Scherpe aanval op Roomsche
geestelijkheid in Oostenrijk
Een felle rede van
gouwleider Bürckel
Duitschland wil
zijnkolooiënteruo
België's onschendbaarheid
opnieuw bevestigd
DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Geen massa-ontslag
Ned. Spoorwegen
Kanton en Hankau
nemen maatregelen
Hoe Afrika er
over denkt
KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER. TELEFOON 50 (2 LIJNEN)
V R IJ D A G
14 OCTOBER 1938
66e JAARG. No. 8438
Nieuwe woeste befoogingen der
Nationaal-Socialisten
bij de
Wel diverse
bezuinigingen
en reorganisatie
Geen wijziging in de
vlootverhouding
Geen afstand
van den Congo
Dit nummer bevat 8 pagina's
EERBERICHT
DE BILT SEINT:
De strijd in Zuid-China
HELDERSCHE COURANT
Uitgave der Uttg.Mlj. Holland» Noorderkwartier N.V. te Den Helder
VERHOUDING TUSSCHEN BER
LIJN EN KATHOLIEKE KERK
ONHERSTELBAAR VERSTOORD
GEACHT.
De gouwleider Bürckel, Hit-
Iers plaatsvervanger in het voor
malige Oostenrijk, heeft een zeer
scherpe aanval gedaan op de
Roomsche geestelijkheid. Zijn
zeer agressieve rede, gisteravond
in een openbare vergadering te
Weenen uitgesproken, kan een
onherstelbare breuk tusschen
Berlijn en de R.K. geestelijkheid
beteekenen, vooral omdat het niet
denkbaar is, dat gouwleider
Bürckel zonder medeweten van
Hitier op zoo felle wijze tegen het
Vaticaan van leer trekt. Dit plot
seling scherp stelling nemen is
dan ook van groote beteekenis,
daar de wereldgeschiedenis heeft
geleerd, dat van een botsing tus
schen geestelijk en wereldlijk ge
zag de gevolgen niet zijn te over
zien.
Wij wenschen geen godsdienst
oorlog.
Aldus was de kern van Bürckels betoog,
maar de landsverraderlijke houding van de
verpolitiekte Katholieke geestelijken dwingt
ons tot een kracht verweer.
Volgens Bürckel heeft het onder
zoek naar de demonstraties van Vrij
dag jl. aangetoond, dat deze te wijten
zijn aan Tsjechen en Joden, en on
der donderend applaus der aanwe
zigen deelde hij mede, dat daarom
alle Tsjechen en Joden binnen den
kortst mogelijken termijn Weenen
moesten verlaten.
Verdraaid cn verwrongen zijn de feiten
weergegeven, zeide de gouwleider. De zaak
is, dat een reeks aan politiek doende gees
telijken heeft getracht de bevolking tegen
den staat op te ruien. Die onderneming is
mislukt, want van de geheele bevolking heb
ben slechts eenige honderden brave oude
vrouwen en verleide kinderen gevolg gege
ven, aan den clericalen oproep. Men heeft ge
predikt en op straat gedemonstreerd, terwijl
men enkele liedjes uit den tijd van het Doll-
fussSchuschnigg-regime zong. Men heeft
getracht de religie tegen den staat uit te
spelen en hoerageroep op kardinaal Innitzer
te doen uitbrengen.
Een troep jonge menschen heeft zich daar
op niet kunnen beheerschen en de bekende
relletjes zijn gevolgd.
De daders zullen, ongeacht alles, streng
worden bestraft, maar in vergelijking met
de houding van de geestelijkheid tegen het
nationaal socialisme, zijn de incidenten in
Weenen slechts een kleinigheid, zeide Bür
ckel, om vervolgens te herinneren aan de
houding van Kardinaal Innitzer destijds,
toen hij Hitler's komst met gejuich begroette
Wij hebben weliswaar ingezien, dat de
Kardinaal optrad volgens het beginsel: redde
zich wie kan, en derhalve buitengewoon
snel zijn vrienden van den vorigen dag prijs
gaf.
De geestelijkheid heeft de bevolking dit
willen doen gelooven,
alleen Christus is onze Führer.
