succes zal heb-, ben." „Oh, maar daar ben ik van overtuigd! Ik verwed er wat om dat U een reusachtig suc ces hier zult hebben» Ik heb het wel geweten jaren geleden al!" „Ja, je vertrouwen was toen erg bemoedD gend," zei Ferrars. „Maar je bent een beetje royaal met het afsluiten van weddenschappen, Ben je bijgeval millionnair Rollo maakte een vroolijke grimas. „OH nee! Ik ben zoo arm als een kerkrat en bovendien ben ik thuis heelemaal niet populair. Ze vinden me daar een nietsnut." „Maar dat vindt „Molly" toch niet, wel Ferrars keek den jongen scherp aan. „Oh nee, Molly natuurlijk niet. Maar soms twijfelt ze toch ook wel eens aan me. Ik heb haar niets van onze plannen verteld dat was toch ook afgesproken, niet?" „Ja, dat was afgesproken," antwoordde Fer rars en in zijn herinnering zag hij weer voor zich het varenboschje, dicht bij Aubrey- stone Castle. „En wat doe je nu eigenlijk" Zou het een beleediging zijn als ik vroeg of jo nog op school bent?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 16