Maar dit is een lastering van den godde-
lijken naam cn een niet te overtreffen ge
meenheid, want Adolf Hitlcr als Fuehrer
van het Duitsche volk heeft zich nooit ver
stout of ook slechts er aan gedacht Gods
Zoon als zijn partner uit te dagen, evenmin
als Gods Zoon er nooit aan heeft gedacht
iets wereldlijks tegenover zich te stellen.
Men heeft dus van deze clericale zijden
den strijd op een politiek terrein willen
schuiven. Dat is godslastering. Daar komt
bij. dat Innitzer bij den kreet: „Innitzer be
veel, wij volgen U!" onder zwaar misbruik
van het toeken des kruises uit het aarts
bisschoppelijk paleis de politieke demonstra
tie tegen den Staat heeft gezegend. Innitzer
heeft zich daarmee openlijk doen kennen als
een politieke bisschop. Hij wil dus een aan
politiek doend leider zijn. Daartegen past
slechts een krachtig „neen" van de Duitsche
regeering.
Onder daverend Sieg Heil gejuich,
zeide Bürckel, dat als het om staat
en volk gaat er slechts één leider is:
Adolf Hitier!
Maatregelen.
Tenslotte kondigde Bürckel voor de mas
sa van 100.000 toehoorders, die volgens de
Msb. later een galg meevoerden, waaraan
een opschrift: „Hieraan moet Innitzer han
gen", een reeks maatregelen aan.
1. Joden en Tsjechen moeten Weenen ver
laten.
2. De kerk mag de jeugd niet opvoeden,
want. zij geeft geen waarborg dat deze
tot fatsoenlijke menschen zal opgroeien.
3. Amnestie voor zekere politici wordt uit
gesteld.
Religieuze aangelegenheden zijn privé-
zaken, vervolgde Bürckel. Wanneer echter
in de kerk als het huis Gods tegen den
Fuehrer of tegen de nationaal-socialisti-
sche zaak gevloekt wordt, dan zouden de
nationaal-socialisten, van dat oogenblik af,
met de kerk niets meer uit te staan heib-
ben.
Het huwelijk en de scholen zijn uitslui
tend aangelegenheden van den staat. De
kerk kan hier helpster zijn, maar alleen
dan, wanneer zij staat en partij niet in
gevaar brengt.
Bürckel eindigde met de woorden:
Wij huigen ons vroom voor den Al
machtige, die ons den Fuehrer
heeft gezonden. Steeds zullen wij
nederknielen aan het altaar van on
ze natie en wij zullen tot onzen
God bidden: „Heere God, behoudt
ons den Fuehrer."
De redevoering van Buerckel werd voort
durend door stormachtig gejuich en lang
aanhoudende betoogingen tegen het politie
ke katholicisme onderbroken.
Aan het slot werd de bijval tot ware or
kanen van instemming met de uiteenzet
tingen van Buerckel.
Verschillende groepen die voorbijtrokken,
vormden spreekkoren, welke verschillende
leuzen schreeuwden. Aldus riep een groep
in spreekkoor steeds: „Dachau. Dachau, Da
chau", (waarmee werd bedoeld Innitzer
naar het groote concentratiekamp aldaar
BÜRCKEL.
te zenden)., een andere aldoor: „Zonder Jo
den en zonder Rome willen wij Duitschlands
Dom bouwen," weer een andere: „Weg met
Innitzer en hen, die achter hem staan."
Een groep marcheerde aldus de Msb., met
een bord, waarop te lezen stond: „Alle le
den van ons bedrijf zijn reeds uit de kerk
getreden."
De rede van Buerckel die door de radio
werd uitgezonden werd herhaaldelijk ge
stoord door buitenlandsche zenders.
NIETS MEER EN NIETS MINDER.
RIJKSBANK TREFT REEDS VOOR
BEREIDENDE MAATREGELEN.
Hitier, aldus een hooge ambtenaar in een
gesprek met den correspondent van de
Daily Telegrapb heeft thans, naar men
kan zeggen, zijn eisch gesteld inzake de
teruggave van de voormalig Duitsche kolo
niale gebieden. Van dezen eisch is geen
verdere formuleering te verwachten.
Hij verwees naar het gesprek te
Godesberg tusschen Hitier en
Chamberlain, waarbij de Fuehrer
zeide: „Er is een vervelende kwes
tie de koloniën maar dat is
geen zaak om oorlog over te voe
ren. Daarvoor zal niet worden ge
mobiliseerd."
De Duitsche eisch, aldus de woord
voerder behelsde de terugeave van
alle koloniën, welke Duitschland
waren afgenomen. Het wenschte
niets meer en niets minder.
EENIGE DER MET ZOOVEEL SPANNING
VERBEIDE MAATREGELEN VAN DE
NIEUWE DIRECTIE DER NEDER-
LANDSCHE SPOORWEGEN
ZIJN BEKEND GEWORDEN.
Er dreigt geen massa-ontslag van
personeel van 55 jaar en ouder, ook
zal de dienst van weg en werken
niet met die van kractie en materi
aal worden samengevoegd. In de af
vloeiing van personeel zullen geen
principieele wijzigingen komen, wel
zal, waar moqelijk, zeer ernstig wor
den bezuinigd.
Geen catastrophe-
Men moet, aldus Professor Goudriaan, de
nieuwe directeur-president, tijdens een pers
conferentie te Utrecht, eventueele voorko
mende veranderingen niet als catastrophen
beschouwen. Het bedrijf der spoorwegen is
als een organisme, dat groeit en verandert.
Het is een volkomen normaal proces. Het
zijn wezenlijke resultaten van een normaal
groeiproces. Men moet het niet eens als een
reorganisatie beschouwen. liet zijn de resul
taten van een grondige bestudeering der
verschillende onderdeelen, waarbij verande
ringen voor eventueele verbeteringen wor
den aangebracht.
De nieuwe directie aldus spreker
treedt daarbij op als een eenheid, waarbij
in onderling overleg een zekrro taakverdee-
ling is tot stand gekomen. Hierbij zal de
president-directeur zich meer in het bijzon
der bezig houden met commercieele. admini
stratieve en sociale aangelegenheden. De
heer ir. W. Hupkes zal zich meer in het
bijzonder belasten met de aangelegenheden
van de diensten van tractie en materieel
en van weg en werken en de heer ir. W
F. H. van Rijckevorsel met die van het ver
voer van reizigers en goederen.
Personen- en goederenvervoer
één dienst.
Het personen- en goederenvervoer zullen
daartoe worden samengevoegd tot een dienst
van het vervoer. Zoodanige samenvoegingen
vonden onder vorige directies reeds her
haaldelijk plaats. In de hoogere rangen zul
len eenige eerlang vrijkomende plaatsen
niet meer worden bezet.
De maatregel, vervanging van ouderen
door jongeren, is nooit door ons overwogen
geworden vervolgde Prof. Goudriaan.
F.en dergelijke maatregel moet om ver
schillende factoren verworpen worden, voor
eerst uit sociaal oogpunt. Bovendien is hot
schadelijk voor het bedrijf en wekt zooiets
ernstige ongerustheid onder het personeel
hetgeen bovendien schadelijk zou zijn voor
de veiligheid en alles was daarmede in
verband staat.
Vervolgens eischt het financieel evenwicht
van het bedrijf, een dergelijken maatregel
niet, want de daardoor verkregen financi-
eele voordeelen leggen geen gewicht in de
schaal. Elk bedrijf zal een zoodanigen maat
regel dienen te verwerpen.
Het spoorwegbedrijf zeer zeker, want wij
dragen onze eigen werkloosheidslasten. De
lieden, die wij ontslaan, brengen wij over
naar het debet van de winst- en verliesre
kening der Nederlandsche spoorwegen;
In de verwachting, dat de koloniale kwes
tie spoedig ten gunste van Duitschland zal
worden geregeld, heeft Dr. Schacht, de
president van de Duitsche rijksbank, een
speciale afdeeling ingericht, belast met
de bestudeering van vraagstukken, welke
verband houden met de voorbereiding van
nieuwe koloniale valuta.
Om technische redenen zal de rijksmark
niet worden ingevoerd als geregelde munt
eenheid in koloniale gebieden, welke
Duitschland zou terugontvangen.
Ook niet als Duitschland zijn
koloniën terugkrijgt.
De correspondent van de Daily Telegraph
heeft van den zelfden hoogen Duitschen
ambtenaar die hem inlichtte omtrent de ko
loniale vraagstukken, de verzekering ont
vangen, dat het niet de bedoeling was de
Duitsche vloot uit te breiden tot boven de
grenizen in de Engelsch-Duitsche vloot-
overeenkomst vastgesteld, zelfs indien
Duitschland weer een groote koloniale mo
gendheid zou worden.
Den correspondent werd gezegd, dat de
handhaving van 't Britsche rijk beschouwd
werd als een positieve factor in de Duit
sche buitenlandsche politiek.
Duitsche ontstemming over het
lijdelijk toezien van Londen.
Het behoeft nauwelijks betoog, aldus de
Londonsche corr. van de N.R.C., dat noch de
recente uitlatingen van Smuts noch de reis-
van Pirow via Tanganyka naar Londen
hier met genoegdoening ter kennis zijn ge
nomen en men zich met zekere wrevel af
vraagt of niet de passiviteit van Londen in
deze zaak, welke de Führer tegenover
Chamberlain uitvoerig heeft uiteengezet van
zeer langen duur zou kunnen worden. Daar
om wordt veelal verwacht, dat indien dat
inderdaad op den duur zou blijken waar
te zijn, Berlijn op een of andere wijze het
geheugen van Londen zou gaan opfrisschen,
bijvoorbeeld door middel van een memoran
dum waarin het Duitsche standpunt nog
eens nauwkeurig zou worden omschreven.
Wat zeggen ze in Zuid-Afrika?
Pirow, de Zuidafrikaansche minister van
defensie, heeft in een rede te Kaapstad zijn
bewering van 1936 herhaald, dat er geen
sprake kon zijn van overdracht aan Duitsch
land van voormalig Zuidwest en van de
Tanganjika-districten. Spr. was overtuigd,
dat geen enkele Engelsche regeering zou
handelen tegen de wenschen van ten minste
80 der inheemsche bevolking Zoo men in
de genoemde streken slechts eensgezind
bleef, duchtte spr. geen verandering.
Te Nairobi heeft Sir. William Lethe, afge
vaardigde voor Tanganjika in de regeering
van Kenya gezegd, dat de onderhandelin
gen tusschen Duitschland en Engeland over
de voormalige koloniën voor de deur ston
den. Spr. vreesde, dat althans Kenya
het vroegere Duitsch-Oost-Afrika aan
Duitschland teruggegeven zou worden. Maar
voor Tanganjika had spr. geen zorg en hij
raadde iedereen aan die niet onder Duitsch
bestuur wilde komen intijds naar dat gebied
of verder naar het gebied der Unie van
Zuid-Afrika te verhuizen.
De Belgische Minister-President Spaak
heeft gisteren in de commissie van buiten
landsche zaken een rede gehouden waarin
hij zeide dat België niet gemengd is. geweest
in het geschil tusschen Duitschland en Tsje-
choslowakije. Indien evenwel het ergste ge
beurd zou zijn, dan is de minister-president
overtuigd, dat België weerstand zou hebben
kunnen bieden. Alles duidt erop, dat indien
een oorlog uitgebroken zou zijn, België bui
ten het conflict zou zijn gebleven.
De buren hebben hun eerder gege
ven verzekering herhaald. Toen
evenwel Duitschland cn Frankrijk
maatregelen namen, welke duidden
op mobilisatie, heeft de regeering
gemeend haar plicht te moeten doen
door het leger op versterkten vre-
desvoet te brengen.
Wat betreft het koloniale vraagstuk, dat
door sommigen ter sprake is gebracht, her
innerde Spaak aan de verklaring van Van
Zeeland in den Senaat na de geruchtma
kende rede van Lloyd George, alsmede aan
de verklaring van maarschalk Goering,
waarin deze heeft gezegd, dat België niets
te vreczen heeft voor de Congo. Tenslotte
herinnerde Spaak aan de rede van Eden.
waarin deze zeide dat de geruchten over
een eventueel afstaan van zekere gedeelten
van den Congo op niets berustten.
Ten aanzien van de versterking aan dc
Zuidgrens heeft Spaak aangetoond, dat deze
gebouwd moeten worden overeenkomstig
de gevolgde politiek, dit wil evenwel niet
zeggen, dat België in het Zuiden hetzelfde
zal doen als in het. Oosten.
Verder heeft de minister-president ver
klaard, dat hij zorg zou dragen, dat niet te
veel vreemdelingen België zullen binnen
komen.
I
Verwachting: Stormachtige tot
krachtige Z.W. tot W. wind,
betrokken tot zwaar be
wolkt, later tijdelijk opkla
rend, nog rogenbuien, zelf
de temperatuur.
Verdere vooruitzichten: Iets
koeler.
De Parelrivier afgesloten. Bui
tenlandsche schepen kunnen niet
terug. Buitenlanders vluch
ten. Hevige strijd bij de Bias-
baai.
Hankau en Kanton, de heide groote
steden in China, welke thans door de
nieuwe aanval van Japan bij de
Biasbaai sterk worden bedreigd, tref
fen alle maatregelen om den inval
ler terug te werpen.
De Parelrivier is voor de scheepvaart ge
sloten. Door dezen maatregel kunnen eenige
Britsche, Amerikaansche en Fransche ka-
nonneerbo'oten niet uitvaren en ook twaalf
Engelsche vrachtschepen moeten blijven lig
gen.
Reeds hevige gevechten in Zuid-
China.
Volgens berichten uit betrouwbare Chi-
neesche bron wordt tusschen Pinsjan en
Namsjan, nabij de Biasbaai. hevig gevoch
ten. Tamsjoei, dat de Japanneezen hevig
gebombardeerd hebben, ligt thans gedeelte
lijk in puin en naar van betrouwbare zijde
wordt gemeld, zijn de Japansche troepen
teruggedreven nar Aotao. Alle bruggen in
de hoofdwegen, welke naar Waitsjau leiden,
zijn volkomen door de Chineezen vernield.
Deze berichten zijn nog niet officieel be
vestigd. Het treinverkeer tusschen Hong
kong en Kanton is stopgezet. Alle openbare
voertuigen en auto's van particulieren zijn
te Hankau in beslag genomen ten dienste
van het Chineesche leger.
Men gelooft, dat elk oogenblik de ontsche
ping van Japansche troepen verwacht kan
worden in de verdragshaven Swatau, waar
volgens berichten uit betrouwbare bron 40
tot 50 Japansche oorlogsschepen worden
samengetrokken
BUITENLANDERS MOETEN
VERTREKKEN.
De vereeniging van buitenlanders
heeft een dringend beroep gedaan op
alle buitenlanders. Zij verzoekt den
genen, die niet om dwingende rede
nen in de stad Hankau moeten blij
ven, te vertrekken, nu de middelen
daartoe nog aanwezig zijn.
Van betrouwbare zijde wordt vernomen,
dat Kantoneesehe troepen zeer zeker in
staat zullen zijn hun eigen provincie te ver
dedigen, zonder dat het noodig zal zijn, dat
de centrale regeering te Hankau troepen
naar Kwantoeng zendt.
Japan en de mogendheden.
De uit Tokio ontvangen berichten, vol
gens welke de Britsche ambassadeur te To
kio,1 de formeele verzekering van de Japan
sche regeering zou hebben ontvangen ten
aanzien van den wensch van Tokio de Brit
sche rechten in China te eerbiedigen, wor
den in Engelsche diplomatieke kringen be
vestigd.
Voor Engeland kan dit een geruststelling
geven, immers door de Japansche actie in
Zuid-China, is de aandacht gevestigd op de
Britsche belangen in dit gebied, welke hun
middelpunt vinden in Hongkong, de Britsche
kroonkolonie aan den mond van de Kanton
rivier.
Het eiland Hongkong werd voor het eerst
in Januari 1841 aan Engeland afgestaan. Bij
het verdrag van Nanking van 1842 zag Chi
na formeel van zijn rechten af. Door de over
eenkomst van Peking in 1860 verwierf de
Britsche Regeering, aldus het Hdbld., ook
het tegenover Hongkong liggende Kauloeng.
De noordelijk biervan liggende „New Terri-
tories", een schiereiland in het zuiden van
Kwantoeng, werden in 1898 voor 99 jaar van
China gepacht. In 1937 had de geheele kolo
nie een bevolking van ruim één millioen
zielen.
Beteekenis heeft Hongkong vooral door
den handel, dank zij de ligging tegenover
de zuidkust van China cn de verbindingen
met Malakka en Nederlandsch-Indiö. De han
del is voornamelijk op China gericht. Van
groot belang is in dit verband de spoorweg
Kauloeng—Kanton, welke haar voortzetting
vindt in de lijn Kanton—Hankau. Deze
spoorlijnen zijn thans de voornaamste aan-
voerwegen van het Chineesche leger en van
daar de jongste actie der Japanners om deze
lijn af te snijden.